EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Binnenvaart: toegang tot de markt

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 169/2009 houdende de toepassing van mededingingsregels op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren

Verordening (EG) nr. 718/1999 betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren

Richtlijn 96/75/EG houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de EU

Verordening (EG) nr. 1356/96 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor het vervoer van goederen of personen over de binnenwateren, tussen EU-landen, om voor dit vervoer het vrij verrichten van diensten te verzekeren

Verordening (EEG) nr. 3921/91 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands goederen- en personenvervoer over de binnenwateren in een EU-land waar zij niet gevestigd zijn

Richtlijn 87/540/EEG betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma’s, certificaten en andere titels

Verordening (EEG) nr. 2919/85 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor het regime dat door de Herziene Rijnvaartakte wordt gereserveerd voor de vaartuigen die tot de Rijnvaart behoren

Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENINGEN EN RICHTLIJNEN?

  • Verordening (EG) nr. 169/2009 bevat de mededingingsregels van de EU die van toepassing zijn op het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren.
  • Verordening (EG) nr. 718/1999 bevat, samen met Wijzigingsverordening (EU) nr. 546/2014, de regels voor een beleid ten aanzien van de capaciteit van de EU-binnenvaartvloot.
  • In Richtlijn 96/75/EG wordt een overzicht gegeven van de stappen om te komen tot bevrachtingsovereenkomsten en prijzen die via vrije onderhandelingen tot stand zijn gekomen.
  • Verordening (EG) nr. 1356/96 heeft tot doel te garanderen dat vervoerders die goederen of passagiers vervoeren over binnenwateren vrij zijn om deze diensten tussen EU-landen aan te bieden.
  • Verordening (EEG) nr. 3921/91 bevat de voorwaarden waaronder vervoersondernemers van buiten de EU vrij zijn om vervoersdiensten op de binnenwateren in de EU te verrichten.
  • Richtlijn 87/540/EEG heeft tot doel uniforme voorwaarden vast te stellen voor de toegang tot het beroep van vervoersondernemer door de wederzijdse erkenning van diploma’s en andere kwalificaties te vergemakkelijken.
  • Verordening (EEG) nr. 2919/85 bevat de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor het regime dat door de Herziene Rijnvaartakte wordt gereserveerd voor de vaartuigen die tot de Rijnvaart behoren.
  • Verordening nr. 11 van de EEG-Raad heeft tot doel discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoersvoorwaarden op te heffen.

KERNPUNTEN

Het wetgevingskader voor het Europese binnenwatervervoer omvat wetgeving die betrekking heeft op diverse doelstellingen die samen gericht zijn op de liberalisering van de markt voor het binnenwatervervoer door:

  • ervoor te zorgen dat ondernemers in de binnenvaart vrije toegang hebben tot alle Europese binnenwateren;
  • een einde te maken aan discriminerende en oneerlijke marktpraktijken, met name wat betreft prijzen en tarieven, en
  • eerlijke concurrentievoorwaarden te creëren door gemeenschappelijke regels, onder meer over de toegang tot het beroep van ondernemer in de binnenvaart.

Verordening (EG) nr. 169/2009 beoogt de mededingingsregels van de EU op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren te harmoniseren, door het definiëren van ontheffingen van het verbod op concurrentiebeperkende overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die tot doel hebben te komen tot technische verbeteringen of technische samenwerking door:

  • de uniforme toepassing van normen voor het materieel;
  • de uitwisseling of het gemeenschappelijk gebruik van personeel, materieel, vervoermiddelen en vaste installaties;
  • de vaststelling en toepassing van algemene vervoerprijzen voor opeenvolgend, aanvullend, vervangend of gecombineerd vervoer, met inbegrip van mededingingsprijzen;
  • het gebruik van de meest rationele trajecten;
  • de coördinatie van dienstregelingen op opeenvolgende trajecten;
  • het samenvoegen van afzonderlijke zendingen;
  • de invoering van uniforme tariefstructuren, voor zover daarin geen prijzen en voorwaarden worden vastgesteld.

De verordening voorziet ook in vrijstelling voor bepaalde kleine en middelgrote ondernemingen.

Verordening (EG) nr. 718/1999 heeft tot doel beleid ten aanzien van de communautaire vloot voor het binnenwatervervoer in de EU vast te stellen.

  • Zij heeft betrekking op schepen die worden gebruikt voor commercieel goederenvervoer met bepaalde uitzonderingen, onder meer voor schepen die uitsluitend op de Donau opereren of voor schepen die worden gebruikt voor de opslag van goederen of voor baggerwerkzaamheden.
  • Op grond van de verordening moet elk EU-land waarvan de vloot een tonnage heeft van meer dan 100 000 ton en waarvan de waterwegen in verbinding staan met die van een ander EU-land, een fonds voor de binnenvaart oprichten. Elk fonds beschikt over een reservefonds met afzonderlijke rekeningen voor drogeladingschepen*, tankschepen* en duwboten*. Deze fondsen moeten worden beheerd door nationale autoriteiten.
  • Het reservefonds kan worden gebruikt:
    • in geval van “ernstige verstoring van de markt” voor het binnenwatervervoer (in de zin van Richtlijn 96/75/EG, zie hieronder) op verzoek van een EU-land, of
    • indien daarom unaniem werd verzocht door de organisaties die de binnenvaart vertegenwoordigen.

Verordening (EG) nr. 181/2008 bevat de bepalingen ter uitvoering van het beleid inzake de capaciteit van de binnenvaartvloot van de EU, inclusief de hoogte van de bijdragen aan het fonds.

Wijzigingsverordening (EU) nr. 546/2014 strekt tot uitbreiding van het toepassingsgebied van de maatregelen die op grond van Verordening (EG) nr. 718/1999 beschikbaar zijn.

Richtlijn 96/75/EG omvat twee pakketten beleidsmaatregelen:

  • om in de EU te komen tot bevrachtingsovereenkomsten en prijzen die via vrije onderhandelingen tot stand zijn gekomen door de aanpassing van het vorige “bevrachtingssysteem volgens toerbeurt” voor vervoersactiviteiten (tegen vastgestelde prijzen in de volgorde waarin de schepen na lossing beschikbaar komen);
  • om de Europese Commissie in staat te stellen maatregelen te nemen in geval van ernstige verstoring van de binnenvaartmarkt, waaronder met name maatregelen die iedere verdere toename van de vervoerscapaciteit moeten tegengaan.

Verordening (EG) nr. 1356/96 heeft tot doel te garanderen dat een ondernemer van goederen- of personenvervoer over de binnenwateren vervoersactiviteiten tussen en via de EU-landen mag verrichten, zonder discriminatie op grond van zijn nationaliteit of zijn plaats van vestiging, mits hij:

  • wettelijk in een EU-land is gevestigd en in dat land is toegelaten tot het internationale goederen- of personenvervoer over de binnenwateren, en schepen gebruikt die in een EU-land ingeschreven zijn;
  • voldoet aan de voorwaarden van Verordening (EEG) nr. 3921/91.

Speciale regels inzake de rechten van vervoerders uit niet-EU-landen zijn vastgelegd in de Herziene Rijnvaartakte (Akte van Mannheim) en het Verdrag betreffende de scheepvaart op de Donau (Verdrag van Belgrado) of kunnen voortvloeien uit internationale overeenkomsten of verdragen waarin de EU partij is.

Verordening (EEG) nr. 3921/91 bouwt voort op de algemene beginselen van gelijkheid van behandeling en het vrij verrichten van diensten, op grond waarvan vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands vervoer (“cabotage”) over de binnenwateren in een EU-land waar zij niet gevestigd zijn. Deze verordening bevat de volgende voorwaarden:

  • vervoersondernemers mogen tijdelijk cabotagevervoer verrichten zonder een zetel op te richten, mits zij gevestigd zijn in een EU-land overeenkomstig de daar geldende regelgeving en daar zijn toegelaten tot het internationale goederen- of personenvervoer over de binnenwateren;
  • vervoersondernemers mogen alleen schepen gebruiken die eigendom zijn van:
    • EU-inwoners of onderdanen van een EU-land, of
    • rechtspersonen die hun zetel in een EU-land hebben en die voor het grootste gedeelte in handen zijn van onderdanen van de EU-landen.

Richtlijn 87/540/EEG schrijft voor dat personen en ondernemingen door de autoriteiten of door een door elk EU-land aangewezen instantie erkende bekwaamheden moeten bezitten op de volgende vakgebieden:

  • recht;
  • commercieel en financieel beheer van de onderneming;
  • toegang tot de markt;
  • technische normen en exploitatie;
  • veiligheid, en
  • vakken met betrekking tot internationaal vervoer.

De autoriteit geeft een attest af op basis van een diploma, het volgen van scholing of aangetoonde praktijkervaring. Indien de vervoerder niet meer aan de voorwaarden voldoet, kan het attest worden ingetrokken.

Verordening (EEG) nr. 2919/85. In de Herziene Rijnvaartakte (gewijzigd door Aanvullend Protocol nr. 2) wordt bepaald dat alleen schepen die tot de Rijnvaart behoren, op de Rijn mogen varen.

Het feit dat een schip tot de Rijnvaart behoort wordt geconstateerd in een verklaring die door een bevoegde autoriteit van een Rijnstaat (d.w.z. België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Zwitserland) wordt afgegeven. De toepassing van de akte wordt door de verordening uitgebreid tot alle EU-landen, waardoor de gelijke behandeling van schepen uit de hele EU wordt gewaarborgd.

Verordening nr. 11/1960 van de EEG-Raad strekt tot uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag van Rome (thans artikel 95 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). De verordening:

  • houdt een verbod in op discriminatie door vervoersondernemers — die erin bestaat dat een vervoersondernemer voor dezelfde verbindingen verschillende vrachtprijzen en vervoervoorwaarden voor gelijke goederen toepast — op grond van het land van herkomst of bestemming van de vervoerde goederen;
  • is van toepassing op het vervoer van alle goederen met verschillende vervoermiddelen, hetzij per spoor, over de weg of over de binnenwateren;
  • bevat regels wat betreft de documentatieverplichtingen voor vervoerdocumenten;
  • schrijft voor dat de EU-landen de naleving van de verplichtingen moeten controleren.

VANAF WANNEER IS DE WETGEVING VAN TOEPASSING?

  • Verordening (EG) nr. 169/2009 is van toepassing sinds 25 maart 2009.
  • Verordening (EG) nr. 718/1999 is van toepassing sinds 29 april 1999.
  • Richtlijn 96/75/EG is van toepassing sinds 30 november 1996 en moest voor 1 januari 1997 zijn omgezet in nationale wetgeving in de EU-landen.
  • Verordening (EG) nr. 1356/96 is van toepassing sinds 2 augustus 1996.
  • Verordening (EEG) nr. 3921/91 is van toepassing sinds 5 januari 1992.
  • Richtlijn 87/540/EEG is van toepassing sinds 12 november 1987 en moest voor 30 juni 1988 zijn omgezet in nationale wetgeving in de EU-landen.
  • Verordening (EEG) nr. 2919/85 is van toepassing sinds 22 oktober 1985.
  • Verordening nr. 11/1960 is van toepassing sinds 5 september 1960.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Drogeladingschepen: schepen die droge lading (zoals graan) vervoeren.
Tankschepen: schepen die natte lading (zoals olie) vervoeren.
Duwboten: schepen die dienen om andere schepen, zoals duwbakken, te duwen maar zelf geen lading vervoeren.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verordening (EG) nr. 169/2009 van de Raad van 26 februari 2009 houdende de toepassing van mededingingsregels op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren (Gecodificeerde versie) (PB L 61 van 5.3.2009, blz. 1-5)

Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (PB L 90 van 2.4.1999, blz. 1-5)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 718/1999 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Richtlijn 96/75/EG van de Raad van 19 november 1996 houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap (PB L 304 van 27.11.1996, blz. 12-14)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 1356/96 van de Raad van 8 juli 1996 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor het vervoer van goederen of personen over de binnenwateren, tussen Lid-Staten, om voor dit vervoer het vrij verrichten van diensten te verzekeren (PB L 175 van 13.7.1996, blz. 7-8)

Verordening (EEG) nr. 3921/91 van de Raad van 16 december 1991 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands goederen- en personenvervoer over de binnenwateren in een Lid-Staat waar zij niet gevestigd zijn (PB L 373 van 31.12.1991, blz. 1-3)

Richtlijn 87/540/EEG van de Raad van 9 november 1987 betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma’s, certificaten en andere titels (PB L 322 van 12.11.1987, blz. 20-24)

Verordening (EEG) nr. 2919/85 van de Raad van 17 oktober 1985 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor het regime dat door de Herziene Rijnvaartakte wordt gereserveerd voor de vaartuigen die tot de Rijnvaart behoren (PB L 280 van 22.10.1985, blz. 4-7)

EEG Raad: Verordening nr. 11 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden (PB 52 van 16.8.1960, blz. 1121-1126)

Zie de geconsolideerde versie.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VI — Vervoer — Artikel 95 (oud artikel 75 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 86)

Verordening (EG) nr. 181/2008 van de Commissie van 28 februari 2008 tot vaststelling van een aantal bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot, met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (Gecodificeerde versie) (PB L 56 van 29.2.2008, blz. 8-12)

Laatste bijwerking 22.12.2020

Top