EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor Europa

Het gemeenschappelijk Europees immigratiebeleid moet een flexibel kader bieden dat de specifieke situaties van de landen van de Europese Unie (EU) in aanmerking neemt en wordt uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen de EU-landen en -instellingen. Deze mededeling reikt 10 beginselen aan waarop het gemeenschappelijk beleid zal steunen alsook de nodige acties voor de uitvoering van deze beginselen. Deze laatste hebben tot doel ervoor te zorgen dat legale immigratie bijdraagt tot de sociaaleconomische ontwikkeling van de EU, dat acties van EU-landen worden gecoördineerd, dat de samenwerking met derde landen wordt uitgebreid en dat illegale immigratie en mensenhandel op een doeltreffende wijze worden aangepakt.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 17 juni 2008 – Een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor Europa: beginselen, maatregelen en instrumenten [COM(2008) 359 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Deze mededeling stelt 10 gemeenschappelijke beginselen voor met concrete acties voor de tenuitvoerlegging ervan. Deze beginselen zullen dan als basis dienen voor het gemeenschappelijk Europees immigratiebeleid. Om immigratie op een gecoördineerde en geïntegreerde wijze aan te pakken, worden deze beginselen verdeeld over de drie pijlers van het beleid van de Europese Unie (EU), namelijk welvaart, solidariteit en veiligheid.

Het gemeenschappelijk immigratiebeleid zal gezamenlijk door de landen en de instellingen van de EU worden uitgevoerd. Een nieuw toezicht- en evaluatiesysteem zorgt voor regelmatige follow-up in de vorm van een jaarlijkse evaluatie. De Europese Raad zal aanbevelingen formuleren op basis van een rapport van de Commissie over de situatie op het gebied van immigratie op Europees en nationaal niveau.

WELVAART: de bijdrage van legale immigratie tot de sociaaleconomische ontwikkeling van de EU

Duidelijke regels en gelijke voorwaarden

Het gemeenschappelijk immigratiebeleid moet gericht zijn op de bevordering van legale immigratie, waarvoor duidelijke, transparante en eerlijke regels moeten gelden. Onderdanen van derde landen moeten dus voldoende informatie krijgen om te kunnen begrijpen aan welke voorwaarden en procedures zij moeten voldoen om legaal naar de EU te komen en er te verblijven. Onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven, moeten verzekerd zijn van een billijke behandeling. Om deze beginselen in de praktijk om te zetten, dienen de EU en de EU-landen:

  • duidelijke en transparante regels vast te leggen om naar de EU te komen en er te verblijven;
  • potentiële immigranten en aanvragers informatie ter beschikking stellen, met name over hun rechten en plichten als ingezetenen van de EU;
  • steun en hulp verlenen om mensen aan de voorwaarden te laten voldoen om naar de Unie te mogen komen en er te mogen verblijven, zowel in landen van herkomst als in landen van bestemming;
  • naar een flexibel Europees visumbeleid te streven.

Vraag en aanbod op elkaar afstemmen

In het kader van de Lissabonstrategie moet de bevordering van economische immigratie gebaseerd zijn op een behoeftenanalyse van alle niveaus en sectoren van de EU-arbeidsmarkten, zodat de Europese kenniseconomie kan worden versterkt en de economische groei kan worden bevorderd. Dit moet gebeuren met volledige inachtneming van het beginsel van EU-preferentie, het recht van de EU-landen om te bepalen hoeveel immigranten zij toelaten, en de rechten van de immigranten. In de praktijk houdt dit voor de EU en de EU-landen het volgende in:

  • een evaluatie van de behoeften van de Europese arbeidsmarkten aan kennis en vaardigheden op dit moment, op de middellange en op de lange termijn (tot 2020);
  • de ontwikkeling van nationale “immigratieprofielen” met informatie over de situatie op de arbeidsmarkt en de beschikbare kennis en vaardigheden en het verzamelen van uitgebreide, vergelijkbare gegevens over immigratie;
  • de ontwikkeling van instrumenten en beleidsmaatregelen om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, de bevordering van procedures voor de erkenning van beroepskwalificaties en het aanbieden van opleiding in de landen van herkomst;
  • een analyse van het huidige en toekomstige potentieel op het gebied van immigrantenondernemerschap, inclusief het wettelijke en praktische kader voor het opzetten van een onderneming, en de ontwikkeling van ondersteunende maatregelen;
  • meer investeren in maatregelen om meer derdelanders aan een baan te helpen, met bijzondere aandacht voor vrouwen, alsook in maatregelen die een reëel alternatief bieden voor illegale tewerkstelling.

Integratie als sleutel tot succesvolle immigratie

Integratie dient te worden aangemoedigd als een “tweerichtingsproces”, overeenkomstig de gemeenschappelijke basisbeginselen op het gebied van integratie. Immigranten moeten de kans krijgen deel te nemen aan de maatschappij en ook de sociale samenhang en houding ten aanzien van diversiteit in de gastsamenleving moeten worden verbeterd. Daarom moeten de EU en de EU-landen:

  • het EU-integratiekader versterken;
  • mensen beter leren omgaan met diversiteit en de resultaten van het integratiebeleid van de EU-landen evalueren;
  • integratieprogramma’s voor nieuwkomers ondersteunen;
  • ervoor zorgen dat derdelanders gelijke carrièremogelijkheden hebben;
  • socialezekerheidsstelsels voor immigranten op dezelfde manier toepassen als voor EU-onderdanen;
  • zoeken naar mogelijkheden om immigranten actiever te laten deelnemen aan de maatschappij;
  • de toepassing van Richtlijn 2003/86/EG van de Raad inzake het recht op gezinshereniging evalueren;
  • het EU-asielbeleid blijven toepassen en de maatregelen nog verder uitwerken, met name via het asielbeleidsplan.

SOLIDARITEIT: coördinatie tussen de EU-landen en samenwerking met derde landen

Transparantie, vertrouwen en samenwerking

Het gemeenschappelijk immigratiebeleid moet stoelen op solidariteit, wederzijds vertrouwen, transparantie, verantwoordelijkheid en gezamenlijke inspanningen van de EU en de EU-landen. Om dit waar te maken, moeten zij:

  • meer informatie uitwisselen om zaken van gemeenschappelijk belang op gecoördineerde wijze aan te pakken;
  • mechanismen ontwikkelen om het effect van nationale maatregelen na te gaan en zo tot een coherente aanpak binnen de EU te komen;
  • interoperabele systemen ontwikkelen voor een effectiever immigratiebeheer;
  • zowel intern als extern consequent communiceren over het immigratiebeleid van de EU.

Efficiënt en coherent gebruik van beschikbare middelen

Uit solidariteit dient in het financieel kader rekening te worden gehouden met de specifieke problemen aan de buitengrenzen van bepaalde EU-landen. In dat verband moeten de EU en de EU-landen:

  • de nationale begrotingsmiddelen aanvullen met het kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen (2007-2013);
  • de lidstaten beter in staat stellen effectief beleid te voeren en te reageren op ad-hocsituaties met de mechanismen van het genoemde programma;
  • de toekenning van middelen aan de EU-landen in het kader van het programma constant in het oog houden en deze zo nodig aanpassen;
  • zorgen voor een betere coördinatie van de activiteiten die met Europese en nationale middelen worden gefinancierd om elkaar overlappende acties te vermijden.

Partnerschap met derde landen

Immigratie dient een noodzakelijk deel uit te maken van het externe beleid van de EU. In partnerschappen met derde landen dient een gecoördineerde aanpak van alle aspecten van de migratieproblematiek te worden aangemoedigd. Daarom moeten de EU en de EU-landen:

  • derde landen helpen bij het ontwikkelen van hun immigratie- en asielstelsel alsook van hun nationale rechtskader;
  • meer doen aan samenwerking en capaciteitsopbouw in partnerlanden en mobiliteitspartnerschappen aangaan inzake arbeidsimmigratie;
  • de beleidsinstrumenten gebruiken die werden ontwikkeld in het kader van de “totaalaanpak van migratie”, met name om intensiever samen te werken met (potentiële) kandidaat-landen en om de beschikbaarheid en het doeltreffend gebruik te waarborgen van financiële instrumenten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze aanpak;
  • samenwerken met Afrikaanse partners om uitvoering te geven aan het “Rabat-proces” 2006 en aan het partnerschap EU-Afrika voor migratie, mobiliteit en werkgelegenheid;
  • nauwer samenwerken met de landen van het Europees nabuurschapsbeleid, Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en Azië om het wederzijds inzicht in de migratieproblemen te verdiepen;
  • de wettelijke en operationele maatregelen verder ontwikkelen om mogelijkheden voor circulaire migratie te bieden en samenwerken met de landen van herkomst op het gebied van illegale immigratie;
  • bepalingen over sociale zekerheid opnemen in de associatieovereenkomsten met derde landen.

VEILIGHEID: doeltreffende bestrijding van illegale immigratie

Een visumbeleid in het belang van Europa en zijn partners

Het gemeenschappelijk visumbeleid moet het voor bonafide bezoekers gemakkelijker maken de EU binnen te komen en de veiligheid verhogen. Dit visumbeleid dient te stoelen op het gebruik van nieuwe technologieën en een intensieve uitwisseling van informatie tussen de EU-landen. Om dit waar te maken, moeten de EU en de EU-landen:

  • een vierledige aanpak ontwikkelen zodat visumaanvragers systematisch in elke fase van hun reis worden gecontroleerd;
  • het uniforme Europese Schengenvisum invoeren;
  • een beroep doen op gemeenschappelijke consulaire centra voor de afgifte van visa;
  • nagaan of het mogelijk is een elektronische reisvergunning voor onderdanen van derde landen in te voeren;
  • de visumprocedures grondiger evalueren, in het bijzonder wat langerlopende visa betreft.

Geïntegreerd grensbeheer

De bescherming van de integriteit van het Schengengebied is essentieel. Daarom moet het geïntegreerd beheer van de buitengrenzen worden verbeterd en moet het beleid inzake grenscontroles worden afgestemd op het beleid inzake douanecontroles en preventie van andere bedreigingen. Daarom moeten de EU en de EU-landen:

  • de operationele kant van het Europees Agentschap voor het beheer van de buitengrenzen (Frontex) versterken;
  • een integrale aanpak voor grensbeheer ontwikkelen met een beter gebruik van informatietechnologie en het zevende kaderprogramma (KP7);
  • het Europees grensbewakingssysteem (EUROSUR) verder uitbouwen;
  • samenwerken met derde landen om het grensbeheer in de landen van herkomst en doorreis verder te ontwikkelen;
  • financiële steun vrijmaken voor de uitbouw van het geïntegreerd Europees grensbeheerssysteem;
  • een “éénloket”-controlestelsel aan landsgrenzen ontwikkelen door nauwer samen te werken met de autoriteiten van de EU-landen.

Strengere bestrijding van illegale immigratie en nultolerantie tegenover mensenhandel

Er dient een coherent beleid ter bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel te worden ontwikkeld. Zwartwerk en illegale tewerkstelling moeten worden bestreden met nieuwe maatregelen en slachtoffers van mensenhandel moeten beter worden beschermd. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, moeten de EU en de EU-landen:

  • middelen ter beschikking stellen om gevallen van mensensmokkel en mensenhandel te onderzoeken;
  • samenwerken met vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers om illegale tewerkstelling aan te pakken;
  • risicoanalyse-instrumenten ontwikkelen, beleidsmaatregelen evalueren en de meettechnieken verbeteren;
  • samenwerking tussen overheidsdiensten ondersteunen, met name op het gebied van kruiscontroles, en de uitwisseling van beproefde methoden vergemakkelijken;
  • intensiever gebruik maken van biometrie als instrument tegen illegale immigratie en mensenhandel;
  • erop toezien dat de grondrechten van illegaal in de EU verblijvende derdelanders worden gerespecteerd;
  • slachtoffers van mensenhandel beschermen en ondersteunen, ook wat herstel en integratie in de maatschappij betreft;
  • het rechtskader uitbreiden naar nieuwe criminele verschijnselen in illegale immigratie en seksuele uitbuiting van kinderen;
  • toezien op de effectieve tenuitvoerlegging binnen de EU van internationale instrumenten tegen migrantensmokkel en mensenhandel.

Doeltreffend en duurzaam terugkeerbeleid

Terugkeermaatregelen zijn onontbeerlijk in een immigratiebeleid. Grootschalige regularisaties van illegale immigranten moeten worden vermeden. Individuele regularisaties moeten evenwel mogelijk blijven. Daarom moeten de EU en de EU-landen:

  • ervoor zorgen dat terugkeerbeslissingen wederzijds worden erkend binnen de EU en de EU-landen aansporen om nauwer samen te werken voor de uitvoering van deze beslissingen;
  • erop toezien dat de richtlijn over gemeenschappelijke normen voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen wordt omgezet en toegepast wanneer zij in werking is getreden;
  • maatregelen uitwerken om repatrianten zonder papieren te kunnen identificeren en nagaan of een Europees laissez-passer kan worden ingevoerd voor de terugkeer van immigranten zonder papieren;
  • derde landen aanmoedigen om overnameovereenkomsten toe te passen;
  • een gemeenschappelijke aanpak van regularisatie voor illegale immigranten ontwikkelen.

Achtergrond

In het huidige Europa zonder binnengrenzen is een gecoördineerd immigratiebeleid van cruciaal belang. Sinds 1999 werkt de EU hieraan in het kader van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (nu op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). De Commissie is evenwel van mening dat tot nog toe onvoldoende vorderingen zijn gemaakt. Europa heeft nood aan een gemeenschappelijk beleid dat een kader creëert voor coherente actie. In haar mededeling “Naar een gemeenschappelijk immigratiebeleid” van 5 december 2007 stelde de Commissie haar visie voor dit beleid voor. Daarop bevestigde de Europese Raad het belang van de uitbouw van een gemeenschappelijk beleid en verzocht hij de Commissie om in 2008 voorstellen in te dienen.

Laatste wijziging: 16.05.2011

Top