Schone en energiezuinige wegvoertuigen

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

• De richtlijn heeft tot doel het bevorderen en stimuleren van de ontwikkeling van een markt voor schone en energiezuinige voertuigen in de Europese Unie (EU).
• De richtlijn, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2019/1161, stelt nationale minimumstreefcijfers voor de aanschaf van schone voertuigen. De streefcijfers zijn gedefinieerd als minimumaandeel schone voertuigen bij de gezamenlijke overheidsinstanties en bepaalde openbaarvervoerbedrijven in een lidstaat.

KERNPUNTEN

Toepassingsgebied

De richtlijn, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2019/1161, is van toepassing op contracten voor de aanschaf van bepaalde wegvoertuigen (auto’s, bestelwagens, vrachtwagens en bussen) en diensten, door aanbestedende diensten, aanbestedende entiteiten en exploitanten van openbaredienstverplichtingen in het kader van een openbaredienstcontract.

Met de wijzigingsrichtlijn werd de toepassing van de richtlijn uitgebreid, zodat deze nu van toepassing is op aanschaf via:

• overeenkomsten voor de aankoop, lease, huur of huurkoop van voertuigen;
• openbaredienstcontracten voor het openbaar vervoer van personen;
• openbaredienstcontracten voor openbaarvervoersdiensten, diensten voor speciaal personenvervoer over land, personenvervoer zonder dienstregeling, diensten voor ophalen van vuilnis, pakketvervoer, postbezorging en pakketbezorging.

Met Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/1161 werd tevens een nieuwe definitie geïntroduceerd van een “schoon voertuig”*.

Minimumstreefcijfers voor overheidsopdrachten

In Richtlijn 2009/33/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2019/1161, zijn minimumstreefcijfers voor overheidsopdrachten vastgesteld voor lichte bedrijfsvoertuigen (auto’s en bestelwagens), vrachtwagens en bussen voor 2025 en 2030. In het geval van bussen dient de helft van de streefcijfers te bestaan uit emissievrije voertuigen (door batterijen aangedreven elektrische bussen of waterstofbussen). Deze streefcijfers zijn opgenomen in de bijlagen bij de richtlijn.

Voor de verschillende lidstaten zijn verschillende streefcijfers vastgesteld voor lichte bedrijfsvoertuigen, vrachtwagens en bussen. Deze streefcijfers zijn berekend als minimumpercentage aan schone voertuigen op het totale aantal voertuigen dat in elke lidstaat is aangeschaft in het kader van overheidsopdrachten, gedurende twee perioden van vijf jaar: 2021–2025 en 2026–2030. De lidstaten dienen zorg te dragen dat de streefcijfers worden behaald, maar beschikken over de flexibiliteit om de inspanningen te verdelen over verschillende aanbestedende diensten en aanbestedende entiteiten.

Uitwisseling van beste praktijken

De Europese Commissie faciliteert de uitwisseling van kennis en beste praktijken tussen de lidstaten met betrekking tot de bevordering van de aankoop van schone en energiezuinige wegvoertuigen.

Er worden verscheidene initiatieven ontplooid om ervoor te zorgen dat de richtlijn ten uitvoer wordt gelegd. Deze omvatten:

• richtsnoeren voor het plaatsen van groene overheidsopdrachten en een achtergrondverslag van de technische aspecten;
• het Europees initiatief voor groene voertuigen, dat tot doel heeft de ontwikkeling van groene voertuigen en duurzame mobiliteitsoplossingen te ondersteunen;
• het Europees initiatief voor de invoering van schone bussen; en
• verscheidene onderzoeken.

Comitéprocedure

De Commissie heeft de bevoegdheid uitvoeringshandelingen vast te stellen en wordt hierbij bijgestaan door een comité waarop de comitéprocedure van de EU van toepassing is.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 4 juni 2009 van toepassing en moest vóór 4 december 2010 in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.

De wijzigingen die zijn geïntroduceerd met Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/1161, inclusief de introductie van een definitie voor “schone voertuigen” en het vaststellen van minimale nationale streefcijfers, zijn van toepassing sinds 2 augustus 2019, en moesten vóór 2 augustus 2021 in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

• Richtlijn inzake schone voertuigen (Europese Commissie).

KERNBEGRIPPEN

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (PB L 120 van 15.5.2009, blz. 5-12).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2009/33/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (PB L 307 van 28.10.2014, blz. 1-20).

Zie de geconsolideerde versie.

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s betreffende de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (COM(2013) 214 final van 18.4.2013).

Kennisgeving van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 2, 3, 4 en 5 van Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen 2020/C 352/01 (PB L 352 van 22.10.2020, blz. 1-12).

Laatste bijwerking 10.02.2022