EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid (2008-2010)

De door de Commissie voorgestelde richtsnoeren moeten het beleid van de lidstaten van de Europese Unie (EU) richten op werkgelegenheid en duurzame groei.

BESLUIT

Beschikking 2008/618/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten.

SAMENVATTING

De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid vormen een van de drie pijlers van de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2008-2010. Zij zijn een aanvulling op de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van 2008 tot 2010 (GREB’s), die een kader scheppen voor het macro-economisch beleid en de nationale micro-economische hervormingen.

De lidstaten moeten beleidsmaatregelen goedkeuren om volledige werkgelegenheid te bekomen, de kwaliteit en de productiviteit van het werk te verbeteren en de sociale en territoriale cohesie te versterken (richtsnoer nr. 17). Deze prioriteiten moeten bijdragen aan een totale participatiegraad in de Europese Unie van 70 % in 2010, waarbij de participatie van vrouwen ten minste 60 % en die van ouderen (55 tot 64 jaar) ten minste 50 % bedraagt.

De Commissie stelt op drie prioritaire gebieden groei- en werkgelegenheidsbevorderende maatregelen voor.

  • Meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen, het arbeidsaanbod vergroten en de stelsels voor sociale bescherming moderniseren

Gezien de vergrijzing van de Europese bevolking moet het werkgelegenheidsbeleid beter aangepast zijn aan de verschillende fasen van de levenscyclus (richtsnoer nr. 18). De maatregelen moeten meer ouderen aan het werk houden, gericht zijn op actief ouder worden en ook bijdragen aan de modernisering en betaalbaarheid van de stelsels voor sociale bescherming (pensioen en gezondheidszorg incluis). Passende beleidsmaatregelen zouden tevens de werkloosheid onder jongeren moeten terugdringen, in overeenstemming met de doelstellingen van het pact voor de jeugd, en de participatie van vrouwen opdrijven, evenwel met verzekering van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het beleid moet ervoor zorgen dat het beroepsleven beter kan worden gecombineerd met het privéleven door de verdere uitbouw van kinderopvang en zorgdiensten voor andere afhankelijke personen.

De Europese arbeidsmarkt dient de integratie van werkzoekenden te bevorderen en werken aantrekkelijker te maken. Zij moet tevens bijdragen aan de sociale integratie (richtsnoer nr. 19). Daarom moeten doelgerichte maatregelen voor actieve integratie in een vroegtijdig stadium ten uitvoer worden gelegd. Daarnaast moeten in de belasting- en uitkeringsstelsels ook positieve en negatieve prikkels worden gegeven. In de persoonlijke en zakelijke dienstverlening moeten nieuwe arbeidsplaatsen worden gecreëerd.

De vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt kunnen beter op elkaar worden afgestemd (richtsnoer nr. 20) door de nationale arbeidsmarktinstanties te moderniseren en beter te anticiperen op tekorten op de arbeidsmarkt, met name door een grotere transparantie en de verspreiding van werkaanbiedingen en opleidingsmogelijkheden. Het is eveneens van cruciaal belang de trans-Europese mobiliteit te bevorderen en de ingeweken arbeidskrachten optimaal te benutten.

  • Het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen aan de economische situatie verbeteren

Om de economische en sociale veranderingen beter het hoofd te kunnen bieden, heeft de arbeidsmarkt nood aan meer flexibiliteit, eenvormigheid en werkzekerheid (richtsnoer nr. 21). De lidstaten dienen deze doelstellingen te integreren in hun nationale wetgeving en innovatieve vormen van werkorganisatie te stimuleren. Zij dienen te anticiperen op economische veranderingen om de sociale kosten ervan te drukken en de beroepsomschakeling van werknemers te vergemakkelijken.

De evolutie van de arbeidskosten en de invoering van loonvaststellingsregelingen moeten de werkgelegenheid bevorderen (richtsnoer nr. 22). De sociale partners moeten worden aangemoedigd om het juiste kader voor loononderhandelingen te scheppen zodat rekening kan worden gehouden met de doelstellingen in verband met de productiviteit en de arbeidsmarkt. Voorts dient de belastingsdruk op de laagste lonen te worden verminderd.

  • Meer gaan investeren in menselijk kapitaal, d.w.z. in beter onderwijs en betere vaardigheden

Er moet meer worden geïnvesteerd in menselijk kapitaal (richtsnoer nr. 23). Dit kan door middel van een op integratie gericht onderwijs- en opleidingsbeleid op alle onderwijsniveaus alsook door de schooluitval aanzienlijk terug te dringen. Er dienen strategieën te worden aangenomen op het gebied van onderwijs en een leven lang leren, die met name kunnen worden ondersteund met financiële stimuleringsmaatregelen.

De onderwijs- en opleidingsstelsels moeten beter worden aangepast aan de nieuwe bekwaamheidsvereisten (richtsnoer nr. 24). Het open karakter en de kwaliteit van deze stelsels alsook de verscheidenheid van het opleidingsaanbod en de mobiliteitsmogelijkheden moeten worden gewaarborgd. Onderwijs en opleiding moeten toegankelijk zijn voor iedereen, met name door middel van arbeidstijdorganisatie, beroepskeuzevoorlichting en kostendeling. Op basis van onderwijs en opleiding van niet-formele of informele aard behaalde kwalificaties moeten betere erkenning genieten en gevalideerd worden.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Beschikking 2008/618/EG

-

-

L 198 van 26.07.2008

GERELATEERDE BESLUITEN

Aanbeveling 2009/531/EG van de Raad van 25 juni 2009 inzake de actualisering voor 2009 van de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de lidstaten en de Gemeenschap en inzake de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten [PB L 183 van 15.7.2009]. Deze aanbevelingen moeten de lidstaten in staat stellen de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid (cyclus 2008-2010) beter ten uitvoer te leggen. Zij hebben betrekking op de oriëntatie van zowel het economisch als het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten.

Deze aanbevelingen zijn aangepast aan de economische en sociale situatie van elke lidstaat en houden rekening met de economische neergang ten gevolge van de internationale financiële crisis.

De lidstaten moeten hun nationale hervormingsprogramma’s aanpassen en in hun jaarverslagen over de tenuitvoerlegging van deze programma’s verslag uitbrengen over hun initiatieven.

Beschikking 2009/536/EG van de Raad van 7 juli 2009 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid, zoals vastgesteld bij Beschikking 2008/618/EG van 15 juli 2008, worden gehandhaafd voor 2009.

Laatste wijziging: 19.11.2009

Top