EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Strafprocedures — Procedurele waarborgen voor kinderen die verdacht worden van of aangeklaagd zijn wegens een misdrijf

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn (EU) 2016/800 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • De richtlijn stelt procedurele waarborgen* vast voor kinderen* die verdacht worden van of aangeklaagd zijn wegens een misdrijf. De waarborgen zijn een aanvulling op de waarborgen die gelden voor verdachte of aangeklaagde volwassenen.
  • Dit is de vijfde in een reeks maatregelen voor het vaststellen van minimumnormen voor procedurele rechten in de Europese Unie (EU) in overeenstemming met een routekaart uit 2009.

KERNPUNTEN

De belangrijkste elementen van de richtlijn zijn dat kinderen het recht hebben op toegang tot een advocaat en op bijstand van een advocaat. De bijstand van een advocaat is verplicht wanneer kinderen voor de rechter moeten verschijnen met het oog op een besluit over voorlopige hechtenis en wanneer ze gedetineerd zijn. Een kind dat tijdens de terechtzitting niet is bijgestaan door een advocaat, kan niet tot een gevangenisstraf worden veroordeeld.

EU-landen moeten er ook voor zorgen dat vrijheidsbeneming, en in het bijzonder detentie, uitsluitend als uiterste maatregel wordt opgelegd en zo kort duurt als passend is. Kinderen in detentie moeten gescheiden van volwassenen worden vastgehouden, tenzij het in het belang van het kind wordt geacht om hiervan af te wijken.

De richtlijn bevat ook andere waarborgen, zoals het recht:

  • om onverwijld te worden geïnformeerd over rechten en over algemene aspecten van het verloop van de procedure;
  • op informatieverstrekking aan een ouder of een andere geschikte volwassene;
  • om door die persoon vergezeld te worden tijdens terechtzittingen en in andere stadia van de procedure;
  • om individueel te worden beoordeeld door gekwalificeerd personeel;
  • om, in het geval van vrijheidsbeneming, medisch te worden onderzocht;
  • op bescherming van de persoonlijke levenssfeer tijdens strafprocedures;
  • om persoonlijk aanwezig te zijn bij het proces;
  • op doeltreffende voorzieningen in rechte*.

Rechters, openbaar aanklagers en andere personen die beroepsmatig te maken hebben met strafzaken waarbij kinderen zijn betrokken, moeten specifieke vaardigheden hebben of toegang tot een specifieke opleiding.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 10 juni 2016 van toepassing. EU-landen moeten de richtlijn vóór 11 juni 2019 omzetten in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

* KERNBEGRIPPEN

Procedurele waarborgen: in dit geval, waarborgen die ervoor zorgen dat kinderen de informatie krijgen die nodig is om te begrijpen hoe de procedure werkt en wat hun wettelijke rechten zijn.

Kinderen: personen die jonger zijn dan 18 jaar.

Doeltreffende voorzieningen in rechte: het middel waarmee een rechter een recht afdwingt, een straf oplegt of een ander gerechtelijk bevel geeft om zijn wil op te leggen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn (EU) 2016/800 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 1-20)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures (PB L 280 van 26.10.2010, blz. 1-7)

Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures (PB L 142 van 1.6.2012, blz. 1-10)

Richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming (PB L 294 van 6.11.2013, blz. 1-12)

Richtlijn (EU) 2016/343 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn (PB L 65 van 11.3.2016, blz. 1-11)

Laatste bijwerking 28.11.2016

Top