EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europese Arbeidsautoriteit

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2019/1149 tot oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Het beginsel van het vrije verkeer van werknemers is uitgewerkt in artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Met de verordening wordt de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) opgericht, een orgaan dat moet bijdragen aan een eerlijke arbeidsmobiliteit in de hele Europese Unie (EU) en dat de coördinatie van socialezekerheidsstelsels moet ondersteunen.

KERNPUNTEN

Met de verordening wordt de Europese Arbeidsautoriteit opgericht en worden Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, Verordening (EU) nr. 492/2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers en Verordening (EU) 2016/589 betreffende een Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (Eures) gewijzigd. Besluit (EU) 2016/344 betreffende het aanpakken van zwartwerk wordt ermee ingetrokken.

De technische en operationele taken van verschillende bestaande EU-organen worden ermee samengebracht:

De Europese Arbeidsautoriteit maakt deel uit van de uitrol van de Europese pijler van sociale rechten.

Doelstellingen en taken

De doelstellingen van de ELA zijn:

  • het bevorderen van de toegang tot informatie over rechten, plichten en diensten met betrekking tot arbeidsmobiliteit in de hele EU;
  • het verbeteren van de samenwerking tussen de landen bij het handhaven van het toepasselijke recht in de hele EU, onder meer door middel van gezamenlijke inspecties;
  • het bemiddelen in en bijdragen tot oplossingen voor geschillen tussen landen, en
  • het ondersteunen van de samenwerking tussen de EU-landen bij het aanpakken van zwartwerk.

De ELA is verantwoordelijk voor:

  • verbetering van de beschikbaarheid, de kwaliteit en de toegankelijkheid van informatie van de aan personen, werkgevers en organisaties van de sociale partners verstrekte informatie van algemene aard over hun rechten en verplichtingen in verband met arbeidsmobiliteit;
  • ondersteuning van de EU-landen bij het verlenen van diensten aan personen en werkgevers door middel van Eures, zoals de grensoverschrijdende matching van jobs, opleidingsstages en assistentschapplaatsen met cv’s;
  • het vergemakkelijken van de samenwerking en de snelle uitwisseling van informatie tussen landen;
  • de coördinatie en ondersteuning van onderling afgestemde* en gezamenlijke* inspecties;
  • samenwerking met de EU-landen om de risico’s te beoordelen en analyses uit te voeren met betrekking tot arbeidsmobiliteit en coördinatie van de sociale zekerheid;
  • ondersteuning van de EU-landen bij de capaciteitsopbouw voor een consequente handhaving van toepasselijk EU-recht, bijvoorbeeld door middel van wederzijdse bijstand en opleiding, met inbegrip van de ontwikkeling van gemeenschappelijke richtsnoeren;
  • versterking van de werkzaamheden van het Europees platform voor de intensivering van de samenwerking bij de aanpak van zwartwerk, om beste praktijken uit te wisselen, expertise en analyse te ontwikkelen en innovatieve benaderingen aan te moedigen;
  • bemiddeling in en bijdrage aan oplossingen voor geschillen tussen EU-landen om verschillende standpunten met elkaar te verzoenen.

Organisatie

De administratieve en beheerstructuur van de ELA bestaat uit een raad van bestuur, een uitvoerend directeur en een stakeholdergroep.

De raad van bestuur bestaat uit:

  • één lid van elk EU-land;
  • twee leden die de Europese Commissie vertegenwoordigen;
  • één door het Europees Parlement benoemde onafhankelijke deskundige (zonder stemrecht);
  • vier leden die de sectoroverschrijdende organisaties van de sociale partners vertegenwoordigen (zonder stemrecht), die in gelijke mate de vakbonden en de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen.

Vertegenwoordigers van landen die het EU-recht binnen de werkingssfeer van de ELA toepassen, de EU-agentschappen Eurofound, EU-OSHA, Cedefop of de Europese Stichting voor opleiding kunnen worden uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur.

Grondrechten

De verordening doet geen afbreuk aan de uitoefening van de grondrechten zoals die op EU-niveau en nationaal niveau zijn erkend, met inbegrip van het stakingsrecht of de stakingsvrijheid dan wel het recht of de vrijheid om conform de in de EU-landen bestaande specifieke stelsels van arbeidsverhoudingen andere acties te voeren, overeenkomstig het nationale recht of de nationale praktijk.

VANAF WANNEER IS DEZE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 31 juli 2019 van toepassing.

ACHTERGROND

Zie ook:

KERNBEGRIPPEN

Detachering van werknemers: een werknemer die, gedurende een bepaalde periode, werkt op het grondgebied van een EU-land dat niet het land is waar die werknemer gewoonlijk werkt.
Onderling afgestemde inspecties: inspecties die gelijktijdig in twee of meer EU-landen inzake met elkaar verwante zaken worden verricht waarbij elke nationale autoriteit op haar eigen grondgebied optreedt en die, waar passend, door het personeel van de ELA worden ondersteund.
Gezamenlijke inspecties: inspecties die in een EU-land met deelneming van de nationale autoriteiten van een of meer andere EU-landen worden verricht en die, waar passend, door het personeel van de ELA worden ondersteund.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2019/1149 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004, (EU) nr. 492/2011 en (EU) 2016/589, en tot intrekking van Besluit (EU) 2016/344 (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 21-56)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besluit (EU) 2019/1199 in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van 13 juni 2019 betreffende de plaats van vestiging van de Europese Arbeidsautoriteit (PB L 189 van 15.7.2019, blz. 68)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Establishing a European Pillar of Social Rights (COM(2017) 250 final van 26 april 2017)

Verordening (EU) 2016/589 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2016 inzake een Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (EURES), de toegang van werknemers tot mobiliteitsdiensten en de verdere integratie van de arbeidsmarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 492/2011 en (EU) nr. 1296/2013 (PB L 107 van 22.4.2016, blz. 1-28)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2016/589 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

Besluit (EU) 2016/344 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 tot oprichting van een Europees platform voor de intensivering van de samenwerking bij de aanpak van zwartwerk (PB L 65 van 11.3.2016, blz. 12-20)

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1-12)

Zie de geconsolideerde versie.

Besluit 2009/17/EG van de Commissie van 19 december 2008 tot instelling van een Comité van deskundigen inzake de detachering van werknemers (PB L 8 van 13.1.2009, blz. 26-28)

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1-123). Tekst geherpubliceerd in rectificatie (PB L 200 van 7.6.2004, blz. 1-49)

Zie de geconsolideerde versie.

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie —Derde deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel IV — Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal — Hoofdstuk 1 — De werknemers — Artikel 45 (oud artikel 39 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 65-66)

Laatste bijwerking 28.10.2019

Top