EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0216

Zaak T-216/17: Beroep ingesteld op 7 april 2017 — Mabrouk/Raad

OJ C 195, 19.6.2017, p. 34–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 195/34


Beroep ingesteld op 7 april 2017 — Mabrouk/Raad

(Zaak T-216/17)

(2017/C 195/47)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Mohamed Marouen Ben Ali Ben Mohamed Mabrouk (Tunis, Tunesië) (vertegenwoordigers: J-R. Farthouat, N. Boulay, advocaten, en S. Crosby, Solicitor)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit (GBVB) 2017/153 van de Raad van 27 januari 2017 tot wijziging van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB 2017, L 23, blz. 19) nietig verklaren, voor zover het betrekking heeft op verzoeker; en

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

1.

De bevriezing van verzoekers tegoeden schendt het beginsel van de redelijke termijn dat is neergelegd in artikel 6 van het EVRM en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

2.

Voor de bevriezing bestaan geen afdoende gronden:

In strijd met de door verzoeker overgelegde bewijzen, is de Raad van mening dat verzoekers tegoeden onrechtmatig zijn, doch de Raad motiveert dit standpunt niet.

Door te stellen dat verzoekers tegoeden onrechtmatig zijn, geeft de Raad blijk van een onjuiste beoordeling van de feiten, zo er al een beoordeling plaatsvond.

De bevriezing treft geen doel aangezien zij ertoe strekt Tunesië bij te staan bij de terugvordering van verduisterde tegoeden, maar er bij verzoekers tegoeden geen sprake was van verduistering.

3.

Door de bevriezing van zijn tegoeden na de val van president Ben Ali, wordt verzoekers recht op werk geschonden.

4.

De bevriezing is hoe dan ook onevenredig en vormt een inbreuk op verzoekers eigendomsrechten.


Top