EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CN0535
Case C-535/17: Request for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden (Netherlands) lodged on 11 September 2017 — NK, liquidator in the bankruptcies of OJ B.V. and PI v BNP Paribas Fortis N.V.
Zaak C-535/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 11 september 2017 — NK, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van OJ BV en PI, tegen BNP Paribas Fortis NV
Zaak C-535/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 11 september 2017 — NK, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van OJ BV en PI, tegen BNP Paribas Fortis NV
OJ C 412, 4.12.2017, p. 16–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak C-535/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 11 september 2017 — NK, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van OJ BV en PI, tegen BNP Paribas Fortis NV
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 11 september 2017 — NK, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van OJ BV en PI, tegen BNP Paribas Fortis NV
(Zaak C-535/17)
2017/C 412/24Procestaal: NederlandsVerwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: NK, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van OJ BV en PI
Verweerster: BNP Paribas Fortis NV
Prejudiciële vragen
1) |
Valt een vordering tot schadevergoeding die de curator uit hoofde van de hem in artikel 68, lid 1, van de Faillissementswet gegeven opdracht tot beheer en vereffening van de failliete boedel namens de gezamenlijke schuldeisers van de gefailleerde instelt tegen een derde, op de grond dat deze derde jegens de schuldeisers onrechtmatig heeft gehandeld en waarvan, bij het slagen van die vordering, de opbrengst ten goede komt aan de boedel, onder de uitzondering van artikel 1, lid 2, aanhef en onder b, van verordening (EG) nr. 44/2001 ( 1 ) van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken? |
2) |
Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord en de desbetreffende vordering derhalve wordt bestreken door verordening (EG) nr. 1346/2000 ( 2 ) van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures, wordt deze vordering dan beheerst door het recht van de lidstaat waar de insolventieprocedure is geopend krachtens artikel 4, lid 1, van die verordening zowel wat betreft de bevoegdheid van de curator tot het instellen van deze vordering als wat betreft het op deze vordering toepasselijke materiële recht? |
3) |
Indien vraag 2 bevestigend wordt beantwoord, dient de rechter van de lidstaat waar de insolventieprocedure is geopend dan rekening te houden, al dan niet naar analogie, met:
|
( 1 ) PB 2001, L 12, blz. 1.
( 2 ) PB 2000, L 160, blz. 1.
( 3 ) PB 2007, L 199, blz. 40.