EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62000CJ0355
Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 22 May 2003. # Freskot AE v Elliniko Dimosio. # Reference for a preliminary ruling: Dioikitiko Protodikeio Thessalonikis - Greece. # Common agricultural policy - Free movement of goods - Freedom to provide services - State aid - Special contribution in favour of an agricultural insurance organisation. # Case C-355/00.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 22 mei 2003.
Freskot AE tegen Elliniko Dimosio.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Dioikitiko Protodikeio Thessalonikis - Griekenland.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Vrij verkeer van goederen - Vrij verrichten van diensten - Staatssteun - Bijzondere bijdrage ten gunste van instelling voor landbouwverzekeringen.
Zaak C-355/00.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 22 mei 2003.
Freskot AE tegen Elliniko Dimosio.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Dioikitiko Protodikeio Thessalonikis - Griekenland.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Vrij verkeer van goederen - Vrij verrichten van diensten - Staatssteun - Bijzondere bijdrage ten gunste van instelling voor landbouwverzekeringen.
Zaak C-355/00.
European Court Reports 2003 I-05263
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:298
«Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Vrij verkeer van goederen – Vrij verrichten van diensten – Staatssteun – Bijzondere bijdrage ten gunste van orgaan voor landbouwverzekeringen»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Verordening nr. 2777/75 van de Raad)
[EG-Verdrag, art. 9, 12 en 95 (thans, na wijziging, art. 23 EG, 25 EG en 90 EG) en art. 16 (ingetrokken bij het Verdrag van
Amsterdam)]
[EG-Verdrag, art. 59 (thans, na wijziging, art. 49 EG) en art. 60 (thans art. 50 EG)]
[EG-Verdrag, art. 92 (thans, na wijziging, art. 87 EG)]
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
22 mei 2003 (1)
„Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Vrij verkeer van goederen – Vrij verrichten van diensten – Staatssteun – Bijzondere bijdrage ten gunste van instelling voor landbouwverzekeringen”
In zaak C-355/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Dioikitiko Protodikeio Thessalonikis (Griekenland), in het aldaar aanhangig geding tussen Freskot AEen
Elliniko Dimosio, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 30 en 38 EG-Verdrag (thans, na wijziging, de artikelen 28 EG en 32 EG), 39 EG-Verdrag (thans artikel 33 EG), 40 en 59 EG-Verdrag (thans, na wijziging, de artikelen 34 EG en 49 EG), 60 EG-Verdrag (thans artikel 50 EG) en 92 EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 87 EG), alsmede van de Eerste richtlijn (73/239/EEG) van de Raad van 24 juli 1973 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan (PB L 228, blz. 3), zoals gewijzigd bij de Tweede richtlijn (88/357/EEG) van de Raad van 22 juni 1988 (PB L 172, blz. 1),wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van de Griekse regering en de Commissie ter terechtzitting van 7 maart 2002,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 14 november 2002,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
uitspraak doende op de door het Dioikitiko Protodikeio Thessalonikis bij beschikking van 31 juli 2000 gestelde vraag, verklaart voor recht:
Wathelet |
Timmermans |
Edward |
Jann |
von Bahr |
|
De griffier |
De president van de Vijfde kamer |
R. Grass |
M. Wathelet |