EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016AE0575

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over een Europees forum van het maatschappelijk middenveld voor duurzame ontwikkeling (verkennend advies)

OJ C 303, 19.8.2016, p. 73–80 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 303/73


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over een Europees forum van het maatschappelijk middenveld voor duurzame ontwikkeling

(verkennend advies)

(2016/C 303/09)

Rapporteur:

Brenda KING

Corapporteur:

Roman HAKEN

Het Nederlandse voorzitterschap heeft op 16 december 2015 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) te raadplegen over

„Een Europees forum van het maatschappelijk middenveld voor duurzame ontwikkeling”

(verkennend advies).

De afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 11 mei 2016 goedgekeurd.

Het Comité heeft tijdens zijn op 25 en 26 mei 2016 gehouden 517e zitting (vergadering van 26 mei) het volgende advies uitgebracht, dat met 148 stemmen vóór en 1 tegen, zonder onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Comité is ingenomen met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN. Het beschouwt de goedkeuring van deze agenda en de COP 21-overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering als een grote doorbraak op weg naar een wereldwijde aanpak om armoede uit te bannen, welvaart voor iedereen te bevorderen en de natuurlijke hulpbronnen van de aarde op een geïntegreerde manier te beschermen.

1.2

Het Comité beveelt aan om samen met de Europese Commissie en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld een Europees forum voor duurzame ontwikkeling op te richten (hierna: het Forum). Dit Forum zou moeten fungeren als platform en een breed scala aan maatschappelijke organisaties en belanghebbenden moeten betrekken bij de vaststelling van het kader voor de uitvoering van de Agenda 2030 in de EU, en de voortdurende monitoring en evaluatie ervan.

1.3

Deze nieuwe agenda omvat 17 doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG's), is algemeen van toepassing — d.w.z. geldt voor zowel ontwikkelingslanden als ontwikkelde landen — en vereist van iedereen transformationele veranderingen. De EU en de lidstaten zullen al hun beleid — niet alleen op het gebied van ontwikkeling — op een evenwichtige en coherente wijze op elkaar moeten afstemmen.

1.4

De EU en haar lidstaten waren een van de drijvende krachten achter de voorbereiding van de VN-agenda 2030. Zij moeten daarom het goede voorbeeld geven en deze agenda in de praktijk brengen en het governancekader uitwerken. Het Comité is dan ook verheugd over het voornemen van de Commissie om in 2016 met het nieuwe initiatief „Volgende stappen voor een duurzame toekomst voor Europa” te komen. Dat omvat namelijk een nieuwe en zeer noodzakelijke aanpak om de economische groei en sociale en milieuduurzaamheid in Europa na 2020 te garanderen en de SDG's op een geïntegreerde manier via het Europese interne en externe beleid te verwezenlijken (1). Het Comité roept de Commissie op om aan dit initiatief hoge prioriteit te geven en er ook een participatief governancekader onderdeel van te laten zijn. Het beschouwt dit initiatief als onmisbare stap voor de versterking van het concept „duurzame ontwikkeling” in heel Europa omdat het een geïntegreerde strategie voor een duurzaam Europa in een geglobaliseerde wereld introduceert met een looptijd tot ten minste 2030 die de nationale implementatie inkadert.

1.5

Het Comité verbindt zich ertoe bij te dragen aan de volledige uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling in de EU. Gelet op zijn langdurige ervaring met contacten met maatschappelijke organisaties vindt het dat het zich bij uitstek kan inzetten voor een sterke deelname van het maatschappelijk middenveld in dit verband.

1.6

Op EU-niveau moeten meer afspraken worden gemaakt over participatieve governance om de besluitvorming democratischer en inclusiever te maken en ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld een belangrijkere rol kan spelen.

1.7

Het door het Comité voorgestelde forum voor duurzame ontwikkeling zal de dialoog en communicatie over de vooruitgang met de realisering van duurzame ontwikkeling in de EU vergemakkelijken tussen de Europese instellingen en niet-gouvernementele belanghebbenden en tussen niet-gouvernementele belanghebbenden uit verschillende gebieden. Het zal de bekendheid van de Agenda 2030 vergroten, bijdragen aan een inhoudelijk debat en de eigen verantwoordelijkheid bij alle betrokkenen stimuleren.

1.8

Het Comité is ervan overtuigd dat het opzetten van het Forum in de praktijk haalbaar is en alle betrokken ten goede komt. Het baseert deze uitspraak op het grote succes van het Europees Migratieforum en de grondige analyse in dit advies, ter voorbereiding waarvan het hoorzittingen en bijeenkomsten met belanghebbenden heeft georganiseerd, waar deze aangaven het plan voor de oprichting van het Forum te steunen.

1.9

Omdat het beheer van SDG's op verschillende niveaus een nieuw beleidsgebied is, moeten de komende jaren nog geschikte governancekaders worden vastgesteld en geconsolideerd. Daarom zou de structuur van het Forum ruimte moeten laten voor flexibiliteit, zodat het aan de ontwikkeling van het overkoepelende governancekader kan worden aangepast.

1.10

Het Forum zou vertegenwoordigers van een breed scala aan maatschappelijke en belanghebbendenorganisaties moeten omvatten, onder meer van het bedrijfsleven en vakbonden. De samenstelling van het Forum zou zo inclusief mogelijk moeten zijn, maar dat zou een efficiënt bestuur en functioneren ervan niet in de weg mogen staan. Ook zou het Forum ruimte moeten bieden voor plaatselijke initiatieven op het gebied van duurzame ontwikkeling. De deelname van academici en onderzoekers zou op feiten gebaseerde discussies moeten bevorderen.

1.11

Het is essentieel dat de Commissie op hoog niveau aan het Forum deelneemt. Ook zullen vertegenwoordigers van de Raad van de EU en het Europees Parlement voor het Forum worden uitgenodigd en wordt samenwerking met het Comité van de Regio's beoogd. Verder moeten nationale duurzaamheidsraden en nationale sociaaleconomische raden vertegenwoordigd zijn alsmede soortgelijke nationale instanties die zich inzetten voor duurzame ontwikkeling.

1.12

Het Forum zou moeten worden geleid door een bestuur waarvan de meeste leden maatschappelijke en belanghebbendenorganisaties en enkele leden de Commissie en het Comité vertegenwoordigen.

1.13

Het Forum moet goed worden ingebed in de processen voor de tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van de SDG's. Het zou zo moeten worden opgezet dat sprake is van een doorlopend werkproces, minstens eenmaal per jaar bijeen moeten komen en onder andere moeten spreken over de voorbereiding van de EU op het jaarlijkse politiek forum op hoog niveau van de VN voor duurzame ontwikkeling. Het Forum zou moeten fungeren als platform voor discussie over de structuur, organisatie en het functioneren van het EU-kader voor de tenuitvoerlegging van de SDG's. Verder zou het Forum de deelname van de vertegenwoordigde organisaties aan intergouvernementele evaluaties van de SDG's door lidstaten moeten bevorderen.

2.   Inleiding

2.1

Tijdens de VN-top over duurzame ontwikkeling van 25 t/m 27 september 2015 hebben de wereldleiders hun goedkeuring gehecht aan de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, alsook aan 17 doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG's), die in 2030 gerealiseerd moeten zijn.

2.2

In Europa is voor de EU een sleutelrol weggelegd bij het integreren van deze nieuwe agenda in het Europees beleid, bij de communicatie erover, het vaststellen van mijlpalen, de coördinatie ervan, het verstrekken van richtsnoeren, de monitoring van de vooruitgang en het waarborgen van de kwaliteit van (nationale) peer reviews.

2.3

Willen de SDG's ten uitvoer gelegd kunnen worden, dan moeten er op mondiaal, nationaal, regionaal en lokaal niveau geschikte governancemechanismen worden opgezet. Op basis van een participatieve aanpak en de beginselen van transparantie, verantwoordingsplicht en meer zeggenschap voor de burgers moeten lokale gemeenschappen, bedrijven, vakbonden, ngo's en andere maatschappelijke spelers daarbij op alle beleidsniveaus een actieve rol vervullen.

2.4

Het Comité heeft in een informatief rapport (2) modellen onderzocht voor deelname van het maatschappelijk middenveld aan de uitvoering van de Agenda 2030 in de EU en aanbevelingen gedaan voor meer participatieve governance. Het voorgestelde forum vloeit voort uit belangrijke aanbevelingen uit dit rapport.

2.5

N.a.v. de presentatie van het rapport aan de Commissie, aan het politiek forum op hoog niveau van de VN, aan werkgroepen van de Raad en tijdens een aantal conferenties heeft het Nederlandse voorzitterschap het Comité verzocht een verkennend advies op te stellen over de manier waarop een mechanisme voor de deelname van het maatschappelijk middenveld op EU-niveau in de praktijk opgezet, beheerd en gefinancierd zou kunnen worden, zodat het een doeltreffend instrument wordt voor participatieve governance van de Agenda 2030. Mede op basis van de aanbevelingen in dit advies zou in een later stadium een politiek besluit over de invoering van een dergelijk instrument genomen kunnen worden.

3.   Deelname van het maatschappelijk middenveld en belanghebbenden aan duurzame ontwikkeling

3.1

Het proces dat uitmondde in de VN-agenda 2030 was gebaseerd op een brede participatieve dialoog met maatschappelijke en belanghebbendenorganisaties, die substantieel hebben bijgedragen aan de formulering van de SDG's in de open werkgroep van de VN. Deze inclusieve aanpak moet een vervolg krijgen, want het maatschappelijk middenveld dient een sleutelrol te spelen in elke fase van het duurzaamheidsbeleid (nl. bepaling van doelstellingen en streefcijfers, opstelling van uitvoeringsstrategieën en beleidsprogramma's, uitvoering en monitoring). Vooruitgang op het gebied van duurzame ontwikkeling zal alleen worden geboekt als toegewijde en innovatieve bedrijven, lokale gemeenschappen en burgers direct daaraan bijdragen.

3.2

Een van de voornaamste conclusies uit voornoemd informatief rapport van het Comité was dat deelname van belanghebbenden aan duurzame ontwikkeling het best werkt als die deelname wordt georganiseerd als een gestructureerd en doorlopend proces en niet plaatsvindt m.b.v. raadplegingen over losse onderwerpen of op ad-hocbasis. Een gestructureerd proces stelt belanghebbenden in staat om vooruit te plannen en gedegen bijdragen te leveren.

3.3

In dit verband dient erop te worden gewezen dat er uiteenlopende definities van het begrip „maatschappelijk middenveld” (civil society) bestaan. Soms wordt een onderscheid gemaakt tussen maatschappelijke organisaties, die zich inzetten voor de bescherming van collectieve goederen, en de particuliere sector, maar het Comité hanteert een ruime opvatting van de „georganiseerde civiele samenleving”: die omvat alle groepen en organisaties waarin mensen samenwerken en hun standpunten uitdragen, waaronder organisaties uit de particuliere sector, vakbonden en andere belangengroepen (3). De aanbevelingen in dit advies zijn gebaseerd op deze brede interpretatie van het maatschappelijk middenveld en hebben op inclusieve en omvattende wijze betrekking op alle niet-gouvernementele belanghebbenden, aangezien deelname van alle groepen en sectoren nodig is voor de tenuitvoerlegging van de SDG's.

4.   Meerwaarde van een Europees forum voor duurzame ontwikkeling

4.1

Het Comité heeft langdurige ervaring met contacten met maatschappelijke organisaties uit alle sectoren en met het creëren van meerwaarde via dialoog en concrete initiatieven met Europese beleidsmakers. Het heeft in meerdere adviezen en tijdens een reeks conferenties en workshops die het samen met de Commissie en diverse VN-organen organiseerde, geijverd voor een ambitieuze Agenda 2030. In het kader van de onderhandelingen over de Agenda 2030 leverde dat een platform op voor dialoog met het maatschappelijk middenveld op EU-niveau. Het Comité stelt nu voor om deze praktijk verder te ontwikkelen en om te vormen tot een permanent en stabieler orgaan.

4.2

Op basis van bovengenoemd rapport is het Comité voornemens om samen met de Commissie, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en belanghebbenden een Europees forum voor duurzame ontwikkeling op te richten (hierna: het Forum).

4.3

Dit Forum moet een regulier, stabiel, gestructureerd en onafhankelijk platform verschaffen voor dialoog met het maatschappelijk middenveld over duurzame ontwikkeling op EU-niveau. Het zou zich met name met de volgende taken moeten bezighouden:

creëren van een kader voor dialoog over duurzame ontwikkeling en faciliteren van de samenwerking tussen de EU-instellingen en niet-gouvernementele belanghebbenden en tussen niet-gouvernementele belanghebbenden uit verschillende gebieden;

creëren van een ruimte voor niet-gouvernementele belanghebbenden, betrokkenen en plaatselijke initiatieven, waar ideeën, goede praktijkvoorbeelden en oplossingen voor een zinvolle uitvoering van de Agenda 2030 kunnen worden gedeeld;

zorgen voor een grote deelname van niet-gouvernementele belanghebbenden aan de voortdurende monitoring en evaluatie van de Agenda 2030;

te dien einde organiseren van bijeenkomsten met het oog op een permanente dialoog, aangevuld met andere communicatiemiddelen, zoals een e-platform.

4.4

Het Forum zal de volgende meerwaarde hebben:

Bereik: als facilitator van het Forum zal het Comité zijn vermogen benutten om diverse groepen belanghebbenden te bereiken en te zorgen voor horizontale integratie.

Voorlichting en advies: het Forum zal met kennis van zaken zowel beleidssuccessen als beleidstekortkomingen en mislukkingen t.a.v. de tenuitvoerlegging van de SDG's laten zien en het welslagen van initiatieven bevorderen m.b.v. de knowhow van diverse belanghebbenden en de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden en door de lange termijn in het oog te houden en nieuwe invalshoeken aan te dragen.

Bewustmaking en stimuleren van eigen verantwoordelijkheid: het Forum zal het bewustzijn van de Agenda 2030 vergroten en eigen verantwoordelijkheid stimuleren door uiteenlopende belanghebbenden bij het proces te betrekken.

Partnerschap: het Forum zou partnerschappen met meerdere belanghebbenden voor de tenuitvoerlegging van de SDG's op EU-niveau kunnen faciliteren.

4.5

Het Forum biedt de kans de dialoog te intensiveren, te werken aan consensus en geschilpunten op te sporen. Het spreekt niet namens maatschappelijke organisaties en komt evenmin in de plaats van campagnes van deelnemende organisaties. Het Comité waardeert de doeltreffende initiatieven van ngo's en andere samenwerkingsverbanden voor een ambitieuze uitvoering van de Agenda 2030 in de EU. Het roept hen allemaal op aan het Forum deel te nemen en het te gebruiken als platform om hun boodschap over te brengen en de dialoog aan te gaan met de EU-instellingen en veel verschillende andere belanghebbenden.

4.6

Het Comité bouwt met zijn voorstel ook voort op de positieve ervaringen van enkele lidstaten met de doeltreffende bijdrage van nationale duurzaamheidsraden (NDR's) aan de besluitvorming door overheid, lokale gemeenschappen en ondernemingen, hetgeen een afspiegeling vormt van het brede duurzaamheidsdebat. De leden van de NDR's vertegenwoordigen maatschappelijke organisaties, belangengroepen en verenigingen van belanghebbenden evenals het bedrijfsleven en vakbonden, en worden door de overheid benoemd. De opzet van de NDR's kan verschillen naargelang van de nationale omstandigheden. Ze komen niet in de plaats van legitieme vormen van belangenbehartiging, maar leggen wel contacten met hooggeplaatste besluitvormers en houden zich bezig met een hele reeks taken en activiteiten:

adviseren van de overheid;

bijeenbrengen van belanghebbenden, contacten leggen met doelgroepen en bevorderen van verticale integratie;

monitoring van vooruitgang;

faciliteren van beleidsleren, met name d.m.v. peer reviews;

formuleren van de agenda;

bekendheid geven aan het concept duurzaamheid.

4.7

Het Europees Migratieforum (EMF) laat zien wat de voordelen zijn van een door het Comité georganiseerd platform dat lijkt op het nu voorgestelde Forum. Het EMF werd in 2009 door de Commissie en het Comité opgericht onder de naam Europees Integratieforum (4). Gezien het succes ervan werd besloten het toepassingsgebied uit te breiden tot onderwerpen die verband houden met immigratie en asiel. Het EMF kent ongeveer 200 deelnemers, waaronder circa 120 maatschappelijke organisaties, 20 vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden, en vertegenwoordigers van de lidstaten en EU-instellingen.

4.8

Directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling (DG DEVCO) heeft in 2012 met groot succes op EU-niveau een „Beleidsforum over ontwikkelingsvraagstukken” opgericht als platform voor dialoog met een hele reeks belanghebbenden, maatschappelijke organisaties en lokale overheden uit de EU en partnerlanden, om hen adequaat te raadplegen over en te laten bijdragen aan het ontwikkelingsbeleid en de ontwikkelingsprogramma's van de EU. Deelnemers zijn onder meer ontwikkelings-ngo's, vakbonden, coöperaties, stichtingen en liefdadigheidsinstellingen, lokale overheden, kamers van koophandel en mensenrechten-, hulp-, humanitaire, milieu-, en jeugdorganisaties. Het Beleidsforum houdt zich echter alleen maar bezig met sommige aspecten van het buitenlands en ontwikkelingsbeleid van de EU, met name via een diepgaande dialoog met het maatschappelijk middenveld over ontwikkelingsbeleid en -projecten. Dit is een ideale aanvulling op de bredere agenda voor duurzame ontwikkeling waar het nu voorgestelde Forum zich op richt, een aanvulling die onmisbaar is voor de integratie van de interne en externe aspecten van de SDG's. In de praktijk zullen de discussies in het Forum voor een groot deel gaan over de interne tenuitvoerlegging van de SDG's in de EU. De werkzaamheden van het Forum zullen nauw moeten worden afgestemd met het Beleidsforum om synergie te creëren.

5.   Belangrijkste kenmerken/bouwstenen van het Europees forum voor duurzame ontwikkeling

5.1

Aangezien de SDG's uniek zijn en de governancekaders nog worden ontwikkeld, dient het Forum bijzondere aandacht te besteden aan de uitwerking van de governance-aspecten en hierbij een zekere flexibiliteit aan de dag te leggen. Het Forum zal integraal deel moeten gaan uitmaken van de volledige beleidscyclus voor duurzame ontwikkeling. Vanaf het moment dat er meer duidelijkheid komt over de governancekaders van de EU en van de lidstaten voor de Agenda 2030, dient de opzet van het Forum derhalve nog eens grondig tegen het licht te worden gehouden.

5.2

Na bestudering van de belangrijkste kenmerken van het Forum in het kader van de voorbereiding van dit advies is het Comité ervan overtuigd dat de volgende elementen niet mogen ontbreken bij de opstart ervan:

5.3    Deelnemers

5.3.1

Zoals aangegeven in paragraaf 3.3 is het zaak om zo inclusief mogelijk te zijn wat de deelname van niet-gouvernementele belanghebbenden betreft. Gedacht moet worden aan:

ngo's die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking, sociaal beleid, milieu, mensenrechten en de bestrijding van discriminatie;

de particuliere sector, met inbegrip van de industrie, kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, de dienstensector en de duurzame-investeringsbranche;

vakbonden;

land- en bosbouworganisaties;

consumenten;

organisaties die zich bezighouden met de culturele dimensie van duurzaamheid;

jeugdorganisaties;

organisaties voor stedelijke en plattelandsontwikkeling;

andere relevante sectoren.

5.3.2

Maatschappelijke organisaties wier belangen in de regel niet goed worden vertegenwoordigd op EU-niveau dienen bij het proces te worden betrokken. Onder de deelnemers dienen niet alleen vertegenwoordigers van organisaties te vallen, maar ook initiatiefnemers en spelers op het gebied van duurzame ontwikkeling die ervaring kunnen inbrengen met goede praktijkvoorbeelden.

5.3.3

Bij de samenstelling moet er verder op worden toegezien dat de verschillende sectoren en belangengroepen op een evenwichtige wijze zijn vertegenwoordigd en dat alle dimensies van duurzame ontwikkeling voldoende in aanmerking worden genomen. Ook zou erop moeten worden gelet dat elke bijeenkomst een andere specifieke thematische focus krijgt. Dit zal ertoe leiden dat bepaalde kerngroepen voor duurzaam ontwikkelingsbeleid permanent vertegenwoordigd zijn, terwijl de deelname van anderen zal afhangen van de thematische focus. Kerngroepen bestaan uit deelnemers die zorgen voor de follow-up van alle 17 SDG's en die focussen op de overkoepelende governancevraagstukken. Voor de deelname aan de speciale focusgroepen zullen openbare uitnodigingen worden verstuurd waarin de agenda voor elke bijeenkomst is opgenomen.

5.3.4

Leden van het Forum zouden alle bestuursniveaus moeten vertegenwoordigen, en continuïteit en flexibiliteit in ervaring moeten kunnen inbrengen. Er moet vooral worden gezocht naar organisaties die op Europees niveau actief zijn. Wat het nationale en decentrale niveau betreft, dienen raden voor duurzame ontwikkeling, sociaaleconomische raden evenals lokale en regionale gemeenschappen vertegenwoordigd te zijn in het Forum. Ook dient gezorgd te worden voor samenwerking met het CvdR.

5.3.5

De Commissie, als institutionele speler, mag natuurlijk niet ontbreken en met name de vicevoorzitter belast met de coördinatie van het duurzaam ontwikkelingsbeleid; deze dient uitgenodigd te worden om presentaties te geven en om de dialoog aan te gaan met de belanghebbenden. Ook dienen vertegenwoordigers van de Raad van de EU en het Europees Parlement te worden uitgenodigd.

5.3.6

Verder is het zaak om ook mensen uit de onderzoeks- en wetenschapswereld bij het Forum te betrekken. Door wetenschappers uit te nodigen kan er tevens een link worden gelegd op het raakvlak van wetenschap en beleid voor de uitvoering van de Agenda 2030 op EU-niveau.

5.3.7

Vergoeding van reis- en verblijfskosten dient te worden geregeld voor maatschappelijke organisaties die beperkte deelnamemogelijkheden hebben.

5.3.8

Met het oog op zowel continuïteit als flexibiliteit dient voorafgaand aan elke bijeenkomst van het Forum de keuze van niet-permanente deelnemers te worden bepaald, op basis van een openbare uitnodiging en met de thematische focus als leidraad. Een soortgelijke procedure werd met succes toegepast voor het Europees Migratieforum.

5.3.9

Om voor inclusiviteit en vertrouwen te zorgen, moeten de voorwaarden voor deelname transparant zijn en moet deelnemers worden gevraagd zich in te schrijven in het transparantieregister van de EU en passende beginselen te onderschrijven, zoals de Beginselen van Istanbul voor de doeltreffendheid van de ontwikkelingssteun van de maatschappelijke organisaties (5).

5.4    Organisatie en bestuur

5.4.1

De vele functies van het Forum dienen in aanmerking te worden genomen om het een passende institutionele status en organisationele opzet te geven. Belangrijke waarden zijn hierbij de onafhankelijkheid en geloofwaardigheid van het Forum. De governance van het Forum dient zo helder en transparant mogelijk te zijn, met een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden.

5.4.2

Het Comité dient als gastheer en coördinator op te treden voor het Forum, als zijnde het orgaan dat de deelname van het maatschappelijk middenveld op EU-niveau faciliteert.

5.4.3

De voorbereiding van de bijeenkomsten dient in handen te zijn van een gemengd bestuur, waarvan de meerderheid moet bestaan uit vertegenwoordigers van maatschappelijke en belangenorganisaties, en dat daarnaast vertegenwoordigers van de Commissie en het Comité moet omvatten. Net zoals het geval is voor het Europees Migratieforum kunnen bestuursleden door de leden van het Forum bij toerbeurt worden verkozen.

5.5    Werkmethoden en bijeenkomsten

5.5.1

Het Forum zou zo moeten worden opgezet dat sprake is van een doorlopend werkproces. Jaarlijkse regelmatige bijeenkomsten dienen te worden voorafgegaan door voorbereidende vergaderingen, in de vorm van „open forum”-evenementen, werkgroepen en voortdurende samenwerking, op basis van online-platforms die innovatieve methodes hanteren voor de organisatie van communicatieprocessen en evenementen.

5.5.2

De samenstelling en werkwijze van het Forum dienen de deelnemende maatschappelijke organisaties in staat te stellen om zelf te bepalen op welke wijze ze een bijdrage leveren en dienen hun onafhankelijkheid te respecteren.

5.5.3

Het Forum zoekt naar een betekenisvolle link met de tenuitvoerlegging van de SDG's op zowel Europees en VN-niveau als door de lidstaten. Nationale regeringen worden geacht maatregelen te nemen ter verwezenlijking van de mondiale doelstellingen, en verslag uit te brengen aan de VN, waarbinnen het politiek forum op hoog niveau voor duurzame ontwikkeling (HLPF) is opgericht om de uitvoering van de Agenda 2030 te begeleiden en te monitoren. Het Forum zou minstens één keer per jaar plenair bijeen moeten komen, voorafgaand aan de jaarlijkse zomervergadering van het HLPF, zodat de bevindingen van het Forum kunnen wegen op het HLPF.

5.5.4

Bij de planning van de andere bijeenkomsten dient rekening te worden gehouden met het Europees semester, de begrotingsonderhandelingen en het werkprogramma van de Commissie. Het Forum zal de deelname van maatschappelijke organisaties en belanghebbenden aan peer reviews faciliteren, die nationale regeringen steeds vaker organiseren en over de mogelijkheden waarvan het Europees netwerk voor duurzame ontwikkeling zich momenteel buigt.

5.5.5

Belangrijk referentiemateriaal voor de deelname van belanghebbenden aan het monitoringproces zijn de monitoringverslagen van de uitvoering van de Agenda 2030 in de EU, met name de verslagen van Eurostat, die een solide kennisbasis kunnen verschaffen voor de discussies in het Forum.

5.6    Opstellen van de agenda

5.6.1

Tijdens de plenaire bijeenkomsten dient regelmatig en op een alomvattende manier aandacht te worden besteed aan de voortgang en modaliteiten van de Agenda 2030. Bovendien zouden bijeenkomsten op een specifiek thema kunnen inzoomen, waarbij bv. een aantal SDG's worden gegroepeerd of een thema van horizontaal belang voor alle SDG's wordt behandeld (bv. een gelijktijdige bespreking van ongelijkheid en de halvering van armoede). De agenda voor bijeenkomsten dient dusdanig te worden opgezet dat de samenwerking tussen belanghebbenden met verschillende achtergronden wordt aangemoedigd.

5.6.2

Aangezien het Forum dient te functioneren als een onafhankelijk en transparant orgaan, moeten de deelnemers door het bestuur ervan worden geraadpleegd over het opstellen van de agenda.

5.7    Kennisbasis

5.7.1

Om een doeltreffende en zinvolle bijdrage te kunnen leveren, dienen de discussies van het Forum te zijn gebaseerd op een gedegen kennisbasis. Verwacht wordt dat Eurostat zal doorgaan met de halfjaarlijkse verslagen (6) over de uitvoering van de VN-agenda 2030 in de EU. Deze verslagen zullen deel uitmaken van de kennisbasis voor de discussies in het Forum.

5.7.2

Het zou een goede zaak zijn om dit proces te voeden met informatie uit onafhankelijke bronnen, zoals rapporten en initiatieven van maatschappelijke organisaties, van nationale sociaaleconomische raden en duurzaamheidsraden, van universiteiten en onderzoeksinstellingen (bv. het IISD-systeem voor kennisbeheer inzake SDG's) en van Europese agentschappen, evenals met informatie afkomstig van monitoringactiviteiten van Europese burgers. Input van informatie kan worden ondersteund met webgebaseerde platforms. Om expertise in te winnen via deskundigen of via specifiek onderzoek dient het Forum contacten te leggen met bestaande onderzoeksinstanties.

5.7.3

Aan de hand van de goede praktijkvoorbeelden van nationale duurzaamheidsraden zou het Forum contacten moeten aangaan met onderzoeksfinancieringsinstellingen en vakgebiedoverstijgend onderzoek moeten initiëren t.a.v. de overgang naar duurzame ontwikkeling in heel Europa.

5.8    Resultaten

5.8.1

De resultaten van de Forumbijeenkomsten en discussies dienen te worden samengevat in verslagen of middels andere geschikte documentatiemethoden. Alle vertegenwoordigers moeten zich kunnen herkennen in de standpunten en aanbevelingen die in de documentatie worden vastgelegd. Het bestuur is verantwoordelijk voor de oplossing van belangenconflicten. Bij de verslaglegging dient de deelnemende organisaties ook ruimte te worden geboden om hun eigen bevindingen en verslagen in te brengen.

5.8.2

Indien er regelmatig voortgangsverslagen over duurzame ontwikkeling worden opgesteld door Eurostat of de Commissie, dan zou het een goede zaak zijn als de bevindingen van het Forum hierin werden opgenomen als een schaduwrapport vanuit het perspectief van het maatschappelijk middenveld.

5.8.3

Er moet op worden toegezien dat de resultaten van het Forum als input dienen voor de werkzaamheden van de Commissie en de andere Europese instellingen t.a.v. de Agenda 2030 en dat alle feedback nauwgezet wordt gemonitord.

5.8.4

Het Forum zou ook een serie Europese dialogen in gang kunnen zetten met speciale belangengroepen of andere doelgroepen, bv. jonge mensen die de volgende generatie beleidsmakers zullen leveren en die in 2050 de pensioenleeftijd bereiken.

5.8.5

Verder kan het Forum ook kiezen voor nieuwe vormen van interactie. Er kan worden overwogen om een Europese prijs voor duurzame ontwikkeling in te voeren en uit te reiken voor buitengewone acties en leiderschap van maatschappelijke organisaties.

5.9    Financiering

5.9.1

Het Comité zou zijn technische infrastructuur en secretariaatsdiensten ter beschikking kunnen stellen. Samen met de partnerorganisaties dient te worden bekeken hoe de financiering voor de vergoeding van reiskosten van deelnemers en sprekers kan gebeuren, alsmede voor het beheer van onlineplatforms en het opstellen van verslagen en slotdocumenten.

Brussel, 26 mei 2016.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Georges DASSIS


(1)  COM(2015) 610 final, http://eur-lex.europa.eu/legal-content/FR/TXT/?qid=1468295843333&uri=CELEX:52015DC0610

(2)  Informatief rapport, EESC-2015-1169 van 17 september 2015. Het rapport ging vergezeld van een in opdracht van het Comité uitgevoerde en in juni 2015 verschenen studie van het Stakeholder Forum getiteld Bouwen aan het door ons gewenste Europa — Modellen voor deelname van het maatschappelijk middenveld aan de tenuitvoerlegging van de agenda voor de periode na 2015.

(3)  Artikel 300, lid 2, VWEU.

(4)  EESC-advies over „Elementen voor de opzet, organisatie en werking van een platform om het maatschappelijk middenveld nauwer te betrekken bij communautaire maatregelen ter versterking van het beleid inzake integratie van burgers uit derde landen” (PB C 27 van 3.2.2009, blz. 95).

(5)  http://cso-effectiveness.org/-InternationalFramework

(6)  http://ec.europa.eu/eurostat/en/web/products-statistical-books/-/KS-GT-15-001


Top