EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008DC0394

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - "Denk eerst klein" Een "Small Business Act" voor Europa {SEC(2008) 2101} {SEC(2008) 2102}

/* COM/2008/0394 def. */

52008DC0394




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 25.6.2008

COM(2008) 394 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

"Denk eerst klein" Een "Small Business Act" voor Europa

{SEC(2008) 2101}{SEC(2008) 2102}

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

"Denk eerst klein" Een "Small Business Act" voor Europa

1. INLEIDING

Het sturen van de overgang naar een kenniseconomie is voor de EU op dit moment de grootste uitdaging. Slagen wij hierin, dan zal een concurrerende, dynamische economie met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang het resultaat zijn.

Dynamische ondernemers kunnen bij uitstek inspelen op de globalisering en de steeds snellere technologische veranderingen. Voor de toekomstige welvaart van de EU is het daarom van doorslaggevend belang dat wij gebruik kunnen maken van de groei- en innovatiemogelijkheden van het midden- en kleinbedrijf (mkb). In een context van globalisering, gekarakteriseerd door continue structurele veranderingen en een steeds grotere concurrentiedruk wordt het mkb als bron van werkgelegenheid en een sleutelfactor voor het welzijn van lokale en regionale gemeenschappen steeds belangrijker. Met een levenskrachtig mkb zal Europa zich beter te weer kunnen stellen tegen de onzekerheden van de huidige geglobaliseerde wereld.

Daarom heeft de EU de behoeften van het mkb centraal gesteld in de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid, met name sinds vanaf 2005 de partnerschapsbenadering wordt gevolgd[1], die tastbare resultaten heeft opgeleverd. Nu is het moment gekomen om de behoeften van het mkb eens en voor altijd in het totale EU-beleid te verankeren en het toekomstbeeld van de staatshoofden en regeringsleiders van 2000 – dat de EU het mkb het beste klimaat ter wereld biedt[2] – te verwezenlijken.

Het klimaat waarin het mkb moet opereren vertoont grote nationale en plaatselijke verschillen en ook de bedrijven zelf lopen sterk uiteen (van ambachtelijke bedrijven, micro-ondernemingen, familiebedrijven tot ondernemingen in de sociale economie). In het beleid ten behoeve van het mkb moet met deze diversiteit terdege rekening worden gehouden, en evenzeer met het subsidiariteitsbeginsel.

2. TIJD VOOR EEN DOORBRAAK IN HET MKB-BELEID VAN DE EU

De tussentijdse evaluatie van het moderne mkb-beleid[3] van de EU voor de periode 2005-2007 heeft uitgewezen dat de lidstaten en de EU voortgang hebben geboekt bij de totstandbrenging van een mkb-vriendelijker ondernemingsklimaat. De Commissie heeft daadwerkelijke stappen ondernomen om de administratieve overlast voor het mkb te beperken en in de belangrijkste steunprogramma's van de EU voor 2007-2013 een grote plaats voor het mkb ingeruimd. De lidstaten hebben het ondernemingsklimaat voor het mkb sterk verbeterd door optimale praktijken uit te wisselen in het kader van het Europees Handvest voor kleine bedrijven dat in 2000 in Feira werd goedgekeurd, en door de conclusies van de voorjaarsvergadering van de Europese Raad in 2006 ten uitvoer te leggen, onder meer door het invoeren van een éénloketsysteem voor de registratie van bedrijven en door de tijd en de kosten voor het oprichten van een bedrijf te beperken.

Ook de EU-strategie voor betere regelgeving[4] is essentieel voor het mkb, dat veel profijt zal hebben van de modernisering en vereenvoudiging van de bestaande EU-wetgeving en van het ambitieuze programma om de administratieve lasten als gevolg van die wetgeving in 2012 met 25% te verlagen.

Ondanks deze bemoedigende resultaten moet de EU nog verdere ingrijpende maatregelen treffen om het potentieel van het mkb ten volle vrij te maken[5]. Over het algemeen vertoont het mkb in de EU nog een lagere productiviteit en een tragere groei dan in de Verenigde Staten. Als een bedrijf blijft bestaan, is in de VS het personeelsbestand na zeven jaar gemiddeld met 60% gestegen, terwijl dat in Europa niet meer dan 10 à 20% is. Mkb-ondernemingen hebben nog steeds te lijden van marktfalen, met als gevolg dat de condities waaronder zij moeten werken en met anderen moeten concurreren ongunstiger zijn; dit geldt voor aspecten als financiering (vooral durfkapitaal), onderzoek, innovatie en milieu. Zo geeft 21% van de mkb-ondernemingen aan dat toegang tot financiering een probleem[6] is en voor micro-ondernemingen ligt dat percentage in veel lidstaten nog een stuk hoger. Ook slaagt het Europese mkb er in vergelijking met grote bedrijven minder goed in te innoveren. Een en ander wordt nog verergerd door structurele problemen zoals het gebrek aan management- en technische vaardigheden en een te starre arbeidsmarkt op nationaal niveau.

De rol van het mkb in de Europese economie is op het hoogste politieke niveau herhaaldelijk erkend. De Europese Raad van maart 2008 betuigde nadrukkelijk zijn steun aan een initiatief voor verdere versterking van de duurzame groei en het concurrentievermogen van het mkb, een zogenaamde "Small Business Act" voor Europa, en verzocht om snelle goedkeuring hiervan. Ook uit de evaluatie van de interne markt[7] kwam naar voren dat er initiatieven moeten komen om de interne markt beter af te stemmen op de behoeften van het mkb van vandaag, om betere resultaten en meer voordelen te behalen. En tot slot bevestigden de hoorzitting en de onlineraadpleging ter voorbereiding van de "Small Business Act"[8] dat er een groot politiek initiatief moet komen om het potentieel van het Europese mkb ten volle te ontsluiten. Daarom heeft de Commissie deze beslissende stap voorwaarts gezet en komt zij met een "Small Business Act" voor Europa.

3. EEN AMBITIEUZE POLITIEKE AGENDA VOOR HET MKB: DE "SMALL BUSINESS ACT" VOOR EUROPA

Centraal in de "Small Business Act" voor Europa staat de overtuiging dat erkenning van ondernemers door de samenleving een essentiële voorwaarde is om een zo goed mogelijk raamwerk voor het mkb te creëren. Het algemene klimaat in de samenleving moet zodanig zijn dat mensen het als aantrekkelijk zien een eigen bedrijf te beginnen en de grote bijdrage die het mkb levert aan de werkgelegenheidsgroei en economische welvaart moet worden erkend. Cruciaal voor het scheppen van een mkb-vriendelijk klimaat is daarom dat de houding in de EU ten aanzien van het ondernemerschap en het nemen van risico's verandert: de politieke leiders en de media moeten, daarin gesteund door de overheid, ondernemerschap en de daarmee samenhangende bereidheid om risico's te nemen toejuichen. Een mkb-vriendelijk beleid moet de standaard worden, voortbouwend op de overtuiging dat regels rekening moeten houden met de meerderheid van degenen die er gebruik van maken: het principe "denk eerst klein".

Daarom wordt met de "Small Business Act" beoogd de algehele beleidsaanpak ten aanzien van het ondernemerschap te verbeteren, het principe "denk eerst klein" in het hele beleid, van regelgeving tot dienstverlening, te verankeren en de groei van het mkb te bevorderen door de resterende knelpunten te helpen overwinnen.

De "Small Business Act" gaat uit van de beleidsresultaten van de Commissie en de lidstaten, creëert een nieuw beleidskader dat de bestaande instrumenten van het ondernemingsbeleid omvat en bouwt met name voort op het Europees Handvest voor kleine ondernemingen en het moderne mkb-beleid. Om deze ambitieuze politieke agenda uit te voeren oppert de Commissie dat de EU en de lidstaten een hecht politiek partnerschap vormen, met inachtneming van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

De Engelse naam "Act" voor dit initiatief is een symbool van de politieke wil om te erkennen dat het mkb een centrale plaats in de Europese economie inneemt en voor het eerst een compleet beleidskader voor de EU en haar lidstaten te creëren, door middel van:

- een reeks van tien basisbeginselen voor het opstellen en uitvoeren van beleid, zowel op communautair als op nationaal niveau. Deze beginselen worden nader beschreven in hoofdstuk 4 en zijn essentieel om meerwaarde op EU-niveau te genereren, een gelijk speelveld voor het mkb te creëren en het wettelijke en administratieve klimaat in de hele EU te verbeteren:

I Een klimaat scheppen waarin ondernemers en familiebedrijven kunnen floreren en ondernemerschap beloond wordt

II Ervoor zorgen dat eerlijke ondernemers die failliet gegaan zijn snel een tweede kans krijgen

III Bij het opstellen van regels uitgaan van het principe "denk eerst klein"

IV Ervoor zorgen dat overheden openstaan voor de behoeften van het mkb

V De beleidinstrumenten van de overheid aanpassen aan de behoeften van het mkb: deelname van het mkb aan overheidsopdrachten vergemakkelijken en meer gebruikmaken van de mogelijkheden van staatssteun voor het mkb

VI De toegang van het mkb tot financiering vergemakkelijken en een juridisch en commercieel klimaat scheppen dat tijdige betaling bij handelstransacties bevordert

VII Het mkb helpen om de mogelijkheden van de interne markt beter te benutten

VIII Bijscholing en alle vormen van innovatie in het mkb bevorderen

IX Het mkb in staat stellen in te spelen op uitdagingen op milieugebied

X Het mkb steunen en stimuleren om van groeiende markten te profiteren

- een reeks nieuwe wetgevingsvoorstellen op basis van het beginsel "denk eerst klein":

- algemene groepsvrijstellingsverordening voor staatssteun

Deze verordening, die binnenkort wordt goedgekeurd, houdt in dat bepaalde categorieën staatssteun die vallen onder de bestaande voorschriften voor steun aan het mkb voor opleiding, werkgelegenheid, onderzoek en ontwikkeling en regionale steun, en eventueel ook nieuwe steuncategorieën, niet vooraf hoeven te worden aangemeld. Met de nieuwe verordening worden de bestaande voorschriften voor het mkb vereenvoudigd en geharmoniseerd en wordt de intensiteit van de investeringssteun voor het mkb verhoogd.

- verordening betreffende een statuut voor een Europese besloten vennootschap (SPE)

Deze verordening legt een statuut vast voor een Europese besloten vennootschap die in alle lidstaten volgens dezelfde uniforme principes kan worden opgericht en geëxploiteerd. De Commissie zal ook de nodige wijzigingsvoorstellen doen zodat deze nieuwe vennootschappen van de bestaande vennootschapsbelastingrichtlijnen gebruik kunnen maken.

- richtlijn over verlaagde btw-tarieven

Deze richtlijn, waarvoor binnenkort een voorstel wordt ingediend, zal de lidstaten de mogelijkheid bieden een lager btw-tarief te rekenen voor met name lokale diensten, die in hoofdzaak door het mkb worden verleend.

Verder zijn in het kader van de "Small Business Act" de volgende voorstellen in voorbereiding:

- een wetgevingsvoorstel voor verdere modernisering, vereenvoudiging en harmonisatie van de bestaande regels inzake btw-facturering, om de lasten voor het bedrijfsleven te verlichten;

- een wijziging van Richtlijn 2000/35/EG inzake betalingsachterstand om ervoor te zorgen dat rekeningen voor handelstransacties van het mkb tijdig worden betaald.

- een reeks nieuwe beleidsmaatregelen om deze tien beginselen ten uitvoer te leggen in overeenstemming met de behoeften van het mkb op zowel communautair als nationaal niveau.

4. VAN BEGINSELEN NAAR BELEID

I De EU en de lidstaten moeten een klimaat scheppen waarin ondernemers en familiebedrijven kunnen floreren en ondernemerschap beloond wordt.

Zij moeten meer aandacht schenken aan toekomstige ondernemers, met name door ondernemingsgeest en -talent te stimuleren, vooral bij jongeren en vrouwen, en door de voorwaarden voor bedrijfsoverdrachten te vereenvoudigen.

Uit de Flash Eurobarometer 2007 over ondernemerschap[9] blijkt dat 45% van de mensen in Europa het liefst als zelfstandige zou werken, tegen 61% in de VS. Deze cijfers zijn al jaren vrij constant. Europeanen moeten inzien dat het heel aantrekkelijk kan zijn om als zelfstandige te werken en zij moeten de nodige vaardigheden kunnen verwerven om hun ambities met succes in praktijk te brengen.

In het onderwijssysteem en met name de leerplannen wordt te weinig aandacht besteed aan ondernemerschap en de daarvoor benodigde vaardigheden. Kinderen kunnen al vanaf het begin van hun schoolloopbaan leren dat ondernemerschap iets positiefs is.

In de komende tien jaar zullen naar schatting zes miljoen eigenaars van kleine bedrijven er om leeftijdsredenen mee stoppen. Europa kan zich niet permitteren dat deze bedrijven verdwijnen door problemen met de overdracht en onvoldoende waardering voor de traditionele rol van familiebedrijven. Een groter aantal bedrijfsoverdrachten zou direct een positief effect op de Europese economie hebben: wanneer een bedrijf met succes wordt overgedragen, blijven gemiddeld meer banen behouden dan er door nieuwe starters worden gecreëerd. De overdracht van een bedrijf moet daarom op dezelfde wijze worden ondersteund als het starten van een nieuw bedrijf. Het is van groot belang dat het eenvoudiger wordt een bedrijf en de daarmee samenhangende vaardigheden over te dragen en dit moet worden ondersteund door de erkenning van de speciale rol van het mkb en met name van familiebedrijven, die doorgaans sterk lokaal geworteld zijn en beschikken over een groot maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel en het vermogen om traditie en innovatie met elkaar te verenigen.

Ondernemerspotentieel moet beter worden benut. Er zijn nog steeds te weinig vrouwelijke ondernemers en ook van het potentieel onder migranten wordt nog te weinig gebruik gemaakt[10].

Ten slotte moeten ook de ondernemers zelf in de "Small Business Act" een kans zien om te streven naar een beter ondernemingsklimaat, door meer samen te werken en aan netwerken deel te nemen, ten volle gebruik te maken van het potentieel van het mkb en met name van familiebedrijven als een belangrijke kweekvijver voor ondernemerschap, en door maatschappelijk verantwoord bezig te zijn.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De Commissie zal: een ondernemingscultuur bevorderen en uitwisseling van optimale praktijken bij het onderwijs in ondernemerschap vergemakkelijken; in 2009 een "Europese week van het mkb" – organiseren in het kader waarvan overal in Europa tal van campagnes en evenementen zullen worden gehouden; in 2008 het initiatief "Erasmus voor jonge ondernemers" lanceren, bedoeld om de uitwisseling van ervaring en scholing te bevorderen door beginnende ondernemers de mogelijkheid te bieden bij ervaren ondernemers hun licht op te steken en hun taalvaardigheden te verbeteren; een EU-netwerk vormen van ambassadrices voor vrouwelijk ondernemerschap, mentorschap bevorderen om vrouwen ertoe te brengen een eigen bedrijf te beginnen en het ondernemerschap onder vrouwelijke afgestudeerden stimuleren. |

De lidstaten wordt verzocht: bij jongeren een innovatiegerichte en ondernemingsgezinde attitude aan te kweken door ondernemerschap als kerncompetentie in de leerplannen op te nemen, met name in het algemeen voortgezet onderwijs, en erop toe te zien dat dit ook in het lesmateriaal naar behoren aan de orde komt; ervoor te zorgen dat het belang van ondernemerschap in de lerarenopleiding voldoende aandacht krijgt; de samenwerking met het bedrijfsleven te intensiveren om systematische strategieën voor onderwijs in ondernemerschap op alle niveaus te ontwikkelen; ervoor te zorgen dat het belastingstelsel (met name schenkingsrecht, dividend- en vermogensbelasting) de overdacht van bedrijven niet al te zeer belemmert; een systeem in te voeren om over te dragen bedrijven en potentiële nieuwe eigenaren tot elkaar te brengen; begeleiding en ondersteuning te verstrekken voor de overdracht van bedrijven; begeleiding en ondersteuning te verstrekken voor vrouwelijke ondernemers; begeleiding en ondersteuning te verstrekken voor migranten die ondernemer willen worden. |

- II De lidstaten moeten ervoor zorgen dat eerlijke ondernemers die failliet gegaan zijn snel een tweede kans krijgen.

In zo'n 15% van de bedrijfssluitingen is er sprake van faillissement. Het gaat hier gemiddeld om ongeveer 700 000 mkb-ondernemingen per jaar, waardoor in de EU jaarlijks zo'n 2,8 miljoen banen verloren gaan[11]. Een faillissement werkt in de EU nog steeds stigmatiserend en de samenleving onderschat het ondernemingspotentieel van herstarters. Momenteel zou 47% van de Europeanen aarzelen een order te plaatsten bij een bedrijf dat eerder failliet gegaan is. Ook is het als gevolg van de langdurige faillissementsprocedures verre van eenvoudig om een nieuwe start te maken. Gemiddeld duurt het in de EU tussen de vier maanden en negen jaar voordat een faillissement is afgewikkeld.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De Commissie zal: een tweedekansbeleid blijven promoten door de uitwisseling van optimale praktijken tussen de lidstaten te vergemakkelijken. De lidstaten wordt verzocht: er in de samenleving begrip voor te kweken dat ondernemers een nieuwe start moet worden gegund, bijvoorbeeld door publieksvoorlichtingscampagnes ernaar te streven dat alle juridische procedures voor het liquideren van een bedrijf in geval van een niet-frauduleus faillissement binnen een jaar afgehandeld zijn; ervoor te zorgen dat herstarters op dezelfde wijze worden behandeld als starters, ook wat steunregelingen betreft. |

- III De EU en de lidstaten moeten bij de regelgeving uitgaan van het principe "denk eerst klein": bij nieuwe voorschriften moet met de kenmerken van het mkb rekening worden gehouden en de bestaande voorschriften moeten worden vereenvoudigd.

De naleving van administratieve voorschriften is voor het mkb naar eigen zeggen het grootste probleem. In vergelijking met grotere bedrijven is dit voor het mkb immers een buitenproportionele belasting. Volgens schattingen besteedt een groot bedrijf per werknemer één euro aan wettelijke verplichtingen terwijl dat bij een klein bedrijf kan oplopen tot wel tien euro[12]. Van de mkb-ondernemingen in de EU zegt 36% dat hun activiteiten de afgelopen twee jaar door bureaucratische rompslomp zijn beperkt.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

Bij het opstellen van regels uitgaan van het principe "denk eerst klein" De Commissie zal: de controle op de eerbiediging van het Protocol betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel in toekomstige wettelijke en administratieve initiatieven versterken; er voor zover mogelijk voor zorgen dat verordeningen en beschikkingen met gevolgen voor het bedrijfsleven vaste ingangsdata krijgen en zal jaarlijks een overzicht publiceren van de inwerkingtreding van dergelijke wetgeving. De Commissie zal – en de lidstaten wordt verzocht dit ook te doen: ervoor zorgen dat het beleid resultaat afwerpt met een minimum aan kosten en lasten voor het bedrijfsleven, onder meer door een uitgekiend scala aan instrumenten als wederzijdse erkenning en zelf- en coregulering om het beleid te realiseren; een nauwkeurige beoordeling maken van het effect van nieuwe wettelijke en administratieve initiatieven op het mkb (de mkb-toets) en bij het opstellen van voorstellen met de resultaten daarvan rekening houden; de belanghebbenden, waaronder het mkb, ten minste acht weken van tevoren raadplegen als zij wettelijke of bestuurlijke voorstellen wil doen die gevolgen hebben voor het bedrijfsleven; gebruikmaken van specifieke maatregelen voor kleine en micro-ondernemingen, zoals uitzonderingen, overgangstermijnen en vrijstellingen, met name van informatie- en rapportageverplichtingen, en waar nodig andere speciale regelingen. De lidstaten wordt verzocht: na te gaan of het zinvol is vaste ingangsdata voor nieuwe wetgeving in te voeren en jaarlijkse overzichten daarvan te publiceren; bij de uitvoering van EU-wetgeving gebruik te maken van de geboden flexibiliteit voor het mkb en niet de regels nog verder aan te scherpen (het zogenaamde "goldplating"). De bestaande regels verbeteren indachtig het principe "denk eerst klein" De Commissie zal: alle nodige voorstellen doen voor verlaging van de administratieve lasten voor bedrijven om het EU-streefpercentage van 25% lastenverlichting in 2012 te realiseren; eind 2008 een volledige screening van het acquis voltooien en de resultaten daarvan opnemen in het geactualiseerde doorlopende vereenvoudigingsprogramma dat begin 2009 gepresenteerd wordt. Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan voorstellen die de wetgeving voor het mkb eenvoudiger kunnen maken, met name op het gebied van het vennootschapsrecht. De lidstaten wordt verzocht: streefcijfers vast te stellen die aansluiten bij de toezegging van 25% lastenverlichting op EU-niveau in 2012, voor zover dat nog niet gebeurd is, en naar die cijfers toe te werken; te zorgen voor snelle goedkeuring van de voorstellen inzake administratievelastenverlichting in de communautaire wetgeving; het voorstel van de Commissie goed te keuren waardoor de lidstaten de drempel voor btw-registratie kunnen optrekken naar 100 000 euro. |

- IV De EU en de lidstaten moeten ervoor zorgen dat de overheid openstaat voor de behoeften van mkb-ondernemingen en hun het leven zo makkelijk mogelijk maakt, met name door e-overheid en éénloketsystemen te bevorderen.

Een moderne, adequaat reagerende overheid kan in hoge mate bijdragen aan het succes en de groei van het mkb; dat bespaart tijd en geld zodat meer middelen kunnen worden ingezet voor innovatie en het scheppen van werkgelegenheid. Met name e-overheid en éénloketdiensten kunnen leiden tot betere dienstverlening en lagere kosten.

Ook dankzij de Dienstenrichtlijn, die momenteel ten uitvoer gelegd wordt, zullen de zaken voor het mkb eenvoudiger worden: de lidstaten moeten één-loketten instellen, hun vergunningstelsels in aantal beperken en eenvoudiger maken en belemmeringen in de regelgeving wegnemen die de ontwikkeling van de dienstensector in de weg staan. Tevens biedt de richtlijn de mogelijkheid om verdergaande maatregelen te nemen om sneller een bedrijf te kunnen starten.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De lidstaten wordt verzocht: de door de overheid gevraagde vergoedingen voor het registreren van een bedrijf te verlagen, naar voorbeeld van de lidstaten waar deze bedragen het laagst zijn; ernaar te blijven streven dat een bedrijf in minder dan één week kan worden opgericht, als dat niet al het geval is; ervoor te zorgen dat mkb-ondernemingen sneller daadwerkelijk van start kunnen gaan, door het vergunningstelsel te vereenvoudigen en te beperken. Zo zouden de lidstaten een termijn van één maand kunnen vaststellen waarbinnen alle benodigde vergunningen verleend moeten zijn, tenzij een langere termijn nodig is in verband met ernstige risico's voor de bevolking of het milieu; aan de bedrijven geen informatie te vragen waarover de overheid al beschikt, tenzij die informatie moet worden geactualiseerd; erop toe te zien dat micro-ondernemingen niet vaker dan eens in de drie jaar wordt gevraagd om deel te nemen aan statistische enquêtes op nationaal, regionaal of lokaal niveau, tenzij de behoeften aan statistische of andere informatie dit vereisen; een contactpunt op te richten waar belanghebbenden voorschriften of procedures kunnen melden die buitenproportioneel geacht worden en/of de activiteiten van het mkb onnodig belemmeren; ervoor te zorgen dat de Dienstenrichtlijn tijdig en volledig ten uitvoer wordt gelegd en er één-loketten komen waar bedrijven langs elektronische weg alle relevante informatie kunnen krijgen en alle nodige procedures en formaliteiten kunnen afhandelen. |

- V De EU en de lidstaten moeten hun beleidinstrumentarium aanpassen aan de behoeften van het mkb. Zij moeten gebruikmaken van de gedragscode om aanbestedende diensten duidelijk te maken hoe zij de EU-voorschriften voor overheidsopdrachten op zodanige wijze kunnen toepassen dat het mkb makkelijker aan openbare aanbestedingen kan deelnemen. Om de markttekortkomingen waarmee het mkb voortdurend wordt geconfronteerd te verhelpen moet beter gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden van de communautaire staatssteunregels om starters te steunen en het mkb stimulansen te bieden.

Het mkb ondervindt problemen om deel te nemen aan de markt voor overheidsopdrachten, die 16% van het totale bbp van de EU omvat; dit komt vaak doordat kleinere bedrijven niet op de hoogte zijn van de mogelijkheden en/of opzien tegen de procedures. Ook gunnen overheidsdiensten bepaalde opdrachten liever aan grote bedrijven met een bewezen staat van dienst dan aan jonge innoverende bedrijven. Desondanks werd in 2005 42% van de waarde van overheidsopdrachten die boven de EU-drempel vielen aan het mkb gegund[13]. Er moet echter nog het nodige worden gedaan om de resterende belemmeringen voor het mkb om aan overheidsopdrachten deel te nemen uit de weg te ruimen, met name door de eisen die de aanbestedende diensten in de gunningsprocedures stellen te verlichten.

Mkb-ondernemingen kunnen tijdens hun hele levensduur gebruikmaken van staatssteun. Momenteel wordt hier maar in zeer beperkte mate gebruik van gemaakt omdat de mogelijkheden doorgaans niet optimaal worden benut. Hier zijn diverse redenen voor: ten eerste stellen de overheden niet altijd alle steunmechanismen voor het mkb beschikbaar die volgens de communautaire voorschriften toegestaan zijn, ten tweede zijn de procedures voor het mkb vaak te omslachtig en langdurig en ten derde is het mkb vaak onvoldoende geïnformeerd over de bestaande steunregelingen.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De Commissie zal: een vrijwillige gedragscode voor aanbestedende diensten uitbrengen om verdere veranderingen in de inkoopcultuur te weeg te brengen. Zij zal richtsnoeren geven om de bureaucratie te beperken en te zorgen voor meer transparantie en informatie en een gelijk speelveld voor het mkb; de toegang tot informatie over overheidsopdrachten verbeteren door de bestaande EU-websites daarvoor aan te vullen met een aantal initiatieven zoals facultatieve bekendmaking van opdrachten onder de drempelwaarde, een onlinehulpmiddel om zakenpartners te zoeken en een grotere transparantie van de aanbestedingsvoorschriften; een vademecum over staatssteun voor het mkb publiceren om de bestaande steunmogelijkheden meer bekendheid te geven. De lidstaten wordt verzocht: portaalsites op te zetten om de informatieverstrekking over overheidsopdrachten die onder de EU-drempel liggen te verbeteren; hun aanbestedende diensten ertoe aan te sporen opdrachten zo mogelijk in percelen te splitsen en de mogelijkheden voor onderaanneming duidelijker aan te geven; hun aanbestedende diensten erop te wijzen dat zij extreme kwalificatie-eisen en financiële voorwaarden moeten vermijden; door middel van voorlichting, scholing, toezicht en uitwisseling van goede praktijken te zorgen voor een constructieve dialoog en wederzijds begrip tussen het mkb en grote klanten; het staatssteunbeleid beter af te stemmen op de behoeften van het mkb, onder meer met gerichte maatregelen. |

- VI De EU en de lidstaten moeten de toegang van het mkb tot financiering, met name durfkapitaal, microkrediet en mezzaninefinanciering, vergemakkelijken en een juridisch en commercieel klimaat scheppen dat tijdige betaling bij handelstransacties bevordert.

Ondernemers en mkb-ondernemingen kunnen grote problemen ondervinden om de juiste financiering te vinden en dit is na de administratieve lasten hun grootste punt van zorg, ondanks regelingen van de EU zoals het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP), dat meer dan 1 miljard euro steun verstrekt om de toegang van het mkb tot financiering te verbeteren, voor een groot deel via de EIB-groep. In 2013 zal in het kader van het cohesiebeleid zo'n 27 miljard euro expliciet voor steun aan het mkb beschikbaar zijn. Ongeveer 10 miljard euro daarvan wordt bijgedragen door middel van financiële engineering, onder meer JEREMIE, en circa 3,1 miljard in de vorm van durfkapitaal. Ook kan het mkb gebruikmaken van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, dat onder meer ondernemerschap stimuleert en de economische diversificatie van plattelandsgebieden aanmoedigt.

Risicomijding is vaak de reden waarom investeerders en banken er liever van afzien bedrijven in hun start- en aanloopfase te financieren. Om de Europese durfkapitaalmarkten verder te ontwikkelen, de toegang van het mkb tot microkrediet en mezzaninefinanciering te verbeteren en nieuwe producten en diensten te ontwikkelen moeten markttekortkomingen wat betreft de financiering van het mkb worden opgespoord en verholpen. Ook hebben tal van ondernemers behoefte aan advies en scholing betreffende de voor- en nadelen van de verschillende financieringsvormen en de beste wijze om hun investeringsprojecten aan potentiële financiers te presenteren.

Daarnaast hebben mkb-ondernemingen vaak een zwakke vermogenspositie, wat nog verergerd wordt door de lakse betalingscultuur in Europa. Afhankelijk van het land moeten bedrijven gemiddeld tussen 20 en meer dan 100 dagen wachten op de betaling van een factuur. Een op de vier gevallen van insolventie is te wijten aan te late betalingen. Dit kost jaarlijks 450 000 banen en 25 miljard euro.

De Commissie sluit zich aan bij de conclusie van de EIB-groep (de EIB en het EIF) dat de toegang van het mkb tot financiering verder verbeterd moet worden, en zij is verheugd dat de EIB-groep vanaf 2008 bezig is haar bestaande producten te moderniseren, het gebruik ervan te vereenvoudigen en het toepassingsgebied te verruimen. De Commissie is bijzonder blij dat de EIB-groep een nieuw "microfonds" heeft ingesteld met een aanvangskapitaal van omstreeks 40 miljoen euro (waarvan 16 miljoen afkomstig van de EIB) ter ondersteuning van niet-bancaire microkredietinstellingen in het kader van het nieuwe microkredietinitiatief van de Commissie. Ook juicht de Commissie toe dat de EIB van plan is een speciaal budget voor mezzaninefinanciering voor de kleinere bedrijven in het leven te roepen en specifieke financiële instrumenten voor risicodeling met commerciële banken, die afgestemd zijn op de behoeften van snel groeiende innoverende mkb-ondernemingen en bedrijven met middelgroot kapitaal, om zo de geconstateerde markttekortkomingen te ondervangen.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De Commissie zal: de mogelijkheden nagaan om een regeling voor onderhandse plaatsing in te voeren, om grensoverschrijdende investeringen te vergemakkelijken en zo de Europese durfkapitaalmarkten te versterken; de lidstaten hulp bieden bij het opzetten van hoogwaardige programma's om de investeringsbereidheid te vergroten. |

De lidstaten wordt verzocht: financieringsprogramma's te ontwikkelen voor het "achtergebleven" gebied tussen 100 000 en 1 miljoen euro, met name met instrumenten op basis van een mix van eigen en vreemd vermogen, met inachtneming van de staatssteunregels; wettelijke en fiscale belemmeringen weg te nemen zodat durfkapitaalfondsen op de interne markt onder dezelfde voorwaarden kunnen opereren als in het eigen land; de belastingheffing op bedrijfswinsten zodanig te maken dat investeringen worden gestimuleerd; ten volle gebruik te maken van de financieringsmogelijkheden van de programma's in het kader van het cohesiebeleid en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, ten behoeve van het mkb. |

- VII De EU en de lidstaten moeten het mkb aanmoedigen om de mogelijkheden van de interne markt beter te benutten, met name door het beheer van en de voorlichting over het internemarktbeleid te verbeteren, ervoor te zorgen dat bij de ontwikkeling van normen meer met de belangen van het mkb rekening wordt gehouden en het voor het mkb makkelijker te maken octrooien en merken aan te vragen.

De interne markt moet garanderen dat bedrijven volgens gemeenschappelijke regels toegang hebben tot een grote gemeenschappelijke markt van meer dan 500 miljoen consumenten. De vereenvoudiging die wordt bereikt door 27 uiteenlopende nationale regelgevingen te vervangen door één communautair stelsel van internemarktregels is vooral voor het mkb van groot nut. Een goed functionerende interne markt vormt een competitieve omgeving met nieuwe kansen voor kennis en innovatie die het mkb de mogelijkheid biedt om beter in te spelen op de globalisering. Op dit moment worden die mogelijkheden door het mkb echter onvoldoende benut, in hoofdzaak vanwege onbekendheid met de marktkansen en voorschriften in andere lidstaten en een gebrek aan talenkennis. Bedrijven zien er vaak van af buitenlandse activiteiten te ontplooien in verband met de kosten en risico's die het werken met een aantal verschillende nationale rechtssystemen meebrengt.

Ook kan het mkb veel voordeel hebben bij ondersteuning door de overheid in de vorm van adviezen of netwerken, onder meer om zich te weer te kunnen stellen tegen oneerlijke handelspraktijken. In het bijzonder kan het onlangs door de Commissie gelanceerde Enterprise Europe Network[14] het mkb helpen door informatie en advies te verstrekken over de kansen die de interne markt biedt.

Verder moet het mkb volledig kunnen deelnemen aan het normalisatieproces en gemakkelijk over normen kunnen beschikken (inclusief certificering).

Tot slot zal de Commissie, gelet op het belang van intellectuele-eigendomsrechten voor het mkb, verder werken aan de totstandbrenging van een efficiënt, kosteneffectief, hoogwaardig en rechtszeker octrooistelsel op Europees niveau met een Gemeenschapsoctrooi en een communautaire rechtsmacht.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De Commissie zal: ervoor zorgen dat het mkb van het bestaande marktopeningsbeleid kan profiteren, door informatie te verzamelen over het functioneren van de interne markt via intensievere markt- en sectormonitoring, zodat markttekortkomingen aan het licht komen en kunnen worden gecorrigeerd op gebieden waar de economische winst het grootst is; in 2008 een actieplan presenteren om het gebruik van interoperabele elektronische handtekeningen en elektronische authenticatie te stimuleren en start in het tweede kwartaal van 2009 met acties voor alle belanghebbenden om het mkb te helpen een rol te spelen in wereldwijde leveringsketens; de EU-steun verhogen (tot 1 miljoen euro in 2008 en 2,1 miljoen euro vanaf 2009) om de deelname van het mkb aan het normalisatieproces en de behartiging van de mkb-belangen daarbij te bevorderen en te zorgen dat het mkb beter geïnformeerd is over Europese normen en daar meer gebruik van maakt; het stelsel van het Gemeenschapsmerk toegankelijker maken, met name door de taksen daarvoor substantieel te verlagen in het kader van een algehele oplossing voor de financiële vooruitzichten van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt; trachten iets te doen aan de versnippering van de voorschriften inzake consumentenbescherming, om de grensoverschrijdende handel voor het mkb gemakkelijker te maken, onder meer door de administratieve lasten zo klein mogelijk te maken. De Europese normalisatieorganisaties wordt verzocht: in samenwerking met de lidstaten en de Commissie hun bedrijfsmodel te herzien om de toegang tot normen goedkoper te maken, te beginnen met normen die ten behoeve van EU-wetgeving en -beleid zijn ontwikkeld; in overleg met vertegenwoordigers van mkb-organisaties een of meer "mkb-helpdesks" op te richten; systematisch samenvattingen van Europese normen te publiceren, met lijsten van referenties, die zonder beperkingen in diverse talen toegankelijk zijn. De lidstaten wordt verzocht: erop toe te zien dat het beginsel van wederzijdse erkenning correct wordt toegepast; het SOLVIT-systeem voor probleemoplossing[15] te verbeteren zodat problemen bij de uitoefening van internemarktrechten snel, informeel en pragmatisch kunnen worden opgelost; de nationale normalisatieorganisaties te stimuleren hun bedrijfsmodel te herzien om de toegang tot normen goedkoper te maken; ervoor te zorgen dat normalisatiecommissies evenwichtig zijn samengesteld; de nationale normalisatieorganisaties te verzoeken samen met Europese normalisatieorganisaties promotie- en voorlichtingscampagnes te houden om het mkb te stimuleren beter gebruik van normen te maken en feedback over de inhoud ervan te geven; het mkb te adviseren en te helpen zich tegen oneerlijke handelspraktijken te verdedigen. |

- VIII De EU en de lidstaten moeten bijscholing en alle vormen van innovatie in het mkb bevorderen.

Zij moeten het mkb stimuleren in onderzoek te investeren, aan O&O-steunprogramma's deel te nemen en mee te doen met transnationaal onderzoek, clustering en actief beheer van intellectuele eigendom.

Meer dan 60% van de bedrijven die op de consultatie gereageerd hebben, zijn van mening dat scholen niet de vaardigheden leveren die ondernemers en hun personeel nodig hebben. Het is een taak van de samenleving ervoor te zorgen dat jongeren beschikken over essentiële vaardigheden op het gebied van lezen, schrijven, natuurwetenschap, management, techniek, ICT en vreemde talen, en dat zij hun creativiteit kunnen ontplooien. Het mkb heeft vooral te lijden onder het gebrek aan gekwalificeerd personeel op het gebied van nieuwe technologieën. In dit verband moet het Europees referentiekader inzake kerncompetenties voor levenslang leren"[16], dat beoogt alle jongeren de nodige basisvaardigheden aan te leren, ten uitvoer worden gelegd.

Het Europees cohesiebeleid steunt acties om het aanpassingsvermogen van werknemers, ondernemers en ondernemingen te bevorderen; voor de periode 2007-2013 is daarvoor een bedrag van zo'n 13,5 miljard euro uitgetrokken. Een groot deel hiervan is direct voor het mkb bestemd. Daarnaast is naar schatting 2,8 miljard euro beschikbaar als steun voor zelfstandigen en starters. En ten slotte werkt de Commissie aan een overzicht van de toekomstige behoeften aan vaardigheden in de EU.

Het onbenutte potentieel voor onderzoek en innovatie hangt samen met het tekort aan vaardigheden. Slechts drie op de tien ondernemingen in het mkb gaven in 2007 aan dat zij nieuwe producten hadden ontwikkeld of daar inkomsten van genoten. Het is dus van belang het mkb beter in de onderzoekgemeenschap te integreren en de banden tussen universiteiten en het mkb aan te halen.

Ook moet actief beheer van intellectuele eigendom door het mkb gestimuleerd worden, bijvoorbeeld door elektronische facturering en elektronische transacties met de overheid mogelijk te maken.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De Commissie zal: in het kader van het programma Leonardo da Vinci voor 2010 een regeling ter bevordering van de mobiliteit van leerlingen verder uitbreiden; de ontwikkeling van een onlineportaal voor e-vaardigheden en loopbanen door de stakeholders in 2008 ondersteunen, zodat bedrijven zelf hun behoeften aan e-vaardigheden kunnen beoordelen en te weten kunnen komen hoe zij de loopbanen en kwalificaties van hun personeel kunnen ontwikkelen; ook zal de Commissie in 2008 een online e-Business Guide uitbrengen waarmee het mkb zijn eigen behoeften op het gebied van elektronisch zaken doen kan bepalen; door middel van vereenvoudiging, betere voorlichting en hogere financieringspercentages trachten de deelname van het mkb aan het zevende kaderprogramma (KP7) te vergroten; de groei van het mkb stimuleren door ervoor te zorgen dat mkb-ondernemingen die aan een KP7-project deelnemen voor de hele duur van dat project als zodanig beschouwd worden, ook al voldoen zij op een gegeven moment niet langer aan de mkb-definitie; de regels voor de verlening van staatssteun door de lidstaten ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie vereenvoudigen, met name door middel van de algemene groepsvrijstellingsverordening; de opkomst van sterk groeiende ondernemingen stimuleren door het onderzoek- en innovatievermogen van het mkb te ondersteunen, vooral door een betere coördinatie van nationale programma's en initiatieven; in overleg met de lidstaten een clusterstrategie ontwikkelen, met initiatieven ter bevordering van samenwerking in transnationale clusters, door de toegang van clusters tot nieuwe markten te vergemakkelijken en maatregelen te nemen om een grotere participatie van het mkb aan innovatieve clusters aan te moedigen; trachten de kennisoverdracht door het mkb te ondersteunen, onder meer door een proefproject op te zetten ten behoeve van de commercialisering van intellectuele eigendom; actieve deelname van het mkb aan activiteiten in het kader van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) bevorderen, zodat het mkb van de door het EIT gestimuleerde kennisoverdracht kan profiteren. De lidstaten wordt verzocht: mkb-ondernemingen aan te moedigen te internationaliseren en sterk groeiende ondernemingen te worden, onder meer door aan innovatieve clusters deel te nemen; de ontwikkeling van de O&O-competenties van het mkb te bevorderen, bijvoorbeeld door vereenvoudiging van de toegang tot de openbare onderzoeksinfrastructuur, gebruik van O&O-diensten, het aantrekken van gekwalificeerde werknemers en scholing, volgens de mogelijkheden van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie; de nationale onderzoeksprogramma's wanneer dat van wederzijds nut is open te stellen voor mkb-ondernemingen uit andere lidstaten en bij te dragen aan de toegang van het mkb tot transnationale onderzoekactiviteiten, bijvoorbeeld door gezamenlijke planning; er bij de uitvoering van het programma voor het cohesiebeleid op toe te zien dat het mkb gemakkelijk financiering kan krijgen op het gebied van ondernemerschap, innovatie en kennis; ondersteuning te bieden voor de ontwikkeling van een elektronische identiteit voor bedrijven om elektronische facturering en elektronische transacties met de overheid mogelijk te maken; bedrijven, met name mkb'ers en andere stakeholders, waaronder aanbestedende diensten, te stimuleren deel te nemen aan acties ten behoeve van een spoedige uitvoering van het initiatief voor leidende markten. |

- IX De EU en de lidstaten moeten het mkb in staat stellen in te spelen op uitdagingen op milieugebied.

Zij moeten meer informatie, deskundigheid en financiële prikkels ter beschikking stellen voor een volledige benutting van de kansen voor nieuwe, "groene" markten en een grotere energie-efficiëntie, onder meer door toepassing van milieubeheersystemen in het mkb.

Klimaatverandering, energieschaarste en duurzame ontwikkeling zijn grote uitdagingen voor het mkb, dat daarvoor op duurzamere productie- en bedrijfsmodellen moet overschakelen. De vraag naar milieuvriendelijke producten en diensten biedt ook nieuwe commerciële kansen.

Niet meer dan 29% van de ondernemingen in het mkb heeft maatregelen ingevoerd om energie of grondstoffen te besparen, tegenover 46% van de grote bedrijven. En slechts 4% van de ondernemingen in het Europese mkb beschikt over een compleet systeem voor energie-efficiëntie, tegen 19% van de grote bedrijven. Het mkb is bijzonder kwetsbaar voor de huidige trend van stijgende energie- en grondstoffenprijzen en de voorspelde klimaatveranderingen; daarom moet het efficiënter gaan werken en aanpasbaarder worden om op deze uitdagingen in te spelen.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De Commissie zal: EMAS (Eco-Audit and Management Scheme) toegankelijker maken voor het mkb door lichtere milieuprocedures, lagere vergoedingen en de mogelijkheid als groep te registreren; in het Enterprise Europe Network een netwerk van deskundigen op het gebied van milieu en energie-efficiëntie ondersteunen dat advies moet verlenen over ecologisch efficiënte werkwijzen, het marktpotentieel en financieringsmogelijkheden voor efficiënter werken, met name voor het mkb; nieuwe steunvormen ontwikkelen voor innoverende starters en mkb'ers op het gebied van eco-innovatie ter vergemakkelijking van de toegang tot de markt, technologieoverdracht, de toepassing van normen en de toegang tot financiering, in overeenstemming met de staatssteunregels. De lidstaten wordt verzocht: stimulansen te bieden voor eco-efficiënte bedrijven en producten (bv. fiscale prikkels en prioritaire subsidiëring voor het oprichten van duurzame bedrijven) overeenkomstig de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu, en gebruik te maken van de vereenvoudigde aanpak voor milieusteun voor het mkb van de algemene groepsvrijstellingsverordening; ten volle gebruik te maken van de rond 2,5 miljard euro die in de programma's van het cohesiebeleid is toegewezen voor steun aan milieuvriendelijke producten en procedés in het mkb. |

- X De EU en de lidstaten moeten het mkb steunen en stimuleren profijt te trekken van de groeiende markten buiten de EU, met name door marktspecifieke ondersteuning en business training.

Slechts 8% van Europese mkb-ondernemingen (7% van de micro-ondernemingen) zegt omzet uit export te hebben, wat een stuk lager ligt dan bij grote bedrijven (28%). Bovendien komt in het mkb gemiddeld slechts 12% van de inkoop uit het buitenland.

Snelgroeiende markten zijn voor veel Europese mkb'ers een nog onbenut potentieel. Met name de recente uitbreidingen van de EU hebben tal van businesskansen geschapen voor bedrijven in zowel de "oude" als de "nieuwe" lidstaten. Daaruit blijkt hoe belangrijk het is volop gebruik te maken van de marktkansen in de kandidaat-lidstaten en nabuurschapslanden.

Het mkb heeft meer onder handelsbelemmeringen te lijden dan grote bedrijven, omdat het over minder middelen beschikt en niet zo goed in staat is risico's op te vangen, vooral als het gaat om sterk concurrerende markten. Om deze markten te kunnen betreden moet het mkb geïnformeerd worden over mogelijke partners en openingen in de markten. Ook is hulp nodig in verband met culturele barrières en verschillen in wet- en regelgeving.

Om het mkb te helpen ten volle profijt te trekken van de mogelijkheden van de globalisering moet bijzondere aandacht worden besteed aan een betere toegang tot de markt voor overheidsopdrachten en de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, eerlijke concurrentie en gemakkelijker toegang tot de markt.

Hoe kan dit beginsel in praktijk worden gebracht?

De Commissie: heeft voor de belangrijkste exportmarkten markttoegangsteams gevormd, met deelname van handelsraden van de lidstaten en organisaties van het Europese bedrijfsleven, om het mkb beter te informeren over de handelsbarrières op markten buiten de EU; zal trachten de markten van derde landen te openen, met name in ontwikkelde landen en meer gevorderde ontwikkelingslanden, door middel van onderhandelingen in de WTO en bilaterale overeenkomsten; zal in het bijzonder trachten door bilaterale en multilaterale onderhandelingen (de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten) de markten voor overheidsopdrachten in derde landen, met name snelgroeiende landen, te openen; zal streven naar vereenvoudiging van het handelsverkeer, met name in het kader van de WTO en in bilaterale overeenkomsten; zal de toegang van het Europese mkb tot de markten in kandidaat-lidstaten en andere nabuurschapslanden blijven vergemakkelijken, met name door middel van het Enterprise Europe Network en promotie van het principe "denk eerst klein" in deze landen en ook door uitwisseling van goede praktijken op basis van het Europees Handvest voor kleine bedrijven en de "Small Business Act"; zal in 2009 op bepaalde markten Europese bedrijfscentra vestigen, te beginnen met de snelgroeiende economieën van India en China; is van plan een "Gateway to China"-regeling in te voeren, met nadruk op een Executive Training Programme in China om Europese mkb'ers in 2010 op de Chinese markt concurrerender te maken. De lidstaten wordt verzocht: coaching van mkb'ers door grote bedrijven te stimuleren met het oog op het betreden van internationale markten. |

- 5. IMPLEMENTATIE VAN DE "SMALL BUSINESS ACT" EN GOVERNANCE

Sinds de Commissie in oktober 2007 haar idee van een "Small Business Act" voor Europa lanceerde, heeft dit veel verwachtingen gewekt. Dit initiatief kreeg brede steun van de regeringen, het Europees Parlement en het mkb zelf, maar moet nog wel grondig ten uitvoer gelegd worden. Zowel de Commissie als de lidstaten moeten zich daar op politiek niveau sterk voor maken. Daarom verzoekt de Commissie de Europese Raad de "Small Business Act" voor Europa als startpunt voor een hernieuwd engagement voor het mkb positief te ontvangen, de tien beginselen te aanvaarden en zich ertoe te verbinden de voorgestelde acties uit te voeren. Verder verzoekt de Commissie de Raad en het Parlement de desbetreffende wetgevingsvoorstellen snel goed te keuren.

De "Small Business Act" moet volledig in de strategie voor groei en werkgelegenheid worden geïntegreerd met het oog op een efficiënte tenuitvoerlegging en een regelmatige update over de resultaten. De lidstaten wordt daarom verzocht gebruik te maken van de voor eind 2008 geplande actualisering van de Lissaboncyclus om in hun nationale hervormingsprogramma's en jaarlijkse uitvoeringsverslagen met de "Small Business Act" rekening te houden. De lidstaten kunnen zich daarbij laten inspireren door het bijgevoegde overzicht van goede praktijken in de EU en de Commissie zal een platform blijven bieden voor de uitwisseling van optimale praktijken.

De Commissie zal de vorderingen met de uitvoering van de "Small Business Act" nagaan en daarover op gezette tijden verslag uitbrengen in het kader van de strategie voor groei en werkgelegenheid, voor de eerste maal in 2008. Zo kan de Europese Raad de vooruitgang in het mkb-beleid op communautair en nationaal niveau blijven volgen en op grond daarvan de nodige conclusies trekken.

Bijlage: Uitwisseling van goede praktijken in het mkb-beleid

Het uitwisselen van goede praktijken in het mkb-beleid is een bijzonder goed hulpmiddel voor de uitvoering van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid gebleken. Sinds 2000 verzamelt de Commissie voorbeelden van goede praktijken op uiteenlopende gebieden. Een aantal daarvan zijn gebundeld in het kader van het Europees Handvest voor kleine bedrijven en te raadplegen via de onlinecatalogus op het adres:

http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/charter/gp.

De Europese Ondernemingsprijzen zijn een blijk van erkenning voor uitmuntendheid in het bevorderen van regionaal ondernemerschap en een beloning voor uitzonderlijke initiatieven. Een verzameling van goede praktijken op dit gebied is te vinden op:

http://ec.europa.eu/enterprise/entrepreneurship/smes/awards/download/compendium_2007_en_lowres.pdf.

Deze bijlage bevat een aantal voorbeelden van goede praktijken uit de lidstaten die als inspiratiebron voor de uitvoering van de "Small Business Act" kunnen dienen.

Beginsel 1: | Een klimaat scheppen waarin ondernemers en familiebedrijven kunnen floreren en ondernemerschap beloond wordt |

Impuls-netwerk, Saksen-Anhalt, Duitsland |

website: www.impuls-netzwerk.de |

"Youth Enterprise and Entrepreneurship"-strategie, Wales, Verenigd Koninkrijk |

website: http://www.projectdynamo.co.uk; www.becauseyoucan.com. |

Cap’Ten, be captain of your project, België |

website: www.ichec-pme.be |

Emax – trainingskamp voor jonge ondernemers in Noord-Europa, Zweden |

website: www.emaxevent.com, www.startcentrum.se |

Kinder Business Week, Oostenrijk |

website: www.kinderbusinessweek.at |

Entrepreneurship Days: Emprendemos Juntos – We are all entrepreneurs, Spanje |

website: www.emprendemosjuntos.es |

Ontwikkelen van een ondernemingscultuur onder vrouwen, Roemenië |

website: www.animmc.ro |

Beginsel 2: | Ervoor zorgen dat eerlijke ondernemers die failliet gegaan zijn snel een tweede kans krijgen |

Ontwikkelingsprogramma dat het mkb voorbereidt op een gecontroleerde generatiewisseling, Finland |

website: www.te-keskus.fi, www.yrityssuomi.fi |

Sneller herbeginnen na een faillissement, Denemarken |

website: www.naec.dk |

Ondersteuning voor zelfstandigen en bedrijfseigenaren met problemen, België |

website: www.beci.be |

Beginsel 3: | Bij het opstellen van regels uitgaan van het principe "denk eerst klein" |

Website voor openbare raadpleging "Teeme koos", Estland |

website: www.osale.ee; www.riigikantselei.ee; www.valitsus.ee |

Dienstverlening voor het mkb op lokaal niveau d.m.v. één-loketten, Slovenië |

website: www.japti.si |

Checklist regelgeving, Verenigd Koninkrijk |

website: www.businesslink.gov.uk |

Y4-commissie, Finland |

website: www.y4.fi |

Beginsel 4: | Ervoor zorgen dat overheden openstaan voor de behoeften van het mkb |

E-overheidprogramma van de Belgische sociale sector voor het mkb, België |

website: www.ksz-bcss.fgov.be |

Één-registratieloketten voor ondernemers, Tsjechië |

website: www.mpo.cz |

Één-loketten voor ondernemers, Duitsland |

website: www.one-stop-shop-trier.de |

Ondersteuningscentrum voor economische en financiële verslaglegging door micro-ondernemingen, Frankrijk |

website: www.artifrance.eu |

Informatieportaal voor kleine ondernemingen, Frankrijk |

website: pme.service-public.fr |

CORE - Companies Online Registration Environment, Ierland |

website: www.cro.ie |

Kick-startproject, Malta |

website: www.mcmpgov.mt |

Online bedrijvenloket, Nederland |

website: www.bedrijvenloket.nl |

KSU - nationaal dienstennetwerk voor het mkb, Polen |

website: www.euroinfo.org.pl, www.ksu.parp.gov.pl |

Enterprise online, Portugal |

website: www.portaldaempresa.pt |

Één-loketten voor het mkb (VEM), Slovenië |

website: www.japti.si |

Centraal overheidsportaal, Slowakije |

website: www.telecom.gov.sk |

Salariswebsite voor kleine werkgevers, Finland |

website: www.palkka.fi |

Beginsel 5: | De beleidinstrumenten van de overheid aanpassen aan de behoeften van het mkb: deelname van het mkb aan overheidsopdrachten vergemakkelijken en meer gebruikmaken van de mogelijkheden van staatssteun voor het mkb |

e-aanbestedingsportaal, Luxemburg |

website: http://www.marches.public.lu, http://www.mtp.public.lu |

Beginsel 6: | De toegang van het mkb tot financiering vergemakkelijken en een juridisch en commercieel klimaat scheppen dat tijdige betaling bij handelstransacties bevordert |

Programma voor zaai- en durfkapitaal, Ierland |

website: www.enterprise-ireland.com |

Leningen voor kleine bedrijven met renterestitutie, Cyprus |

website: www.bankofcyprus.com |

Overheidsfonds voor durfkapitaal, Letland |

website: www.lga.lv |

Programma voor microleningen aan vrouwelijke ondernemers en bedrijfseigenaars |

website: www.ipyme.org |

Beginsel 7: | Het mkb helpen om de mogelijkheden van de interne markt beter te benutten |

Portaal voor zakendoen en export, Tsjechië |

website: Businessinfo.cz |

Kennisnetwerk Nederland/Noordrijn-Westfalen INTER-NED, Duitsland |

website: www.inter-ned.info |

Het publiek bewust maken van normalisatie, Litouwen |

website: www.lsd.lt |

CETMOS –— Merkenonderzoek in Midden- en Oost-Europa, Oostenrijk |

website: www.cetmos.eu |

Beginsel 8: | Bijscholing en alle vormen van innovatie in het mkb bevorderen |

Nationale e-business-strategie, Ierland |

website: www.entemp.ie |

Innovatiemanagement, Hongarije |

website: www.chic.hu |

Nationaal innovatiefonds, Bulgarije |

website: www.sme.government.bg |

Initiatief voor technologieclusters, Griekenland |

website: www.htci.gr |

Beginsel 9: | Het mkb in staat stellen in te spelen op uitdagingen op milieugebied |

Een nieuw, milieuvriendelijker proces voor micro-finishing van oppervlakken in de keramische industrie, Italië |

website: http://www.fondovalle.it |

Ecologische belastinghervorming, Estland |

website: www.fin.ee |

EDM – Elektronisch gegevensbeheer in milieu- en afvalbeheer, Oostenrijk |

website: www.lebensministerium.at |

Beginsel 10: | Het mkb steunen en stimuleren om van groeiende markten te profiteren |

Internet Fair, Polen |

website: www.euroinfo.org.pl |

Pipe – programma voor exportbevordering, Spanje |

website: www.portalpipe.com |

Sprint – samenwerken om sterker te staan op de wereldmarkten, Italië |

website: www.sprint-er.it |

[1] "Het communautair Lissabonprogramma uitvoeren – Een modern KMO-beleid voor groei en werkgelegenheid", COM(2005) 551 definitief van 10.11.2005.

[2] http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/charter/docs/charter_nl.pdf

[3] "Het midden- en kleinbedrijf: de sleutel tot meer groei en werkgelegenheid. Tussentijdse evaluatie van het moderne mkb-beleid", COM(2007) 592 definitief van 4.10.2007.

[4] http://ec.europa.eu/enterprise/admin-burdens-reduction/home_en.htm

[5] "Impact Assessment on the SBA", SEC(2008) 2101.

[6] Europese Waarnemingspost voor het mkb 2007. http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/analysis/observatory_en.htm

[7] "Een interne markt voor het Europa van de 21ste eeuw ", COM(2007) 724 definitief van 20.11.2007.

[8] http://ec.europa.eu/enterprise/entrepreneurship/docs/sba_consultation_report_final.pdf

[9] http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/survey/eurobarometer_intro.htm

[10] "Een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor Europa: beginselen, maatregelen en instrumenten", COM(2008) 359 definitief van 17.6.2008.

[11] "Het stigma van een bedrijfsfaillissement overwinnen – een beleid voor een tweede kans - Uitvoering van het Lissabonpartnerschap voor groei en werkgelegenheid", COM(2007) 584 definitief van 5.10.2007.

[12] Verslag van de deskundigengroep "Models to Reduce the Disproportionate Regulatory burden on SMEs", mei 2007.

[13] http://ec.europa.eu/enterprise/entrepreneurship/docs/SME_public_procurement_Summary.pdf

[14] http://www.enterprise-europe-network.ec.europa.eu/

[15] http://ec.europa.eu/solvit/site/index_nl.htm.

[16] Aanbeveling van de Commissie inzake kerncompetenties voor levenslang leren van 18.12.2006.

Top