EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0698

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming {SEC(2007) 1472} {SEC(2007) 1473}

/* COM/2007/0698 def. - COD 2007/0248 */

52007PC0698




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 13.11.2007

COM(2007) 698 definitief

2007/0248 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming

(door de Commissie ingediend){SEC(2007) 1472}{SEC(2007) 1473}

TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

- Motivering en doel van het voorstel

Een van de cruciale elementen van een inclusieve informatiemaatschappij is de zorg voor een hoog niveau van bescherming van consumenten- en gebruikersrechten, inclusief het recht op privacy en de bescherming van gegevens bij elektronische communicatie, waardoor een vlotte ontwikkeling en brede verspreiding van vernieuwende diensten en toepassingen mogelijk wordt. Het EU-kader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten is gebouwd op het uitgangspunt dat een open en concurrerende markt het beste middel is om innovatie en keuzevrijheid voor de gebruikers te bevorderen. Aangezien het echter duidelijk is dat concurrentie alleen wellicht niet volstaat om aan de behoeften van alle burgers te voldoen en de gebruikersrechten te beschermen, wordt de op concurrentie gebaseerde aanpak van het kader aangevuld door specifieke bepalingen ter bescherming van de universele dienstverlening, de gebruikersrechten en de persoonlijke levenssfeer.

Dit voorstel is één van drie wetgevingsvoorstellen ter wijziging van het huidige regelgevingskader. Het onderhavige voorstel voor hervorming van de wetgeving behelst een wijziging van de universeledienstrichtlijn[1] en de richtlijn bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie[2]. Een tweede voorstel ter hervorming van de wetgeving[3] heeft betrekking op de overige drie richtlijnen. Dit wordt aangevuld door een derde wetgevingsvoorstel dat tot doel heeft een Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt (hierna "de Autoriteit" genoemd) op te richten[4]. De drie wetgevingsvoorstellen gaan gepaard met een effectbeoordeling[5] en een mededeling waarin de grote beleidslijnen en de resultaten van de openbare raadpleging worden geschetst[6].

Het huidige voorstel ter hervorming van de wetgeving heeft tot doel het regelgevingskader aan te passen door bepaalde consumenten- en gebruikersrechten te versterken (met name met het oog op een betere toegankelijkheid en de bevordering van een inclusieve informatiemaatschappij) en ervoor te zorgen dat de elektronische communicatie op een betrouwbare en veilige wijze verloopt en een hoog niveau van bescherming van de privacy van de burgers en van de persoonsgegevens waarborgt. Het voorstel houdt geen wijziging in van het huidige toepassingsgebied van de universele dienstverlening in de EU, waarover in 2008 een afzonderlijke raadpleging wordt gehouden. Het voorstel strookt met het programma voor betere regelgeving van de Commissie dat ervoor moet zorgen dat wetgevingsmaatregelen in verhouding staan tot de nagestreefde politieke doelstellingen. Het maakt deel uit van de algemene strategie van de Commissie om de interne markt te versterken en te voltooien.

Meer bepaald heeft het onderhavige voorstel twee doelstellingen:

1. een versterking en verbetering van de consumentenbescherming en gebruikersrechten in de sector van de elektronische communicatie door, onder meer, de consumenten meer informatie te verstrekken over tarieven en leveringsvoorwaarden en door de toegang tot en het gebruik van elektronische communicatie, inclusief nooddiensten, voor gebruikers met een handicap te vergemakkelijken;

2. een versterking van de bescherming van privacy en persoonsgegevens van natuurlijke personen in de elektronische-communicatiesector, met name door een versterking van de beveiligingsvoorschriften en de invoering van betere handhavingsmechanismen.

- Algemene context

Als onderdeel van de vernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid heeft de Commissie in juni 2005 een nieuwe strategie voorgesteld, het i2010-initiatief (een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid) waarmee de grondslagen werden gelegd voor een alomvattend beleid ter bevordering van een open en concurrerende digitale economie. De totstandbrenging van een Interne Europese Informatieruimte, één van de voornaamste pijlers van het i2010-initiatief, omvat de hervorming van het regelgevingskader als een van de voornaamste uitdagingen, met een bijzondere nadruk op de veiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens. Voorts is een toereikend niveau van universele dienstverlening cruciaal om een inclusieve informatiemaatschappij tot stand te brengen.

Overeenkomstig de beginselen van betere regelgeving voorziet het regelgvingskader in een periodieke herziening die ervoor moet zorgen dat gelijke tred wordt gehouden met de technologische en marktontwikkelingen. Op 29 juni 2006 heeft de Commissie een verslag ingediend[7] bij het Europees Parlement en de Raad over de werking van het regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. In dit verslag werd opgemerkt dat het kader belangrijke voordelen heeft opgeleverd voor burgers, consumenten en bedrijven in termen van keuzevrijheid, lagere prijzen en meer innovatie, maar dat er nog ruimte was voor verbetering op het gebied van consumentenbescherming en veiligheid, dit om te waarborgen dat de regelgeving gelijke tred houdt met de technologische ontwikkelingen en doeltreffend blijft in het komende decennium.

- Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Met dit voorstel wordt beoogd twee richtlijnen te wijzigen: de universeledienstrichtlijn en de richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie.

- Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

In de universeledienstrichtlijn worden sectorspecifieke maatregelen behandeld ter aanvulling van de bestaande EU-wetgeving inzake consumentenbescherming. De richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie is een aanvulling op Richtlijn 95/46/EG betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, meer bepaald door de invoering van specifieke bepalingen voor de sector elektronische communicatie.

2. RAADPLEGING VAN BETROKKEN PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

- Raadpleging van betrokken partijen

Wijze van raadpleging, belangrijkste betrokken sectoren en algemeen profiel van de respondenten

De diensten van de Commissie hebben eind 2005 een raadpleging in twee fasen opgestart. De eerste fase omvatte een uitnodiging tot het indienen van standpunten en een publieke hoorzitting waaraan werd deelgenomen door meer dan 440 deelnemers (januari 2006) en waarbij ongeveer 160 reacties werden ingediend. In deze eerste fase konden de belanghebbenden hun mening geven over algemene onderwerpen die verband houden met de regelgeving voor de elektronische-communicatiesector. Met deze meningen werd rekening gehouden bij de voorbereiding van de Mededeling van de Commissie van 29 juni 2006 inzake de herziening[8], het begeleidend werkdocument van de Commissiediensten en de effectbeoordeling. Met de publicatie van deze documenten werd een tweede fase van de openbare raadpleging ingeleid die tot oktober 2006 liep. In oktober 2006 werd een openbare workshop gehouden waarop belanghebbenden hun mening konden geven over de raadplegingsdocumenten. Er kwamen 224 reacties binnen afkomstig van zeer uiteenlopende partijen, zowel van binnen als buiten de EU. 52 brancheorganisaties, 12 vakbondsverenigingen en 15 consumentenverenigingen hebben schriftelijk opmerkingen ingediend evenals 18 lidstaten en de Europese groep van regelgevende instanties (ERG).

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden

In het algemeen werden de voorstellen op het gebied van de universele dienstverlening ondersteund door de consumentenverenigingen, de ERG en de meeste lidstaten. De aanbieders van de elektronische-communicatiediensten zijn doorgaans meer te vinden voor een zelfregulerings- of medereguleringsaanpak. Dat geldt met name voor de verbetering van de transparantie van de tarieven en het vergemakkelijken van het gebruik van elektronische-communicatiediensten en -apparatuur en van de toegang tot nooddiensten voor gebruikers met een handicap.

Wat de voorstellen betreft om de beveiligingsvoorschriften van de richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie te versterken, toonden de respondenten brede steun voor de algemene doelstellingen, maar waren er meer twijfels over de middelen die werden voorgesteld om deze doelstellingen te bereiken. In het algemeen ondersteunen de lidstaten met enig voorbehoud de Commissievoorstellen en zijn ook de consumentenorganisaties positief, terwijl de gegevensbeschermingsautoriteiten van oordeel zijn dat bedoelde voorstellen niet altijd ver genoeg gaan. De bedrijfssector daarentegen is meer voorstander van alternatieve benaderingen, los van interventie door de regelgever. In het onderhavige voorstel is rekening gehouden met de resultaten van de openbare raadpleging.

- Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden

De studie "Preparing the next steps in regulation of electronic communications — a contribution to the review of the electronic communications regulatory framework" (Hogan & Hartson, Analysys), 2006

Samenvatting van de ontvangen en gebruikte adviezen

Deze studie bevestigt de degelijkheid van het regelgevingskader, de doelstellingen daarvan en de algemene aanpak. Wel wordt gewezen op de noodzaak van een aantal aanpassingen op bepaalde gebieden.

In de studie werden de maatregelen ter beveiliging van de gebruikersrechten, de persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid van on-line-communicatie bestudeerd. Er wordt een reeks aanbevelingen voor wijzigingen gedaan, inclusief maatregelen ter verbetering van de transparantie en publicatie van informatie voor eindgebruikers, de invoering van een meldingsplicht bij inbreuken op de beveiliging van het netwerk overeenkomstig de richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie en het expliciete recht voor nationale autoriteiten om richtsnoeren met het oog op de beveiliging op te stellen.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek

De studie is beschikbaar op:

http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/library/ext_studies/index_en.htm#2006

- Effectbeoordeling

In het verslag over de effectbeoordeling van juni 2006 werd een eerste analyse gegeven van een uitgebreide reeks van beleidsopties. Deze analyse werd naar aanleiding van de openbare raadpleging nog verfijnd. De tweede effectbeoordeling die samen met het huidige voorstel werd bekendgemaakt, is gericht op een meer specifieke reeks opties voor die voorstellen welke de meest verstrekkende gevolgen hebben.

De groepen die het meest te maken krijgen met de voorgestelde wijzigingen zijn bedrijven, overheidsinstanties, burgers en de Europese maatschappij als geheel, die alle gebruik maken van elektronische communicatie. Deze groep belanghebbenden is niet homogeen en de leden ervan hebben vaak onderling strijdige belangen. De voornaamste belanghebbenden die de gevolgen zullen ondervinden van deze voorstellen zijn de aanbieders van elektronische-communicatiediensten, de netwerkexploitanten en de nationale regelgevende instanties (NRI's).

De effectbeoordeling is beschikbaar op: http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/library/public_consult/index_en.htm#communication_review

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

- Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

Het voorstel heeft tot doel de universeledienstrichtlijn en de richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie te wijzigen.

De voornaamste voorgestelde wijzigingen van de universeledienstrichtlijn zijn:

- betere transparantie en publicatie van informatie voor eindgebruikers;

- gemakkelijker gebruik en toegang tot elektronische communicatie voor gebruikers met een handicap;

- een vlottere overstap op alternatieve dienstenleveranciers door, onder meer, een versterking van de bepalingen inzake nummerportabiliteit (overdraagbaarheid);

- betere verplichtingen inzake nooddiensten;

- waarborgen van basisconnectiviteit en kwaliteit van de dienstverlening; en

- modernisering van specifieke bepalingen van de richtlijn om ze aan te passen aan de technologische en marktontwikkelingen, inclusief het schrappen van een aantal verouderde of achterhaalde bepalingen.

De voornaamste voorgestelde wijzigingen van de richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie zijn:

- invoeren van een meldingsplicht bij inbreuken op de beveiliging van het netwerk, resulterend in het verlies of de compromittering van persoonsgegevens;

- versterking van tenuitvoerleggingsbepalingen met betrekking tot de netwerk- en informatiebeveiliging, aan te nemen in overleg met de Autoriteit;

- versterking van tenuitvoerleggings- en handhavingsmaatregelen om te waarborgen dat op lidstaatniveau voldoende maatregelen ter bestrijding van spam beschikbaar zijn;

- verduidelijking van het feit dat de richtlijn ook van toepassing is op openbare communicatienetwerken die gegevensverzamelings- en identificatiesystemen ondersteunen (inclusief contactloze systemen zoals RFI-chips (Radio Frequency Identification));

- modernisering van bepaalde bepalingen die verouderd zijn geworden, inclusief het schrappen van een aantal verouderde of achterhaalde bepalingen.

- Rechtsgrondslag

Artikel 95 van het EG-Verdrag.

- Subsidiariteitsbeginsel

De voorgestelde maatregel houdt een wijziging in van het bestaande EU-regelgevingskader en heeft derhalve betrekking op een gebied waarop de Gemeenschap reeds haar bevoegdheid uitoefent. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5 van het EG-Verdrag. Het regelgevend model voor het kader is gebaseerd op het beginsel van gedecentraliseerde regulering in de lidstaten waarbij de nationale autoriteiten, op basis van een gemeenschappelijke reeks beginselen en procedures, verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de nationale markten.

- Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat een minimumniveau van harmonisatie wordt voorgesteld, terwijl de vaststelling van de tenuitvoerleggingsmaatregelen wordt overgelaten aan de lidstaten of de nationale regelgevende instanties. Wanneer een hoger niveau van harmonisatie vereist is, kan de Commissie gedetailleerde technische tenuitvoerleggingsmaatregelen vaststellen. Deze aanpak maakt het voor regelgeving ex ante mogelijk voldoende flexibel te zijn om te reageren op aan de gang zijnde technologische en marktontwikkelingen in de sector met inachtneming van de door de wetgever vastgelegde doelstellingen en beginselen.

De voorgestelde wijzigingen gaan niet verder dan wat nodig is om een betere regelgeving van de sector en een hoog niveau van bescherming van de gebruikersrechten tot stand te brengen. Ze komen overeen met het evenredigheidsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5 van het EG-Verdrag.

- Keuze van instrumenten

Voorgesteld instrument: richtlijn.

Andere middelen zouden niet adequaat zijn omdat met dit voorstel wordt beoogd twee bestaande richtlijnen te wijzigen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. AANVULLENDE INFORMATIE

- Vereenvoudiging

Dit voorstel zal de administratieve procedures voor overheidsinstanties vereenvoudigen door de intrekking van bepaalde verouderde bepalingen, zoals de verplichting om een minimumpakket van huurlijndiensten aan te bieden en andere verplichtingen krachtens het vorige kader (tarieven voor eindgebruikers, carrierkeuze en carriervoorkeuze). Andere vereenvoudigingen komen ten bate van de nationale regelgevende instanties, die niet langer informatie moeten verstrekken over de controle op de eindgebruikerstarieven en de door de betrokken ondernemingen gehanteerde kostentoerekeningssystemen.

Ook wordt voorgesteld een aantal achterhaalde bepalingen in te trekken, met inbegrip van bijvoorbeeld de overgangsmaatregelen die de overgang moeten vergemakkelijken van het oude kader van 1998 naar het kader van 2002.

Het voorstel is opgenomen in het doorlopend programma van de Commissie voor de modernisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire en in het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie, onder referentie 2007/INFSO/001.

- Intrekking van bestaande wetgeving

Vaststelling van het voorstel houdt intrekking in van Besluit 2003/548/EG van de Commissie van 24 juli 2003 inzake het minimumpakket van huurlijnen met geharmoniseerde kenmerken en de bijbehorende normen als bedoeld in artikel 18 van Richtlijn 2002/22/EG (universeledienstrichtlijn)[9].

- Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling

De te wijzigen richtlijnen omvatten reeds een clausule inzake periodieke herziening.

- Concordantietabel

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de nationale bepalingen tot omzetting van de richtlijn mee, alsmede een concordantietabel die het verband weergeeft tussen die bepalingen en deze richtlijn.

- Europese economische ruimte

De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

- Nadere toelichting bij het voorstel

Artikel 1: wijziging van de Universeledienstrichtlijn

Met de voorgestelde wijzigingen wordt het volgende beoogd:

Transparantie en bekendmaking van informatie aan de gebruikers

In artikel 21, leden 2 t/m 6: het doel is de tarieftransparantie ten gunste van de consument te vergroten door de aanbieders van elektronische-communicatiediensten de verplichting op te leggen vergelijkbare, toereikende en actuele informatie te publiceren in een gemakkelijk toegankelijke vorm (lid 2) en derden toe te staan publiek beschikbare tarieven te gebruiken (bv. met het doel interactieve gidsen te verkopen of beschikbaar te stellen), alsmede nationale regelgevende instanties toe te staan dergelijke gidsen beschikbaar te stellen wanneer zij niet door de markt worden geleverd (lid 3). De NRI's krijgen de bevoegdheid om van de exploitanten een grotere tarieftransparantie te eisen (lid 4), alsmede duidelijke informatie over eventuele beperkingen op de toegang tot alle types inhoud en toepassingen (lid 5). De mogelijkheid voor de Commissie om tenuitvoerleggingsmaatregelen te treffen is bedoeld om, waar nodig, een minimumniveau van harmonisatie op dit gebied te waarborgen (lid 6).

Vergemakkelijking van het gebruik van en toegang tot elektronische communicatie voor eindgebruikers met een handicap

In artikel 7: dit vervangt de mogelijkheid voor de lidstaten om specifieke maatregelen voor gebruikers met een handicap te nemen, door een uitdrukkelijke verplichting om dat te doen.

In artikel 22: dit breidt de bevoegdheid van NRI's om van aanbieders van elektronische-communicatiediensten te eisen dat zij voor de eindgebruikers informatie over de kwaliteit van hun diensten publiceren, uit tot gelijkwaardige toegang voor eindgebruikers met een handicap.

In artikel 26, lid 4: hierbij wordt aan de lidstaten de verplichting opgelegd om, met het oog op de verwezenlijking van volledig inclusieve elektronische communicatie, te waarborgen dat noodhulpdiensten toegankelijk zijn voor eindgebruikers met een handicap.

In artikel 33: hierbij wordt een communautair mechanisme ingevoerd om eToegankelijkheidskwesties aan te pakken teneinde te waarborgen dat elektronische-communicatiediensten net zo toegankelijk zijn voor gebruikers met een handicap als voor andere eindgebruikers (lid 4). Krachtens lid 3 moeten de lidstaten de Autoriteit informatie verstrekken over de door hen genomen maatregelen en de geboekte vooruitgang op het gebied van eToegankelijkheid.

Versterking van de locatie-informatieverplichtingen bij noodhulpdiensten

In artikel 26: dit moderniseert de richtlijn om rekening te houden met de technologische en -marktontwikkelingen teneinde te waarborgen dat gebruikers van een dienst die uitgaande gesprekken aanbiedt in staat zijn de noodhulpdiensten te bereiken (lid 2) en teneinde de verplichting te versterken informatie te verstrekken aan de instantie die de noodsituatie behandelt (lid 5). De mogelijkheid voor de Commissie, krachtens lid 7, om tenuitvoerleggingsmaatregelen te treffen is bedoeld om waar passend een minimumniveau van harmonisatie op dit gebied te waarborgen.

Basistoegang en kwaliteit van de dienst ("netneutraliteit en vrijheden")

In artikel 20, lid 5: hierbij wordt voorzien in een transparantiemechanisme betreffende eventuele beperkingen van de keuze van wettelijke inhoud en/of toepassingen door de eindgebruiker teneinde die eindgebruiker in staat te stellen een geïnformeerde keuze van diensten te maken en zo ten volle te profiteren van de voordelen van technologische ontwikkelingen in de informatiemaatschappij.

In artikel 22: hierbij wordt de nationale regelgevende instanties de bevoegdheid verleend om een daling van de kwaliteit van de dienstverlening te voorkomen door minimumkwaliteitsniveaus vast te stellen voor netwerktransmissiediensten voor eindgebruikers. De mogelijkheid voor de Commissie om tenuitvoerleggingsmaatregelen te treffen is bedoeld om waar passend een minimumniveau van harmonisatie op dit gebied te waarborgen (lid 3).

Andere consumenten- en gebruikersrechten

In artikel 9: dit maakt het voor nationale regelgevende instanties mogelijk om, wanneer geen onderneming als een universeledienstverlener is aangewezen, de tarieven voor eindgebruikers te monitoren en verduidelijkt de werkingssfeer van speciale tariefopties. In lid 3 is een criterium betreffende handicaps toegevoegd.

In artikel 20, lid 2, onder h): dit strekt ertoe te waarborgen dat consumentencontracten een minimum aan informatie verstrekken betreffende de veiligheid van de elektronische-communicatiediensten.

In artikel 20, lid 4: dit waarborgt dat de consumenten er door hun leverancier van elektronische-communicatiediensten over worden geïnformeerd of toegang tot noodhulpdiensten al dan niet wordt aangeboden.

In artikel 20, lid 6: dit waarborgt dat de eindgebruikers alvorens een contract wordt gesloten (en op gezette tijden daarna) duidelijk worden geïnformeerd over hun verplichtingen met betrekking tot auteursrechten en verwante rechten, alsook over de meest gebruikelijke inbreuken en de juridische gevolgen daarvan. Dit is onverminderd de bepalingen van Richtlijn 2000/31/EG betreffende elektronische handel[10].

In artikel 27, lid 2 en 3: dit heeft tot doel de ontwikkeling van de Europese telefoonnummerruimte (ETNS) te bevorderen, wat de ontwikkeling van pan-Europese diensten mogelijk maakt.

In artikel 28, lid 1 en 2: dit heeft ten doel de toegang tot grensoverschrijdende diensten te bevorderen en zo bij te dragen tot de voltooiing van de interne markt voor burgers en ondernemingen.

In artikel 30: om te waarborgen dat de consument ten volle kan profiteren van nummerportabiliteit, wordt het recht op nummerportabiliteit niet langer beperkt tot de openbare telefoondiensten, maar is het in de plaats daarvan verbonden met het recht op nummers in het kader van de nationale nummerplannen. Voorts wordt de maximumtermijn voor het daadwerkelijk overdragen van nummers beperkt tot één werkdag. Bij lid 4 wordt een procedure ingevoerd om aanpassingen aan toekomstige technologische ontwikkelingen mogelijk te maken. Dit wordt aangevuld met amendementen op bijlage I, deel C. Voorts moeten de nationale regelgevende instanties ervoor zorgen dat consumenten er niet van worden afgeschrikt van dienstenleverancier te veranderen wanneer dat in hun voordeel is.

In artikel 31: om te waarborgen dat de doorgifteverplichtingen evenredig zijn en zijn aangepast aan de technologische- en marktontwikkelingen, wordt hierbij de verplichting van de lidstaten versterkt om ze te evalueren en te rechtvaardigen.

In artikel 33: de nieuwe alinea heeft ten doel te waarborgen dat in het besluitvormingsproces van de nationale regelgevende instanties naar behoren rekening wordt gehouden met de belangen van de consument.

Technische aanpassing van formuleringen in de richtlijn

In artikel 1, lid 1: dit weerspiegelt het feit dat bepaalde aspecten met betrekking tot eindapparatuur onder het kader vallen. Dit strookt met de bepalingen betreffende toegang tot en gebruik van elektronische communicatie, inclusief eindapparatuur, voor gebruikers met een handicap.

In artikel 2, onder c): hierbij wordt de definitie van openbare telefoondienst verduidelijkt. Dit is in overeenstemming met de wijziging van artikel 26, aangezien de verplichting betreffende noodhulpdiensten uitsluitend aan bepaalde aanbieders van diensten wordt opgelegd. Voorts wordt verduidelijkt dat, wanneer toegang tot noodhulpdiensten verplicht is gesteld, de gebruikers kosteloos en zonder gebruik te maken van een betaalmiddel het "112"-nummer moeten kunnen bellen.

In artikel 4: dit behelst een technische aanpassing van de formulering van universele dienst door toegang te scheiden van de levering van elektronische-communicatiediensten. Dit houdt geen beperking in van de werkingssfeer en de levering van een universele dienst aan consumenten en eindgebruikers.

In artikel 8, lid 3: dit maakt het voor nationale regelgevende instanties mogelijk om de effecten te evalueren van het afstoten, door de aanbieder van de universele dienst, van een netwerk voor locale toegang naar een afzonderlijke juridische entiteit.

In artikel 23: deze wijziging is in overeenstemming met de invoering van een specifiek veiligheidshoofdstuk in Kaderrichtlijn 2002/21/EG.

In artikel 26, lid 1: deze wijziging strookt met de wijziging van artikel 2, onder c).

In artikel 37: de comitéprocedure is geactualiseerd teneinde rekening te houden met de wijziging van Besluit 1999/468/EG.

De volgende bepalingen worden gewijzigd om ze aan te passen aan de technologische en -marktontwikkelingen:

- artikel 20, lid 2 en 3

- artikel 25

- artikel 27, lid 1 en 2

- artikel 29

- artikel 34

- Bijlagen I, II en III.[11]

Intrekking van verouderde of achterhaalde bepalingen

In artikel 1, lid 2: de verwijzing naar de eindgebruikersbepaling inzake huurlijnen is achterhaald en wordt dus geschrapt (zie de wijziging van artikel 18 verderop).

In artikel 2, onder b): de definitie wordt geschrapt aangezien ze overbodig is geworden.

Artikel 16 wordt geschrapt aangezien het aan de lidstaten opgelegde verplichtingen betrof om de overgang van het regelgevingspakket van 1998 naar het kader van 2002 te vergemakkelijken, wat nu verouderd is.

Artikel 17, lid 3, wordt geschrapt omdat het redundant is. Deze informatie wordt door de nationale regelgevende instanties aan de Commissie verstrekt overeenkomstig de "procedure van artikel 7". Bovendien heeft de Commissie de bevoegdheid om met redenen omklede verzoeken om informatie tot de nationale regelgevende instanties te richten (artikel 5, lid 2, van Kaderrichtlijn 2002/21/EG).

Artikel 18 is geschrapt aangezien het niet langer noodzakelijk is om een minimumpakket van huurlijnen aan te bieden. Deze verplichting was gerechtvaardigd op het tijdstip van inwerkingtreding van het kader van 2002 aangezien de markt toen nog niet concurrerend genoeg was. Deze wijziging maakt ook de schrapping van bijlage VII noodzakelijk, alsook een kleine aanpassing van artikel 35.

Artikel 19 wordt geschrapt omdat het redundant is. Het was opgenomen in de universeledienstrichtlijn om de overgang van het regelgevingspakket van 1998 naar het kader van 2002 te vergemakkelijken. Carrierkeuze en carriervoorkeuze kunnen door de nationale regelgevende instanties als verplichting worden opgelegd aan exploitanten met aanmerkelijke marktmacht. Dergelijke toegangsverplichtingen worden op een betere manier geregeld via Toegangsrichtlijn 2002/19/EG.

Artikel 2: wijziging van de richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie

Met de voorgestelde wijzigingen wordt het volgende beoogd:

Kennisgeving van inbreuken op de beveiliging door netwerkexploitanten en aanbieders van internetdiensten

In artikel 4, lid 3: hierdoor wordt gewaarborgd dat eindgebruikers in kennis worden gesteld van inbreuken op de beveiliging die resulteren in het verlies of de compromittering van hun persoonsgegevens, en tevens worden geïnformeerd over beschikbare/aan te raden voorzorgen die zij kunnen nemen om eventuele economische verliezen of sociale schade te gevolge van inbreuken op de beveiliging te minimaliseren.

In artikel 4, lid 4: dit waarborgt een minimumniveau van transparantie, meer bepaald door de Commissie de mogelijkheid te bieden om, waar passend en uitgaande van door de Autoriteit verstrekt deskundigenadvies, technische tenuitvoerleggingsmaatregelen op het gebied van de beveiliging en de melding van inbreuken daarop vast te stellen.

Betere handhavingsmechanismen

In artikel 13, lid 6: hierbij wordt de mogelijkheid ingevoerd, met name voor de aanbieders van internetdiensten, om juridische actie in te leiden tegen spammers, wat een belangrijk instrument moet worden in de strijd tegen ongewenste commerciële communicatie in Europa.

In artikel 15 bis: hierdoor worden de momenteel bestaande tenuitvoerleggings- en handhavingsmechanismen versterkt teneinde het voor de bevoegde autoriteiten mogelijk te maken op doeltreffende wijze op te treden tegen inbreuken. Om geharmoniseerde voorwaarden te waarborgen voor het aanbieden van diensten waaraan grensoverschrijdende datastromen te pas komen, krijgt de Commissie de bevoegdheid om op dit gebied technische tenuitvoerleggingsmaatregelen te treffen, uitgaande van door de Autoriteit verstrekt deskundigenadvies.

Technische aanpassing van formuleringen in de richtlijn

In artikel 2, onder e): hierbij wordt de definitie van "oproep" aangepast teneinde de consistentie van het gehele regelgevingskader te waarborgen.

In artikel 3, lid 1: dit maakt duidelijk dat de richtlijn geldt voor openbare communicatienetwerken die gegevensverzamelings- en identificatiesystemen ondersteunen (inclusief contactloze systemen zoals RFI-chips).

In artikel 5, lid 3: dit moet waarborgen dat het gebruik van "spyware" en andere kwaadaardige software verboden blijft krachtens de EG-wetgeving, ongeacht de gehanteerde methode voor de aflevering en installatie ervan op de apparatuur van de eindgebruiker (distributie via downloads van het internet of via externe gegevensopslagmedia zoals cd-ROM's, USB-sticks, flash drives, enz.).

In artikel 14 bis: hierbij wordt een standaardbepaling inzake de comitologieprocedure ingevoerd.

Intrekking van verouderde of achterhaalde bepalingen

Lid 2 en lid 3 van artikel 3 worden geschrapt als achterhaald. Gezien de technologische vooruitgang zal de mogelijkheid af te wijken van het bepaalde in gevallen waarin het aanbieden van de dienst technisch onhaalbaar is of onevenredig veel economische middelen vergt, achterhaald zijn op het moment dat deze wijziging in werking treedt.

Artikel 3: Wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming

Betreffende de bescherming van de consument tegen ongevraagde commerciële communicatie (spam); dit wijzigt Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming)[12] met het oog op de versterking van de grensoverschrijdende samenwerking en handhaving overeenkomstig het bestaande communautaire mechanisme als neergelegd bij deze verordening.

2007/0248 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARELEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie[13],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[14],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[15],

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming[16],

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[17],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De functionering van de vijf richtlijnen die het huidige regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten vormen, namelijk Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn)[18], Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn)[19], Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn)[20], Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn)[21] en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (Richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie)[22], is onderworpen aan een periodieke evaluatie door de Commissie, met name om te bepalen of wijzigingen nodig zijn in het licht van technologische en marktontwikkelingen.

(2) In dat verband heeft de Commissie verslag uitgebracht over haar bevindingen in haar mededeling aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 juni 2006 over de herziening van het regelgevingskader van de EU voor elektronische communicatienetwerken en -diensten.

(3) De hervorming van het EU-regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, met inbegrip van de versterking van de voorschriften met betrekking tot gebruikers met een handicap, is een belangrijke stap voorwaarts op weg naar de totstandbrenging van een interne Europese informatieruimte en tegelijk een inclusieve informatiemaatschappij. Deze doelstellingen zijn opgenomen in het strategische kader voor de ontwikkeling van een informatiemaatschappij als omschreven in de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's met als titel "i2010 — Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid".

(4) Met het oog op de duidelijkheid en de eenvoud heeft deze richtlijn uitsluitend betrekking op de wijziging van Richtlijn 2002/22/EG en Richtlijn 2002/58/EG.

(5) Bepaalde definities moeten worden aangepast om ze in overeenstemming te brengen met het beginsel van technologische neutraliteit en gelijke tred te houden met de technologische ontwikkeling. Meer bepaald moeten de voorwaarden voor de levering van een dienst worden gescheiden van de feitelijke definitie van een openbare telefoondienst, d.w.z. een voor het publiek beschikbare dienst voor het initiëren en ontvangen, direct dan wel indirect via carrierkeuze of -voorkeuze of wederverkoop, van nationale en/of internationale oproepen met behulp van een nummer of een aantal nummers in een nationaal of internationaal nummerplan. Een dienst die niet aan al deze voorwaarden voldoet, is geen openbare telefoondienst.

(6) Het is nodig de toepassing van bepaalde voorschriften te verduidelijken om rekening te houden met situaties waarin een dienstverlener door een andere onderneming geleverde openbare telefoondiensten wederverkoopt of van een nieuwe merknaam voorziet.

(7) Ten gevolge van technologische en marktontwikkelingen maken de netwerken steeds meer gebruik van de "Internet Protocol"-technologie (IP) en kunnen de consumenten steeds meer kiezen tussen een reeks concurrerende leveranciers van spraakdiensten. Het moet voor de lidstaten daarom mogelijk zijn om universeledienstverplichtingen in verband met het leveren van een verbinding met het openbare communicatienetwerk op een vaste locatie te scheiden van de levering van een openbare telefoondienst (inclusief oproepen naar noodhulpdiensten via het "112"-nummer). Een dergelijke scheiding mag geen effect hebben op de werkingssfeer van de op communautair niveau vastgestelde en herziene universeledienstverplichtingen. De lidstaten die andere nationale alarmnummers gebruiken naast het "112"-nummer mogen aan ondernemingen dezelfde verplichtingen voor toegang tot deze nationale alarmnummers opleggen.

(8) De nationale regelgevende instanties moeten in staat zijn de evolutie en het niveau van de tarieven voor eindgebruikers voor diensten die binnen de werkingssfeer van de universeledienstverplichtingen vallen te monitoren, zelfs wanneer een lidstaat nog geen onderneming heeft aangewezen die deze universele dienst moeten leveren.

(9) Overbodige verplichtingen, bedoeld om de overgang van het oude regelgevingskader van 1998 naar het nieuwe van 2002 te vergemakkelijken, moeten worden geschrapt, samen met andere bepalingen die bij Richtlijn 2002/21/EG vastgestelde bepalingen overlappen en verdubbelen.

(10) De eis om een minimumpakket van huurlijnen op eindgebruikersniveau aan te bieden, die noodzakelijk was om de continue toepassing te waarborgen van de bepalingen van het regelgevingskader van 1998 op het gebied van huurlijnen, waarop nog onvoldoende mededinging was toen het 2002-kader in werking trad, is niet langer noodzakelijk en kan dus worden geschrapt.

(11) Carrierkeuze en -voorkeuze op directe wijze via communautaire wetgeving blijven opleggen kan de technologische vooruitgang belemmeren. Dergelijke maatregelen moeten veeleer door de nationale regelgevende instanties worden opgelegd als resultaat van marktanalyses overeenkomstig de procedures van Richtlijn 2002/21/EG.

(12) De aanbieders van elektronische-communicatiediensten moeten ervoor zorgen dat hun klanten er op adequate wijze over worden geïnformeerd of toegang tot noodhulpdiensten al dan niet inbegrepen is, en worden voorzien van duidelijke en transparante informatie in het initiële klantencontract en op gezette tijden daarna, bijvoorbeeld in de gespecificeerde rekeningen voor de klant. De klanten moeten ook goed geïnformeerd worden over maatregelen die de aanbieder van de elektronische-communicatiediensten kan treffen in reactie op beveiligings- of integriteitsincidenten aangezien dergelijke maatregelen een direct of indirect effect kunnen hebben op de gegevens van de klant, zijn privacy of andere aspecten van de geleverde dienst.

(13) Het recht van abonnees om zich zonder boete uit hun contract terug te kunnen trekken, heeft betrekking op wijzigingen van de contractuele voorwaarden die door de leveranciers van de elektronische-communicatienetwerken en/of -diensten worden opgelegd.

(14) Een concurrerende markt moet waarborgen dat eindgebruikers toegang kunnen krijgen tot alle wettelijke inhoud, dergelijke inhoud kunnen verspreiden en alle wettelijke toepassingen en/of diensten van hun keuze kunnen gebruiken, zoals gesteld in artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG. Gezien het toenemende belang van elektronische communicatie voor consumenten en ondernemingen moeten de gebruikers in ieder geval volledig worden geïnformeerd over alle beperkingen en/of begrenzingen die door de aanbieder van de diensten en/of de exploitant van het netwerk op het gebruik van de elektronische-communicatiediensten wordt opgelegd. Wanneer er geen effectieve mededinging is, moeten de nationale regelgevende instanties de voorzieningen gebruiken waarover zij overeenkomstig Richtlijn 2002/19/EG beschikken om ervoor te zorgen dat de toegang van gebruikers tot bepaalde soorten inhoud niet op onredelijke wijze wordt beperkt.

(15) De beschikbaarheid van transparante, actuele en vergelijkbare tarieven is een cruciaal element voor consumenten op concurrerende markten waar verscheidene dienstverleners hun diensten aanbieden. De gebruikers van elektronische-communicatiediensten moeten in staat zijn gemakkelijk de prijzen van de diverse op de markt aangeboden diensten te vergelijken, gebaseerd op tariefinformatie die in een gemakkelijk toegankelijke vorm bekend wordt gemaakt. Om hen in staat te stellen gemakkelijk de prijzen te vergelijken, moeten de nationale regelgevende instanties over de bevoegdheid beschikken om van de aanbieders van diensten een grotere tarieftransparantie te eisen en ervoor te zorgen dat derden het recht krijgen om kosteloos de publiek beschikbare tarieven te gebruiken welke door de ondernemingen die elektronische-communicatiediensten aanbieden bekend zijn gemaakt. Zij moeten ook tariefgidsen beschikbaar stellen wanneer de markt die niet levert. De aanbieders van diensten hebben geen recht op vergoeding voor dergelijk gebruik van tarieven die al bekend zijn gemaakt en aldus tot het publieke domein behoren. Bovendien moeten de gebruikers op toereikende wijze worden geïnformeerd over de relevante prijs of het type van de aangeboden dienst alvorens zij een dienst aankopen, met name als een freephone-nummer gepaard gaat met extra kosten. De Commissie moet in staat zijn technische tenuitvoerleggingsmaatregelen vast te stellen om te waarborgen dat de eindgebruikers profiteren van een samenhangende aanpak met het oog op tarieftransparantie in de Gemeenschap.

(16) Een concurrerende markt moet de kwaliteit van de door de gebruikers gevraagde dienstverlening waarborgen, maar in bijzondere gevallen moet er eventueel over worden gewaakt dat openbare communicatienetwerken aan minimumkwaliteitsniveaus voldoen teneinde achteruitgang van de dienstverlening, blokkering van de toegang en vertraging van het verkeer over de netwerken te voorkomen. Meer in het bijzonder moet de Commissie over de mogelijkheid beschikken om tenuitvoerleggingsmaatregelen te nemen teneinde de door de nationale regelgevende instanties te gebruiken kwaliteitsnormen vast te leggen.

(17) In het geval van toekomstige IP-netwerken waarbij de levering van diensten kan worden gescheiden van de levering van het netwerk, moeten de lidstaten de meest geschikte maatregelen kunnen bepalen om de beschikbaarheid van openbare telefoondiensten te waarborgen met gebruikmaking van openbare communicatienetwerken en de garantie van ononderbroken toegang tot noodhulpdiensten in gevallen waarbij het elektriciteitsnetwerk uitvalt of in geval van overmacht.

(18) Telefonische-assistentiediensten hebben betrekking op een groot aantal verschillende diensten voor eindgebruikers. Welke diensten in dat verband worden aangeboden wordt bepaald via onderhandelingen tussen de aanbieders van openbare communicatienetwerken en telefonische-assistentiediensten, zoals het geval is voor alle gebruikersondersteuningsdiensten, en het is bijgevolg niet nodig de levering van dergelijke diensten verplicht te stellen. De desbetreffende bepaling moet dus worden geschrapt.

(19) Eindgebruikers moeten toegang hebben tot de aangeboden noodhulpdiensten met gebruikmaking van ongeacht welke telefoondienst waarmee spraaktelefonie kan worden geïnitieerd via een nummer of via nummers in de nationale of internationale telefoonnummerplannen. De instantie die de noodsituatie behandelt moet "112"-oproepen minimaal even snel en efficiënt kunnen beantwoorden en behandelen als oproepen naar andere nationale alarmnummers. Het is belangrijk het bewustzijn betreffende het bestaan van het "112"-nummer te vergroten teneinde het niveau van bescherming en veiligheid van burgers die reizen in de Europese Unie te versterken. Te dien einde moet aan de burger duidelijk worden gemaakt dat het "112"-nummer bij reizen in alle lidstaten als een uniform alarmnummer kan worden gebruikt; dit moet met name gebeuren via informatie die wordt verstrekt in internationale busterminals, treinstations, havens of luchthavens en in telefoongidsen, telefooncellen, abonnementsdocumenten en afrekeningen. Om de burger binnen de Europese Unie beter te beschermen, moet de verplichting worden versterkt om informatie over de locatie van de oproeper ter beschikking te stellen. Met name moeten de dienstenleveranciers informatie over de locatie van de oproeper op een "push"-wijze ter beschikking stellen van noodhulpdiensten. Om te kunnen reageren op technologische ontwikkelingen die onder meer resulteren in steeds nauwkeuriger informatie over de locatie van de oproeper, moet de Commissie technische tenuitvoerleggingsmaatregelen kunnen vaststellen teneinde een daadwerkelijke invoering van het "112"-nummer in de Gemeenschap te waarborgen in het belang van de burgers van de Europese Unie.

(20) De lidstaten moeten specifieke maatregelen treffen om te waarborgen dat de noodhulpdiensten, inclusief het "112"-nummer, gelijkelijk toegankelijk zijn voor mensen met een handicap, met name gebruikers die doof of slechthorend zijn, spraakmoeilijkheden hebben of doof-blind zijn. Dit kan inhouden dat speciale eindapparatuur voor slechthorende gebruikers wordt verstrekt of diensten die spraak omzetten in tekst ("text relay") of andere specifieke systemen worden aangeboden.

(21) De landen waaraan de International Telecommunications Union (ITU) de internationale code "3883" heeft toegekend, hebben de administratieve verantwoordelijkheid voor de Europese telefoonnummerruimte (ETNS) overgedragen aan het comité voor elektronische communicatie (ECC) van de Europese Conferentie van de administraties van posterijen en van telecommunicatie (CEPT). Technologische en -marktontwikkelingen wijzen uit dat de ETNS aan pan-Europese diensten de mogelijkheid biedt zich te ontwikkelen, maar dat dit potentieel momenteel niet ten volle kan worden gerealiseerd door al te bureaucratische procedurele eisen en door een gebrek aan coördinatie tussen de nationale overheidsdiensten. Teneinde de ontwikkeling van de ETNS te bevorderen, moet de administratie daarvan (inclusief toewijzing, monitoring en ontwikkeling) worden overgedragen aan de bij Verordening (EG) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van […][23] opgerichte Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt, hierna "de Autoriteit" genoemd. Namens de lidstaten aan wie de "3883"-code is toegewezen, moet de Autoriteit voor coördinatie zorgen met landen die de "3883"-code delen, maar die geen lidstaat zijn.

(22) De interne markt houdt in dat de eindgebruikers toegang hebben tot alle nummers die zijn opgenomen in de nationale nummerplannen van andere lidstaten, en toegang krijgen tot diensten, inclusief de diensten van de informatiemaatschappij, met gebruikmaking van niet-geografische nummers binnen de Gemeenschap, met inbegrip van onder meer freephone-nummers en betaalnummers. Eindgebruikers moeten ook toegang kunnen krijgen tot nummers van de Europese telefoonnummerruimte (ETNS) en tot universele internationale freephone-nummers (UIFN). Er mag geen beperking zijn op de grensoverschrijdende toegang tot nummercapaciteit en de daarmee verband houdende dienst, tenzij in objectief gerechtvaardigde gevallen, bijvoorbeeld wanneer dit nodig is om fraude en misbruik te bestrijden, zoals bij bepaalde betaalnummerdiensten, of wanneer het nummer uitsluitend als een nationaal nummer is gedefinieerd (bv. nationale verkorte doorkiesnummers). De gebruikers moeten van tevoren duidelijk worden geïnformeerd over alle kosten in verband met freephone-nummers, zoals internationale oproepkosten voor nummers die toegankelijk zijn via de standaard internationale oproepcodes. Om te waarborgen dat de eindgebruikers daadwerkelijk toegang hebben tot nummers en diensten binnen de Gemeenschap moet de Commissie tenuitvoerleggingsmaatregelen kunnen vaststellen.

(23) Om ten volle te kunnen profiteren van de mededinging, moeten de consumenten geïnformeerde keuzes kunnen maken en van dienstenleverancier kunnen veranderen wanneer dat in hun voordeel is. Het is essentieel dat zij dit kunnen doen zonder gehinderd te worden door juridische, technische of praktische belemmeringen, zoals contractuele voorwaarden, procedures, heffingen, enz. Dit sluit niet uit dat in contracten met consumenten een redelijke minimumcontractperiode wordt opgenomen. Nummerportabiliteit is cruciaal om de keuzevrijheid van de consument te vergemakkelijken en een daadwerkelijke mededinging op de concurrerende markten voor elektronische communicatie te waarborgen, en moet dus onverwijld worden ingevoerd. Om die nummerportabiliteit te kunnen aanpassen aan de technologische en marktontwikkelingen, met inbegrip van de mogelijkheid om de in het netwerk opgeslagen persoonlijke bestanden en profielinformatie van de abonnee over te dragen, moet de Commissie in staat worden gesteld technische tenuitvoerleggingsmaatregelen op dit gebied te nemen. Wanneer wordt afgewogen of de technologische en marktvoorwaarden nummerportabiliteit tussen netwerken die diensten op een vaste locatie leveren en mobiele netwerken mogelijk maken, moet met name rekening worden gehouden met de tarieven voor de gebruikers en de overstapkosten voor ondernemingen die diensten leveren op vaste locaties en mobiele netwerken.

(24) Een televisie-uitzending is een lineaire audiovisuele-mediadienst, als gedefinieerd in de richtlijn betreffende audiovisuele-mediadiensten van het Europees Parlement en de Raad van [….] 2007, die wordt geleverd door een leverancier van mediadiensten voor het gelijktijdig zien van programma's op basis van een programmaschema; een leverancier van mediadiensten kan verscheidene audio- of audiovisuele programmaschema's (kanalen) aanbieden. Er kunnen doorgifteverplichtingen worden opgelegd, maar alleen met betrekking tot welbepaalde omroepkanalen die door een gespecificeerde leverancier van mediadiensten worden aangeboden. De lidstaten moeten dergelijke doorgifteverplichtingen goed motiveren in hun nationale wetgeving zodat wordt gewaarborgd dat zij transparant, evenredig en goed-omschreven zijn. In dat verband moeten de doorgifteverplichtingen ontworpen zijn om een afdoende stimulans voor efficiënte investeringen in infrastructuur te leveren. De doorgifteverplichtingen moeten op gezette tijden worden herzien om ze aan te passen aan de technologische en marktontwikkelingen en ervoor te zorgen dat zij evenredig blijven met het beoogde doel. Gezien de snelle ontwikkeling van de technologische en marktvoorwaarden moet een dergelijke volledige herziening ten minste om de drie jaar plaatsvinden, uitgaande van een openbare raadpleging van alle belanghebbenden. Eén of meer omroepkanalen kunnen worden aangevuld met diensten voor betere toegankelijkheid voor gebruikers met een handicap, zoals videotekstdiensten, ondertiteling, audiobeschrijving of gebarentaal.

(25) Teneinde te verhelpen aan bestaande tekortkomingen qua raadpleging van de consument en goed aan de belangen van de burger te voldoen, moeten de lidstaten een geschikt raadplegingsmechanisme opzetten. Een dergelijk mechanisme kan de vorm aannemen van een orgaan dat, onafhankelijk van de nationale regelgevende instantie én van de dienstenleveranciers, onderzoek uitvoert over consumentenkwesties, zoals consumentengedrag en mechanismen voor het veranderen van dienstenleverancier, dat op een transparante wijze functioneert en de bestaande mechanismen voor raadpleging van de belanghebbenden aanvult. Wanneer het nodig blijkt de toegang tot en het gebruik van elektronische-communicatiediensten en relevante eindapparatuur voor gebruikers met een handicap te vergemakkelijken, en onverminderd Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit[24] en met name eisen in verband met gebruikers met een handicap overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder f), moet de Commissie tenuitvoerleggingsmaatregelen kunnen treffen.

(26) De Commissie moet in kennis worden gesteld van de verplichtingen die worden opgelegd aan ondernemingen waarvoor openbaredienstverplichtingen gelden.

(27) De liberalisering van de markten voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten en de snelle technologische ontwikkelingen hebben samen een krachtige stimulans gegeven voor de mededinging en de economische groei en hebben geresulteerd in een rijke diversiteit van via openbare elektronische-communicatienetwerken aangeboden eindgebruikersdiensten. Er moet op worden toegezien dat consumenten en gebruikers eenzelfde hoog niveau van bescherming van de persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer wordt geboden, ongeacht de technologie die wordt gebruikt om een specifieke dienst te leveren.

(28) De technologische vooruitgang maakt de ontwikkeling mogelijk van nieuwe toepassingen die zijn gebaseerd op systemen voor gegevensverzameling en identificatie, zoals contactloze radiofrequentiesystemen. RFID-systemen (Radio Frequency Identification Devices) bijvoorbeeld maken gebruik van radiofrequenties om gegevens op te vangen van op unieke wijze geïdentificeerde RFI-chips, gegevens die vervolgens kunnen worden verstuurd over bestaande communicatienetwerken. Een breed gebruik van dergelijke technologieën kan aanzienlijke economische en maatschappelijke baten opleveren en kan dus een krachtige bijdrage leveren voor de interne markt, op voorwaarde dat hun gebruik aanvaardbaar is voor de burger. Om dat te bewerkstelligen, is het noodzakelijk de fundamentele rechten van het individu, met name het recht op privacy en gegevensbescherming, te waarborgen. Wanneer dergelijke systemen aan openbare elektronische-communicatienetwerken worden gekoppeld of gebruik maken van elektronische-communicatiediensten als basisinfrastructuur gelden de relevante bepalingen van Richtlijn 2002/58/EG, inclusief die in verband met veiligheids-, verkeers- en locatiegegevens en vertrouwelijkheid.

(29) Een inbreuk op de beveiliging die resulteert in het verlies of de compromittering van de persoonsgegevens van een individuele abonnee, kan, wanneer dit probleem niet tijdig en op toereikende wijze wordt aangepakt, aanzienlijk economisch verlies en maatschappelijke schade, inclusief identiteitsfraude, tot gevolg hebben. Abonnees die door dergelijke beveiligingsincidenten getroffen worden, moeten daarvan dan ook onverwijld worden ingelicht en moeten informatie krijgen zodat zij de nodige voorzorgsmaatregelen kunnen treffen. De desbetreffende kennisgeving moet informatie bevatten betreffende de door de aanbieder van de dienst genomen maatregelen en aanbevelingen voor de getroffen gebruikers.

(30) De nationale regelgevende instanties moeten de belangen van de burgers van de Europese Unie bevorderen door, onder meer, bij te dragen tot een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens en privacy. Te dien einde moeten zij over de nodige middelen beschikken om hun verplichtingen na te komen, met inbegrip van alomvattend en betrouwbare gegevens over daadwerkelijke beveiligingsincidenten die hebben geresulteerd in de compromittering van de persoonsgegevens van individuen.

(31) Er moet worden gezorgd voor tenuitvoerleggingsmaatregelen om een gemeenschappelijke reeks eisen vast te stellen met het oog op een hoog niveau van bescherming van de persoonlijke levenssfeer en beveiliging van persoonsgegevens die worden verstuurd via of verwerkt in elektronische-communicatienetwerken binnen de interne markt.

(32) Bij de vaststelling van gedetailleerde regels betreffende het formaat en de procedures voor het melden van inbreuken op de beveiliging moet de nodige aandacht worden besteed aan de omstandigheden van de inbreuk, onder meer aan de vraag of de persoonsgegevens al dan niet met behulp van encryptie of andere middelen waren beschermd zodat de waarschijnlijkheid van identiteitsfraude of andere vormen van misbreuk in de praktijk kon worden beperkt. Bovendien moet bij dergelijke regels en procedures rekening worden gehouden met de rechtmatige belangen van de wetshandhavingsautoriteiten in gevallen waarin vroegtijdige melding van incidenten nodeloos het onderzoek naar de omstandigheden van inbreuken zou hinderen.

(33) De Autoriteit kan bijdragen tot een verhoogd niveau van bescherming van persoonsgegevens en privacy in de Gemeenschap door, onder meer, deskundig advies te verlenen, de uitwisseling van beste praktijken in verband met risicobeheer te bevorderen en gemeenschappelijke methodologieën voor risicobeheer uit te werken. De Autoriteit moet met name bijdragen tot de harmonisatie van geschikte technische en organisationele beveiligingsmaatregelen.

(34) Software om stiekem de handelingen van de gebruiker te monitoren en/of de werking van de eindapparatuur ten bate van derden te beïnvloeden (zogenaamde "spyware") vormt een ernstige bedreiging voor de privacy van de gebruiker. Een hoog en gelijk niveau van bescherming van de persoonlijke levenssfeer moet worden gewaarborgd, ongeacht of ongewenste spionageprogramma's onbedoeld worden gedownload via elektronische-communicatienetwerken, dan wel worden afgeleverd en geïnstalleerd verborgen in programmatuur die wordt verspreid via andere externe media voor gegevensopslag, zoals cd's, cd-ROM's of USB-sticks.

(35) Om ongevraagde commerciële communicatie ("spam") te bestrijden, moeten aanbieders van elektronische-communicatiediensten aanzienlijke investeringen doen. Bedoelde aanbieders zijn ook beter geplaatst dan de eindgebruikers qua kennis en middelen om spammers te identificeren. De leveranciers van e-maildiensten en andere aanbieders van diensten moeten derhalve over de mogelijkheid beschikken om juridische actie in te leiden tegen spammers en zo de belangen van hun klanten, alsook hun eigen rechtmatige ondernemingsbelangen, te verdedigen.

(36) Aangezien een toereikend niveau van bescherming van de privacy en de persoonsgegevens, verzonden en verwerkt in het kader van het gebruik van elektronische-communicatienetwerken in de Gemeenschap, moet worden gewaarborgd, doet de noodzaak zich gevoelen van effectieve tenuitvoerleggings- en handhavingsbevoegdheden teneinde adequate nalevingsstimulansen te leveren. De nationale regelgevende instanties moeten over afdoende bevoegdheden en middelen beschikken om inbreuken daadwerkelijk aan een onderzoek te onderwerpen, inclusief de bevoegdheid om in verband met klachten alle benodigde relevante informatie op te vragen en sancties in geval van niet-naleving op te leggen.

(37) De grensoverschrijdende samenwerking en handhaving moeten worden versterkt in overeenstemming met de bestaande communautaire wetshandhavingsmechanismen als neergelegd bij Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming)[25] door middel van een wijziging van die verordening.

(38) De maatregelen die vereist zijn voor de tenuitvoerlegging van de universeledienstrichtlijn en de richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie moeten worden vastgesteld in overeenstemming met het bepaalde in Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.

(39) Met name moet de Commissie de bevoegdheid worden verleend om tenuitvoerleggingsmaatregelen vast te stellen inzake tarieftransparantie, minimumeisen voor de kwaliteit van de dienstverlening, daadwerkelijke invoering van "112"-diensten, effectieve toegang tot nummers en diensten, verbetering van de toegankelijkheid voor eindgebruikers met een handicap en wijzigingen ter aanpassing van de bijlagen aan de vooruitgang van de techniek en nieuwe marktbehoeften. Een dergelijke bevoegdheid moet ook worden verleend ter vaststelling van tenuitvoerleggingsmaatregelen betreffende informatieverstrekkings- en kennisgevingseisen en grensoverschrijdende samenwerking. Aangezien deze maatregelen van algemene aard zijn en bedoeld zijn om deze richtlijnen aan te vullen door de toevoeging van nieuwe niet-essentiële elementen, moeten ze worden vastgesteld in overeenstemming met de regelgevingsprocedure, met toetsing, als bedoeld in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG. Wanneer om dwingende en urgente redenen de normale termijn voor deze procedure niet in acht kan worden genomen, moet de Commissie in staat zijn de urgentieprocedure te gebruiken als bedoeld in artikel 5 bis, lid 6, van bovengenoemd besluit.

(40) Richtlijn 2002/22/EG en Richtlijn 2002/58/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Richtlijn 2002/22/EG (Universeledienstrichtlijn)

Richtlijn 2002/22/EG (Universeledienstrichtlijn) wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1 wordt vervangen door:

'Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

1. Binnen het kader van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn) heeft deze richtlijn betrekking op het aanbieden van elektronische-communicatienetwerken en -diensten aan eindgebruikers. De doelstelling is de beschikbaarheid in de gehele Gemeenschap van publiek beschikbare diensten van goede kwaliteit te waarborgen op basis van effectieve mededinging en keuzevrijheid en een antwoord te bieden op omstandigheden waarin door de markt niet op bevredigende wijze aan de behoeften van de eindgebruikers wordt voldaan. Deze richtlijn bevat ook bepalingen betreffende thuis bij de consument gebruikte eindapparatuur.

2. Bij deze richtlijn worden de rechten van de eindgebruikers vastgesteld, alsmede de daarmee verband houdende verplichtingen voor ondernemingen die openbare elektronische-communicatienetwerken en -diensten aanbieden. Om de levering van een universele dienst te waarborgen in een context van open en concurrerende markten, wordt bij deze richtlijn een minimumpakket van diensten van nader gespecificeerde kwaliteit omschreven, waartoe alle eindgebruikers toegang hebben tegen een in het licht van de specifieke nationale omstandigheden betaalbare prijs en zonder dat de mededinging wordt verstoord. Bij deze richtlijn worden ook verplichtingen vastgesteld met betrekking tot de levering van bepaalde verplichte diensten.'

2. In artikel 2:

1. Punt b) wordt geschrapt.

2. Punt c) wordt vervangen door:

'c) "openbare telefoondienst": een voor het publiek beschikbare dienst voor uitgaande en binnenkomende nationale en/of internationale gesprekken, direct dan wel indirect via carrierkeuze of -voorkeuze of wederverkoop, met behulp van een nummer of een aantal nummers in een nationaal of internationaal nummerplan;'

3. Artikel 4 wordt vervangen door:

'Artikel 4

Aanbieding van toegang op een vaste locatie en aanbieding van telefoondiensten

1. De lidstaten zorgen ervoor dat aan alle redelijke aanvragen om aansluiting op een vaste locatie op een openbaar communicatienetwerk door ten minste één onderneming wordt voldaan.

2. De geleverde aansluiting ondersteunt spraak-, fax- en datacommunicatie, met datasnelheden die toereikend zijn voor functionele toegang tot het internet, rekening houdend met de voor de meerderheid van de abonnees gangbare technologieën en met de technologische haalbaarheid.

3. De lidstaten waken erover dat aan alle redelijke aanvragen voor de levering van een telefoondienst over de in lid 1 bedoelde netwerkaansluiting, die uitgaande en binnenkomende nationale en internationale gesprekken alsook oproepen naar noodhulpdiensten via het "112"-nummer mogelijk maken, door ten minste één onderneming wordt voldaan.'

4. In artikel 5 wordt lid 2 vervangen door:

'2. In de in lid 1 bedoelde telefoongidsen worden onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 12 van Richtlijn 2002/58/EG alle abonnees van openbare telefoondiensten vermeld.'

5. Artikel 7 wordt vervangen door:

'Artikel 7

Bijzonder maatregelen voor gebruikers met een handicap

1. De lidstaten treffen bijzondere maatregelen voor eindgebruikers met een handicap teneinde ervoor te zorgen dat deze een betaalbare toegang hebben tot openbare telefoondiensten, inclusief noodhulpdiensten, telefooninlichtingendiensten en telefoongidsen, die gelijkwaardig is aan die van andere eindgebruikers.

2. De lidstaten nemen, in het licht van de nationale omstandigheden, specifieke maatregelen om ervoor te zorgen dat eindgebruikers met een handicap eveneens kunnen kiezen tussen ondernemingen en aanbieders van diensten die voor het merendeel van de eindgebruikers beschikbaar zijn.'

6. In artikel 8 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

'3. Wanneer een overeenkomstig lid 1 aangewezen onderneming voornemens is een belangrijk deel of het geheel van haar netwerk voor locale toegang af te stoten naar een afzonderlijke juridische entiteit met een ander eigenaarschap, stelt zij de nationale regelgevende instantie daarvan tijdig op de hoogte zodat die nationale regelgevende instantie het effect van de geplande transactie kan afwegen op de levering van toegang op vaste locaties en van telefoondiensten overeenkomstig artikel 4. De nationale regelgevende instantie kan in dit verband voorwaarden opleggen overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 2002/20/EG (Machtigingsrichtlijn).'

7. In artikel 9 worden de leden 1, 2 en 3 vervangen door:

'1. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de ontwikkeling en het niveau van de tarieven voor de eindgebruiker van de in de artikelen 4, 5, 6 en 7 omschreven diensten die onder de universeledienstverplichtingen vallen en door aangewezen ondernemingen worden verstrekt, of, als er geen onderneming in verband met dergelijke diensten is aangewezen, die op een andere wijze op de markt beschikbaar zijn, met name met betrekking tot de nationale consumentenprijzen en inkomens.

2. In het licht van de nationale omstandigheden kunnen de lidstaten verlangen dat de aangewezen ondernemingen de consument tariefopties of -pakketten aanbieden die afwijken van die welke onder de gebruikelijke commerciële voorwaarden worden verstrekt, met name om ervoor te zorgen dat consumenten met een laag inkomen of met bijzondere sociale behoeften niet wordt verhinderd gebruik te maken van de in artikel 4, lid 1, bedoelde netwerktoegang of van de diensten die in artikel 4, lid 3, en de artikelen 5, 6 en 7 zijn aangemerkt als vallend onder de universeledienstverplichtingen en die door de aangewezen ondernemingen worden aangeboden.

3. In aanvulling op bepalingen luidens welke aangewezen ondernemingen bijzondere tariefopties moeten aanbieden of moeten voldoen aan voorschriften inzake maximumprijzen of geografische gemiddelden of andere vergelijkbare regelingen, kunnen de lidstaten voorzien in waarborgen dat consumenten van wie vaststaat dat zij een laag inkomen, een handicap of bijzondere sociale behoeften hebben, worden bijgestaan.'

8. De titel van hoofdstuk III wordt vervangen door:

'VOORGESCHREVEN CONTROLES VOOR ONDERNEMINGEN MET EEN AANMERKELIJKE MARKTMACHT OP SPECIFIEKE EINDGEBRUIKERSMARKTEN '

9. Artikel 16 wordt geschrapt.

10. Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

3. Lid 1 wordt vervangen door:

'1. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties passende voorgeschreven verplichtingen opleggen aan ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht op een specifieke eindgebruikersmarkt overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn):

a) wanneer na een marktanalyse overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn) een nationale regelgevende instantie vaststelt dat er op een gegeven eindgebruikersmarkt, aangewezen overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn), geen sprake is van daadwerkelijke mededinging, en

b) wanneer de nationale regelgevende instantie vaststelt dat de verplichtingen die worden opgelegd bij Richtlijn 2002/19/EG (Toegangsrichtlijn) niet leiden tot verwezenlijking van de doelstellingen zoals bepaald bij artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn).'

4. Lid 3 wordt geschrapt.

11. De artikelen 18 en 19 worden geschrapt.

12. De artikelen 20 en 21 worden vervangen door:

'Artikel 20

Contracten

1. Dit artikel geldt onverminderd de communautaire voorschriften inzake consumentenbescherming, met name de Richtlijnen 93/13/EG en 97/7/EG, en de nationale voorschriften die met het Gemeenschapsrecht in overeenstemming zijn.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de consumenten die zich abonneren op diensten waarbij een aansluiting tot het openbare communicatienetwerk en/of openbare telefoondiensten worden aangeboden, recht hebben op een contract met een onderneming of ondernemingen die dergelijke diensten en/of aansluiting aanbieden. In het contract worden ten minste de volgende elementen gespecificeerd:

a) de identiteit en het adres van de leverancier;

b) de verstrekte diensten, de kwaliteitsniveaus van de geboden diensten en de wachttijd bij eerste aansluiting;

c) de soorten onderhoudsservice;

d) bijzonderheden van prijzen en tarieven en de middelen voor het verkrijgen van actuele informatie over alle geldende tarieven en onderhoudskosten;

e) de looptijd van het contract, de voorwaarden voor verlenging of beëindiging van de diensten en van het contract, inclusief de directe kosten voor de portabiliteit van nummers en andere identificatoren;

f) de schadevergoedings- en terugbetalingsregelingen die gelden ingeval niet aan de contractueel overeengekomen kwaliteitsniveaus van de dienst wordt voldaan;

g) de wijze waarop geschillenbeslechtingsprocedures kunnen worden ingeleid overeenkomstig artikel 34;

h) de actie die door de onderneming welke de aansluiting en/of de diensten aanbiedt kan worden ondernomen in reactie op beveiligings- en integriteitsincidenten of bedreigingen en kwetsbaarheden.

De lidstaten kunnen deze verplichtingen uitbreiden, zodat ook andere eindgebruikers eronder vallen.

3. De in lid 2 genoemde informatie wordt ook opgenomen in contracten die worden gesloten tussen consumenten en andere aanbieders van elektronische-communicatiediensten dan die welke een aansluiting tot een openbaar communicatienetwerk en/of openbare telefoondiensten aanbieden. De lidstaten kunnen deze verplichting uitbreiden, zodat ook andere eindgebruikers eronder vallen.

4. De lidstaten zien erop toe dat wanneer contracten worden gesloten tussen abonnees en aanbieders van elektronische-communicatiediensten die spraakcommunicatie mogelijk maken, bedoelde abonnees er duidelijk van worden geïnformeerd of al dan niet is voorzien in toegang tot noodhulpdiensten. De aanbieders van elektronische-communicatiediensten zorgen ervoor dat de gebruikers, alvorens een contract wordt gesloten en op gezette tijden daarna, duidelijk worden geïnformeerd over het ontbreken van toegang tot noodhulpdiensten.

5. De lidstaten zien erop toe dat wanneer contracten worden gesloten tussen abonnees en aanbieders van elektronische-communicatiediensten en/of -netwerken, bedoelde abonnees alvorens een contract wordt gesloten en op gezette tijden daarna duidelijk worden geïnformeerd over eventuele door de aanbieder opgelegde beperkingen van hun toegang tot wettelijke inhoud of van hun vermogen om dergelijke inhoud te verspreiden of wettelijke toepassingen en diensten van keuze te gebruiken.

6. De lidstaten zien erop toe dat wanneer contracten worden gesloten tussen abonnees en aanbieders van elektronische-communicatiediensten en/of -netwerken, bedoelde abonnees alvorens een contract wordt gesloten en op gezette tijden daarna duidelijk worden geïnformeerd over hun verplichting auteursrechten en verwante rechten in acht te nemen. Onverlet het bepaalde in Richtlijn 2000/31/EG betreffende elektronische handel, omvat dit de verplichting om de abonnees te informeren over de meest gebruikelijke inbreuken en de juridische gevolgen daarvan.

7. De abonnees hebben het recht om bij kennisgeving van voorgestelde wijzigingen van de contractuele voorwaarden het contract zonder boete op te zeggen. De abonnees worden tijdig en ten minste één maand vooraf naar behoren op de hoogte gesteld van dergelijke wijzigingen en worden tegelijkertijd op de hoogte gesteld van hun recht om het contract zonder boete op te zeggen wanneer zij de nieuwe voorwaarden niet aanvaarden.'

'Artikel 21

Transparantie en bekendmaking van informatie

1. De lidstaten zorgen ervoor dat transparante, vergelijkbare, toereikende en bijgewerkte informatie over de geldende prijzen en tarieven alsmede over de algemene voorwaarden met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van de in de artikelen 4, 5, 6 en 7 genoemde diensten voor eindgebruikers en consumenten beschikbaar is overeenkomstig het bepaalde in bijlage II.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat ondernemingen die openbare elektronische-communicatienetwerken en/of -diensten aanbieden, vergelijkbare, toereikende en bijgewerkte informatie over de geldende prijzen en tarieven bekend maken in verband met de toegang tot en het gebruik van hun aan de consumenten aangeboden diensten. Dergelijke informatie wordt bekendgemaakt in een gemakkelijk toegankelijke vorm.

3. De nationale regelgevende instanties bevorderen het verstrekken van informatie om eindgebruikers en consumenten met behulp van interactieve gidsen of soortgelijke technieken in staat te stellen zich een onafhankelijk oordeel te vormen over de kosten van een alternatief gebruikspatroon. De lidstaten waken erover dat de nationale regelgevende instanties dergelijke gidsen en technieken beschikbaar maken wanneer zij niet op de markt te vinden zijn. Derden hebben het recht om, met het doel dergelijke interactieve gidsen of soortgelijke technieken te verkopen of beschikbaar te maken, kosteloos de tarieven te gebruiken die zijn bekendgemaakt door de aanbieders van elektronische-communicatienetwerken en/of -diensten.

4. De lidstaten waken erover dat de nationale regelgevende instanties beschikken over de bevoegdheid de aanbieders van elektronische-communicatiediensten te verplichten op het tijdstip en de plaats van aankoop informatie over de geldende tarieven te verstrekken om zo te waarborgen dat de gebruikers volledig zijn geïnformeerd over de tariefvoorwaarden.

5. De lidstaten waken erover dat de nationale regelgevende instanties beschikken over de bevoegdheid de aanbieders van elektronische-communicatiediensten en/of -netwerken te verplichten de overeenkomstig artikel 20, lid 5, vereiste informatie op een duidelijke, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke wijze te verstrekken.

6. Om te waarborgen dat de eindgebruikers kunnen profiteren van een samenhangende aanpak op het gebied van tarieftransparantie, alsook met het oog op het verstrekken van de informatie overeenkomstig artikel 20, lid 5, in de Gemeenschap, kan de Commissie, na raadpleging van de Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt (hierna "de Autoriteit" genoemd), de passende technische tenuitvoerleggingsmaatregelen op dit terrein treffen, zoals een specificatie van de methodologie of de procedures. Deze maatregelen, die bedoeld zijn om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 37, lid 2. Om dwingende en spoedeisende redenen kan de Commissie de urgentieprocedure van artikel 37, lid 3, gebruiken.'

13. Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

5. Lid 1 wordt vervangen door:

'1. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties, na de meningen van de belanghebbenden te hebben gehoord, kunnen verlangen dat ondernemingen die openbare elektronische-communicatienetwerken en/of -diensten aanbieden, ten behoeve van de eindgebruikers vergelijkbare, toereikende en actuele informatie over de kwaliteit van hun diensten, inclusief gelijkwaardige toegang voor eindgebruikers met een handicap, publiceren. Op verzoek wordt de informatie vóór publicatie eveneens aan de nationale regelgevende instantie verstrekt.'

6. Het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

'3. Teneinde een achteruitgang van de dienstverlening en een vertraging van het verkeer over de netwerken te voorkomen, kan de Commissie, na raadpleging van de Autoriteit, technische tenuitvoerleggingsmaatregelen treffen inzake minimumeisen voor de kwaliteit van de dienstverlening die door de nationale regelgevende instantie moeten worden opgelegd aan ondernemingen die openbare communicatienetwerken aanbieden. Deze maatregelen, die bedoeld zijn om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 37, lid 2. Om dwingende en spoedeisende redenen kan de Commissie de urgentieprocedure van artikel 37, lid 3, gebruiken.'

14. Artikel 23 wordt vervangen door:

'Artikel 23

Beschikbaarheid van diensten

De lidstaten nemen alle noodzakelijke maatregelen om de beschikbaarheid van de openbare telefoondiensten geleverd over de openbare communicatienetwerken te waarborgen in gevallen waarbij het elektriciteitsnetwerk uitvalt of in geval van overmacht. De lidstaten zorgen ervoor dat ondernemingen die openbare telefoondiensten aanbieden alle maatregelen nemen die redelijkerwijs van hen mogen worden verwacht om een ononderbroken toegang tot de noodhulpdiensten te waarborgen.'

15. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

7. De titel wordt vervangen door:

' Telefooninlichtendiensten '

8. Lid 3 wordt vervangen door:

'3. De lidstaten zorgen ervoor dat alle eindgebruikers die over een openbare telefoondienst beschikken, toegang hebben tot telefooninlichtingendiensten zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b).'

9. Lid 5 wordt vervangen door:

'5. De leden 1, 2, 3 en 4 gelden met inachtneming van de eisen van de communautaire regelgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer en met name artikel 12 van Richtlijn 2002/58/EG.'

16. De artikelen 26, 27 en 28 worden vervangen door:

'Artikel 26

Noodhulpdiensten en het uniforme Europese alarmnummer

1. De lidstaten waken erover dat alle eindgebruikers van de in lid 2 bedoelde diensten, inclusief gebruikers van openbare betaaltelefoons, naast eventuele andere nationale alarmnummers zoals bepaald door de nationale regelgevende instanties, ook kosteloos en zonder dat zij daarvoor een betaalmiddel hoeven te gebruiken noodhulpdiensten kunnen oproepen via het uniforme Europese alarmnummer "112".

2. De lidstaten waken erover dat de ondernemingen die een dienst voor uitgaande nationale en/of internationale gesprekken via een nummer of een aantal nummers in een nationaal of internationaal nummerplan aanbieden, toegang leveren tot noodhulpdiensten.

3. De lidstaten waken erover dat oproepen via het uniforme Europese alarmnummer "112" naar behoren worden beantwoord en behandeld op de wijze die het meest geschikt is voor de nationale organisatie van noodhulpdiensten. Dergelijke oproepen worden ten minste zo snel en doeltreffend beantwoord en behandeld als oproepen via eventueel nog bestaande nationale alarmnummers.

4. De lidstaten waken erover dat eindgebruikers met een handicap in staat zijn de noodhulpdiensten op te roepen. Om ervoor te zorgen dat eindgebruikers met een handicap noodhulpdiensten kunnen oproepen wanneer zij in andere lidstaten reizen, kunnen de getroffen maatregelen ook maatregelen omvatten om de overeenstemming te waarborgen met relevante normen of specificaties als gepubliceerd overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn).

5. De lidstaten zorgen ervoor dat bij alle oproepen via het uniforme Europese alarmnummer "112" informatie over de locatie van de oproeper kosteloos ter beschikking wordt gesteld van de instanties die noodsituaties behandelen.

De lidstaten stellen de eis dat informatie over de locatie van de oproeper automatisch ter beschikking wordt gesteld zodra de instantie die de noodsituatie behandelt de oproep ontvangt.

6. De lidstaten zorgen ervoor dat de burgers adequaat worden ingelicht over het bestaan en het gebruik van het uniforme Europese alarmnummer "112", met name via initiatieven die specifiek gericht zijn op personen die tussen lidstaten reizen. De lidstaten rapporteren jaarlijks aan de Commissie en de Autoriteit over de maatregelen die zij in dat verband hebben genomen.

7. Om een effectieve invoering van "112"-diensten in de lidstaten te waarborgen, inclusief toegang voor eindgebruikers met een handicap die in andere lidstaten reizen, kan de Commissie, na raadpleging van de Autoriteit, technische tenuitvoerleggingsmaatregelen nemen.

Deze maatregelen, die bedoeld zijn om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 37, lid 2. Om dwingende en spoedeisende redenen kan de Commissie de urgentieprocedure van artikel 37, lid 3, gebruiken.'

'Artikel 27

Europese telefoontoegangscodes

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de code "00" de standaard internationale toegangscode is. Er kunnen bijzondere regelingen voor het tot stand brengen van gesprekken tussen locaties in aangrenzende gebieden over de grenzen van de lidstaten worden ingevoerd of gehandhaafd. De eindgebruikers op de betrokken locaties ontvangen volledige informatie over dergelijke regelingen.

2. De lidstaten waaraan de ITU de internationale code "3883" heeft toegekend, belasten de Autoriteit met de exclusieve verantwoordelijkheid voor het beheer van de Europese telefoonnummerruimte.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat alle ondernemingen die openbare telefoondiensten aanbieden, alle oproepen van en naar de Europese telefoonnummeringsruimte behandelen tegen tarieven die niet hoger liggen dan de maximumtarieven die zij hanteren voor oproepen naar en van andere lidstaten.'

'Artikel 28

Toegang tot nummers en diensten

1. De lidstaten waken erover dat de nationale regelgevende instanties alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de eindgebruikers:

a) toegang hebben tot en gebruik kunnen maken van de binnen de Gemeenschap aangeboden diensten, met inbegrip van de diensten van de informatiemaatschappij; en

b) toegang hebben tot alle in de Gemeenschap toegekende nummers, inclusief de nummers in de nationale nummerplannen van de lidstaten, die van de Europese telefoonnummerruimte en de Universal International Freephone Numbers.

De nationale regelgevende instanties kunnen gevalsgewijs de toegang tot nummers en diensten blokkeren wanneer dit gerechtvaardigd is om redenen van fraude of misbruik.

2. Teneinde te waarborgen dat de eindgebruikers een effectieve toegang hebben tot nummers en diensten binnen de Gemeenschap kan de Commissie, na raadpleging van de Autoriteit, technische tenuitvoerleggingsmaatregelen vaststellen. Deze maatregelen, die bedoeld zijn om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 37, lid 2. Om dwingende en spoedeisende redenen kan de Commissie de urgentieprocedure van artikel 37, lid 3, gebruiken.

Dergelijke technische tenuitvoerleggingsmaatregelen kunnen op gezette tijden worden herzien om ze aan te passen aan technologische- en marktontwikkelingen.'

17. Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

10. Lid 1 wordt vervangen door:

'1. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties kunnen verlangen dat alle ondernemingen die openbare telefoondiensten en/of openbare communicatienetwerken exploiteren, de in bijlage I, deel B, genoemde extra faciliteiten voor eindgebruikers beschikbaar stellen voor zover dit technisch uitvoerbaar en economisch haalbaar is.'

11. Lid 3 wordt vervangen door:

'3. Onverminderd artikel 10, lid 2, kunnen de lidstaten de in bijlage I, deel A, onder e), vermelde verplichtingen betreffende verbreking van de aansluiting als algemene vereiste opleggen aan alle ondernemingen die toegang tot openbare communicatienetwerken en/of openbare telefoondiensten aanbieden.'

18. Artikel 30 wordt vervangen door:

'Artikel 30

Gemakkelijker wijziging van aanbieder

1. De lidstaten zorgen ervoor dat alle abonnees met nummers van het nationale nummerplan die daarom verzoeken hun nummer(s) kunnen behouden overeenkomstig het bepaalde in bijlage I, deel C, ongeacht de onderneming die de dienst levert.

2. De nationale regelgevende instanties zorgen ervoor dat de prijsstelling tussen exploitanten met betrekking tot het aanbieden van nummerportabiliteit op de kosten gebaseerd is en dat eventuele directe kosten voor abonnees het gebruik van die faciliteiten niet ontmoedigen.

3. De nationale regelgevende instanties leggen voor de nummerportabiliteit geen tarieven voor eindgebruikers op die de concurrentie kunnen verstoren, zoals specifieke of uniforme tarieven voor eindgebruikers.

4. Nummers worden zo snel mogelijk en uiterlijk binnen één werkdag volgend op het oorspronkelijke verzoek van de abonnee overgedragen en geactiveerd.

5. Na raadpleging van de Autoriteit en rekening houdend met de technische en marktomstandigheden kan de Commissie bijlage I wijzigen in overeenstemming met de procedure van artikel 37, lid 2.

Dergelijke wijzigingen kunnen met name betrekking hebben op:

a) de portabiliteit van nummers tussen vaste en mobiele netwerken;

b) de portabiliteit van abonnee-identificatoren en verwante informatie, in welk geval de bepalingen van lid 2, 3 en 4 ook van toepassing zijn op deze identificatoren.

6. Onverlet de mogelijkheid van een minimumcontractduur zien de nationale regelgevende instanties erop toe dat de voorwaarden en procedures voor contractbeëindiging het overstappen naar een andere aanbieder niet ontmoedigen.'

19. In artikel 31 wordt lid 1 vervangen door:

'1. De lidstaten kunnen ten aanzien van nader bepaalde radio- en televisieomroepnetten en toegankelijkheidsdiensten aan de onder hun bevoegdheid ressorterende ondernemingen die elektronische-communicatienetwerken aanbieden welke voor de distributie van radio- of televisie-uitzendingen naar het publiek worden gebruikt, redelijke doorgifteverplichtingen opleggen indien deze netwerken voor een significant aantal eindgebruikers het belangrijkste middel zijn om radio- en televisie-uitzendingen te ontvangen. Dergelijke verplichtingen worden alleen opgelegd indien zij noodzakelijk zijn om doelstellingen van algemeen belang, als duidelijk en specifiek omschreven door elke lidstaat in zijn nationale wetgeving, te verwezenlijken en moeten evenredig en transparant zijn.

De in de eerste alinea bedoelde verplichtingen worden uiterlijk één jaar na <uiterste termijn voor tenuitvoerlegging van de wijzigingsrichtlijn> door de lidstaten geëvalueerd en/of herzien, uitgezonderd wanneer zij een dergelijke evaluatie reeds hebben gemaakt binnen de voorafgaande 2 jaar.

Ten minste om de drie jaar bekijken de lidstaten hun doorgifteverplichtingen opnieuw.'

20. Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

12. In lid 1 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

'Met name zorgen de lidstaten ervoor dat de nationale regelgevende instanties een raadplegingsmechnisme opzetten dat waarborgt dat bij hun besluitvorming op passende wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de consument op het gebied van elektronische communicatie.'

13. De volgende leden 3 en 4 worden toegevoegd:

'3. De lidstaten dienen jaarlijks bij de Commissie en de Autoriteit een verslag in over de maatregelen die zij hebben genomen en de vooruitgang die is geboekt op het gebied van de verbetering van de interoperabiliteit en het gebruik van en de toegang tot elektronische-communicatiediensten en eindapparatuur voor eindgebruikers met een handicap.

4. Onverlet het bepaalde in 1999/5/EG en met name de eisen betreffende geschiktheid voor gebruikers met een handicap overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder f), van die richtlijn en teneinde de toegankelijkheid van elektronische-communicatiediensten en -apparatuur voor eindgebruikers met een handicap te verbeteren, kan de Commissie na raadpleging van de Autoriteit de passende technische tenuitvoerleggingsmaatregelen nemen om de problemen die te berde zijn gebracht in het in lid 3 bedoelde verslag na een openbare raadpleging aan te pakken. Deze maatregelen, die bedoeld zijn om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 37, lid 2. Om dwingende en spoedeisende redenen kan de Commissie de urgentieprocedure van artikel 37, lid 3, gebruiken.'

21. Artikel 34, lid 1, wordt vervangen door:

'1. De lidstaten zorgen ervoor dat transparante, eenvoudige en goedkope buitengerechtelijke procedures beschikbaar zijn voor het behandelen van niet-beslechte geschillen tussen consumenten en ondernemingen die elektronische-communicatienetwerken en/of -diensten aanbieden en die betrekking hebben op de contractuele voorwaarden en/of prestaties van contracten voor het beschikbaar maken van dergelijke netwerken of diensten. De lidstaten nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat die procedures een eerlijke en vlotte beslechting van geschillen mogelijk maken, en kunnen in gerechtvaardigde gevallen een regeling voor terugbetaling en/of schadevergoeding invoeren. De lidstaten kunnen deze verplichtingen uitbreiden tot geschillen waarbij andere eindgebruikers zijn betrokken.

De lidstaten zorgen ervoor dat de instanties die belast zijn met het beslechten van dergelijke geschillen voor statistische doeleinden relevante informatie verstrekken aan de Commissie en de Autoriteit.'

22. Artikel 35 wordt vervangen door:

'Artikel 35

Wijziging van de bijlagen

Wijzigingen die noodzakelijk zijn om de bijlagen I, II, III en VI aan te passen aan technologische ontwikkelingen of aan veranderingen in de marktvraag, worden door de Commissie vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 37, lid 2.'

23. In artikel 36 wordt lid 2 vervangen door:

'2. De nationale regelgevende instanties stellen de Commissie in kennis van verplichtingen die zijn opgelegd aan ondernemingen waaraan universeledienstverplichtingen zijn opgelegd. De Commissie wordt onverwijld in kennis gesteld van alle wijzigingen van de aan die ondernemingen opgelegde verplichtingen of van de ondernemingen waarop de bepalingen van deze richtlijn van toepassing zijn.'

24. Artikel 37 wordt vervangen door:

'Artikel 37

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor communicatie dat is ingesteld bij artikel 22 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn).

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, lid 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1, 2, 4 en 6, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.'

25. De bijlagen I, II en III worden vervangen door de bijlagen I, II en III bij deze richtlijn.

26. Bijlage VII wordt geschrapt.

Artikel 2

Wijziging van Richtlijn 2002/58/EG (Richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie)

Richtlijn 2002/58/EG (Richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2, onder e), wordt vervangen door:

'e) "oproep": door middel van een openbare telefoondienst tot stand gebrachte verbinding die tweewegcommunicatie mogelijk maakt;'

2. Artikel 3 wordt vervangen door:

'Artikel 3

Betrokken diensten

Deze richtlijn is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in verband met de levering van openbare elektronische-communicatiediensten over openbare communicatienetwerken in de Gemeenschap, inclusief openbare communicatienetwerken die systemen voor gegevensverzameling en identificatie ondersteunen.'

3. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

14. De titel wordt vervangen door:

' Veiligheid van de verwerking '

15. De volgende leden 3 en 4 worden toegevoegd:

'3. In het geval van een inbreuk op de beveiliging die resulteert in een accidentele of onwettige vernietiging, wijziging, niet-geautoriseerde vrijgave van of toegang tot persoonsgegevens, verstuurd, opgeslagen of anderszins verwerkt in verband met de levering van openbare communicatiediensten in de Gemeenschap, stelt de aanbieder van de openbare elektronische-communicatiediensten de betrokken abonnee en de nationale regelgevende instantie daarvan onverwijld in kennis. In de kennisgeving aan de abonnee wordt minimaal de aard van de inbreuk omschreven en worden maatregelen voorgesteld om de eventuele negatieve effecten daarvan te verlichten. De kennisgeving aan de nationale regelgevende instantie bevat bovendien een omschrijving van de gevolgen van de inbreuk en van de door de aanbieder getroffen maatregelen om de inbreuk aan te pakken.

4. Teneinde een samenhangende tenuitvoerlegging van de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde maatregelen te waarborgen, kan de Commissie, na raadpleging van de Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt (hierna "de Autoriteit") en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, technische tenuitvoerleggingsmaatregelen vaststellen in verband met, onder meer, de omstandigheden, het formaat en de procedures die gelden voor de in dit artikel bedoelde informatieverstrekkings- en kennisgevingseisen.

Deze maatregelen, die bedoeld zijn om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 14 bis, lid 2. Om dwingende en spoedeisende redenen kan de Commissie de urgentieprocedure van artikel 14 bis, lid 3, gebruiken.'

4. In artikel 5 wordt lid 3 vervangen door:

'3. De lidstaten dragen ervoor zorg dat de opslag van informatie of het verkrijgen van toegang tot informatie die reeds is opgeslagen in de eindapparatuur van een abonnee of gebruiker, alleen is toegestaan op voorwaarde dat de betrokken abonnee of gebruiker wordt voorzien van duidelijke en volledige informatie onder andere over de doeleinden van de verwerking, overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG, en door de voor de verwerking verantwoordelijke het recht krijgt aangeboden om een dergelijke verwerking te weigeren. Zulks vormt geen beletsel voor enige vorm van technische opslag of toegang met als uitsluitend doel de uitvoering of vergemakkelijking van de verzending van een communicatie over een elektronisch-communicatienetwerk, of, indien strikt noodzakelijk, voor de levering van een uitdrukkelijk door de abonnee of gebruiker gevraagde dienst van de informatiemaatschappij.'

5. In artikel 13 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

'6. Onverminderd de administratieve voorzieningen die onder meer overeenkomstig artikel 15 bis, lid 2, kunnen worden genomen, zorgen de lidstaten ervoor dat natuurlijke of rechtspersonen die een rechtmatig belang hebben bij de bestrijding van inbreuken op nationale, overeenkomstig dit artikel vastgestelde bepalingen, inclusief aanbieders van elektronische-communicatiediensten die hun rechtmatige ondernemingsbelangen of de belangen van hun klanten beschermen, dergelijke inbreuken bij de rechter aanhangig kunnen maken.'

6. Het volgende artikel 14 bis wordt ingevoegd:

'Artikel 14 bis

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor communicatie dat is ingesteld bij artikel 22 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn).

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, lid 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, de leden 1, 2, 4 en 6, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.'

7. Het volgende artikel 15 bis wordt ingevoegd:

'Artikel 15 bis

Tenuitvoerlegging en handhaving

1. De lidstaten stellen de regels vast in verband met de sancties die gelden bij inbreuken op overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat die regels ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op <uiterste datum voor de tenuitvoerlegging van de wijzigingsrichtlijn> in kennis van die bepalingen en geven onverwijld kennis van eventuele latere wijzigingen.

2. Onverminderd de mogelijkheid tot beroep op de rechter zorgen de lidstaten ervoor dat de nationale regelgevende instantie bevoegd is de in lid 1 bedoelde inbreuken te doen ophouden.

3. De lidstaten waken erover dat de nationale regelgevende instanties over alle nodige onderzoeksbevoegdheden en -middelen beschikken, met inbegrip van de mogelijkheid alle relevante informatie op te vragen die zij nodig kunnen hebben om de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen te monitoren en na te doen leven.

4. Om een doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking bij de handhaving van de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde nationale wetten te waarborgen en geharmoniseerde voorwaarden te creëren voor het aanbieden van diensten waarbij grensoverschrijdende gegevensstromen betrokken zijn, kan de Commissie, na raadpleging van de Autoriteit en de relevante regelgevende instanties, technische tenuitvoerleggingsmaatregelen nemen.

Deze maatregelen, die bedoeld zijn om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 14 bis, lid 2. Om dwingende en spoedeisende redenen kan de Commissie de urgentieprocedure van artikel 14 bis, lid 3, gebruiken.'

Artikel 3 Wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004

In de bijlage van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming)[26], wordt het volgende punt toegevoegd:

'17. Wat de bescherming van de consument betreft, Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie: artikel 13 (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).'

Artikel 4 Omzetting

1. De lidstaten stellen uiterlijk […] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van die bepalingen mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van […].

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de […] dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Art ikel 6 Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,…

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

BIJLAGE I

BESCHRIJVING VAN FACILITEITEN EN DIENSTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 10 (CONTROLE VAN DE UITGAVEN) EN ARTIKEL 29 (EXTRA FACILITEITEN)

Deel A

Faciliteiten en diensten als bedoeld in artikel 10:

a) Gespecificeerde rekeningen

De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties, onverminderd de voorschriften van de relevante wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer, het basisniveau van specificatie van rekeningen kunnen vaststellen dat aangewezen ondernemingen (zoals bepaald in artikel 8) kosteloos aan de consumenten moeten verstrekken, zodat deze:

(i) de kosten van het gebruik van het openbare communicatienetwerk op een vaste locatie en/of bijbehorende openbare telefoondiensten kunnen verifiëren en controleren en

ii) adequaat toezicht kunnen houden op hun gebruik en uitgaven en zodoende in redelijke mate hun rekeningen kunnen beheersen.

In voorkomend geval kan de abonnee tegen een redelijke vergoeding of gratis een hogere mate van detaillering worden aangeboden.

Gesprekken die voor de oproepende abonnee kosteloos zijn, met inbegrip van gesprekken met hulplijnen, worden niet op de gespecificeerde factuur van de oproepende abonnee vermeld.

b) Kosteloze selectieve nummerblokkering bij uitgaand telefoonverkeer

De faciliteit waarbij de abonnee de aanbieder van de telefoondiensten kan verzoeken kosteloos bepaalde categorieën uitgaande gesprekken of oproepen naar bepaalde categorieën nummers te blokkeren.

c) Vooruitbetalingssystemen

De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties kunnen verlangen dat aangewezen ondernemingen in middelen voorzien waarbij de consumenten voor de toegang tot het openbare communicatienetwerk en het gebruik van openbare telefoondiensten vooruitbetalen.

d) Termijnbetaling van aansluitingskosten

De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties kunnen verlangen dat aangewezen ondernemingen de consument de mogelijkheid bieden om voor de aansluiting op het openbare communicatienetwerk in termijnen te betalen.

e) Wanbetaling

De lidstaten staan toe dat, wanneer rekeningen van overeenkomstig artikel 8 aangewezen ondernemingen niet worden betaald, specifieke maatregelen worden getroffen die in verhouding staan tot de ernst van de wanbetaling, niet-discriminerend zijn en worden bekendgemaakt. Bij deze maatregelen wordt de abonnee vooraf naar behoren gewaarschuwd over een aanstaande onderbreking van de dienstverlening of voor verbreking van de aansluiting. Een onderbreking van de dienstverlening wordt normaliter beperkt tot de dienst in kwestie. In uitzonderlijke gevallen, bij fraude of aanhoudend te laat of niet-betaalde rekeningen, zorgen de lidstaten ervoor dat de nationale regelgevende instanties toestemming kunnen geven om de aansluiting op het netwerk te verbreken om reden van niet-betaling van rekeningen voor over het netwerk geleverde diensten. Verbreking van de aansluiting wegens wanbetaling mag slechts plaatsvinden nadat de abonnee naar behoren is gewaarschuwd. Alvorens tot volledige verbreking van de aansluiting wordt overgegaan, kunnen de lidstaten een periode van beperkte dienstverlening toestaan waarin alleen gesprekken mogelijk zijn die geen kosten voor de abonnee met zich meebrengen (bv. "112"-oproepen).

Deel B

Lijst van faciliteiten als bedoeld in artikel 29:

a) Toonkiezen of DTMF (dual-tone multi-frequency)

In het openbare communicatienetwerk kunnen DTMF-tonen, zoals gedefinieerd in ETSI ETR 207, worden gebruikt voor signaleringsfuncties van eindpunt tot eindpunt in het gehele netwerk, zowel binnen een lidstaat als tussen lidstaten onderling.

b) Identificatie van de oproepende lijn

Aan de opgeroepene wordt het abonneenummer van de oproeper meegedeeld voordat de oproep tot stand is gebracht.

Bij het ter beschikking stellen van deze faciliteit moet rekening worden gehouden met de relevante wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer, met name Richtlijn 2002/58/EG.

Exploitanten moeten, voor zover dat technisch haalbaar is, gegevens en signalen beschikbaar stellen om het aanbieden van identificatie van de oproeplijn en toonkiezen over de grenzen van de lidstaten te vergemakkelijken.

Deel C

Tenuitvoerlegging van de bepalingen betreffende nummerportabiliteit als bedoeld in artikel 30

De eis dat alle abonnees met nummers van het nationale nummerplan die daarom verzoeken hun nummer(s) kunnen behouden ongeacht de onderneming die de dienst levert, geldt:

a) in het geval van geografische nummers, op een specifieke locatie;

b) in het geval van niet geografische nummers, voor elke locatie.

Dit lid is niet van toepassing op de portabiliteit van nummers tussen netwerken die diensten leveren op een vaste locatie en mobiele netwerken.

BIJLAGE II

OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 21 TE PUBLICEREN INFORMATIE (TRANSPARANTIE EN PUBLICATIE VAN INFORMATIE)

De nationale regelgevende instantie heeft de taak ervoor te zorgen dat de informatie in deze bijlage overeenkomstig artikel 21 wordt bekendgemaakt. Het is aan de nationale regelgevende instantie om te bepalen welke informatie wordt gepubliceerd door de ondernemingen die openbare communicatienetwerken en/of openbare telefoondiensten aanbieden, en welke informatie door de nationale regelgevende instantie zelf wordt gepubliceerd, opdat consumenten in staat worden gesteld geïnformeerde keuzes te maken. Wanneer ondernemingen die openbare communicatienetwerken en/of openbare telefoondiensten aanbieden, informatie publiceren, kan de nationale regelgevende instantie de manier specificeren waarop die informatie wordt gepubliceerd om ervoor te zorgen dat de burger volledig geïnformeerd wordt.

1. Namen en adressen van ondernemingen

De namen en de adressen van de hoofdkantoren van de ondernemingen die openbare communicatienetwerken en/of openbare telefoondiensten aanbieden.

2. Beschrijving van de aangeboden diensten

2.1. Omvang van de aangeboden diensten

2.2. Standaardtarieven, met een aanwijzing van wat in elk tariefelement begrepen is (bv. toegangstarieven, alle soorten gebruikstarieven, onderhoudskosten), inclusief bijzonderheden over toegepaste standaardkortingen en bijzondere en gerichte tariefregelingen.

2.3. Schadevergoedings-/terugbetalingsbeleid met inbegrip van bijzonderheden omtrent de aangeboden schadevergoedings- en terugbetalingsregelingen.

2.4. Soorten onderhoudsservice.

2.5. Algemene voorwaarden, met inbegrip van de minimumcontractduur, beëindiging van het contract, procedures en directe kosten in verband met de portabiliteit van nummers en andere identificatoren, wanneer relevant.

3. Regelingen voor geschillenbeslechting, met inbegrip van door de onderneming opgestelde regelingen.

4. Informatie over rechten ten aanzien van de universeledienstverlening, waaronder, in voorkomend geval, de in bijlage I genoemde faciliteiten en diensten.

BIJLAGE III

PARAMETERS VOOR DE KWALITEIT VAN DE DIENST

LEVERINGSTERMIJN EN PARAMETERS, DEFINITIES EN MEETMETHODEN VOOR DE KWALITEIT VAN DE DIENST ZOALS BEDOELD IN DE ARTIKELEN 11 EN 22

Voor ondernemingen die zijn aangewezen om toegang te leveren tot een openbaar communicatienetwerk

PARAMETER (1) | DEFINITIE | MEETMETHODE |

Wachttijd bij eerste aansluiting op het netwerk | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Storingspercentage per toegangslijn | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Storingshersteltijd | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Voor ondernemingen die zijn aangewezen om een openbare telefoondienst te leveren

Benodigde tijd voor het ontvangen van de kiestoon (2) | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Wachttijden bij diensten via de telefonist | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Wachttijden bij telefooninlichtingendiensten | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Percentage functionerende openbare betaaltelefoons die met munten en telefoonkaarten werken | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Klachten over onjuiste rekeningen | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Percentage mislukte oproepen (2) | ETSI EG 201 769-1 | ETSI EG 201 769-1 |

Het versienummer van ETSI EG 201 769-1 is 1.1.1 (april 2000)

(1) De parameters moeten een analyse van de kwaliteit op regionaal niveau (d.w.z. ten minste op niveau 2 van de door Eurostat vastgestelde nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)) mogelijk maken.

(2) Wanneer bewijzen beschikbaar zijn dat de prestaties op deze beide gebieden bevredigend zijn, kunnen de lidstaten besluiten niet te eisen dat actuele informatie betreffende de prestaties voor deze twee parameters wordt bijgehouden.

[1] Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten, PB L 108 van 24.4.2002.

[2] Richtl3[pic]n 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherm Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie, PB L 201 van 31.7.2002.

[3] COM(2007) 697.

[4] COM(2007) 699.

[5] SEC(2007) 1472.

[6] COM(2007) 696.

[7] COM(2006) 334 def.

[8] Zie voetnoot 7.

[9] PB L 186 van 25.7.2003, blz. 43.

[10] PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

[11] Er is ook nagegaan in hoeverre de bepalingen van bijlage VI inzake de interoperabiliteit van digitale consumentenapparatuur nog geschikt zijn. Aangezien deze evaluatie echter nog niet is afgerond, biedt de comitologieprocedure voor de Commissie echter de mogelijkheid deze bepalingen op een snellere wijze aan te passen (artikel 35 en 37).

[12] PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.

[13] PB C .. van .., blz. ...

[14] PB C .. van .., blz. ...

[15] PB C .. van .., blz. ...

[16] PB C .. van .., blz. ...

[17] PB C .. van .., blz. ...

[18] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7.

[19] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21.

[20] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.

[21] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51.

[22] PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.

[23] PB C […] van […], blz. […].

[24] PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10. Richtlijn als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

[25] PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.

[26] PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.

Top