EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007DC0545

Werkdocument van de Commissie - Verslag van de EU over de coherentie van het ontwikkelingsbeleid {SEC(2007)1202}

/* COM/2007/0545 def. */

52007DC0545

Werkdocument van de Commissie - Verslag van de EU over de coherentie van het ontwikkelingsbeleid {SEC(2007)1202} /* COM/2007/0545 def. */


Brussel, 20.9.2007

COM(2007) 545 definitief

WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE

Verslag van de EU over de coherentie van het ontwikkelingsbeleid {SEC(2007)1202}

INHOUD

1. Inleiding 3

2. Belangrijkste vaststellingen 3

2.1. Handel 5

2.2. Milieu 6

2.3. Klimaatverandering 6

2.4. Veiligheid 7

2.5. Landbouw 7

2.7. Sociale dimensie van de mondialisering, werkgelegenheid en fatsoenlijk werk 8

2.8. Migratie 8

2.9. Onderzoek 9

2.10. Informatiemaatschappij 9

2.11. Vervoer 10

2.4. Energie 10

3. Conclusie 11

1. INLEIDING

Ook het beleid op andere terreinen dan ontwikkelingssamenwerking heeft een grote impact op de ontwikkelingslanden. Het EU-concept van coherentie van het ontwikkelingsbeleid is gericht op het tot stand brengen van samenhang tussen die beleidslijnen en de ontwikkelingsdoelstellingen. Hierdoor zal de ontwikkelingshulp ook doeltreffender worden. In het licht van het engagement van de EU om de officiële ontwikkelingshulp substantieel te verhogen is het van groeiend belang ervoor te zorgen dat deze middelen niet onefficiënt worden besteed of door een incoherent beleid worden verspild.

Het doel van dit verslag[1] is uiteen te zetten welke vorderingen de EU heeft gemaakt bij de totstandbrenging van een grotere samenhang tussen de belangrijkste beleidslijnen die een weerslag op de ontwikkelingslanden hebben en de belangrijkste terreinen voor verdere maatregelen vast te stellen.

Het beleidskader dat de leidraad voor dit verslag vormt, is in 2005 vastgesteld als onderdeel van het pakket maatregelen die zijn aangenomen om sneller vorderingen te boeken om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken[2]. Deze verbintenissen zijn in de Europese ontwikkelingsconsensus[3] bevestigd op het hoogste politieke niveau.

Dit verslag vormt een uitgangspunt om de daadwerkelijke coherentie van het ontwikkelingsbeleid te beoordelen. Het zou moeten leiden tot een betere bewustwording en een informatiebron moeten vormen voor het debat met alle actoren in de EU, zoals het Europees Parlement, de nationale parlementen en de maatschappelijke organisaties die actief zijn in de ontwikkelingssector en op andere relevante beleidsterreinen, teneinde te komen tot een grotere coherentie in het ontwikkelingsbeleid. Het is zowel voor de lidstaten als voor de EU van belang. Daarom wordt verwacht dat het ook in de verschillende lidstaten het debat hierover zal aanzwengelen.

2. BELANGRIJKSTE VASTSTELLINGEN

De organisatorische mechanismen die de EU heeft gecreëerd om haar beleid beter op de ontwikkelingsdoelstellingen te doen aansluiten vertonen een uiteenlopend beeld:

- De instellingen van de EU zijn zich beter bewust geworden van het externe effect van het EU-beleid op andere terreinen dan ontwikkeling en het belang van de coherentie van het ontwikkelingsbeleid is algemeen erkend, zoals blijkt uit de talrijke mechanismen voor beleidscoherentie inzake ontwikkeling die op het niveau van de lidstaten, de EU en de Commissie zijn gecreëerd. Passende beleidsraamwerken, procedures en instrumenten voor een grotere coherentie van het ontwikkelingsbeleid zijn vastgesteld en moeten thans systematischer worden toegepast en zo nodig op basis van ervaring worden verbeterd en bijgestuurd.

- Binnen de Commissie bestaan op dit gebied een aantal mechanismen, zoals het interdepartementeel overleg, het systeem voor effectbeoordeling en de interdepartementele groep die specifiek belast is met het bevorderen van de coherentie van het ontwikkelingsbeleid. In de Raad zijn dankzij de maatregelen van het voorzitterschap goede vorderingen gemaakt, maar, zoals de lidstaten hebben beklemtoond, is de verbetering van de coherentie van het ontwikkelingsbeleid onvoldoende geïnstitutionaliseerd in het besluitvormingsproces. In het Europees Parlement houdt de commissie Ontwikkeling zich in toenemende mate bezig met de coherentie van het ontwikkelingsbeleid, die zij bevordert door de publicatie van rapporten, het innemen van standpunten in plenaire vergaderingen en aanverwante activiteiten.

- Ondanks deze inspanningen bevindt de EU zich nog in de aanvangsfase van de uitwerking van een coherent ontwikkelingsbeleid. De capaciteit ontbreekt vaak en de diensten die zich niet met ontwikkeling bezighouden, zijn zich te weinig bewust van de problematiek.

- In het algemeen zijn de lidstaten van oordeel dat de EU meer vorderingen in de richting van een grotere beleidscoherentie heeft gemaakt dan de lidstaten.

- Tegenstrijdige politieke prioriteiten bij de verschillende beleidslijnen of uiteenlopende belangen in de lidstaten en in de ontwikkelingslanden zijn de voornaamste hinderpalen voor een versterkte coherentie in het ontwikkelingsbeleid.

Vorderingen bij de vaststelling van mechanismen voor coherentie van het ontwikkelingsbeleid

[pic]

Bron : ECDPM, ICEI, Particip

2.1. Handel

- Handel is een krachtige motor van economische groei en de landen steunen voor de armoedebestrijding voor een groot deel op de handel. Hoewel handel alleen geen oplossing voor de ontwikkelingsproblemen kan bieden, vormen openstaan voor handel en steun voor de voorzieningscapaciteit belangrijke elementen van iedere coherente ontwikkelingsstrategie.

- De bestaande EG-regeling inzake markttoegang is al heel gunstig voor de ontwikkelingslanden. Toch worden zij nog met een aantal hinderpalen geconfronteerd. Daardoor blijft het aandeel van de armste landen in de internationale handel marginaal. De EU heeft een aantal initiatieven genomen om hun integratie in de wereldeconomie te vergemakkelijken. Zo heeft zij zich actief ingezet om van ontwikkeling het kernpunt van de WTO-onderhandelingen te maken en heeft zij zich sindsdien sterk ingezet voor het welslagen van de ontwikkelingsagenda van Doha. De economische partnerschapsovereenkomsten waarover met de ACS-landen wordt onderhandeld, worden beschouwd als langetermijnpartnerschappen gebaseerd op een alomvattende aanpak van de ontwikkeling.

- Sinds de hervorming van het stelsel van algemene preferenties in 2005 bieden de preferentieregels de gebruikers meer stabiliteit, voorspelbaarheid en handelsmogelijkheden. Bovendien worden aanvullende preferenties toegekend aan landen die belangrijke internationale verdragen over duurzame ontwikkeling, arbeidsrechten en goed bestuur hebben geratificeerd en daadwerkelijk toepassen.

- Bovendien werkt de Commissie thans aan de herziening van haar preferentiële oorsprongsregels. Daardoor zullen die regels eenvoudiger, transparanter en gebruiksvriendelijker worden, waardoor zij tegelijk de ontwikkeling bevorderen en ontduiking voorkomen.

- De EU vult haar onderhandelingsagenda aan met hulp voor handel: zij verbindt zich ertoe tegen 2010 twee miljard euro te verstrekken om de ontwikkelingslanden te helpen van nieuwe en bestaande handelsmogelijkheden te profiteren, bij te staan bij de uitvoering van nieuwe overeenkomsten en zo nodig te helpen zich aan een veranderende externe handelsomgeving aan te passen.

2.2. Milieu

- Wijzigingen in het milieu treffen iedereen, maar de omvang ervan verschilt sterk van regio tot regio en van land tot land. De meeste ontwikkelingslanden worden direct bedreigd door aantasting van het milieu en meestal hebben de armsten het sterkst te lijden onder het milieubederf.

- In de vernieuwde EU-strategie voor duurzame ontwikkeling[4] wordt benadrukt dat economische, sociale en ecologische doelstellingen elkaar onderling versterken en wordt het belang van samenwerking met externe partners onderstreept.

- De positieve gevolgen van het milieubeleid van de EU voor de ontwikkelingslanden zijn meestal indirect en houden verband met neveneffecten zoals de instandhouding van biodiversiteit of het invoeren van maatregelen om consumenten tegen milieurisico's te beschermen. De EU is ook een sterk voorstander van de beschikbaarstelling van collectieve milieugoederen, die het onderwerp van multilaterale milieu-overeenkomsten vormen. Bovendien steunen de Commissie en de EU-lidstaten de daadwerkelijke deelname van de ontwikkelingslanden aan de multilaterale milieu-overeenkomsten. De EU is ook bereid ontwikkelingslanden te helpen om zich aan de wijzigingen van EU-milieunormen aan te passen.

2.3. Klimaatverandering

- Hoewel de klimaatverandering alle landen treft, zullen de ontwikkelingslanden en de armste bevolkingsgroepen het eerst en het hardst worden getroffen. Daarom zullen alle inspanningen in het kader van het ambitieuze klimaatbeleid van de EU, dat erop gericht is de klimaatverandering op lange termijn te beperken tot gemiddeld 2° C vergeleken met het pre-industriële niveau, direct of indirect aan die landen ten goede komen.

- Ook de positieve neveneffecten van wetenschappelijke onderzoekprogramma's en investeringen in geschikte technologie zullen indirect voordelen voor de partnerlanden opleveren.

- De ontwikkeling van het internationale beleid inzake biobrandstoffen kan zowel leiden tot positieve gevolgen voor de ontwikkelingslanden in hun capaciteit van producent als negatieve effecten indien de duurzaamheidscriteria niet worden nageleefd, bijvoorbeeld betreffende het ontbossingstempo, de afname van de bodemfertiliteit, de beschikbaarheid van water en de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden.

- Er zijn verdere verbeteringen nodig in verband met de integratie van de klimaatverandering in de beleidsdialoog met de ontwikkelingslanden en in de programma's voor ontwikkelingssamenwerking. Het voorstel van de Commissie voor de oprichting van een wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering tussen de EU en haar ontwikkelingspartners, in het bijzonder de minst ontwikkelde landen en andere kwetsbare ontwikkelingslanden, zal een belangrijke stap in deze richting zijn.

2.4. Veiligheid

- Ook al is het aantal conflicten in de wereld afgenomen, toch zijn er nog steeds verwoestende burgeroorlogen en beperkt de heersende onveiligheid de legitieme verwachtingen van de mensen.

- De EU zet een brede waaier van instrumenten in, zowel voor veiligheid als voor ontwikkeling. In het recente verleden heeft zij het verband tussen die twee terreinen ononderbroken versterkt. Zorgen voor samenhang tussen veiligheid en ontwikkeling is bijzonder belangrijk maar tegelijk ook bijzonder complex. Structurele moeilijkheden als gevolg van de aard van de problemen en situaties die zich voordoen, de uiteenlopende omstandigheden waarin die problemen ontstaan en de complexiteit van de institutionele structuren van de EU voor de bevordering van de veiligheid vormen een ernstige uitdaging.

- De lopende maatregelen omvatten: het integreren van analyses en maatregelen voor conflictpreventie in de programma's voor ontwikkelingssamenwerking, het aanpakken van onstabiele situaties, het bevorderen van transparantie en rechtvaardigheid bij het beheer van de natuurlijke hulpbronnen, de ondersteuning van ontwapenings-, demobilisatie- en reïntegratieprogramma's, de hervorming van de veiligheidssector en de bestrijding van de wapenuitvoer, de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en in mensen, verdovende middelen en explosieven.

- Samenwerking met andere actoren, in het bijzonder de VN en de OVSE, regionale organisaties zoals de Afrikaanse Unie en maatschappelijke organisaties is van essentieel belang.

- Het blijft evenwel nodig de samenhang tussen veiligheid en ontwikkeling te verbeteren. Dit betekent de versterking van organisatorische mechanismen in de Commissie en de Raad om bij besluiten op veiligheidsgebied beter rekening te houden met ontwikkelingsaspecten, de systematische uitvoering van veiligheidsanalyses bij het uitwerken en sturen van de ontwikkelingssamenwerking, het verbeteren van de samenhang tussen de verschillende financieringsinstrumenten en de verdere opbouw en instandhouding van partnerschappen met de verschillende internationale en regionale organisaties en het maatschappelijk middenveld.

- Concrete initiatieven zullen worden overwogen in het kader van het toekomstige strategische partnerschap EU-Afrika, teneinde op de behoeften van het Afrikaanse continent in te spelen door een pakket ontwikkelings- en veiligheidsmaatregelen waarvan het geïntegreerde en horizontale karakter steeds meer zal worden versterkt.

2.5. Landbouw

- Landbouw is van bijzonder belang voor de ontwikkelingslanden en is cruciaal voor de economische groei, de armoedebestrijding en de voedselzekerheid.

- De EG heeft heel wat werk verzet om haar gemeenschappelijk landbouwbeleid meer ontwikkelingsvriendelijk te maken. Door de lage rechten en de nulrechten is de toegang tot de EG-markt in het algemeen gunstig voor de ontwikkelingslanden. Op het gebied van de uitvoersubsidies en de scheeftrekking van de prijzen door binnenlandse landbouwsubsidies zijn doorslaggevende vorderingen gemaakt door opeenvolgende hervormingen waarbij ernaar is gestreefd de binnenlandse landbouwbehoeften te verzoenen met de doelstellingen van een grotere coherentie in het ontwikkelingsbeleid.

- Vanaf 2003 zijn de exportsubsidies en de handelsverstorende binnenlandse subsidies drastisch verlaagd. In 2011, wanneer de in 2003 en 2005 gestarte hervormingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid volledig zullen zijn uitgevoerd, zal bijna 90% van de directe EU-betalingen losgekoppeld zijn van de productie. De EU heeft in het kader van de WTO-onderhandelingen aangeboden alle uitvoersubsidies tegen 2013 af te schaffen en de handelsverstorende nationale steun met 70% te verlagen.

- De EU-ontwikkelingssamenwerking houdt steun in voor de landbouw- en plattelandsontwikkeling, in het bijzonder in Afrika. De bestaande initiatieven voor de versterking van de samenwerking met de ontwikkelingslanden betreffende de vaststelling en tenuitvoerlegging van sanitaire en fytosanitaire maatregelen vormen ook een belangrijke stap op dit gebied.

2.6. Visserij

- In vele langs de kust gelegen ontwikkelingslanden is de visserij een belangrijke economische activiteit, die een grote bijdrage tot de voedselzekerheid kan leveren.

- De partnerschapsovereenkomsten inzake visserij bieden de vloten van de EU toegang tot de maritieme hulpbronnen van de ontwikkelingslanden die hun visbestanden niet volledig exploiteren. Sinds de hervorming van het visserijbeleid van de EG in 2002 en 2004 is de samenhang tussen deze overeenkomsten en de ontwikkelingsdoelstellingen sterk verbeterd.

- De belangrijkste aspecten zijn onder meer de kwaliteit van de wetenschappelijke evaluatie van visbestanden en visoverschotten, de integratie van duurzame ontwikkeling en biodiversiteit in het visserijbeleid, de daadwerkelijke besteding van de financiële bijdragen die de ontwikkelingslanden op grond van de kaderpartnerschapsovereenkomsten ontvangen om hun eigen visserij te ontwikkelen, en de maatregelen tegen illegale niet-gerapporteerde en ongereguleerde visserijactiviteiten.

2.7. Sociale dimensie van de mondialisering, werkgelegenheid en fatsoenlijk werk

- Wereldwijd verricht de helft van de armen een economische activiteit en miljoenen kinderen zijn verplicht te werken. De inspanningen van de EU ter versterking van de sociale dimensie van de mondialisering leveren een fundamentele bijdrage tot de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.

- De bevordering van werkgelegenheid, sociale cohesie en fatsoenlijk werk maakt deel uit van de Europese agenda voor sociaal beleid en de Europese ontwikkelingsconsensus.

- Hoewel de ontwikkelingslanden niet rechtstreeks de gevolgen van het nationale werkgelegenheids- en sociale beleid ondergaan, hebben de maatregelen van de EU op dit gebied een belangrijke positieve impact via twee belangrijke kanalen. Ten eerste stimuleert de EU de internationale agenda voor de sociale dimensie van de mondialisering en voor fatsoenlijk werk. Ten tweede integreert de EU op regionaal en nationaal niveau in toenemende mate werkgelegenheids- en sociale aspecten in haar dialoog, samenwerkingsprogramma's en handelsbetrekkingen met landen en regio's in de derde wereld.

- De EU-steun voor eerlijke handel en het stelsel SAP+ zijn voorbeelden van EU-maatregelen die een sterke impact kunnen hebben, vooral wanneer zij aan overeenkomstige programma's voor ontwikkelingssamenwerking gekoppeld zijn.

2.8. Migratie

- Het is thans algemeen aanvaard dat migratie een gunstig effect kan hebben op de ontwikkeling en omgekeerd. Het is daarom belangrijk het positieve verband en de synergie tussen beide beleidsterreinen te versterken.

- De werkzaamheden betreffende migratie en ontwikkeling zijn tot nog toe goed gevorderd wat betreft de vaststelling van het beleidskader en het opstarten van de politieke dialoog op regionaal en nationaal niveau, vooral met Afrika.

- Nu er een degelijk kader bestaat, moet worden voortgewerkt aan de omzetting van beleidsrichtsnoeren, overeenkomsten en actieplannen in concrete maatregelen met een reëel effect. Tot nog toe zijn slechts enkele maatregelen genomen om overmakingen goedkoper, sneller en veiliger te maken, om de samenwerking met uitgeweken gemeenschappen te ondersteunen en brain drain om te buigen tot mobiliteit van hoog opgeleiden, terreinen waarop de meeste lidstaten nog maar pas beginnen aan de uitwerking van passende maatregelen. De politieke dialoog en de toekomstige nieuwe strategie EU-Afrika zullen de aanzet geven tot ruimere samenwerking in de toekomst.

2.9. Onderzoek

- Het vermogen om nieuwe kennis te produceren, de absorberen en toe te passen bepaalt steeds meer het internationale concurrentievermogen van de moderne economieën en draagt ook bij tot duurzame ontwikkeling. Toch hebben de ontwikkelingslanden, vooral in Afrika, vaak onvoldoende personele en institutionele middelen om deze kwesties aan te pakken.

- Het onderzoekbeleid van de EU draagt op twee belangrijke wijzen bij tot de verwezenlijking van de ontwikkelingsdoelstellingen. Ten eerste ondersteunt het onderzoekprogramma's op gebieden die van wereldwijd belang zijn, dus ook voor de ontwikkelingslanden. Ten tweede draagt het beleid door de bijstand aan specifieke internationale samenwerkingsprojecten met medewerking van onderzoekcentra, universiteiten en andere actoren uit de ontwikkelingslanden bij tot het creëren van aan een specifieke context gebonden kennis en capaciteitsopbouw in het Zuiden.

- Ook het Europese ruimtevaartbeleid draagt bij tot de ontwikkeling en zal de basis vormen voor versterkte samenwerking tussen Europa en Afrika voor de inzet van ruimtevaarttechnologie en -onderzoek voor duurzame ontwikkeling. Navigatie, aardobservatie (het Europees initiatief Wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid) en satellietcommunicatie en -wetenschappen kunnen worden beschouwd als sectoroverschrijdende instrumenten ter bevordering van het engagement van Europa voor het verwezenlijken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.

- Het zevende kaderprogramma voor onderzoek (2007-2013) staat volledig open voor alle landen in de wereld. De deelname van de ontwikkelingslanden en in het bijzonder de minst ontwikkelde landen stuit evenwel op het gebrek aan personele en institutionele wetenschappelijke en technologische capaciteit. De inspanningen van de landen om een wetenschappelijke en technologische capaciteit op te bouwen moeten daarom worden ondersteund door de ontwikkelingssamenwerking, in coördinatie met andere instrumenten en programma's.

- Een ander probleem vanuit ontwikkelingsperspectief is het braindrain-effect van het onderzoekbeleid van de EU, waardoor hooggekwalificeerde onderzoekers uit de ontwikkelingslanden worden aangetrokken door Europa. Om dit probleem op te lossen gaat de Commissie door met de Marie Curie internationale reïntegratiesubsidies, waardoor onderzoekers die naar hun land terugkeren hun onderzoek daar kunnen voortzetten.

2.10. Informatiemaatschappij

- ICT kan een krachtig ontwikkelingsinstrument vormen dat de drijvende kracht vormt van concurrentievermogen, economische groei en sociale vooruitgang en nieuwe kanalen openen voor de vrije verspreiding van ideeën en opinies die een stimulans kunnen vormen voor democratie, vrije meningsuiting, mensenrechten en wederzijds begrip tussen alle mensen. ICT kan er echter ook toe bijdragen dat de kloof tussen Noord en Zuid en de informatiekloof wordt vergroot.

- Het bevorderen van de informatiemaatschappij in ontwikkelingslanden vereist een evenwichtige aanpak die een combinatie vormt tussen enerzijds particuliere investeringen in ICT-infrastructuur en anderzijds overheidsmaatregelen die zorgen voor een gunstig regelgevingsklimaat en een samenleving en beroepsbevolking die vertrouwd zijn met ICT.

- De beleidsdialoog en de steun voor capaciteitsopbouw moeten worden versterkt. Daarnaast moet de toegang tot onderzoek- en onderwijsnetwerken worden vergroot en moet de deelname van de ontwikkelingslanden aan het zevende kaderprogramma worden versterkt. Bijzondere nadruk moet worden gelegd op Afrika ten zuiden van de Sahara.

2.11. Vervoer

- Een doeltreffende en efficiënte vervoersinfrastructuur is noodzakelijk om de millenniumdoelstellingen te bereiken en vormt een essentiële basis voor concurrentievermogen en economische groei. Het bevorderen van duurzaam vervoer is daarom een belangrijk onderdeel van de EU-programma's voor ontwikkelingssamenwerking en moet alle vervoerstakken en diensten ter vergemakkelijking van het goederen- en personenverkeer omvatten.

- Het intern vervoerbeleid van de EU heeft vanuit twee invalshoeken een weerslag op de ontwikkelingslanden. Ten eerste via het optreden van de EU in internationale organen voor de vaststelling van internationale normen, luchtvaartovereenkomsten of samenwerking bij internationale projecten zoals Galileo. Ten tweede via het EU-beleid voor de ontwikkeling van strenge ecologische, sociale en veiligheidsnormen voor de vliegtuigen, schepen en voertuigen die haar grondgebied binnenkomen en voor haar eigen vloten.

2.12. Energie

- Voor de twee miljard mensen in de wereld die traditionele biobrandstoffen gebruiken om te koken en/of geen toegang tot moderne energievoorziening hebben, kan de aanleg van elektriciteitsnetten en de beschikbaarheid van schone brandstoffen om te koken leiden tot een sterke verbetering van hun hygiënische en gezondheidssituatie en tot een hogere levensstandaard[5].

- De EU werkt aan verschillende grote initiatieven ter ondersteuning van het creëren van adequate, betaalbare en duurzame energiediensten in ontwikkelingslanden. De belangrijkste zijn het EU-energie-initiatief voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling, het infrastructuurpartnerschap EU-Afrika en het energiepartnerschap EU-Afrika.

- Het nieuwe energiebeleid voor Europa[6], dat tot doel heeft alle EU-lidstaten te voorzien van duurzame, veilige en concurrerende energie, is er ook op gericht het Europese energiebeleid en ontwikkelingsbeleid samen te voegen in een win-win-strategie. De ontwikkelingslanden, en vooral de Afrikaanse, zullen profiteren van de maatregelen van de EU voor de diversificatie van de energievoorziening en de ontwikkeling van energie-efficiënte en hernieuwbare energietechnieken.

- Het aanpakken van sectoroverschrijdende problemen zoals milieuverontreiniging, klimaatverandering en de toegang van de arme bevolkingslagen tot energiediensten, ook op het platteland, zal eveneens cruciaal zijn voor het algemeen welslagen van energie-initiatieven in de ontwikkelingslanden.

3. CONCLUSIE

Alle beleidsterreinen die in dit verslag zijn besproken, hebben een weerslag op de economische, sociale, ecologische of politieke situatie en vooruitzichten van de ontwikkelingslanden.

Zelfs beleidslijnen die meestal als een interne aangelegenheid worden beschouwd, zoals het sociaal beleid of het vervoerbeleid, kunnen een positieve of negatieve invloed op de ontwikkelingsprocessen hebben. Het effect ervan hangt af van de evoluerende mondiale context en de specifieke nationale situaties. Zo bijvoorbeeld evolueren klimaatverandering en energie tot belangrijke prioriteiten, niet alleen vanuit een intern oogpunt van de EU maar ook binnen het ontwikkelingskader. Met de verschuivende internationale machtsverhoudingen zal het EU-beleid voor de bevordering van sociale waarden op mondiaal, regionaal en nationaal niveau in de toekomst ook steeds belangrijker worden.

Dit verslag bevestigt dus dat het van belang is alle beleidsterreinen vanuit het oogpunt van de coherentie van het ontwikkelingsbeleid te blijven monitoren. Bovendien kan nog meer worden gedaan voor de exploitatie van een aantal terreinen die een groot ontwikkelingspotentieel inhouden, zoals ICT en onderzoek.

Voor elk van de twaalf onderzochte beleidsterreinen zijn verder te onderzoeken kwesties aangemerkt, in verband waarmee de samenhang met het ontwikkelingsbeleid verder kan worden geëxploreerd. Op bijzonder gevoelige terreinen zoals migratie of veiligheid moet een evenwicht worden gevonden tussen de bevordering van de Europese belangen en het vaststellen van de wensen van de partnerlanden, zodat win-win-oplossingen kunnen worden gevonden.

In het algemeen heeft de EU concrete stappen ondernomen om de coherentie in het ontwikkelingsbeleid te vergroten. Daartoe heeft zij haar organisatorische mechanismen op het niveau van de lidstaten, de Raad en de Commissie verbeterd. Alleen al de opstelling van dit verslag heeft ertoe geleid dat de interne diensten voor beleidsuitstippeling zich beter bewust zijn geworden van het effect dat hun beleid op ontwikkeling heeft.

Als het gaat om concrete resultaten, hinken de vorderingen evenwel achterop bij de ambities van de Europese ontwikkelingsconsensus. Er moet nog worden gesleuteld aan bewustwording en kennis. De betrokkenheid van actoren buiten de ontwikkelingssector is nog beperkt, zowel in de instellingen als in het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector.

Er is een permanent politiek engagement op hoog niveau noodzakelijk om vorderingen te blijven maken, zodat de coherentie, doeltreffendheid en zichtbaarheid die in de mededeling "Europa in de wereld"[7] zijn vooropgesteld, realiteit worden. Daartoe moet Europa zich op zijn beurt ook beter bewust worden van het feit dat ontwikkeling en armoedebestrijding uiteindelijk in haar eigen belang zijn.

Concreet worden in de antwoorden de volgende belangrijkste resterende kwesties genoemd:

- zoals door de lidstaten benadrukt, toetsing en verbetering van de procedures van de Raad;

- sterkere integratie van de verbetering van de coherentie in de nationale en regionale samenwerkingsstrategieën;

- verbetering van de informatie-uitwisseling;

- betere gebruikmaking van de effectevaluatie;

- het doorlopend werkprogramma inzake coherentie in het ontwikkelingsbeleid operationeler maken.

Er bestaat nog een aantal mogelijkheden dat nader moet worden onderzocht. De dialoog met de ontwikkelingslanden over het effect van het EU-beleid buiten ontwikkelingshulp moet worden versterkt op nationaal, regionaal en mondiaal niveau. De opstelling van nationale strategiedocumenten vormt een kader waarbinnen de Commissie en de lidstaten die beleidsdialoog kunnen ontwikkelen. Het nut van de aanpak inzake de coherentie van het ontwikkelingsbeleid voor het eigen beleid van de ontwikkelingslanden moet ook worden bekeken, aangezien de positieve impact van het EU-beleid op de meeste beleidsterreinen afhankelijk is van gelijktijdige maatregelen door de partnerlanden. De inschakeling van het concept coherentie van het ontwikkelingsbeleid in de nieuwe gezamenlijke strategie EU-Afrika die thans wordt uitgewerkt, vormt een belangrijke stap in die richting.

[1] Het verslag is gebaseerd op antwoorden van de Commissiediensten en de lidstaten op een vragenlijst van januari 2007.

[2] Mededeling van de Commissie "Samenhang in het ontwikkelingsbeleid – Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken" - COM(2005)134 def. van 12 april 2005 en conclusies van de Raad Algemene zaken en Externe betrekkingen over de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (Doc. 9266/05).

[3] Gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: de Europese consensus, december 2005 (PB C 46 van 24.2.2006, blz. 1).

[4] Raadsdocument 10917/06 van 26 juni 2006.

[5] The World Energy Assessment: Overview - 2004 Update', UNDP, UNDESA en World Energy Council. Zie:http://www.undp.org/energy/weaover2004.htm

[6] COM(2007) 1 definitief van 10 januari 2007.

[7] COM(2006) 278 van 8 juni 2006 "Europa in de wereld – Praktische voorstellen om de samenhang, het effect en de zichtbaarheid van het EU-optreden te vergroten" en Conclusies van de Europese Raad van juni 2006.

Top