EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003DC0650

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan

/* COM/2003/0650 def. */

52003DC0650

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan /* COM/2003/0650 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S - Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan

INHOUDSOPGAVE

1. Samenvatting

2. De achtergronden van het beleid

2.1. De integrale aanpak van de europese unie: doelstellingen en middelen

2.2. Feiten en ontwikkelingen

2.3. Wat de eu tot nu toe heeft weten te bereiken

2.4. De impulsen van het europees jaar van mensen met een handicap 2003

2.5. Strategische doelstellingen voor de toekomst

3. Het actieplan van de europese unie voor personen met een handicap

3.1. Het waarom van het actieplan

3.2. De eerste fase van het actieplan van de europese unie voor personen met een handicap: 2004-2005

3.2.1. Toegang tot en behoud van werk

3.2.2. Levenslang leren

3.2.3. Benutting van nieuwe mogelijkheden op technologisch gebied

3.2.4. Toegankelijkheid van de gebouwde omgeving

4. Monitoring en voorzieningen voor de follow-up

4.1. Verbetering van de uitvoeringscapaciteiten

4.1.1. Versterking van de structuren bij de commissie

4.1.2. Intensivering van de samenwerking met de lidstaten

4.1.3. Zoveel mogelijk samenwerking met andere internationale organisaties of agentschappen

4.2. Versterking van governance

4.2.1. Uitbreiding van de samenwerking met maatschappelijke organisaties

4.2.2. Verzoek aan de sociale partners om medewerking bij de bevordering van de gelijkheid van personen met een handicap

4.2.3. Verslagen aan de instellingen en organen van de eu

4.3. Het eu-verslag over de situatie van personen met een handicap

4.3.1. Een tweejaarlijks verslag over de algehele situatie van personen met een handicap in de uitgebreide europese unie

4.3.2. Ontwikkeling van contextindicatoren, verzameling van gegevens en onderzoek

4.3.3. Evaluatie van het actieplan van de europese unie

1. SAMENVATTING

Voor het succes van het Europees Jaar voor mensen met een handicap 2003 is de vraag cruciaal of het jaar ook na 2003 nog wezenlijke resultaten zal opleveren. Samen met alle andere bij het Jaar betrokken partners wil de Commissie voortbouwen op de impulsen en resultaten van het Jaar en tegelijkertijd nieuwe en dringende uitdagingen oppakken. Doel van deze mededeling is om in het Europa van na de uitbreiding tot een substantiële en uitvoerbare aanpak voor gehandicaptenvraagstukken te komen. De mededeling wil een vertrekpunt en raamwerk zijn voor de versterking van de gehandicaptendimensie in al het relevante beleid van de EU en tegelijkertijd steun en stimulansen bieden voor het landelijke beleid.

In deze mededeling worden dan ook toekomstgerichte initiatieven van de Europese Unie geschetst, die in het algemeen de verdere integratie van personen met een handicap in de economie en maatschappij van de uitgebreide Europese Unie tot doel hebben. In de voorgestelde aanpak spelen de volgende drie operationele doelstellingen een centrale rol: volledige toepassing van de richtlijn voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (richtlijn 2000/78/EG), versterkte mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken in al het relevante beleid van de Gemeenschap en verbetering van de toegankelijkheid voor iedereen.

Met deze mededeling wordt met name een in etappen uit te voeren, meerjarig actieplan ingevoerd, dat als einddatum het jaar 2010 heeft. Doel van dit actieplan is om gehandicaptenvraagstukken een plaats te geven in al het relevante beleid van de Gemeenschap en om op belangrijke terreinen concrete activiteiten ter bevordering van de integratie van personen met een handicap ten uitvoer te brengen. Om de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken in al het belangrijke EU-beleid te ondersteunen, zal de Commissie een tweejaarlijks verslag publiceren over de algehele situatie van personen met een handicap in de uitgebreide Europese Unie en over de jongste ontwikkelingen in de lidstaten. Tegelijkertijd stelt de Commissie voor om de inbreng van alle betrokkenen en belangrijkste hoofdrolspelers uit te breiden, zodat het in de economie en maatschappij over de hele linie tot verstrekkende en blijvende veranderingen komt.

Aangezien werk van doorslaggevende betekenis voor de integratie in de maatschappij is, zal in de eerste uitvoeringsfase van het actieplan van de Europese Unie voor personen met een handicap - die in 2004 en 2005 gerealiseerd zal moeten worden - vooral gewerkt worden aan de voorwaarden die nodig zijn om de arbeidsparticipatie van personen met een handicap te bevorderen en aan het toegankelijker maken van de algemene arbeidsmarkt voor personen met een handicap in de uitgebreide Europese Unie. In de eerste fase van het actieplan zullen dan ook vier concrete prioriteiten centraal staan die allemaal verband houden met werk, namelijk:

- toegang tot en behoud van werk, m.i.v. bestrijding van discriminatie;

- levenlang leren ter bevordering en verbetering van veelzijdige inzetbaarheid, aanpassingsvermogen, persoonlijke ontwikkeling en een actief burgerschap;

- nieuwe technologie waardoor personen met een handicap hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen en de mogelijkheden om aan werk te komen toenemen;

- toegankelijkheid van de openbare gebouwde omgeving om de participatie in de wereld van het werk en de integratie in de economie en maatschappij te verbeteren.

Het tweejaarlijkse verslag van de Commissie over de algehele situatie van personen met een handicap in het Europa van na de uitbreiding zal als uitgangspunt dienen voor de formulering van nieuwe prioriteiten, waaraan in het verlengde van de impact van het EU-beleid op de situatie van personen met een handicap in de volgende fasen gewerkt zal moeten worden.

2. DE ACHTERGRONDEN VAN HET BELEID

2.1. De integrale aanpak van de Europese Unie: doelstellingen en middelen

Het jarenlange engagement van de Europese Unie voor haar gehandicapte burgers gaat hand in hand met een nieuwe aanpak op het gebied van handicaps: personen met een handicap worden niet langer als passieve uitkeringsontvangers beschouwd, nu de samenleving erkend heeft dat personen met een handicap een legitieme aanspraak op gelijke rechten hebben en het besef doorgedrongen is dat participatie rechtstreeks met integratie te maken heeft. De overkoepelende doelstelling van de EU is dan ook dat ieder mens als volwaardig lid van de maatschappij een bijdrage moet kunnen leveren aan de maatschappelijke ontwikkelingen. De bestrijding van discriminatie en de bevordering van de participatie van personen met een handicap in de economie en maatschappij zijn vanuit dit oogpunt van fundamenteel belang.

Om deze doelstellingen te kunnen verwezenlijken, werkt de Commissie aan een coherente en integrale aanpak, waarin met een heel scala aan instrumenten gewerkt wordt. In het licht van de structurele veranderingen die zich in hoog tempo in de economie en maatschappij voordoen, is de Commissie vooral voornemens om gebruik te maken van vormen van vrijwillige samenwerking die garanderen dat alle betrokkenen - de lidstaten, de sociale partners, maatschappelijke organisaties, enz. - op passende wijze medewerking kunnen verlenen. Dit geldt vooral voor de open coördinatiemethode die op het gebied van de werkgelegenheid, de maatschappelijke integratie en het levenslang leren gehanteerd wordt. Deze terreinen zijn van cruciaal belang voor personen met een handicap en bieden mogelijkheden om gemeenschappelijke doelstellingen te vertalen in nationaal beleid en te verspreiden "good practices".

* Bevordering van het respect voor diversiteit door middel van individuele rechten

De erkenning en bescherming van de rechten van personen met een handicap vormen de spil van alle activiteiten van de Europese Unie. Uit hoofde van artikel 13 van het EG-Verdrag kan de Gemeenschap voorstellen doen voor wetgeving ter bestrijding van discriminatie die onder andere op handicaps berust. Met de richtlijn van de Europese Unie voor gelijke behandeling in arbeid en beroep [1] en met name met het communautaire actieprogramma ter bestrijding van discriminatie zijn op dit punt reeds stappen gezet. Ook het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie biedt specifieke bescherming voor de rechten van personen met een handicap en de voorgestelde opname van het handvest in het toekomstige EU-Verdrag zal een buitengewoon belangrijke stap voorwaarts zijn. Het handvest legt een onlosmakelijk verband tussen de rechten op politiek en economisch gebied en de burgerrechten enerzijds en de rechten op maatschappelijk gebied anderzijds. De rechten van personen met een handicap staan in artikel 21 en 26 beschreven. In artikel 26 wordt "het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke integratie en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen" als grondrecht erkend.

[1] Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000, PB L 303 van 2 december 2000.

* Verbetering van de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving door het slechten van belemmeringen

De Europese Unie beschouwt het hebben van een handicap ook als sociale constructie. In het Europese sociale model van handicaps wordt veel nadruk gelegd op de belemmeringen in de samenleving die de volledige participatie van personen met een handicap in de weg staan. Deze belemmeringen moeten uit de weg worden geruimd aan de hand van de mededeling van de Commissie van mei 2000 getiteld "Naar een Europa zonder drempels voor personen met een handicap" [2], die belangrijke implicaties heeft voor de wijze waarop het beleid en de wetgeving ten aanzien van personen met een handicap momenteel tot ontwikkeling worden gebracht. De vraagstukken op het gebied van toegankelijkheid en mobiliteit worden nu behandeld in het kader van de gelijke kansen en het recht op participatie. Het is met name van cruciaal belang geworden dat de technische en wettelijke belemmeringen verdwijnen die een effectieve participatie van personen met een handicap in de kenniseconomie en - maatschappij in de weg staan en zij in staat worden gesteld om gebruik te maken van de mogelijkheden die de informatiemaatschappij te bieden heeft.

[2] COM(2000) 284 def. van 12.5.2000.

* Bevordering van de integratie door middel van werk: de Europese Werkgelegenheidsstrategie, de Structuurfondsen en de modernisering van de sociale zekerheid

Voor de integratie van personen met een handicap in de economie en maatschappij is werk in het algemeen van cruciaal belang. Door participatie op de arbeidsmarkt kunnen mensen hun eigen boterham verdienen en veel sterker als volwaardig lid van de maatschappij meedraaien. Werk geeft mensen meer gevoel van eigenwaarde en een grotere mate aan onafhankelijkheid. De Europese Werkgelegenheidsstrategie draagt ertoe bij dat er in het algemeen een overstap kan worden gemaakt van specifieke programma's voor gehandicapten naar een aanpak die meer op mainstreaming gebaseerd is. De meeste lidstaten zijn in hun actieve werkgelegenheidsbeleid ter bestrijding van de massale werkloosheid overgestapt op een persoonsgericht beleid dat meer op de behoeften van afzonderlijke mensen toegesneden is, waaronder ook de behoeften van bijzonder kwetsbare groepen in de samenleving zoals personen met een handicap. Met behulp van de algemene programma's van het Europees Sociaal Fonds en het Gemeenschapsinitiatief EQUAL en de voornaamste financieringsinstrumenten waarmee de Gemeenschap haar voornemens ten aanzien van personen met een handicap in de praktijk vertaalt, wordt een heel scala aan maatregelen voor de integratie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt gefinancierd. Bovendien wil de Commissie bereiken dat werkenden met een handicap in vergelijking met andere categorieën migrerende werknemers blijvende en uitgebreidere verblijfsrechten krijgen.

Moderne socialezekerheidsstelsels zijn van essentieel belang om passende steun te kunnen verstrekken aan personen met een handicap die niet voldoende inkomen uit werk kunnen verwerven en om te bevorderen dat diegenen die van de arbeidsmarkt uitgesloten zijn, maar wel hun eigen brood kunnen verdienen aan werk kunnen komen. Er wordt dan ook meer aandacht besteed aan het geven van werkgerelateerde uitkeringsprikkels die werk lonender maken en voorkomen dat mensen in uitkeringen terechtkomen met alle gevolgen die daaraan verbonden zijn. Een dergelijke verschuiving van langdurige afhankelijkheid van uitkeringen in de sfeer van de sociale zekerheid naar actieve arbeidsmarktmaatregelen zal, op voorwaarde dat ingehaakt wordt op individuele situaties, een positief effect hebben op de economische situatie van de uitkeringsgerechtigden en hun gevoel van eigenwaarde. Ook zal hierdoor verbetering kunnen worden gebracht in de structuur en kwaliteit van de overheidsuitgaven die op de middellange en lange termijn beter in de hand zullen kunnen worden gehouden.

Tegen deze achtergrond komt het bedrijfsleven een belangrijke rol bij de bevordering van de integratie toe. Deze rol is zowel in het belang van de ondernemingen zelf als in het belang van gehandicapte werknemers en consumenten. Er wordt aan moderne integratiestrategieën gewerkt en ondernemingen beginnen in te zien dat de kosten voor aanpassingen op het werk en aan producten en diensten van nature niet van blijvende aard zijn. De Commissie is van haar kant bereid om inspanningen te ondersteunen, die bewerkstelligen dat de bedrijfsmatige argumenten voor personen met een handicap op grotere schaal erkend worden.

* Bevordering van maatschappelijke integratie en bestrijding van marginalisatie: het Europese proces voor integratie in de maatschappij

Bevordering van de gelijke kansen van personen met een handicap houdt in de bredere context van de strategie, die in Lissabon overeengekomen is, méér in dan alleen integratie door werk. Het nieuwe maatschappelijke integratieproces, dat met behulp van de open coördinatiemethode in gang is gezet door de Europese Raad van Nice, biedt in dit opzicht tal van mogelijkheden om de lidstaten de helpende hand te bieden bij een effectievere bestrijding van de marginalisatie van personen met een handicap en om ervoor te zorgen dat de meest kwetsbaren in onze samenleving gebruik kunnen maken van grondrechten, diensten en middelen. Na bestudering van de tweede serie nationale actieplannen voor de periode 2003-2005 werkt de Commissie nu aan een nieuw Gezamenlijk Verslag dat vóór de bijeenkomst van de Europese Raad in het voorjaar van 2004 zal moeten worden aangenomen. Daarnaast zal de Commissie in het kader van het Comité voor de sociale bescherming actief meewerken aan de ontwikkeling van passende indicatoren, waarmee de vooruitgang bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting gemeten zal kunnen worden.

* Empowerment en bevordering van voorzieningen in de samenleving die participatie mogelijk maken: mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken in al het relevante beleid

Steun verlenen aan burgers met een handicap om over de hele linie goed in de economie en de maatschappij mee te kunnen draaien, houdt in dat iedereen die daartoe de mogelijkheid heeft op zoveel mogelijk terreinen deel moet kunnen hebben aan dat wat voor de mainstream beschikbaar is en segregatie in specifieke regelingen voor gehandicapten niet de voorkeur heeft. Mainstreaming vereist een goed gefundeerd beleid en brede participatie aan het beleidsproces, zodat bereikt wordt dat gehandicapten en hun uiteenlopende behoeften en ervaringen in het middelpunt staan zodra beleid geformuleerd wordt dat directe of indirecte uitwerkingen op hun leven heeft.

Er dient met name nota van genomen te worden dat het streven om ouderen en/of personen met een handicap in staat te stellen om tot op hoge leeftijd een actief, gezond en onafhankelijk leven te leiden steeds belangrijker voor de systemen voor de gezondheidszorg aan het worden is. De nadruk moet komen te liggen op preventief werkende strategieën, op gezondere voedingsgewoonten, lichaamsbeweging en geestelijke activiteiten, te beginnen bij de levensstijl van jongeren en mensen op middelbare leeftijd. De Commissie en de Raad hebben op 10 maart 2003 een gezamenlijk verslag ter ondersteuning van de nationale strategieën voor de toekomst van de gezondheidszorg en ouderenzorg [3] goedgekeurd, dat uitgangspunten biedt voor verdere beleidssamenwerking bij drie doelstellingen, namelijk toegankelijkheid voor iedereen, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorgstelsels. Tegen het voorjaar van 2004 zal de Commissie met een mededeling komen, waarin voorstellen zullen worden gedaan voor verdere samenwerking tussen de lidstaten. Dit zal een goede gelegenheid zijn om op dit belangrijke beleidsterrein een plaats in te ruimen voor gehandicaptenvraagstukken.

[3] SOC 116.

2.2. Feiten en ontwikkelingen

Versterking van het bewustzijn dat personen met een handicap een bijdrage leveren aan de samenleving is een belangrijk aspect in de aanpak van de Europese Unie. In dit opzicht zijn alle vraagstukken die met metingen te maken dan ook van cruciale betekenis. De taken op dit gebied zijn verre van eenvoudig. De definities van handicaps en de gehanteerde criteria voor de vaststelling van handicaps zijn op dit moment afhankelijk van de nationale wetgeving en de gang van zaken op bestuursrechtelijk gebied. Ze verschillen - al naar gelang de ideeën over en de benaderingen op het gebied van handicaps - van lidstaat tot lidstaat. Uit een vergelijkend onderzoek, dat in opdracht van de Commissie [4] verricht is, blijkt dat er grote verschillen tussen personen met een handicap bestaan en dat allerlei uiteenlopende definities van handicaps gehanteerd worden. Dit staat het verzamelen van onderling vergelijkbare en geaggregeerde gegevens in de weg en toont aan dat er op dit gebied nog zeer veel ruimte voor de uitwisseling van informatie en beleidsleren voorhanden is.

[4] Comparative Study of Definitions of Disability, Brunel University, 2003.

Een van de mogelijkheden hier is dat er gekeken wordt naar de onderzoeken die op EU-niveau gedaan zijn. De geconsolideerde cijfers uit het onder huishoudens gehouden panelonderzoek van de Europese Gemeenschap, die gebaseerd zijn op verklaringen van de betrokkenen zelf, geven in de loop der jaren een vrij consistent beeld te zien. Uit de cijfers komt naar voren dat 14,5 % van de beroepsbevolking (in de leeftijd van 16 tot 64 jaar) van de EU de een of andere vorm van een handicap heeft. [5] Dit betekent dat zo'n 15 % van de vrouwen (in de leeftijd van 16 tot 64 jaar) en 14 % van de mannen (in de leeftijd van 16 tot 64 jaar) melding gemaakt heeft van de een of andere gematigde of ernstige vorm van handicaps. Dit komt voor veertien lidstaten [6] neer op zo'n zesentwintig miljoen mensen van de beroepsbevolking in de leeftijd van 16 tot 64 jaar. In de tien kandidaat-lidstaten heeft 25 % van de bevolking [7] aangegeven met de een of andere vorm van handicaps te maken te hebben. Uit deze cijfers blijkt overduidelijk dat personen met een handicap niet een kleine minderheid zijn. De integratie van personen met een handicap moet dan ook beschouwd worden als een zaak die de hele samenleving aangaat en waaraan iedereen een bijdrage te leveren heeft.

[5] "Disability and social participation in Europe", Europese Commissie, Eurostat, thema 3 "Population and social conditions", 2001, ISBN 92-894-1577-0.

[6] In de analyse is geen rekening gehouden met Zweden, aangezien voor Zweden geen gegevens uit het onder huishoudens verrichte panelonderzoek van de Europese Gemeenschap (ECHP) beschikbaar waren.

[7] Candidate Countries Eurobarometer 2002.1: the social situation in countries applying for European Union membership (blz. 127).

Uit de genoemde cijfers komen nog een tweetal belangrijke punten naar voren. Ten eerste is er sprake van een duidelijke correlatie tussen leeftijd en handicaps. Op dit moment is 63 % van de personen met een handicap ouder dan 45 jaar en de incidentie van handicaps zal waarschijnlijk nog toenemen, aangezien veel mensen op latere leeftijd met een handicap te maken krijgen. Van de mensen in de leeftijd van 60 tot 64 jaar is 20 % zwaar gehandicapt; 17,1 % geeft aan lichtelijk gehandicapt te zijn, terwijl slechts 6,3 % van degenen die aangeven dat ze helemaal niet gehandicapt zijn tot de leeftijdscategorie van 60 tot 64 jaar [8] behoren. De demografische ontwikkelingen wijzen erop dat betere gezondheidszorg voor gehandicapte volwassenen hand in hand gaat met een langere levensverwachting. Het is dan ook duidelijk dat het aantal personen met een handicap in de Europese Unie stijgende is en dat dit als gevolg van de vergrijzing van de bevolking zo zal blijven. Al deze feiten wijzen erop dat er op het punt van de toegankelijkheid meer mogelijkheden voor iedereen in het leven geroepen zullen moeten worden en dat daarbij gebruik zal moeten worden gemaakt van op maat gesneden integrale oplossingen, die "Design for All" tot uitgangspunt hebben.

[8] Zie voetnoot 5.

Ten tweede tonen de cijfers aan dat er nog een aanzienlijk onbenut potentieel voor verdere economische groei aanwezig is. Vergeleken met bijna 65% van de niet-gehandicapte bevolking is slechts 42 % van de personen met een handicap aan het werk. In vergelijking met nog geen 28 % van de niet-gehandicapte bevolking behoort niet minder dan 52 % van de personen met een handicap economisch gezien tot de categorie niet-werkzame personen. [9] Handicaps zijn nog steeds een belangrijke hinderpaal voor de integratie door werk en de cijfers tonen aan dat op dit punt nog veel werk verzet zal moeten worden. Wanneer de belemmeringen op weg naar de arbeidsmarkt worden weggenomen, zullen er mogelijkheden ontstaan om mensen een kans te geven.

[9] "The employment situation of people with disabilities in the EU", Europese Commissie, Directoraat-generaal Werkgelegenheid en sociale zaken, 2001. Bron: European Household Panel, 1996.

2.3. Wat de EU tot nu toe heeft weten te bereiken

* Bijdrage aan de bestrijding van discriminatie met behulp van artikel 13 van het Verdrag

Aan de hand van een voorstel van de Commissie heeft de Raad op 27 november 2000 zijn goedkeuring gehecht aan Richtlijn 2000/78/EG [10] "tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep". Deze richtlijn verbiedt alle vormen van directe en indirecte discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Op het punt van de handicaps wordt in de richtlijn erkend dat er bij het achterwege blijven van redelijke aanpassingen op het werk sprake kan zijn van discriminatie. Praktisch gezien staat de formulering 'redelijke aanpassingen' voor maatregelen waardoor een werkplek aangepast wordt aan de behoeften van de afzonderlijke werknemer. Het kan daarbij bijvoorbeeld om aanpassingen aan gebouwen en installaties, om aangepaste werktijden en dergelijke gaan, die personen met een handicap de mogelijkheid bieden om te gaan werken. De lidstaten hebben tot december 2003 de tijd om de richtlijn in nationale wetgeving te vertalen. Wat de bepalingen op het gebied van de handicaps en de leeftijd aangaat, kunnen ze de periode voor de omzetting van de richtlijn nog eens met drie jaar verlengen.

[10] Publicatieblad L 303 van 2.12.2000.

Het communautaire actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) [11] beoogt de lidstaten bij hun strijd tegen discriminatie de helpende hand te bieden. Dankzij het programma kan de Commissie uiteenlopende activiteiten in verband met de bestrijding van discriminatie op grond van handicaps financieren, zoals vorming van netwerken en partnerships, conferenties in het kader van het voorzitterschap, door de lidstaten te organiseren nationale voorlichtingsdagen om de aandacht te vestigen op de ontwikkelingen ten aanzien van personen met een handicap, campagnes, studies, enzovoorts en tegelijkertijd naar een maximale inbreng van de personen met een handicap zelf en de hen vertegenwoordigende organisaties streven. In het kader van het programma wordt ook financiële steun verstrekt voor de lopende kosten van verscheidene maatschappelijke organisaties die personen met een handicap vertegenwoordigen, zoals de koepel van de Europese gehandicaptenorganisaties, het European Disability Forum (EDF), enzovoorts.

[11] Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000, PB L 303 van 2 december 2000.

* Bevordering van de rechten van personen met een handicap op het niveau van de Verenigde Naties en door Europese ontwikkelingssamenwerking

De Commissie ondersteunt de wereldwijde inspanningen voor de volledige en gelijke toepassing van de mensenrechten op personen met een handicap en zet zich daarbij met name in voor een Conventie van de Verenigde Naties voor de bevordering en bescherming van de mensenrechten voor personen met een handicap. Dit initiatief, dat uitgaat van het idee dat de internationale mensenrechten toegesneden moeten zijn op de omstandigheden waarmee personen met een handicap te maken hebben, loopt in de pas met de aanpak van de Gemeenschap op het gebied van de handicaps, die eveneens op de rechten van personen met een handicap gebaseerd is en op artikel 13 van het EG-Verdrag stoelt. Uit hoofde hiervan heeft de Gemeenschap de mogelijkheid om initiatieven voor de bestrijding van discriminatie op grond van handicaps te ontwikkelen. De Commissie staat positief tegenover een dergelijke conventie en levert een actieve bijdrage aan de opstelling ervan. In januari 2003 heeft de Commissie een mededeling het licht doen zien, getiteld "Naar een wettelijk bindend instrument van de Verenigde Naties ter bevordering en bescherming van de rechten en de waardigheid van personen met een handicap". [12] In deze mededeling wordt de steun van de Europese Commissie voor dit instrument beschreven en wordt toegelicht waarom hier actieve medewerking van de zijde van de Europese Gemeenschap absoluut noodzakelijk is. De Commissie heeft in het bijzonder om onderhandelingen over richtlijnen verzocht, aangezien een deel van de Conventie een verbod op discriminatie behelst en dit een terrein is dat in het verlengde van het Verdrag van Amsterdam en artikel 13 onder de bevoegdheden van de Gemeenschap valt. Het Europees Parlement staat achter de mededeling van de Commissie en vindt met name dat de zichtbaarheid van het gehandicaptenvraagstuk in het huidige mensenrechtenstelsel door de goedkeuring van een thematische Internationale Conventie over de rechten van personen met een handicap vergroot zou worden en de verschillen die het hebben van een handicap met zich meebrengt gelijk zou trekken.

[12] COM(2003) 16 def. van 24.1.2003.

Bovendien spoort de Europese Commissie de delegaties van de Europese Gemeenschappen in de ontwikkelingslanden er toe aan om zich ervoor in te zetten dat er ook in het kader van de ontwikkelingssamenwerking aandacht aan personen met een handicap wordt besteed. Hierover is aan alle delegaties een nota met richtsnoeren gestuurd.

* Bevordering van het vrije verkeer

Het vrije verkeer van personen heeft belangrijke implicaties voor de mobiliteit van personen met een handicap en voor hun mogelijkheden om gebruik te maken van een van de vier fundamentele vrijheden van het Verdrag. Deze vrijheid zal in een uitgebreide Unie van vijfentwintig lidstaten en tegen de achtergrond van de toenemende globalisering van onze economieën en samenlevingen nog belangrijker worden. De Commissie heeft al toegezegd dat ze de huidige regeling ten aanzien van de exporteerbaarheid van uitkeringen in Verordening 1408/71 zal herzien, om voor personen met een handicap tot een vermindering van het aantal niet-exporteerbare uitkeringen te komen.

* Voorbereiding van de uitbreiding

Om toe te mogen treden tot de Unie moeten de kandidaat-lidstaten in hun beleid en manieren van werken het "acquis" van de Europese Unie op maatschappelijk gebied overnemen. In dit verband is in 2001 en 2002 in het kader van de periodieke verslagen een evaluatie gemaakt van de situatie van personen met een handicap. De kandidaat-lidstaten kregen toestemming om mee te doen aan het Europees Jaar van mensen met een handicap 2003 en konden waar mogelijk aan de activiteiten in het kader van het jaar deelnemen. Desalniettemin is het nog steeds van groot belang dat er inzicht wordt verkregen in de situatie van personen met een handicap in de tot de EU toetredende landen en de kandidaat-lidstaten en dat hun behoeften in kaart worden gebracht. Dit is van uitermate groot belang voor de uitstippeling van moderne en effectieve strategieën voor personen met een handicap en met name voor een aanbod aan ondersteunende voorzieningen en wijkzorg, dat toegesneden is op de specifieke omstandigheden van elk land. De Commissie heeft reeds het startsein gegeven voor een onderzoek naar de situatie van personen met een handicap in verzorgingsinstellingen in de lidstaten van de EU, de toetredende landen en de kandidaat-lidstaten, waarin ook aandacht zal worden besteed aan aspecten die met de mensenrechten te maken hebben. Door de open coördinatiemethode, waarmee momenteel in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie en in het Europees proces voor maatschappelijke integratie gewerkt wordt, zullen voorts meer mogelijkheden ontstaan om van elkaar te leren en zullen passende benaderingen kunnen worden uitgewerkt om de gemeenschappelijke doelstellingen van de EU te verwezenlijken.

De Commissie werkt daarnaast tezamen met het European Disability Forum aan een project dat op de capaciteitsopbouw van gehandicaptenorganisaties in de tot de EU toetredende landen en de kandidaat-lidstaten gericht is en dat gefinancierd wordt uit het Phare-programma. Dit is een belangrijk stuk werk dat tot meer onderling begrip tussen de betrokkenen op alle niveaus zal leiden en het uitbreidingsproces wat de gehandicaptenvraagstukken betreft zeer ten goede zal komen. Om verder te gaan met dit project, wordt onder andere een dialoog op gang gebracht tussen de verschillende betrokkenen, zodat kan worden vastgesteld waar samenwerking nodig en mogelijk is, en wordt de vorming van partnerships tussen de kandidaat-lidstaten en hun pendanten en projecten in de EU gestimuleerd. Een dergelijke dialoog moet aansluiten op datgene wat reeds gedaan is om te bereiken dat personen met een handicap meer eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen en zelf een rol gaan spelen bij de beleidsprocessen die invloed hebben op hun leven. Tot slot is deelname aan de actieprogramma's van de Gemeenschap ook een nuttige gelegenheid om zich op de toetreding voor te bereiden. Sinds 2002 kunnen de tot de EU toetredende landen en de kandidaat-lidstaten op een aantal terreinen aan EU-programma's deelnemen. Het gaat daarbij om programma's die gericht zijn op de bevordering van de werkgelegenheid, de bestrijding van sociale uitsluiting en discriminatie, de verbetering van de toegang tot onderwijs en scholing en de bevordering van seksegelijkheid.

2.4. De impulsen van het Europees Jaar van mensen met een handicap 2003

Om zich nog meer voor gehandicaptenvraagstukken in te kunnen zetten en om op grotere schaal besef voor gehandicaptenvraagstukken te kweken, heeft de EU besloten om 2003 uit te roepen tot het Europees Jaar van mensen met een handicap. Het concept voor het Jaar, dat door de Commissie en de lidstaten uitgewerkt is, bood personen met een handicap op landelijk, regionaal en lokaal niveau de unieke gelegenheid om de voor hen belangrijke kwesties ter sprake te brengen en een bijdrage te leveren aan de doelgerichte uitwerking van beleidsprioriteiten en de bevordering van specifieke activiteiten. Het Jaar is opgezet als campagne van en voor mensen en stoelt op een sterke alliantie van maatschappelijke organisaties die gehandicapten vertegenwoordigen, zoals het European Disability Forum en gehandicaptenorganisaties op landelijk niveau, een grote inzet van de zijde van overheidsinstanties, de sociale partners, steun van het bedrijfsleven en organisaties van zorgverleners. Tijdens het jaar waren er dan ook mogelijkheden te over om de hele samenleving in de EU te mobiliseren. Bijzondere vermelding verdient hier ook het grote engagement en de belangrijke steun van het Europees Parlement, dat met name een Europees Parlement van personen met een handicap georganiseerd heeft, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en van internationale organisaties zoals de Raad van Europa, enzovoorts.

De opzet van het Europees Jaar was zodanig dat zoveel mogelijk mensen bij het een en ander betrokken konden worden. Het Jaar had een unieke vorm, waardoor de personen met een handicap zelf met een eigen inbreng voor het concept van het Jaar konden komen. Bij de desbetreffende campagnes die op EU-niveau en op landelijk niveau ten uitvoer zijn gebracht, hebben de gehandicaptenorganisaties een doorslaggevende rol kunnen spelen. Het waren de gehandicaptenorganisaties die in de nationale coördinatie-instanties meewerkten, de belangrijkste boodschappen van het Jaar uitwerkten, het logo en de slogan van het Jaar uitkozen, enzovoorts. Er zijn duizenden evenementen in de deelnemende landen georganiseerd om de schijnwerpers op de rechten van personen met een handicap te richten en de aandacht te vestigen op de belemmeringen waarmee personen met een handicap dag in, dag uit geconfronteerd worden. Er vonden zowel activiteiten plaats op Europees niveau als op nationaal, regionaal en lokaal niveau en daarbij waren allerlei verschillende groepen betrokken, zoals personen met een handicap zelf, hun familieleden, gehandicaptenorganisaties, niet-gehandicapte mensen, beleidsmakers, de sociale partners en relevante hoofdrolspelers uit de publieke sector en de marktsector.

Overal in Europa zijn tal van conferenties en openbare debatten gehouden, waarover zowel in de pers als op internet verslag gedaan is. Het Europees Jaar heeft personen met een handicap en hun organisaties dan ook de unieke gelegenheid geboden om op te komen voor de eigen rechten en te pleiten voor mogelijkheden voor personen met een handicap om ten volle in de samenleving en de economie mee te kunnen draaien. Uit de op gang gebrachte discussies is naar voren gekomen dat de zorgen van personen met een handicap overal in de EU veel overeenkomsten met elkaar vertonen en dat al deze zorgen bovendien de hele maatschappij aangaan. Dit geldt vooral als het om stigmatisering en sociale uitsluiting, de behoefte aan méér empowerment, toegankelijkheid en mobiliteit, en de verbetering van de levenskwaliteit en op maat gesneden zorg gaat. Ook de situatie van kinderen met een handicap, de meervoudige discriminatie van gehandicapte vrouwen [13], de rol van het gezin bij de omgang met handicaps en de specifieke situatie van jonge gehandicapten zijn voor het voetlicht gebracht.

[13] Een belangrijk congres over vrouwen en handicaps heeft in 2003 in Valencia (Spanje) plaatsgevonden.

In het kader van de activiteiten voor jongeren heeft de Europese Commissie medefinanciering verstrekt voor een door het Griekse voorzitterschap georganiseerde conferentie getiteld "Een drempelvrij Europa voor jongeren". Op deze conferentie hebben 150 jongeren van gedachten kunnen wisselen over de thema's uit het Witboek over de jeugd (participatie, informatie, vrijwilligerswerk) [14].

[14] http://www.edf-feph.org/en/policy/ y_pol.htm

Gebleken is ook dat de massamedia bij de bestrijding van stereotiepe denkbeelden over personen met een handicap een buitengewoon belangrijke rol te spelen hebben. Het Griekse voorzitterschap heeft tezamen met de Europese Commissie en gehandicaptenorganisaties een Europese conferentie over dit belangrijke thema georganiseerd. In het verlengde hiervan is in juni 2003 een "Europese verklaring over media en handicaps" goedgekeurd. Daarnaast is besloten om een Europees netwerk op het gebied van media en handicaps op te richten, dat een bijdrage moet leveren aan een betere beeldvorming over gehandicapten in de media, meer werkgelegenheid voor gehandicapten bij de media moet opleveren en de media voor gehandicapten toegankelijker moet maken.

Uit het feit dat zo'n groot aantal betrokkenen in de loop van het Jaar gemobiliseerd kon worden, blijkt wel dat op grote schaal de wens aanwezig is dat er meer vaart wordt gezet achter de werkzaamheden voor gelijke kansen en dat het Europees Jaar nieuwe politieke impulsen heeft gegeven om verder te werken aan de integratie van personen met een handicap. Naast de omzetting van de Europese richtlijn tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep zijn in de lidstaten reeds nieuwe beleidsontwikkelingen aangekondigd of in gang gezet. Deze beleidsontwikkelingen hebben niet alleen te maken met de bijstelling van de bestaande wetgeving of werkzaamheden aan nieuwe wetgeving. In het kader van de beleidsontwikkelingen worden ook nieuwe benaderingen, vernieuwende methodes en positieve acties bevorderd. Hieronder volgen een paar voorbeelden:

* Frankrijk herziet momenteel zijn wetgeving over uitkeringen en sociale zekerheid uit 1975 en zal tevens maatregelen voor de toegankelijkheid van diensten nemen.

* Spanje heeft een specifiek actieplan voor personen met een handicap (2003-2007), een nationaal plan voor de toegankelijkheid (2004-2012) en een plan voor de werkgelegenheid voor mensen met en handicap opgesteld. In Spanje zullen bovendien twee nieuwe wetten worden aangenomen, namelijk een wet voor gelijke kansen en gelijke behandeling en een wet over de financiële rechten en het erfrecht van personen met een handicap.

* Duitsland geeft uitvoering aan de nieuwe wet voor de gelijke behandeling van personen met een handicap en werkt tegelijkertijd aan de implementatie van kaderwetgeving van vroeger datum.

* Griekenland werkt aan een actieplan voor maatschappelijke integratie, dat tot 2006 moet gaan gelden. Tegen de achtergrond van de in 2004 te houden Olympische Spelen voor gehandicapten (Athene) werkt de regering voorts aan een reeks praktische verbeteringen en institutionele hervormingen.

* Portugal wil een nieuwe belangrijke algemene wet voor personen met een handicap of een chronische ziekte voorleggen, alsmede een wet voor maatschappelijke organisaties die personen met een handicap vertegenwoordigen en een actieplan ter bevordering van de mobiliteit (2004-2011).

* Nederland werkt aan een actieplan voor het gehandicaptenbeleid. Voor eind 2003 moet een nieuwe Wet gelijke behandeling ingaan.

* Italië werkt aan uitkeringen voor gezinnen die de zorg voor een gehandicapte hebben en tracht de vaststelling van handicaps voor administratieve doeleinden te vereenvoudigen. Bij het Italiaans Parlement is een wet in behandeling over e-toegankelijkheid van websites en een ontwerp voor een voogdijwet.

* Finland heeft een gloednieuw plan van de overheid goedgekeurd en een handleiding gepubliceerd, die personen met een handicap meer zicht beoogt te geven op hun mensenrechten en op situaties waarin gediscrimineerd wordt.

* Zweden heeft in overeenstemming met het nationale actieplan voor het gehandicaptenbeleid uitvoering gegeven aan richtsnoeren voor de toegankelijkheid van nationale overheidsinstellingen, alsook aan een nationaal programma ter bevordering van het inlevingsvermogen van mensen die bij de overheid werkzaam zijn en van gekozen vertegenwoordigers.

* Ierland zal met nieuwe algemene wetgeving voor personen met een handicap komen, waarin voorschriften opgenomen zullen worden voor een onafhankelijke beoordeling van de behoeften van personen met een handicap. Daarnaast is een wet over het onderwijs voor personen met een handicap gepubliceerd.

* Het Verenigd Koninkrijk heeft regelgeving uitgebracht, waarmee richtlijn 2000/78/EG en de laatste onderdelen van de Disability Discrimination Act in oktober 2004 omgezet worden. Het Verenigd Koninkrijk wil de wetgeving voor personen met een handicap uitbreiden en is dan ook voornemens om dit jaar met nog een ontwerpwet te komen.

* Luxemburg heeft in juli 2003 nieuwe wetgeving over de arbeidsvoorschriften voor personen met een handicap en over inkomsten voor zwaar gehandicapten aangenomen.

* Oostenrijk heeft een gedetailleerd verslag over de situatie van personen met een handicap het licht doen zien en werkt momenteel aan een nieuwe wet voor de gelijke behandeling van personen met een handicap.

* België heeft een anti-discriminatiewet aangenomen, die voornamelijk geïmplementeerd zal worden door het Centrum voor gelijkheid van kansen dat daarbij ondersteund zal worden door organen van de Vlaamse, Franstalige en Duitstalige Gemeenschap die verantwoordelijk zijn voor de integratie van personen met een handicap.

* Denemarken heeft een actieplan voor personen met een handicap opgesteld en een budget vrijgemaakt waarmee in de komende twee jaar 800 tot 1200 nieuwe woningen gebouwd zullen kunnen worden voor personen met een handicap die nu nog in tehuizen ondergebracht zijn.

Afsluitend kan gezegd worden dat het Europees Jaar voor de lidstaten als opstapje gefungeerd heeft om impulsen te geven aan nieuwe beleidsontwikkelingen in de richting van gelijke kansen voor personen met een handicap. Er zijn aanzetten gegeven voor een definitieve overstap naar een groter aantal proactieve maatregelen voor personen met een handicap en het fundament is gelegd, waarop in de toekomst lange-termijnactiviteiten zullen kunnen worden ontwikkeld. Ook op EU-niveau zijn er van het Europees Jaar impulsen uitgegaan om verdere vooruitgang te boeken bij belangrijke beleidsinitiatieven die belemmeringen voor de integratie op cruciale terreinen beogen weg te nemen. Zo is met name voor het cruciale vraagstuk van de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving door de Commissie een werkgroep van deskundigen in het leven geroepen, die in haar rapport met een aantal aanbevelingen is gekomen.

2.5. Strategische doelstellingen voor de toekomst

In de komende jaren zal het stimuleren van gelijke kansen voor personen met een handicap de belangrijkste doelstelling voor de Commissie zijn. Er zal dan ook een aanhoudende dynamiek op gang worden gebracht, waardoor personen met een handicap als volwaardige leden in de maatschappij kunnen gaan meedraaien. Daarnaast zal er zodanig vorm aan de Europese maatschappij worden gegeven dat personen met een handicap daadwerkelijk gelijke kansen krijgen.

Het merendeel van de werkzaamheden voor personen met een handicap valt in beginsel onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten en het is ook het meest zinvol dat deze werkzaamheden op landelijk niveau ten uitvoer worden gebracht. De strategische doelstelling van de Commissie dient dan ook verwezenlijkt te worden met behulp van drie aanvullende en elkaar schragende doelstellingen van operationele aard, waarbij alle mogelijkheden van de Commissie benut zullen worden om het werk van de EU een maximaal effect te geven. Deze drie operationele doelstellingen worden hieronder uiteengezet.

* Volledige toepassing van de Europese richtlijn tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en start van een discussie over de toekomstige strategie voor de bestrijding van discriminatie

De Commissie zal de omzetting van de wettelijke bepalingen ten aanzien van discriminatie in de lidstaten en de toetredende landen binnen de door de Raad vastgestelde termijnen bewaken. De Commissie zal in het bijzonder op proactieve wijze de omzetting van richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep bewaken en ervoor zorg dragen dat deze richtlijn op de juiste wijze in praktijk wordt gebracht, zodat alle slachtoffers van discriminatie in het genot kunnen komen van de bescherming die deze richtlijn te bieden heeft. Er moet met nadruk op worden gewezen dat een doeltreffende tenuitvoerlegging van deze richtlijn een van de allerbelangrijkste elementen in de integrale aanpak van de Commissie voor personen met een handicap en, gezien de vernieuwende concepten daarin, ook een enorme uitdaging is. Deze richtlijn zal een van de belangrijkste elementen in het streven naar gelijke kansen voor personen met een handicap worden. Als zodanig zal de richtlijn de misvatting op losse schroeven zetten, dat het hebben van een handicap betekent dat mensen niets kunnen of een gebrek hebben. Mits juist toegepast, zal de richtlijn er dan ook in de loop der tijd toe leiden dat de vooroordelen, angsten en onwetendheid over het hebben van handicaps komen te verdwijnen.

De Commissie is voornemens om in het voorjaar van 2004 het startsein te geven voor een openbare raadplegingsprocedure (Groenboek) over de strategie die in de toekomst bij de bestrijding van discriminatie gevolgd zou moeten worden. In het desbetreffende groenboek zal een inventarisatie worden gemaakt van de vooruitgang die bij het antidiscriminatiebeleid van de EU geboekt is en zullen vraagstukken over de toekomstige beleidsontwikkeling aan de orde worden gesteld. Daarnaast zal ook aandacht worden besteed aan de uitdagingen die de uitbreiding van de EU met zich meebrengt.

* Succesvolle integratie van gehandicaptenvraagstukken in al het relevante beleid en bestaande processen van de EG

Om beter rekening te kunnen houden met de rechten van personen met een handicap en om de gelijke kansen voor personen met een handicap te kunnen bevorderen wordt - zo blijkt uit moderne ontwikkelingen in het gehandicaptenbeleid - steeds meer aan mainstreaming gedaan. Mainstreaming houdt in dat er ter bevordering van de gelijke kansen voor personen met een handicap in ieder stadium van het beleidsproces - van de opzet en implementatie tot aan de monitoring en evaluatie toe - rekening wordt gehouden met personen met een handicap. Naast de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken in al het beleid zullen er voor de blijvende vormen van ongelijkheid ook specifieke activiteiten voor personen met een handicap moeten worden ontwikkeld. Hoewel er wat de situatie van personen met een handicap betreft aanzienlijke vooruitgang geboekt is, moet er nog veel werk worden verzet en zijn telkens weer nieuwe inspanningen nodig. Daar werk het allerbelangrijkste en meest doeltreffende middel is om tot blijvende verbeteringen voor personen met een handicap te komen en om hen volledig in de maatschappij te integreren, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken in al het beleid dat met werk te maken heeft en vooral bij alles wat met onderwijs en levenslang leren [15] te maken heeft. Daarbij zal de Commissie gebruik maken van alle instrumenten, waarover ze beschikt.

[15] Met inbegrip van vorming door sport, een thema waaraan het Europees Jaar 2004 gewijd is.

* Verbetering van "toegankelijkheid voor iedereen"

Bij mainstreaming moet in het bijzonder de nadruk worden gelegd op de toegankelijkheid en dient vooral een duidelijk verband te worden gelegd met het beginsel dat het design van producten, diensten en de gebouwde omgeving zodanig moet zijn dat iedereen er gebruik van kan maken ("Design for All"). Toegankelijkheid van producten, diensten en gebouwen is een centraal vraagstuk voor personen met een handicap en gaat alle burgers in de EU aan. De Commissie is voornemens om de uitwerking van Europese technische normen, normalisatiedocumentatie en andere meer algemene richtlijnen te bevorderen, waarin een technische invulling wordt gegeven aan het concept "toegankelijkheid voor iedereen", dat voor de verdere integratie van personen met een handicap in de economie en maatschappij van cruciaal belang is. De Commissie zal voorts steun verlenen aan inspanningen die ertoe leiden dat de betrokkenen op normalisatiegebied meer oog krijgen voor het concept "toegankelijkheid voor iedereen" en voor de desbetreffende mogelijkheden die door dit concept op de markt ontstaan.

***

Om de hierboven beschreven doelstellingen te verwezenlijken, zal de Commissie een in etappen te verwezenlijken, meerjarig actieplan ten uitvoer brengen. Dit actieplan, dat voornamelijk op mainstreaming in de verschillende Europese beleidsterreinen stoelt, is op de periode tot 2010 gericht. Bij een stapsgewijze aanpak zal voldoende tijd blijven om de uitdagende werkzaamheden aan te gaan die op de middellange termijn verricht zullen moeten worden en om profijt te trekken uit de initiatieven die in het kader van de Lissabon-strategie ontwikkeld worden.

De opeenvolgende stappen van het actieplan zullen vastgelegd en geschraagd worden door een tweejaarlijks verslag, waarin de algehele situatie van personen met een handicap aan de orde zal komen. De Commissie verplicht zich ertoe om dit document iedere twee jaar op te stellen en om zo in het bijzonder op geregelde tijden verslag uit te brengen over de algehele situatie van personen met een handicap in het uitgebreide Europa. Het is de bedoeling dat dit verslag een instrument wordt voor al degenen die betrokken zijn bij de beleidsprocessen en hun kennis over de situatie van personen met een handicap en hun bewustzijn op dit punt vergroot. Hierdoor zal het met name mogelijk worden om de geboekte vooruitgang beter in kaart te brengen, de perspectieven voor de komende jaren te bepalen en, tegen de achtergrond van de effecten van het EU-beleid op de situatie van personen met een handicap mogelijke lijnen voor toekomstige beleidsontwikkelingen uit te zetten. Het verslag zal dan ook als uitgangspunt dienen voor de nieuwe in kaart te brengen prioriteiten, waaraan in de volgende fasen van het actieplan gewerkt zal moeten worden.

3. HET ACTIEPLAN VAN DE EUROPESE UNIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

3.1. Het waarom van het actieplan

Met dit in etappen te verwezenlijken, meerjarige actieplan voor personen met een handicap wordt de planning, implementatie en follow-up van prioritaire activiteiten mogelijk, die er aanzienlijk toe zullen bijdragen dat de hierboven beschreven mogelijkheden en uitdagingen op het punt van economische en maatschappelijke integratie, gelijke toegang en daadwerkelijke participatie opgepakt worden. De prioritaire activiteiten vullen elkaar dan ook aan, zodat een samenhangend geheel aan activiteiten ontstaat die op Europees, landelijk of decentraal niveau ten uitvoer worden gebracht.

De eerste fase van dit actieplan gaat in na afloop van het Europees Jaar van mensen met een handicap en loopt twee jaar, namelijk in 2004 en 2005. In deze eerste fase zal vooral gewerkt worden aan de voorwaarden die nodig zijn om de arbeidsparticipatie van personen met een handicap te bevorderen en aan het geheel aan maatregelen dat genomen moet worden om te bereiken dat personen met een handicap in dit verband hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen (empowerment). Worden dergelijke voorwaarden geschapen en wordt de op rechten gebaseerde aanpak verder uitgebouwd, dan zal dat wat met de implementatie van de eerste fase bereikt wordt een verdere versterking en aanvulling vormen op Richtlijn 2000/78/EG tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep. In de prioritaire activiteiten zal dan ook aandacht besteed worden aan de verschillende stadia in de zogenaamde "arbeidsmarktketen", zodat personen met een handicap op gelijke voet gebruik kunnen maken van hun recht op werk.

De Commissie heeft voor de activiteiten in de eerste fase van het actieplan een aantal prioritaire terreinen vastgelegd, die gegroepeerd zijn onder de volgende vier elkaar aanvullende pijlers:

* toegang tot en behoud van werk;

* levenslang leren ter ondersteuning van de veelzijdige inzetbaarheid, het aanpassingsvermogen, de persoonlijke ontwikkeling en een actief burgerschap van personen met een handicap;

* gebruikmaking van nieuwe mogelijkheden op technologisch gebied, die van cruciaal belang zijn voor de gelijke kansen en de mobiliteit in de economie, alsook voor de empowerment van personen met een handicap;

* toegankelijkheid van de gebouwde omgeving als conditio sine qua non voor de participatie op het werk en de mobiliteit in de economie en maatschappij.

In de volgende hoofdstukken wordt een reeks geplande activiteiten beschreven, waarmee ingehaakt wordt op de belangrijkste uitdagingen en nieuwe eisen, waaraan met het oog op de verbetering van de arbeidsparticipatie en een betere integratie van personen met een handicap in economie en maatschappij gewerkt zal moet worden. Deze lijst is niet volledig en dient alleen ter illustratie van het potentieel dat het actieplan te bieden heeft. Met de lijst wordt volledige openheid gegeven over de prioriteiten en activiteiten in de periode 2004-2005.

3.2. De eerste fase van het actieplan van de Europese Unie voor personen met een handicap: 2004-2005

3.2.1. Toegang tot en behoud van werk

Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep zal veel impact hebben. Op grond van de richtlijn zullen in de bestaande regelingen van sommige lidstaten aanzienlijke wijzigingen moeten worden aangebracht. De richtlijn heeft in verband met de voorschriften over "redelijke aanpassingen" aanzienlijke implicaties voor werkgevers - zowel in de publieke sector als in de marktsector - en voor hun beleid ten aanzien van personen met een handicap. Het is dan ook van belang dat de belangrijkste hoofdrolspelers - beleidsmakers, ambtenaren bij de overheid, maatschappelijke organisaties, werknemers en werkgevers - bewust worden gemaakt van hun nieuwe rechten en verantwoordelijkheden. Deze bewustmaking van de politiek en het grote publiek is van cruciaal belang voor het succes van de richtlijn. De Commissie heeft in juni 2003 dan ook het startsein gegeven voor een in het oog springende voorlichtingscampagne in alle lidstaten, waarmee werkgevers en werknemers geïnformeerd worden over hun nieuwe rechten die met werk te maken hebben.

In het kader van het Europees Jaar van mensen met een handicap hebben de ministers van sociale zaken en werkgelegenheid in juni 2003 een resolutie inzake de bevordering van de tewerkstelling en maatschappelijke integratie van personen met een handicap aangenomen. [16] In de resolutie wordt de lidstaten, de Commissie en de sociale partners [17] verzocht om te blijven streven naar opheffing van de belemmeringen die de integratie en participatie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt in de weg staan en er in dit verband zorg voor te dragen dat de maatregelen voor gelijke behandeling nageleefd worden en de integratie en participatie op alle niveaus van het onderwijs- en scholingssysteem verbeterd wordt.

[16] Resolutie van de Raad van 15 juli 2003 in PB C 175 van 24.7.2003.

[17] De Europese koepelorganisaties van de sociale partners hebben in hun gezamenlijke verklaring ter gelegenheid van het Europees Jaar hun toezegging bevestigd dat ze impulsen zullen geven aan de verwezenlijking van het idee dat de integratie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt zowel een zaak van belang voor de werkgevers als de werknemers is.

Een succesvolle invulling van de Lissabon-agenda vereist dat in het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten op evenwichtige wijze aan drie elkaar aanvullende en elkaar schragende doelstellingen gewerkt wordt, namelijk volledige werkgelegenheid, kwaliteit en productiviteit op het werk, en maatschappelijke samenhang en integratie. Al deze doelstellingen zijn duidelijk van belang voor de integratie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt. Een iedereen integrerende arbeidsmarkt - een concept dat om een doeltreffende integratie van personen met een handicap en alle andere kansarmen vraagt - is in feite een van de overkoepelende doelstellingen.

In de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten [18], die deel uitmaken van de herziene Europese Werkgelegenheidsstrategie, is bij actieprioriteit 7 eveneens voorzien in de bevordering van de integratie en de bestrijding van de discriminatie van mensen met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt, zoals personen met een handicap. Het beleid moet met name vóór 2010 in elke lidstaat, overeenkomstig de nationale definities, tot een significante verlaging van de veel hogere werkloosheid bij mensen in een achterstandspositie leiden. Gezien het duidelijke verband tussen de vraagstukken die van belang zijn voor personen met een handicap en de drie te verwezenlijken doelstellingen van de "nieuwe" Europese Werkgelegenheidsstrategie zal in het actieplan over de hele linie de hoogste prioriteit worden gegeven aan de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken in het werkgelegenheidsbeleid. Aan personen met een handicap zal ook in het kader van de andere prioriteiten, en met name in het kader van de activering/preventie en het aanbod op de arbeidsmarkt, steun worden verleend. De lidstaten wordt verzocht om het arbeidspotentieel van personen met een handicap te verkennen en daarbij in het bijzonder rekening te houden met de specifieke situatie van vrouwen met een handicap en verstandelijk gehandicapten.

[18] Besluit van de Raad 2003/578/EG van 22 juli betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten van 22.7.2003, PB L 197 van 5.8.2003.

Met behulp van de algemene programma's van het Europees Sociaal Fonds en het Gemeenschapsinitiatief EQUAL, alsook met de belangrijkste financieringsinstrumenten waarmee de Gemeenschap haar doelstellingen ten aanzien van de arbeidsparticipatie van personen met een handicap in de praktijk vertaalt, wordt daarnaast een heel scala aan activiteiten voor de integratie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt gefinancierd en worden vernieuwende benaderingen ten aanzien van specifieke aspecten van de integratie op de arbeidsmarkt uitgetest. In het kader van de thematische activiteiten van het EQUAL-initiatief zijn vijf Europese themagroepen in het leven geroepen, die aansluiten op de horizontale prioriteiten van EQUAL, namelijk inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpassingsvermogen, gelijke kansen en asielzoekers. Bijzondere accenten zijn gezet door de themagroep Inzetbaarheid, die een werkgroep voor handicaps in het leven geroepen heeft.

Dit alles neemt niet weg dat sommige personen met een handicap specifieke behoeften hebben en dat dit altijd zo zal blijven. De Commissie erkent dat in deze specifieke behoeften moet worden voorzien en dat daarvoor onder andere, waar nodig, specifiek arbeidsmarktbeleid voor personen met een handicap moet worden ontwikkeld. Ook in het kader van het Europese concurrentiebeleid is daaraan reeds door de Commissie gewerkt. In november 2002 is een verordening over nationale overheidssteun voor de werkgelegenheid goedgekeurd [19], op grond waarvan de lidstaten steun mogen verlenen voor de schepping van arbeidsplaatsen en de indienstneming van personen met een handicap en daarvoor niet vooraf toestemming aan de Commissie hoeven te vragen. De lidstaten mogen van nu af aan 60% van de jaarlijkse loonkosten en sociale premies voor hun rekening nemen, als een onderneming een gehandicapte in dienst neemt. Ter compensatie van de lagere productiviteit en voor aanpassingen aan terreinen en gebouwen en bijzondere hulpverlening kan eveneens steun worden verleend.

[19] Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie in PB L 337/3 van 13 december 2002.

Personen met een handicap hebben op het werk recht op gelijke behandeling en die gelijke behandeling geldt ook als het om de gezondheid en veiligheid op het werk gaat. Personen met een handicap vallen dan ook onder de Europese regelgeving op dit gebied. Deze regelgeving moet zo worden toegepast dat personen met een handicap in dienst kunnen worden genomen. Op EU-niveau is onder punt 20 en punt 15 van respectievelijk bijlage I en bijlage II van richtlijn 89/654/EEG [20] het volgende bepaald: "Bij de inrichting van arbeidsplaatsen moet in voorkomend geval met gehandicapte werknemers rekening worden gehouden. Dit geldt met name voor deuren, verbindingswegen, trappen, doucheruimten, wasruimten, toiletten en werkplekken die rechtstreeks door gehandicapte werknemers worden ingenomen." Daarnaast is bepaald dat "bij wijziging, uitbreiding en/of verbouwing na 31 december 1992 (...) de werkgever de nodige maatregelen (treft) om te waarborgen dat de uitgevoerde wijziging, uitbreiding en/of verbouwing in overeenstemming is met de desbetreffende minimumvoorschriften die in bijlage 1 zijn opgenomen." (artikel 5 van richtlijn 89/654/EEG).

[20] Richtlijn van de Raad (EG) 89/654 van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor arbeidsplaatsen (eerste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG). PB L 393 van 30.12.1989.

In de kaderrichtlijn 89/391/EEG [21] is in artikel 8 vastgelegd dat de werkgever verplicht is om in het kader van de risico-evaluatie passende maatregelen voor eerste hulp, brandbestrijding en de evacuatie van werknemers te nemen. Daarnaast zijn in richtlijn 89/654/EEG in bijlage I en bijlage II minimumvoorschriften vastgelegd voor vluchtwegen en nooduitgangen alsook voor brandpreventie- en brandbestrijdingsmaatregelen.

[21] Richtlijn van de Raad 89/391/EEG van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk. PB L 183 van 29.6.1989.

Tegen deze achtergrond plant de Commissie het volgende:

Anti-discriminatiebeleid:

* Er zal steun worden gegeven aan activiteiten waarmee aan Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep meer bekendheid wordt gegeven.

De herziene Europese Werkgelegenheidsstrategie (EWS):

* De implementatie van de herziene Europese Werkgelegenheidsstrategie door de lidstaten zal nauwgezet gemonitord worden en de lidstaten zullen ertoe gestimuleerd worden om ervoor te zorgen dat personen met een handicap beter gebruik kunnen maken van actieve arbeidsmarktmaatregelen, het aanbod aan persoonlijke hulpverlening en begeleiding waar nodig verbeterd wordt, de strijd tegen discriminatie op de arbeidsmarkt geïntensiveerd wordt, voorkomen wordt dat personen met een handicap in uitkeringen terechtkomen, een drempelvrij gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologie bevorderd wordt en de kwaliteit van onderwijs en scholing en de toegang tot werk verbeterd wordt.

* Tegen deze achtergrond zal de Commissie binnen het Europese statistische systeem, waar nodig, de verdere ontwikkeling van de nationale systemen voor de statistiek stimuleren, zodat in de Europese werkgelegenheidsstrategie een betere monitoring van gehandicaptenvraagstukken mogelijk wordt en daarbij in het bijzonder aandacht kan worden geschonken aan seksespecifieke gegevens.

* Er zal een werkdocument over personen met een handicap bij de implementatie van de Europese werkgelegenheidsstrategie gepubliceerd worden. Bij elke werkgelegenheidsrichtsnoer zal de aandacht uitgaan naar de betekenis die de richtsnoer voor personen met een handicap heeft en zullen "good practices" in kaart worden gebracht. Het document beoogt tevens een bijdrage te leveren aan het denkproces over de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken die in het kader van de Europese Werkgelegenheidsstrategie in de lidstaten moet plaatsvinden.

Het Europees Sociaal Fonds:

* De lidstaten zullen ertoe worden gestimuleerd om bij de door de algemene programma's van het Europees Sociaal Fonds en het Gemeenschapsinitiatief EQUAL te financieren activiteiten rekening te houden met de behoeften van personen met een handicap.

* De verspreiding van "good practice" en vernieuwende maatregelen op het gebied van het werkgelegenheids- en scholingsbeleid voor personen met een handicap zal met name in het kader van het Europees Sociaal Fonds, het Gemeenschapsinitiatief EQUAL, de peer review op het gebied van het werkgelegenheidsbeleid enz. bevorderd worden.

De sociale dialoog:

* Het overleg met de sociale partners op Europees niveau over hun bijdrage aan de gelijke kansen voor personen met een handicap op de arbeidsmarkt zal geïntensiveerd worden. De sociale partners zullen er met name toe aangemoedigd worden om voor een concrete toepassing van de aanbevelingen uit hun verklaring van 20 januari 2003 getiteld "Bevordering van de gelijke kansen en de toegang tot werk voor personen met een handicap" te zorgen. Initiatieven in het kader van de bedrijfstaksgewijze sociale dialoog, zoals het vrijwillige akkoord over werkgelegenheid voor personen met een handicap in de sector van de handel, zullen ondersteund worden.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen:

* Zoals voorgesteld in de Mededeling van de Commissie over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven [22] zal er verder gewerkt worden aan een versterking van het bewustzijn voor en de bekendmaking van benaderingen en ervaringen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, die verband houden met de arbeidsparticipatie van personen met een handicap.

[22] COM(2002) 347.

Mainstreaming op het gebied van gezondheid en veiligheid:

* Er zal zorg voor worden gedragen dat in de desbetreffende EU-initiatieven op het gebied van veiligheid en gezondheid rekening wordt gehouden met de behoeften van personen met een handicap.

3.2.2. Levenslang leren

Voor de verbetering van de toegang tot werk, de bestrijding van uitsluiting en de versterking van de maatschappelijke samenhang is het van het allergrootste belang dat personen met een handicap toegerust worden met alle beschikbare kennis en competenties. Dit is een taak voor het onderwijs en alle andere soorten voorzieningen op het gebied van het levenslang leren. Volgens het gezamenlijke verslag over de sociale integratie 2001 komt het steeds duidelijker vast te staan dat de algemene en beroepsmatige competenties die nodig zijn om op de arbeidmarkt te slagen vooral verworven worden door gehandicapten die in hun jonge jaren het normale onderwijs voor iedereen volgen. Daarnaast blijkt dat met name kansarmen en personen met een handicap in de EU slechts in onvoldoende mate gebruik kunnen maken van de normale mogelijkheden op het gebied van het levenslang leren kunnen .

Een van de mogelijkheden om de belemmeringen op het gebied van het onderwijs, scholing en levenslang leren uit de weg te ruimen ligt in de inschakeling van moderne informatie- en communicatietechnologie (ICT) voor e-leren. [23] In het voorstel van de Commissie voor een programma op het gebied van e-leren [24] wordt dan ook specifiek naar de behoeften van personen met een handicap verwezen. De Commissie heeft daarnaast in het actieplan ter bevordering van het leren van talen en de taalverscheidenheid [25] voorgesteld om informatie te verzamelen en te verspreiden over "good practice" bij het vreemdetalenonderwijs aan lerenden met specifieke behoeften. In het actieplan van de Europese Unie voor vaardigheden en mobiliteit [26] is er tevens op gewezen dat de lidstaten de integratie van kansarme jongeren, en met name van jongeren met een handicap of leermoeilijkheden, in de nationale onderwijs- en scholingsstelsels sterker zouden moeten ondersteunen. De Raad Onderwijs heeft in het kader van het Europees Jaar van mensen met een handicap voorts een resolutie aangenomen over gelijke kansen in onderwijs en opleiding voor leerlingen en studenten met een handicap. [27]

[23] Zie: http://www.elearningeuropa.info/

[24] Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot goedkeuring van een meerjarenprogramma (2004 - 2006) voor de doeltreffende integratie van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels (eLearning-programma), COM(2002) 751 def. van 19.12.2002.

[25] COM(2003) 449 def. van 24.7.2003: Mededeling van de Commissie getiteld "Het leren van talen en de taalverscheidenheid bevorderen - een actieplan 2004 - 2006".

[26] COM(2002) 72 def. "Actieplan van de Commissie voor vaardigheden en mobiliteit".

[27] Resolutie van de Raad van 5 mei 2003. PB C 134 van 7.6.2003.

Tegen deze achtergrond plant de Commissie het volgende:

Beleid en programma's van de EU op het gebied van onderwijs, scholing en jongeren:

* Bij de implementatie van het werkprogramma ten aanzien van de doelstellingen voor de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels [28] zal blijvend hoge prioriteit worden gegeven aan de uitwisseling van "good practice" en de vaststelling van factoren die bij de integratie van personen met een handicap in onderwijs en scholingsmaatregelen tot succes (of mislukkingen) leiden.

[28] COM(2001) 501 def. van 7 september 2001.

* Bij de opzet en implementatie van het komende actieprogramma voor e-leren (2004-2006) zal in het bijzonder aandacht besteed worden aan de specifieke behoeften die personen met een handicap - evenals andere categorieën kansarmen - eventueel hebben, om e-leren voor alle burgers en volledige participatie in de kennismaatschappij mogelijk te maken.

* Het PLOTEUS-informatiesysteem over levenslang leren in Europa zal personen met een handicap informatie bieden en daarbij zal ook informatie over financieringsmogelijkheden in de lidstaten zijn.

* Het maken van een vrije keuze uit het verbeterde aanbod aan scholingsvoorzieningen en mogelijkheden om te leren zal ondersteund worden door gespecialiseerde instellingen die gedurende het hele leven begeleiding, advisering en loopbaanbegeleiding bieden. Doel is ervoor te zorgen dat personen met een handicap ook in arbeidsmarktsectoren terechtkomen waarin deze groep van oudsher niet vertegenwoordigd is en er gebruik kan worden gemaakt van alle niet-werkgerelateerde mogelijkheden om te leren.

* In het kader van de momenteel lopende programma's Socrates, Leonardo en JEUGD zal een evaluatie worden gemaakt van de impact van de tweede generatie programma's voor levenlang leren voor personen met een handicap in de lidstaten. De resultaten zullen bekend worden gemaakt en bij de opzet van de volgende generatie onderwijs- en scholingsprogramma's zal rekening worden gehouden met de behoeften van personen met een handicap.

* De e-toegankelijkheid van websites en mediaproducten voor levenslang leren op Europees niveau en bij Europese programma's zal gemonitord worden.

Onderzoek:

* Er zal bekendheid worden gegeven aan en er zal gebruik worden gemaakt van het onderzoek dat in het Socrates-programma, het Leonardo-programma en in het kader van prioriteit 7 ("Burgers en governance in een kennismaatschappij") van het Zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling verricht wordt. Dit onderzoek levert waardevolle bijdragen aan de discussie over de integratie en een actief burgerschap van personen met een handicap in de kennismaatschappij.

3.2.3. Benutting van nieuwe mogelijkheden op technologisch gebied

De activiteiten die in het kader van het Actieplan e-Europa 2002 [29] ten uitvoer worden gebracht en die verband houden met toegankelijkheid hebben belangrijke resultaten opgeleverd, waarmee verder gewerkt dient te worden. De in het kader van het Web Accessibility Initiative uitgewerkte richtsnoeren voor de toegankelijkheid van websites van de overheid (W3C/WAI/WCAG-V1.0) [30] zijn op voorstel van de Commissie [31] door de lidstaten aangenomen. In december 2002 heeft de Raad voorts zijn goedkeuring gegeven aan een resolutie over e-toegankelijkheid. [32]

[29] Resolutie van de Raad betreffende het actieplan e-Europa 2000, Feira, juni 2000.

[30] http://www.w3.org/TR/WCAG10/

[31] Mededeling COM(2001) 529 def., waaraan door de Raad en het Europees Parlement in resoluties steun is verleend (zie CR 7087/02 van 20.3.2002 en EPR P5_TA (002) 0325 van 13.6.2002); Resolutie van de Raad van 25 maart 2002 betreffende het actieplan e-Europa 2002: toegankelijkheid van openbare websites en de inhoud ervan, PB C 86 van 10.4.2002; blz. 2.

[32] Werkdocument van de diensten van de Commissie: Delivering e-accessibility. Improving disabled people's access to Information Society. SEC(2002) 1039 en de Resolutie van de Raad betreffende "e-toegankelijkheid - verbeteren van de toegang van personen met een handicap tot de kennismaatschappij, 14680/02, PB C 39 van 18.2.2003, blz. 3.

Daarnaast kon door middel van benchmarking en de uitwisseling van "good practice" tussen de lidstaten een doeltreffendere coördinatie bereikt worden van het Europees beleid dat beoogt te verhinderen dat mensen "van informatie uitgesloten raken". Om aansluiting op de toegankelijkheidsbeginselen te bereiken, zijn ook de desbetreffende wetgeving en normen herzien. Er is een netwerk gevormd van nationale centra die grote deskundigheid op het gebied van "Design for All" (EdeAN - Network of National Centres of Excellence) in huis hebben en er zijn nu normen voor "Design for All" alsook richtlijnen en documentatiemateriaal voor de toegankelijkheid van informatietechnologie beschikbaar, die met name gericht zijn op een verbetering van de inzetbaarheid en maatschappelijke integratie van personen met een handicap. Het is evenwel overduidelijk dat het van cruciaal belang voor de integratie in de maatschappij is dat er nog verdere verbeteringen op het punt van de toegankelijkheid van websites en de daarmee verband houdende overheidsdiensten en toepassingen gerealiseerd worden. In de toekomstige activiteiten zal dan ook een belangrijke plaats worden ingeruimd voor het monitoren van de vooruitgang die op het gebied van de toegankelijkheid geboekt wordt. Daarbij zal met een gemeenschappelijke methode gewerkt worden, zodat er onderling vergelijkbare gegevens worden verkregen.

De inspanningen in het kader van "eEurope 2005 - een informatiemaatschappij voor iedereen" [33] zullen erop gericht worden dat personen met een handicap en andere groepen kansarmen deel kunnen hebben aan de algemene ontwikkelingen op het gebied van moderne online-overheidsdiensten, e-overheid, e-leren, en e-gezondheid en zij op dit vlak gelijke kansen krijgen. Daarnaast zal worden gewerkt aan een dynamisch en toegankelijk klimaat voor e-business. Om deze doelstellingen te kunnen verwezenlijken, zal in het initiatief eEurope 2005 aandacht worden besteed aan de ruime beschikbaarheid van breedbandtoegang tegen concurrerende prijzen en een veilige informatie-infrastructuur.

[33] eEurope 2005: Een informatiemaatschappij voor iedereen. Het desbetreffende actieplan van mei 2002 (COM(2002) 263) is op 21 en 22 juni 2002 door de Europese Raad in Sevilla goedgekeurd.

Ontwikkelingen op technologisch gebied - vooral op het gebied van informatie- en communicatietechnologie - bieden personen met een handicap grote mogelijkheden om de eigen handicaps te overwinnen en vergroten dan ook hun kansen om mee te draaien in de maatschappij. Dit neemt niet weg dat personen met een handicap ook met bijkomende belemmeringen te maken kunnen krijgen. De voorgestelde activiteiten hebben dan ook tot doel om personen met een handicap door empowerment gelijke kansen te geven, d.w.z. om de informatiemaatschappij en nieuwe technologie zodanig gestalte te geven dat iedereen daarvan zal kunnen profiteren.

Tegen deze achtergrond plant de Commissie het volgende:

Informatie- en communicatietechnologie (ICT):

* Er zal internationaal overleg op gang worden gebracht over de kwesties en uitgangspunten op het gebied van de toegankelijkheid, met name waar het ICT betreft. Daarnaast zullen er workshops met de EU en het bedrijfsleven worden gehouden, zodat aan de hand van de huidige wetgeving op het gebied van ICT-producten en diensten een verkenning kan worden gemaakt van het beleid en de wettelijke maatregelen op het gebied van de toegankelijkheid (bewustmaking, licenties, aanbestedingen, richtlijnen, normen, vereisten, enz.)

Actieplan eEurope 2005:

* In het kader van e-Europe 2005 zal toegankelijkheid als horizontaal vraagstuk worden aangepakt. Er zullen activiteiten worden ontwikkeld die tot een groter bewustzijn op het gebied van de toegankelijkheid leiden en ondersteuning bieden. Er zal een toolkit ontwikkeld worden voor de opname van ICT-toegankelijkheidsvereisten in aanbestedingen, de toegankelijkheid van e-diensten van de overheid en toegankelijkheid als e-vaardigheid.

Design For All, hulpmiddelen en e-toegankelijkheid:

* Er zullen aanbevelingen geformuleerd worden voor de uitwerking en invoering van een Europees leerplan "Design for All" voor al degenen die beroepsmatig met de informatiemaatschappij te maken hebben, en met name voor ontwerpers en ingenieurs. De Commissie zal meer specifiek steun verlenen aan het netwerk van organisaties die op het gebied van "Design for All" grote deskundigheid in huis hebben.

* Daarnaast zullen er verdere inspanningen worden ondernomen om de normalisatie op het gebied van e-toegankelijkheid, "Design for All" en hulpmiddelen te bevorderen.

* Er zullen prijzen worden uitgereikt voor "innovaties op het gebied van Design for All en hulpmiddelen".

* Met de producenten van hulpmiddelen zal overleg op gang worden gebracht en de oprichting van een aantal organisaties van producenten van hulpmiddelen zal worden bevorderd, zodat er op Europees niveau op meer gestructureerde en coherente wijze overleg kan worden gevoerd.

Verslagen:

* Er zal verslag worden uitgebracht over de follow-up en de implementatie van de WAI-richtlijnen bij websites van de overheid en het werk aan een gemeenschappelijke Europese methode voor de evaluatie van toegankelijke websites zal worden voortgezet, zodat op basis van de W3C/WAI-richtlijnen onderling vergelijkbare gegevens worden verkregen.

Onderzoek:

* Er zal een bedrag van 30 miljoen euro worden vrijgemaakt voor een in het kader van het Zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling [34] te publiceren oproep tot het indienen van voorstellen die te maken hebben met de toegankelijkheid van drempelvrije technologie en technologie die personen met een handicap in staat stelt om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen (empowerment). Doel is om de zelfstandigheid van ouderen en personen met een handicap te bevorderen en ervoor te zorgen dat zij gelijke toegang tot de informatiemaatschappij krijgen en daaraan volledig deel kunnen hebben. [35]

[34] Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002 - 2006), PB L 232 van 29.8.2002; blz. 1.

[35] IST-werkprogramma 2003-2004, www.cordis.lu

* Er zal steun worden gegeven aan de werkzaamheden en aan de resultaten van het werk van de werkgroep "Inclusive Communication" (INCOM), die zich met de toegankelijkheid van elektronische communicatiediensten voor personen met een handicap bezighoudt en een verslag met doelstellingen voor de korte en de lange termijn zal produceren.

3.2.4. Toegankelijkheid van de gebouwde omgeving

Het levert grote voordelen op, wanneer bij het ontwerp en de bouw van gebouwen met "universal design" ("Design-for-All") gewerkt wordt. [36] Door een betere en effectievere toegang tot de werkplek zullen personen met een handicap hun positie op de arbeidsmarkt beter veilig kunnen stellen en een waardevolle bijdrage aan de economie en de samenleving kunnen leveren.

[36] Resolutie van de Raad van Europa van 15.2.2001 over de invoering van de beginselen van "universal design" in de leerplannen voor alle beroepen die met de gebouwde omgeving te maken hebben.

Bovendien is het kosteneffectief en door de terugverdieneffecten in economisch opzicht buitengewoon lonend, wanneer van meet af aan rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid. Een gebouw dat in alle opzichten toegankelijk is, is flexibel en duurzaam - in de zin dat het voortdurend aangepast kan worden aan de veranderende behoeften van diegenen die er gebruik van maken - en kan dan ook een hogere marktwaarde halen dan een gebouw dat niet toegankelijk is. Het aantal mensen dat als gevolg van slechte toegankelijkheid - vooral op het werk - ten val komt en daarbij gewond raakt of dodelijk verongelukt is nog steeds hoog. Een goede toegankelijkheid kan dan ook tot een vermindering van de kosten leiden.

Zoals in de resolutie van de Raad van 6 mei 2003 over de toegankelijkheid van de culturele infrastructuur en van culturele activiteiten voor personen met een handicap [37] erkend wordt, is de toegankelijkheid van de faciliteiten op het gebied van de vrijetijdsbesteding en de cultuur eveneens van groot belang. In de resolutie van de Raad van 21 mei 2002 over de toekomst van het Europese toerisme [38] worden de Commissie, de lidstaten en andere betrokkenen er voorts toe opgeroepen om zich er nog meer voor in te spannen dat toeristische bezienswaardigheden voor personen met een handicap beter toegankelijk worden.

[37] PB C 134 van 7 juni 2002.

[38] PB C 135 van 6 juni 2002.

In het witboek van de Commissie "Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen" [39] wordt tot slot erkend dat toegankelijk vervoer onlosmakelijk verbonden is met toegankelijkheid in ruimere zin. De Commissie zal dan ook bevorderen dat er meer gebruik kan worden gemaakt van toegankelijk vervoer, aangezien dit er in belangrijke mate toe kan bijdragen dat personen met een handicap kunnen werken.

[39] COM(2001) 370 def.

Tegen deze achtergrond en in het licht van de aanbevelingen van de werkgroep van onafhankelijke deskundigen op het gebied van de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving, die door de Commissie in het kader van het Europees Jaar van mensen met een handicap in het leven geroepen is, plant de Commissie het volgende:

Toegankelijkheid van de gebouwde omgeving:

* Er zal worden bevorderd dat de uitgangspunten van "Design for All" ingang vinden in al het relevante Gemeenschapsbeleid ten aanzien van de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving.

* De ontwikkeling van geschikte Europese normen voor alle gebieden die met de gebouwde omgeving te maken, zoals planning, ontwerp, bouw en gebruik van gebouwen en evacuatieplannen voor personen met een handicap in noodgevallen, zal worden bestudeerd.

* Er zal worden bevorderd dat er beter onderwijs over toegankelijkheidsvraagstukken wordt gegeven en dat er cursussen over toegankelijkheid worden uitgewerkt voor mensen die beroepsmatig met de bouw te maken hebben, zoals architecten.

* De uitwisseling van informatie en de verspreiding van "best practice" tussen gemeenten op het punt van toegankelijkheidsvraagstukken zal worden bevorderd.

Wetgeving:

* De voornaamste voorschriften uit Richtlijn 89/106/EEG inzake voor de bouw bestemde producten zullen worden herzien, zodat in de richtlijn voorschriften over de toegankelijkheid voor iedereen opgenomen zullen kunnen worden. In dit kader zal met name een voorstel voor de uitwerking van een zevende belangrijk voorschrift op het gebied van de toegankelijkheid bestudeerd worden, waardoor de richtlijn ten opzichte van de behoeften van gebruikers met uiteenlopende handicaps doeltreffender en nauwkeuriger wordt.

Mainstreaming:

* Er zal worden bevorderd dat in alle openbare aanbestedingen toegankelijkheidseisen worden opgenomen en dat bij de besteding van geld uit de Structuurfondsen op landelijk en regionaal niveau rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid.

Studies:

* In het verlengde van de studie over geharmoniseerde criteria voor een goede toegankelijkheid van toeristische bezienswaardigheden en voorzieningen voor personen met een handicap zullen verdere activiteiten worden ontwikkeld. Daarnaast zal studie worden gemaakt van geschikte maatregelen waardoor toeristische faciliteiten voor personen met een handicap overal in de Europese Unie toegankelijk worden.

* De uitkomsten van de studie over stedelijk vervoer voor mensen met beperkte mobiliteit zullen nader worden bekeken, zodat de belemmeringen voor de toegankelijkheid in het stedelijk vervoer vastgesteld kunnen worden.

Onderzoek:

* Uit hoofde van het Zesde Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling zal de Commissie:

- onderzoek laten doen naar de ontwikkeling van een gedetailleerd beleidsondersteunend instrument, dat uitgaande van 'universal design' of 'Design-for-all' ingezet kan worden bij de evaluatie van ontwerpen van gebouwen en dat, vooral wat de werkplek betreft, rekening houdt met de behoeften van personen met een handicap;

- nieuwe oproepen voor voorstellen op het gebied van onderzoek publiceren, netwerken van onderzoekers financieren die analyses maken van toegankelijkheidsvraagstukken in de ruime betekenis van het woord (met inbegrip van financiële belemmeringen voor personen met een handicap) en een project voor de ontwikkeling van indicatoren initiëren, waarmee de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving gemeten kan worden.

4. MONITORING EN VOORZIENINGEN VOOR DE FOLLOW-UP

4.1. Verbetering van de uitvoeringscapaciteiten

4.1.1. Versterking van de structuren bij de Commissie

De werkgroep Gehandicaptenvraagstukken van de diensten van de Commissie zal voor een doorlopend uitvoeringsproces van het actieplan en de monitoring van de mainstreamingsactiviteiten moeten zorgen, die door de verschillende diensten van de Commissie ten uitvoer worden gebracht. De werkgroep zal tevens meewerken aan de ontwikkeling van instrumenten voor de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken, die vooral bij de implementatie en evaluatie van de activiteiten kunnen worden ingezet, zal zorg dragen voor de scholing van de Commissie-ambtenaren die met het beleid te maken hebben, enzovoorts. De werkgroep zal verslag uitbrengen aan de groep commissarissen die voor gelijke kansen verantwoordelijk zijn.

4.1.2. Intensivering van de samenwerking met de lidstaten

Aan de werkgroep op hoog niveau inzake gehandicapten, die wordt voorgezeten door de Commissie en die uit nationale overheidsdeskundigen bestaat, zal een mandaat worden gegeven, dat in de pas loopt met de na te streven doelstellingen uit de onderhavige mededeling. De werkgroep zal tot taak krijgen om de ontwikkeling van synergie-effecten tussen het gehandicaptenbeleid op EU-niveau te ondersteunen en zal een discussie moeten voeren over het regelmatig te publiceren verslag over personen met een handicap. In het licht van deze doelstelling zal de werkgroep informatie moeten uitwisselen, mogelijkheden voor de uitwisseling en de eventuele transfer van ideeën en "good practice" - met name wat betreft de mainstreaming van gehandicaptenvraagstukken - moeten scheppen, en ervaringen met gehandicaptenvraagstukken in de nieuwe lidstaten op een rijtje moeten zetten.

4.1.3. Zoveel mogelijk samenwerking met andere internationale organisaties of agentschappen

Tot de belangrijkste hoofdrolspelers in dit verband behoren de Verenigde Naties, met inbegrip van de Internationale Arbeidsorganisatie en de Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europa, de Europese Organisatie voor Samenwerking en Ontwikkeling, het Europees Agentschap voor gezondheid en veiligheid op het werk, de Europese normalisatie-organisaties (CEN, CENELEC, ETSI), de European Special Needs Education Agency en de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. De samenwerking met deze organisaties zal uitgebreid worden, zodat er relaties ontstaan die voor alle zijden lonend zijn en er gebruik kan worden gemaakt van de deskundigheid van deze organisaties en hun werkzaamheden in denktanks. Worden de Gemeenschap tezamen met de lidstaten volledig bij de onderhandelingen over de conventie van de Verenigde Naties betrokken, dan zou dit de inspanningen van de EU voor personen met een handicap internationaal bevestigen.

4.2. Versterking van governance

4.2.1. Uitbreiding van de samenwerking met maatschappelijke organisaties

Bij de bevordering van het overleg over het beleid, de verbetering van de onderlinge informatievoorziening en de verdere uitbouw van de samenwerking zal worden uitgegaan van de bestaande vormen van samenwerking en partnerships die de Commissie met maatschappelijke organisaties, zoals met het European Disability Forum, opgebouwd heeft.

De Commissie stelt tevens voor dat de werkgroep op hoog niveau minimaal één keer per jaar een bijeenkomst organiseert met de vertegenwoordigers van personen met een handicap, zoals het European Disability Forum, en met de vertegenwoordigers van alle anderen die bij gehandicaptenvraagstukken betrokken zijn, zoals het Platform of European Social NGOs, de vertegenwoordigers van gezinnen die de zorg voor een gehandicapte hebben, de European Women's Lobby, de European Association of Service Providers en de European Platform for Rehabilitation. Door een dergelijke gedachtewisseling tussen de werkgroep op hoog niveau en maatschappelijke organisaties zal de EU meer zicht krijgen op de uiteenlopende omstandigheden waarin personen met een handicap zich bevinden en daar ook beter rekening mee kunnen houden.

4.2.2. Verzoek aan de sociale partners om medewerking bij de bevordering van de gelijkheid van personen met een handicap

Voor de bevordering van de arbeidsparticipatie van personen met een handicap is het van groot belang dat invulling wordt gegeven aan de voorwaarden voor succes, die genoemd worden in de verklaring van de sociale partners over het Europees Jaar van mensen met een handicap. Daarnaast zal een evaluatie moeten worden gemaakt van de impact die kaderovereenkomsten van de sociale partners op personen met een handicap hebben, zodat meer personen met een handicap in de organisaties van de sociale partners kunnen worden opgenomen en de organisatiegraad van personen met een handicap dientengevolge toeneemt.

4.2.3. Verslagen aan de instellingen en organen van de EU

De Commissie zal de samenwerking tussen de instellingen en organen van de EU bevorderen om ervoor te zorgen dat gehandicaptenvraagstukken meegenomen worden en meer plaats krijgen in al het relevante beleid van de Gemeenschap. De Commissie zal in het bijzonder het overleg met de commissie Werkgelegenheid en sociale zaken en met de werkgroep Gehandicapten van het Europees Parlement intensiveren, die beide een belangrijke rol vervullen bij het aankaarten van belangrijke vraagstukken voor personen met een handicap.

4.3. Het EU-verslag over de situatie van personen met een handicap

4.3.1. Een tweejaarlijks verslag over de algehele situatie van personen met een handicap in de uitgebreide Europese Unie

In het verslag van de Commissie over personen met een handicap zal specifiek aandacht worden besteed aan de inspanningen die in het kader van het Gemeenschapsbeleid geleverd worden om de gelijke kansen voor personen met een handicap te bevorderen. Daarnaast zullen in het verslag bijdragen van de lidstaten worden opgenomen, waarin uiteengezet wordt wat - vooral bij de integratie van gehandicaptenvraagstukken in het relevante nationale beleid - voor personen met een handicap bereikt is. Deze bijdragen zouden vooral kunnen inhaken op de nationale actieplannen voor werkgelegenheid en maatschappelijke integratie. De verwerving van een beter inzicht in de situatie van personen met een handicap in de nieuwe lidstaten en in de ontwikkelingen en beleidsvraagstukken op dit gebied zal in het bijzonder aandacht krijgen. De Commissie zal iedere twee jaar een compilatie maken van deze openbare verslagen, die opgesteld zullen worden aan de hand van een met de lidstaten en vertegenwoordigers van personen met een handicap af te spreken structuur. De Commissie hoopt op 3 december 2005, de Europese dag van personen met een handicap, met het eerste verslag in deze reeks te komen.

4.3.2. Ontwikkeling van contextindicatoren, verzameling van gegevens en onderzoek

De effectiviteit van het beleid ten aanzien van personen met een handicap kan moeilijk worden ingeschat, doordat het aan gegevens uit kwantitatieve en kwalitatieve effectbeoordelingen ontbreekt. In dit verband is het van vitaal belang dat er contextindicatoren worden uitgewerkt, die tussen de lidstaten onderling vergelijkbaar zijn. Ook moet er zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van het Europees Statistisch Systeem om de internationaal vergelijkbare statistische gegevens te verkrijgen, die noodzakelijk zijn om de vooruitgang in de richting van de gestelde doelen te kunnen monitoren. Hiertoe moeten vooral geharmoniseerde modules voor de surveys uitgewerkt worden. Verdere inspanningen voor de ontwikkeling van indicatoren en een betere verzameling van onderling vergelijkbare gegevens zijn zowel op landelijk niveau als op het niveau van de EU nodig.

Om hiaten in onze kennis over handicaps op te vullen en tot een multidisciplinaire aanpak op dit gebied te komen, bevordert de Europese Commissie voorts ook onderzoeksactiviteiten.

4.3.3. Evaluatie van het actieplan van de Europese Unie

Het actieplan van de Europese Unie voor personen met een handicap is op de periode tot 2010 gericht. De Commissie wil na de twee eerste edities van het actieplan medio 2008 een eerste evaluatie van de resultaten van het actieplan maken.

Top