EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000DC0336

Verslag van de Commissie - Stand van zaken Financiële diensten - Tweede voortgangsverslag

/* COM/2000/0336 def. */

52000DC0336

Verslag van de Commissie - Stand van zaken Financiële diensten - Tweede voortgangsverslag /* COM/2000/0336 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE Stand van zaken Financiële diensten - TWEEDE VOORTGANGSVERSLAG

VERSLAG VAN DE COMMISSIE Stand van zaken Financiële diensten - Tweede Voortgangsverslag

De Europese Raad van Lissabon versnelt het tempo

De Europese Raad van Lissabon zette in maart een belangrijke politieke stap in de richting van een geïntegreerde markt voor financiële diensten en kapitaal in de Europese Unie. De staatshoofden en regeringsleiders onderkenden in Lissabon dat efficiënte financiële markten een centrale rol spelen voor het Europese concurrentievermogen op de lange termijn en de ontwikkeling van de "nieuwe economie", aangezien de Unie voor het komende decennium zich als strategisch doel heeft gesteld om "... de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang ...". Voorts drongen de staatshoofden en regeringsleiders erop aan dat het Actieplan Financiële Diensten [1] vóór 2005 wordt uitgevoerd en dat het Actieplan Risicokapitaal vóór 2003 wordt uitgevoerd. Deze streefdata zijn thans het referentiepunt voor dit en alle latere verslagen over de Actieplannen voor financiële diensten en risicokapitaal.

[1] Financiële diensten - Tenuitvoerlegging van het kader voor financiële markten: een actieplan. Mededeling van de Commissie van 11.5.1999 COM(1999)232.

De Europese Raad van Lissabon liet zich ook duidelijk uit over enkele prioriteiten voor de korte termijn op het gebied van financiële diensten. In paragraaf 21 van de Conclusies van het Voorzitterschap wordt het volgende gezegd: "... ten einde de voltooiing van de interne markt voor financiële diensten te versnellen, moeten stappen worden ondernomen ... op prioritaire actiegebieden zoals ...":

- het vergemakkelijken van zo breed mogelijke toegang tot beleggingskapitaal op EU-schaal, ook voor het MKB, door middel van een "Europees paspoort" voor emittenten;

- het vergemakkelijken van een geslaagde participatie van alle beleggers in een geïntegreerde markt waarbij belemmeringen voor beleggingen in pensioenfondsen worden weggenomen;

- het bevorderen van verdere integratie en een betere werking van de staatsobligatiemarkten door meer overleg en transparantie inzake uitgifteschema's, -technieken en -instrumenten en verbeterde markten voor grensoverschrijdende cessie- en retrocessietransacties;

- het verbeteren van de vergelijkbaarheid van de jaarrekeningen van bedrijven;

- intensievere samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten van de financiële markten in de EU;

- snelle vorderingen met de al lang bestaande voorstellen betreffende het openbare aanbod tot aankoop of ruil en betreffende de herstructurering en de liquidatie van kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen, teneinde de werking en stabiliteit van de financiële markt van de EU te verbeteren.

Deze worden ook weerspiegeld in de prioriteiten opgesteld door de Brede Economische Politiek Richtlijnen

De nadruk op beleidslijnen in verband met financiële groothandelsmarkten en de roep voor het versnellen van hunuitvoering, weerspiegelen de belangrijke bijdrage die ze kunnen leveren aan de economische groei en de noodzaak om de snelle marktevoluties bij te benen. Voorts deed de Europese Raad (paragraaf 11) in het bijzonder een oproep aan de Raad en het Europees Parlement om zo spoedig mogelijk in 2000 de voorgestelde wetgeving aan te nemen inzake het juridisch kader voor de elektronische handel, e-geld en de verkoop van financiële diensten op afstand. Tevens werden de Commissie en de Raad verzocht om het vertrouwen van de consument in de elektronische handel te versterken, met name via alternatieve systemen voor geschillenbeslechting.

Er werd in het bijzonder gewezen op het belang van het stimuleren en consolideren van kleine en middelgrote ondernemingen, ondernemerschap en innovatie in het algemeen en een toenemend gebruik van risicokapitaal. De Raad vroeg om een herziening tegen eind 2000 van de financiële instrumenten van de EIB en het EIF, teneinde de financiële ondersteuning te richten op startende ondernemingen, hoogtechnologische bedrijven en microbedrijven, evenals op andere initiatieven met risicokapitaal die door de EIB worden voorgesteld.

Alles bij elkaar genomen betekenen deze Conclusies een versnelling van het tempo. Zij zijn een duidelijke uitdaging aan de beleidsmakers op het gebied van financiële diensten, Commissie, Raad, Europees Parlement en alle andere belanghebbenden, om de door de staatshoofden en regeringsleiders gestelde termijnen en doelen tijdig te bereiken.

De Raad heeft de Commissie verzocht om regelmatig verslag uit te brengen over de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van het Actieplan voor Financiële diensten. De verslagen worden opgesteld met de medewerking van de persoonlijke vertegenwoordigers van de ministers van Economie en Financiën, die in het kader van de werkgroep voor het beleid inzake financiële dienstverlening bijeenkomen. Dit tweede verslag aan de ECOFIN-Raad [2] gaat in op de voornaamste ontwikkelingen in de financiële sector die van belang zijn voor het beleid dat ten grondslag ligt aan het actieplan (deel I); het geeft een overzicht van de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van het actieplan (deel II en bijlage), en beziet die gebieden waar sneller vooruitgang moet worden geboekt of een nieuwe beleidskoers noodzakelijk is (deel III).

[2] Actieplan voor financiële diensten Eerste Voortgangsverslag, november 1999. Beschikbaar op Internet: http://europa.eu.int/comm/internal_market.

1. Voornaamste ontwikkelingen in de financiële sector

Geïntegreerde Europese kapitaalmarkten zijn van essentieel belang voor duurzame groei en werkgelegenheid

De financiële diensten maken ongeveer 6 % van het BBP en 2,5 % van de werkgelegenheid in de EU uit. Het is een sector die alle economische bedrijvigheid schraagt en die ook het grootste groeipotentieel heeft in de Unie.

Een geïntegreerde Europese effectenmarkt en een dynamische financiële sector zijn thans binnen bereik. Ondernemingen zullen ervan profiteren dat zij kapitaal kunnen aantrekken in de hele Europese Unie: er zullen zich goedkopere en meer flexibele financieringsregelingen voordoen voor ondernemingen die kapitaal opnemen; innoverende startende ondernemingen zullen financiering vinden die meer afgestemd is op hun behoeften, zoals start- en risicokapitaal. Beleggers zullen hun rendement zien verbeteren: bestaande spaartegoeden zullen productiever worden zodat middelen vrijkomen voor andere bestemmingen. De spaartegoeden van de particuliere sector in Europa bedraagt ongeveer 20 % van het BBP, die bij een doeltreffend gebruik een waardevolle troef zijn om groei en werkgelegenheid te bevorderen. Bij de bestaande lage rentetarieven moeten nieuwe wegen worden gevonden opdat deze spaargelden een hoger rendement opleveren voor beleggers en spaarders. Dit is vooral van belang om de schuldenlast van de overheidssector op de middellange termijn te bedwingen.

Kader 1 Hoe financiële markten bijdragen tot de schepping van werkgelegenheid

Moderne financiële markten die ruim toegankelijk zijn voor alle ondernemingen, kunnen bijdragen tot de opkomst van een nieuwe generatie ondernemers en tot de schepping van werkgelegenheid: de ondernemingen die genoteerd staan aan de Europese effectenbeurzen voor kleine ondernemingen, gaven in de periode van 1996 tot begin 1999 een gemiddelde stijging van de werkgelegenheid van 40 % (Neuer Markt) en 47 % (Nouveau Marché) te zien. Het aantal ondernemingen op deze markten is echter nog steeds klein: in maart 2000 stonden in totaal 785 ondernemingen genoteerdaan de EASDAQ, AIM en Euro. NM, in vergelijking met 4 800 aan de NASDAQ. De kapitalisatie van deze drie markten bedroeg 1/17 van die van de NASDAQ. De Europees risicokapitaal in aandelen, werd ook ver overtroffen door die in de VS: er werd ongeveer 7 miljard Euro in risicokapitaal, in vergelijking tot 12 miljard in de VS. Deze kloof werd in 1999 groter. De oprichting en financiering van snelgroeiende, kleine ondernemingen is essentieel voor de schepping van werkgelegenheid (zie Actieplan Risicokapitaal).

De kapitaalmarkten van de EU veranderen snel ...

De euro heeft zijn plaats verworven op de internationale kapitaalmarkten. Hij heeft ongeveer 40 % van de internationale obligatiemarkt veroverd

De marktwaarde van obligatie-uitgiftes van de particuliere sector blijft in alle lidstaten toenemen (met gemiddeld 1,5% per jaar). Begin 1999 bedroeg bijvoorbeeld de marktwaarde van obligatie-uitgiftes door beursgenoteerde, particuliere ondernemingen meer dan 110% van het BBP in Denemarken, bijna 70% in Duitsland en meer dan 40% in Nederland.

De kapitalisatie van de aandelenmarkten in de EU blijft toenemen ...

De kapitalisatie van de aandelenmarkten in de lidstaten van de EU bedraagt nog altijd slechts de helft van die in de VS, maar er zijn aanwijzingen die duiden op een hernieuwde groei. In 1999 wisten pas aan de beurs genoteerde ondernemingen meer dan 130 miljard euro aan te trekken op de Europese markten, meer dan het dubbele van 1998.

Kapitalisatie van de aandelenmarkt in procenten van het BBP

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Bron: Eurostat

De tenuitvoerlegging van het Actieplan voor Financiële Diensten zal bijdragen tot de groei van deze markten. Het actieplan bevat een reeks belangrijke maatregelen om het gros van de resterende belemmeringen weg te werken.

Die maatregelen zullen inspelen op vlugge veranderingen binnen de infrastructuur van de EU-effectenmarkten : meer dan 20 nieuwe handelsplatformen zijn opgedoken en "traditionele" beurzen en geregelde markten hebben ingespeeld door samenwerkingen en samengaan, meer bepaald 3Euronext" en "IX" projecten. Er wordt gewerkt aan en de snelheid wordt opgedreven voor de opstelling van gemeenschappelijke regels voor geïntegreerde effecten- en derivatenmarkten, gestroomlijnde procedures voor het aantrekken van kapitaal over de hele EU en de invoering van één enkel samenstel van standaarden voor de financiële verslaglegging door beursgenoteerde ondernemingen (zie hieronder).

De financiële markten worden een steeds aantrekkelijker medium voor de financiering van Europese ondernemingen. De trendmatige daling in de verhouding vreemd vermogen/eigen vermogen van Europese ondernemingen bevestigt dit. De sterke stijging van de kapitalisatie van de aandelenmarkten in alle lidstaten van de EU (met uitzondering van Oostenrijk en Luxemburg) sedert 1997 wijzen op een ommekeer in de financieringsstrategie van ondernemingen. Ondanks deze bemoedigende ontwikkelingen nemen algemene banken nog steeds het leeuwendeel van de financiering van ondernemingen voor hun rekening (in de EU-11 bedroegen de activa van banken 212% van het BBP, terwijl dit percentage voor aandelen 47,9% bedraagt: bijna het tegenovergestelde van de situatie in de VS waar aandelen 160% en bankactiva 62,5% van het BBP bedragen).

Toenemend belang beroeps pensioensvoorziening instellingen voor pensioensdekking voor een vergrijzend Europa

Doordat zij een gerede bron van langlopend kapitaal vormen, kunnen pensioenfondsen, die onderworpen zijn aan een streng bedrijfseconomisch toezicht teneinde de begunstigden van het fonds een hoge mate van bescherming te bieden, de toevoer van kapitaal voor beleggingen in de particuliere sector verbeteren. Dit zal de schepping van werkgelegenheid bevorderen doordat de niet-loongebonden arbeidskosten dalen terwijl de stijgende last van de financiering van ouderdomspensioenen als gevolg van demografische veranderingen wordt verlicht. De activa van pensioenfondsen zouden kunnen stijgen van 2.000 miljard euro (de helft van de totale banktegoeden in de EU) tot 3.000 miljard euro tegen eind 2005. Indien de lidstaten verhoudingsgewijs evenwel activa in pensioenfondsen zouden hebben als Nederland, zouden er bijna 3 tot 5 triljoen euro meer beschikbaar zijn op de Europese kapitaalmarkten.

Grafiek 2 Langlopende aandelenbeleggingen presteren beter dan obligaties

Inflatie obligaties aandelen

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Bron : Rebuilding Pensions - Europese Commissie 1999

Met de invoering van de euro, zijn de regels voor de valutawaardebepaling binnen de Euro-zone verdwenen zowel voor instellingen voor beroepspensioensvoorziening als voor levensverzekering. Regels voor toekennen van activa mogen niet te restrictief zijn zodat langetermijn-investeerders zoals pensioenfondsen in de echte economie-investeren en optimaal gebruik maken van de spaargelden die hen worden toebedeeld. Efficiënte spreiding van activa zal de hoogst mogelijke opbrengst teweegbrengen, terwijl de zekerheid van pensioenvoorziening blijft. Instellingen voor beroepspensioensvoorziening zouden moeten worden toegestaan om activa te selecteren die beter zijn afgestemd op het reële, langlopende karakter van hun verplichtingen en tegelijkertijd hun risico's verminderen. Voor zover ten volle rekening wordt gehouden met de verschillende aanpak in de lidstaten, zou het aanzienlijke voordelen kunnen opleveren om zinnige prudentiële regels overeen te komen teneinde pensioenfondsen in de gelegenheid te stellen de structuur van hun beleggingsportefeuille te optimaliseren. Zoals in het actieplan is aangekondigd, zal de Commissie deze zomer dienaangaande een voorstel voor een richtlijn indienen.

Veranderingen in het financiële landschap van Europa

Door de voortdurende tendens naar de vorming van financiële conglomeraten veranderen de scheidslijnen tussen de verschillende financiële activiteiten (bankwezen, verzekeringen, vermogensbeheer, beleggingsdiensten).

Kader 4 Sedert 1995 zijn meer dan 250 financiële conglomeraten gevormd

Sedert 1995 zijn meer dan 1.300 nieuwe gevallen gemeld van binnenlandse groepen die zich zijn gaan bezighouden met bank-, effecten- en verzekeringsdiensten. Het betrof hier hoofdzakelijk binnenlandse aangelegenheden alhoewel grensoverschrijdende conglomeraten opgedoken zijn in Scandinavië en de Benelux. In vijf lidstaten (België, Spanje, Nederland, Portugal en Zweden) is meer dan twee derde van de activa van nationale banken in handen van banken die deel uitmaken van een financieel (bank/verzekering) conglomeraat. In vier lidstaten (Frankrijk, Finland, Spanje en Ierland) wordt meer dan 50% van de levensverzekeringsproducten verstrekt door verzekeringsmaatschappijen die deel uitmaken van bankgroepen.

Commission, april 2000

De concentratie en consolidatie van de Europese financiële sector blijft eveneens in een snel tempo doorgaan. Deze ontwikkelingen doen de behoefte gevoelen aan een doeltreffend bedrijfseconomisch toezicht en een verdere verfijning van het beleid (zie hieronder).

Kader 5 Consolidatie in het bankwezen in de EU

Het aandeel van bankactiva die in handen zijn van de 20 grootste banken van Europa is gestegen van 35% in 1997 tot 41% begin 1999. Fusies en overnames in de EU zijn grotendeels binnenlandse aangelegenheden: bij 24 van de 190 fusies en overnames in de banksector in de EU die tijdens de eerste helft van 1999 plaatsvonden, was een buitenlandse bank betrokken (waarvan 19 uit derde landen)

City University Business School, december 1999, en ECB, april 2000

Elektronische handel en alternatieve handelssystemen

De snelle opkomst van de elektronische handel begint het financiële landschap te veranderen. Bijvoorbeeld, meer dan 20 Alternatieve Handelssystemen in Europa hebben een niet te verwaarlozen invloed op de groothandel in effecten. De elektronische handel zal een cruciale test zijn voor het vermogen van de Unie om nieuwe kansen te scheppen voor ondernemingen en om zich hieraan aan te passen. Dit hangt af van de totstandbrenging van een regelgevend en institutioneel kader op Europees niveau dat innovatie, investeringen en economische doelmatigheid stimuleert.

Het actieplan voorziet in een tweeledige aanpak: het beoogt de consument te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken maar helpt hem ook om de beste aanbiedingen op de markt te vinden. Bij dit proces is het van cruciaal belang dat vertrouwen wordt gekweekt en dat er in de hele Unie stelsels voor geschillenbeslechting voorhanden zijn die eerlijk, klantvriendelijk en doeltreffend zijn. De belemmeringen voor de grensoverschrijdende kleinhandelsverkoop van financiële producten binnen het bereik van iedere internet gebruiker brengen.

Kader 6 Internet bankieren wint snel aan populariteit in de EU

De Britse financiële instellingen hebben 18 banksites op het internet, gevolgd door Duitsland met 16, Spanje met 12, Oostenrijk met 9, Zweden met 7, en Portugal, Frankrijk en Italië met 5. Finland, Ierland en Nederland hebben elk 3 sites en Denemarken 2. Dit overzicht omvat "virtuele banken". Het aantal Europeanen dat via Internet bankzaken afhandelt, zal naar verwachting met 30% stijgen tot meer dan 20 miljoen in 2004. De eerste virtuele bank is al opgericht en heeft haar hoofdkantoor in Frankrijk, maar opereert vanuit Dublin. Twee andere virtuele banken hebben onlangs een bankvergunning verkregen in Frankrijk en in Duitsland.

Bron: Datamonitor, april 2000

Hoewel internet in de VS op grote schaal wordt gebruikt voor de online-handel in effecten en aandelen (het aantal gezinnen dat zich bezighoudt met online-handel, steeg tussen mei 1999 en januari 2000 met 30% van 2,7 miljoen tot 3,5 miljoen), zijn online-makelaarshuizen in de EU slechts een recent verschijnsel in de financiële wereld. 65% van de makelaarshuizen startten hun online-activiteiten minder dan twee jaar geleden en slechts 20% van hen heeft meer dan twee jaar ervaring). Het aantal online-exploitatierekeningen in Europa zal in de komende vier jaar naar verwachting zeker vertienvoudigen.

De opkomst van nieuwe elektronische handelssystemen (momenteel circa 25 in de hele EU, die vrij klein zijn en zich richten op specifieke activiteiten) stelt de regelgevers en toezichthouders voor nieuwe uitdagingen, en met name de vraag of deze systemen gereglementeerde markten of beleggingsmaatschappijen vormen en voldoende waarborgen bieden voor beleggers en de goede werking van de markt.

Deze ontwikkelingen stellen de autoriteiten voor nieuwe vraagstukken in verband met het bedrijfseconomisch toezicht. De Commissie zal deze zomer een Groenboek publiceren waarin wordt nagegaan of de bepalingen van de bestaande financiële wetgeving voldoende zijn om een goed prudentieel en juridisch kader te bieden waarbinnen de elektronische handel in financiële diensten tot bloei kan komen, terwijl de belangen van de consument tegelijkertijd volledig zijn gewaarborgd.

Uitbreiding en institutionele opbouw

Gezien de toenemende mondialisering is het behoud van financiële stabiliteit van essentieel belang voor de EU-markt voor financiële diensten. Het externe beleid van de Unie, met name in het kader van de op handen zijnde uitbreiding met de landen van Midden- en Oost-Europa (LMOE's), Cyprus en Malta, zou een bijdrage moeten leveren aan de verwezenlijking van deze doelstelling.

Kader 7 De wederzijdse afhankelijkheid van de financiële markten en instellingen van de EU en hun tegenhangers in de LMOE's neemt toe

De kredieten die EU-banken hebben uitstaan bij Oost-Europese landen zijn tussen 1997 en 1999 met 2% toegenomen. De totale stroom van directe investeringen van de EU in de LMOE's is tussen 1992 en 1998 verdrievoudigd (meer dan 8 miljard euro in 1998); meer dan 70% van de obligatie-emissies in de LMOE's waren in 1999 in euro.

Bron: BIS

Alleen met behulp van diepgaande en nauwkeurige regels inzake het bedrijfseconomisch toezicht, die in overeenstemming zijn met de EU-standaarden, kunnen de vereiste grondslagen worden gelegd voor een verruimde interne markt voor financiële diensten, zoals dit na de uitbreiding zal bestaan. Omzetting van het wettelijk kader van de EU inzake financiële diensten is niet voldoende om de uitbreiding tot een succes te maken. Aangezien de principes van één enkele vergunning en toezicht in het land van herkomst een essentieel onderdeel zullen zijn van de uitgebreide interne markt voor financiële diensten, zal de doeltreffendheid van het toezicht in de nieuwe lidstaten even doorslaggevend zijn als het bestaan van wetgeving. Er wordt meer nadruk gelegd op institutionele opbouw en assistentie bij het toezicht in het kader van de voorbereidingen op de toetreding. De autoriteiten van de lidstaten is een sleutelrol toebedeeld bij de beoordeling van de vraag of er adequate toezichthoudende instanties met de nodige administratieve capaciteiten voorhanden zijn. De Commissie is bezig om in samenwerking met nationale deskundigen voorstellen uit te werken tegen eind 2000 voor een proces van "intercollegiale toetsing".

2. Vooruitgang met de tenuitvoerlegging van het actieplan voor financiële diensten

Er is vooruitgang geboekt....

Het actieplan voor financiële diensten moet uiterlijk in 2005 zijn uitgevoerd. In het eerste jaar zijn al goede vorderingen gemaakt (de bijlage bij dit verslag bevat een gedetailleerd overzicht). De Commissie heeft haar Mededeling betreffende pensioenfondsen al gepubliceerd en bereidt voor deze zomer een ontwerprichtlijn voor. Voorts heeft zij een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van de richtlijn betreffende het witwassen van geld, alsook voorstellen tot wijziging van de Vierde en de Zevende Richtlijn Vennootschapsrecht goedgekeurd om ruimte te maken voor de waardering volgens de waarde in het economisch verkeer ("fair value accounting"). Begin 2000 publiceerde de Commissie een mededeling inzake het vrij verrichten van diensten in het verzekeringsbedrijf en een mededeling over betalingssystemen. Voorts is de aanbeveling van de Commissie over het verstrekken van informatie over financiële instrumenten gepubliceerd.

Ten aanzien van de wholesalemarkten zijn goede vorderingen geboekt met de werkzaamheden binnen het forum van Europese effectencomités (FESCO) en het Contactcomité Richtlijnen jaarrekeningen Recht en met het tijdschema van het Actieplan. Politieke overeenstemming is bereikt over het voorstel voor een richtlijn betreffende het openbaar aanbod tot verwerving Naar verwachting zal een mededeling van de Commissie over de definitie van "gevorderde" beleggers vóór de zomer beschikbaar zijn. De mededeling van de Commissie over de Richtlijn Beleggingsdiensten zal dit najaar worden bekendgemaakt, evenals een mededeling over "marktmanipulatie". De Commissie zal binnenkort een mededeling over de toekomstige strategie van de EU inzake de jaarrekeningen publiceren.

Ook de vooruitgang bij de verwezenlijking van open en veilige retailmarkten is bevredigend. Binnen de Raad en het Europees Parlement worden de besprekingen over het voorstel inzake afstandverkoop voor financiële diensten voortgezet. Het wetsvoorstel inzake verzekeringstussenpersonen zal deze zomer worden ingediend. De werkzaamheden met betrekking tot een mededeling over consumentenvoorlichting en een groenboek over elektronische handel verlopen zoals gepland. Ook op het gebied van de voorschriften inzake prudentieel toezicht zijn goede vorderingen geboekt. Het voorstel voor een richtlijn betreffende E-geld is in behandeling bij de Raad en het Europees Parlement.

Politieke overeenstemming is bereikt over het voorstel voor een richtlijn betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen

De herziening van de kapitaalvereisten voor banken in samenwerking met het Basels Comité voor Bankentoezicht van de G-10, de voorstellen voor nieuwe solvabiliteitsvereisten voor verzekeraars zullen deze zomer worden ingediend en de werkzaamheden inzake het toezicht op financiële conglomeraten verlopen alle zoals gepland.

Tenslotte worden de werkzaamheden met betrekking tot de bredere voorwaarden voor een interne markt voor financiële diensten voortgezet, met name wat de rechtstreekse belastingen betreft. De Hoog Niveau Groep en ECOFIN ijveren voor het bereiken van een overeenstemming over het voorstel van de Commissie over een minimumbelasting op spaargeldinkomsten end it op basis van de besluiten van de Helsinki Raad. De werkzaamheden in groep voor de tenuitvoerlegging van de gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen vorderen eveneens gestaag. In de werkgroep voor belastingbeleid zullen de werkzaamheden betreffende de belastingheffing over aanvullende pensioenen en financiële diensten in het algemeen in 2000 als prioriteit worden voortgezet.

Met het actieplan risicokapitaal wordt vooruitgang geboekt ....

In de Mededeling van de Commissie van april 1998 worden zes soorten hinderpalen genoemd die moeten worden weggenomen om de groei te versnellen van het risicokapitaal in de EU dat zo belangrijk is voor het scheppen van werkgelegenheid. De opgesomde hinderpalen vallen uiteen in zes categorieën: marktfragmentatie, belemmeringen op het gebied van de regelgeving, fiscale en culturele belemmeringen, het geringe aantal spitstechnologische bedrijven en de ontoereikende scholing van werknemers. Het wegnemen van al deze hinderpalen vormde tezamen het actieplan risicokapitaal, dat op de Europese Raad van Cardiff brede steun kreeg en nu, na Lissabon, uiterlijk eind 2003 moet zijn uitgevoerd.

De Commissie heeft er steeds op gewezen dat, hoewel voor sommige delen van het actieplan risicokapitaal actie op communautair niveau was vereist, de meeste onderdelen uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten vielen. Wat de regelgeving betreft, ligt de Commissie goed op schema met haar werkzaamheden betreffende kwesties zoals de modernisering van de richtlijn inzake het prospectus, gemeenschappelijke boekingsnormen, regels volgens "goede huisvader"-beginsel in de context van de hervorming van de pensioenen en één Gemeenschapsoctrooi.

In het najaar van 1999 werd een evaluatie van het actieplan risicokapitaal aan de Raad ECOFIN toegezonden, als gevolg waarvan de Raad ECOFIN de Commissie verzocht een proces van benchmarking voor risicokapitaal te starten. De Commissie legt de laatste hand aan haar voorstel om een aantal sleutelindicatoren zoals risicokapitaal/BNP verhouding; aantal bedrijven die startkapitaal ontvangen, aantal nieuwe IPOs, enz. Voorts diende de Commissie, in verband met haar Europa-initiatief, in welk initiatief zij voorstelde te streven naar verdrievoudiging van de in eerste fase opgebrachte financiering vóór eind 2003, vervolgens bij het Comité voor Europees beleid een werkdocument in over de verbetering van de samenhang van alle financiële instrumenten van de Gemeenschap om de groei van risicokapitaal en snelgroeiende bedrijven te vergemakkelijken. Als gevolg hiervan werden enkele nieuwe ideeën van de EIB en het EIF in de conclusies opgenomen. De Europese Raad heeft de Raad en de Commissie verzocht om eind 2000 verslag uit te brengen over de aan de gang zijnde herziening van de financiële instrumenten van de EIB en het EIF, teneinde de financiële ondersteuning te richten op startende ondernemingen, hoogtechnologische bedrijven en microbedrijven, evenals op andere initiatieven met risicokapitaal die door de EIB worden voorgesteld.

Maar er moet een grotere inspanning worden gedaan

Terwijl er goede vooruitgang geboekt wordt in sommige domeinen, zijn verdere inspanningen op andere vlakken onontbeerlijk Vooral op de volgende gebieden is te weinig vooruitgang te zien:

* Ondanks de opeenvolgende politieke toezeggingen die op het allerhoogste niveau zijn gedaan, is er ten aanzien van het Statuut van de Europese vennootschap weinig vooruitgang geboekt. Dit heeft gevolgen voor twee andere maatregelen op het gebied van het vennootschapsrecht (10e richtlijn vennootschapsrecht en de 14e richtlijn vennootschapsrecht).

* De Mededeling van de Commissie over fraude en vervalsing in betalingssystemen en haar aanbevelingen inzake de informatieverstrekking over financiële instrumenten zullen voor de zomer worden bekendgemaakt.

* Drie lidstaten (FR, IT, LUX) zijn te laat met het omzetten van de finaliteitsrichtlijn en hun wordt dringend gevraagd zo spoedig mogelijk de nationale omzettingsmaatregelen vast te stellen.

3. Beleidsgebieden en maatregelen in het kader van het actieplan die nadere bestudering of nadere uitwerking van het beleid vereisen

Sedert de goedkeuring van het Actieplan voor financiële diensten in mei 1999 is de omvang en de snelheid van de structurele verandering in de financiële markten van Europa geïntensiveerd. Twee belangrijke beleidsgebieden vereisen nadere bestudering of nadere uitwerking:

* vergemakkelijking van de toegang tot kapitaalmarkten

* verbetering van de financiële stabiliteit

Vijf prioriteiten van de EU voor efficiënte financiële markten en vergemakkelijking van de toegang tot financiering met vreemd kapitaal

De Europese Top van Lissabon heeft een aantal prioritaire actiegebieden aangewezen met betrekking tot de werking van effecten- en wholesalemarkten waar versnelde vorderingen moeten worden gemaakt om de algemene termijn van 2005 te kunnen halen.

1. Eén "paspoort" voor emittenten

Met de EU-wetgeving inzake beursnoteringen en de richtlijn inzake openbare aanbiedingen wordt beoogd de toegang tot de markten van de partnerlanden te vergemakkelijken op basis van dezelfde wettelijk vereiste informatie als die welke door de nationale instanties wordt verlangd. Deze wetgeving heeft echter niet gewerkt. De toelating van effecten tot de notering aan meerdere beurzen en de grensoverschrijdende aanbieding van effecten komen slechts zelden voor. De hinderpalen voor wederzijdse erkenning zijn:

* de nationale autoriteiten beperken deze dikwijls tot welbepaalde soorten effecten;

* aanvullende voorwaarden worden dikwijls vereist;

* bezorgdheid dat de minimumvereisten inzake de openbaarmaking van stukken onvoldoende zijn;

* de traditionele systemen voor de toetreding tot de notering aan effectenbeurzen en het prospectus dat moet worden gepubliceerd bij een openbare aanbieding van effecten zijn niet toegesneden op emittenten die later nog kapitaal wensen aan te trekken;

* in de behoefte van beleggers aan regelmatige bijwerking van de marktinformatie wordt niet voorzien.

De Commissie heeft op dit ogenblijk een nieuw voorstel voor marktinformatie in voorbereiding. Deze herziening van de bestaande regels zal waarschijnlijk voornamelijk zijn toegespitst op de invoering van "shelf-registration"-technieken voor alle bedrijven waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld.

2. Verbetering van de vergelijkbaarheid van de financiële verslagen van ondernemingen:

Uit de besprekingen met persoonlijke vertegenwoordigers van de ministers van Financiën is gebleken dat een vrijwel volledige consensus bestaat over de noodzaak van snelle vooruitgang op de weg naar één enkel kader voor de financiële verslaggeving (voor de geconsolideerde jaarrekeningen) voor alle ondernemingen waarvan de aandelen bij een beurs genoteerd zijn/aan de beurs genoteerde vennootschappen. Een reeks verslagleggingsregels voor beursgenoteerde ondernemingen is het beste middel om te zorgen voor de doorzichtigheid en openbaarmaking van stukken die noodzakelijk zijn om de grensoverschrijdende effectenhandel een solide basis te geven. Zoals de Commissie in haar strategie van 1995 beoogde, moeten de "International Accounting Standards" (IAS) de basis voor de vergelijkbaarheid in de financiële verslaglegging in Europa vormen. Het vaste streven ten aanzien van IAS is concreet tot uiting gekomen door de grote mate van steun die op de recente IOSCO-vergadering ten aanzien van de IAS is geuit. Ook vraagstukken in verband met de handhaving en gemeenschappelijke richtsnoeren zullen worden behandeld in de mededeling van de Commissie over de strategie inzake financiële verslaglegging die in juni wordt gepubliceerd. Een wetsvoorstel waarin wordt bepaald dat beursgenoteerde ondernemingen door de Unie goedgekeurde IAS moeten toepassen, zal voor het eind van dit jaar worden ingediend. Daarna zal de Commissie in 2001 haar ideeën over de modernisering van de Europese richtlijnen inzake verslaglegging uiteenzetten.

3. Het wegnemen van hinderpalen voor beleggingen door pensioenfondsen en ICBE's

Het voorstel van de Commissie voor een Richtlijn inzake beroepspensioenfondsen zal deze zomer gereed zijn. In het voorstel, waarin stringent prudentieel toezicht wordt vastgelegd, wordt voorgesteld de kwantitatieve beperkingen te versoepelen ten aanzien van de hoeveelheid activa die in effecten of onderhandse participaties kunnen worden belegd. Gelet op de omvang van de middelen die deze fondsen naar algemeen wordt verwacht tot hun beschikking zullen hebben, zou het verruimen van hun beleggingsmogelijkheden kunnen zorgen voor sterke stijgingen in de beleggingen voor verschillende soorten effecten [3]. Twee onderling verwante voorstellen voor ICBE's, die op dit ogenblik bij de Raad en het Europees Parlement in behandeling zijn, zullen zorgen voor verruiming van de verschillende soorten beleggingen die kunnen worden gedaan door unit trusts die eenheden van hun fonds in andere lidstaten willen verkopen.

[3] In de VS beleggen de pensioenfondsen 0,3 % van hun activa als durfkapitaal. Ondanks de zeer geringe omvang van deze belegging beloopt hun aandeel nog steeds 47 % van het durfkapitaal in de VS.

4. Verbeterde werking van grensoverschrijdende verkoop- en wederverkoopmarkten

De Commissie is op dit ogenblik bezig met het opstellen van een voorstel voor een richtlijn inzake onderpand om de grensoverschrijdende zekerheidstellingstechnieken te vergemakkelijken en aldus een belangrijke bron van rechtsonzekerheid weg te nemen die het tegenpartijrisico en het afwikkelingsrisico onnodig vergroot. De commissie zal verdergaan met het debat op basis van een raadplegingsdocument teneinde begin volgend jaar klaar te zijn om de nodige wettelijke voorstellen te doen. Dit voorstel zal in belangrijke mate ten gunste komen van verkoop- en wederverkoopovereenkomsten aangezien het duidelijkheid zal brengen in de juridische situatie ten aanzien van de overdracht van titels die aan de activiteit inzake repo-overeenkomsten ten grondslag ligt. Ook zal door het voorstel de onzekerheid worden weggenomen over de plaats van het onderpand in het kader van de verrekening.

5. Ingrijpende herziening van de richtlijn Beleggingsdiensten

De vele veranderingen die momenteel op de Europese effectenmarkten plaatsvinden maken een ingrijpende herziening van het beleid van de Unie ten aanzien van effectenmarkten noodzakelijk. In de Richtlijn Beleggingsdiensten - de hoeksteen van het wetgevingskader van de EU - werd beoogd het lidmaatschap van nationale effectenbeurzen open te stellen door "één enkel paspoort" in te voeren voor leveranciers van beleggingsdiensten op basis van de vergunning van het land van herkomst. Dit kader is echter van beperkt belang voor de effectenmarkten die worden gekenmerkt door het veelvoud van handelssystemen en de vervaging van de functies tussen effectenbeurzen en firma's. De implicaties van de uitholling van de belangrijke rol van effectenbeurzen in de toekomst en de reacties van de effectenbeurzen op die ontwikkeling door middel van "demutualisatie" en het afstoten van regelgevende functies, maken een diepgaande discussie noodzakelijk.

Ook zijn duidelijke richtsnoeren nodig over het onderscheid tussen "gevorderde" beleggers en "retail"-beleggers in de RBD. Er moet aandacht worden geschonken aan nieuwe bronnen van systeemrisico, die kunnen liggen in de elektronische koppeling van orders of in de verrekenings- en afwikkelingssystemen. Meer specifiek moeten de laatstgenoemde een sleutelrol spelen in het behouden van de systematische stabiliteit. De Commissie zal deze zomer een brede raadpleging van start doen gaan over de aard en het belang van deze ontwikkelingen en over de noodzaak de richtlijn Beleggingsdiensten bij te werken.

Een gemeenschappelijke aanpak van de regelgeving inzake de effectenmarkten kan niet los worden gezien van de manier waarop deze regelgeving wordt gehandhaafd, met name nu de veranderingen in de richting van het ontstaan van Europese effectennetwerken in een hogere versnelling komen.

Bijdragen op het gebied van regelgeving en toezicht aan de financiële stabiliteit

In het Actieplan voor financiële diensten wordt erkend dat de samenwerking tussen de nationale toezichthouders moet worden versterkt om grensoverschrijdende vraagstukken aan te pakken en de gemeenschappelijke benaderingen op het gebied van het toezicht te ontwikkelen bij het aanpakken van nieuwe vormen van bedrijfseconomisch risico in het bankwezen, het verzekeringsbedrijf en de effectenmarkten. Een grotere mate van samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten is de sleutel bij het beheer van het institutionele/bedrijfseconomische risico. Deze zienswijze wordt gedeeld en ondersteund door het Economisch en Financieel Comité (EFC) in zijn verslag over financiële stabiliteit, dat door de ECOFIN-Raad op zijn informele bijeenkomst in Lissabon is goedgekeurd en gepubliceerd. De uitwisseling van informatie tussen verschillende toezichthoudende autoriteiten, en tussen de toezichthoudende autoriteiten en de centrale banken, over de grootste financiële instellingen en markttrends wordt gezien als een van de belangrijkste elementen in de versterkte samenwerking tussen de betrokken autoriteiten. De samenwerking tussen de toezichthouders en de centrale banken moet ook worden versterkt. Daarenboven, wat betreft crisibeheer, kan verder beraad nodig zijn teneinde de samenwerking tussen Financiënministeries te verhogen met het oog op hun specifieke verantwoordelijkheid voor systematische stabiliteit

Verdere inspanningen door de instellingen en de toezichthoudende instanties zijn dan ook vereist om de werking van het systeem in de praktijk te verbeteren. De Commissie deelt deze zienswijze en bereidt een aantal maatregelen voor:

* een wetgevingsvoorstel om de dringende vraagstukken op het gebied van het toezicht met betrekking tot financiële conglomeraten te regelen zal begin volgend jaar worden ingediend;

* aangezien de financiële instellingen zich grensoverschrijdend reorganiseren, wordt hun nationaliteit en de identificatie van de voor hen verantwoordelijke toezichthoudende autoriteit moeilijker. Ingevolge het voorstel, zullen de autoriteiten een coördinerende toezichthouder voor grote financiële groepen moeten aanstellen;

* een nauwere samenwerking tussen de sectoroverschrijdende groepen op het gebied van toezicht en regelgeving is gewaarborgd door het opzetten van een informele rondetafelconferentie van toezichthouders om vraagstukken van gemeenschappelijk belang aan te duiden en gepaste maatregelen te nemen. De eerste taken moeten erin bestaan de praktische samenwerkingsregelingen in iedere sector te herzien. Indien nodig zal een "samenwerkingshandvest van toezichthouders" worden opgesteld om de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de verschillende taken op het gebied van toezicht op grensoverschrijdende basis uit te voeren en mechanismen voor probleemmanagement op te zetten.

Convergentie van toezichtpraktijken

De concentratie en consolidatie van de Europese financiële sector gaat door, aangedreven door de komst van de euro. Het is van het allergrootste belang dat de toezichthouders in de Europese Unie hun acties in het kader van het toezicht op consequente wijze uitvoeren. Hiervoor zijn maatregelen vereist om de toezichthouders en de markten richtsnoeren te geven; ook zijn regels betreffende de bedrijfsvoering, enz. vereist om de stabiliteit van het financiële stelsel in de zone van de gemeenschappelijke munt te waarborgen, ervoor te zorgen dat de EU-richtlijnen een maximaal effect hebben en om de totstandkoming van een financiële markt te bespoedigen (aan de convergentie van de toezichtpraktijken inzake de kapitaaltoereikendheid van banken, zoals aanbevolen door het EFC, wordt al gewerkt door het Raadgevend Comité voor het Bankwezen en de Groupe de Contact). Convergentie van toezichtpraktijken voor financiële markten is een sleutelgegeven voor de onmiddellijke toekomst.

BIJLAGE

Vorderingen met het Actieplan voor Financiële diensten

Deze bijlage biedt een tweede overzicht van de vorderingen die zijn geboekt met de maatregelen van het Actieplan voor Financiële diensten (COM(1999) 232). Dit tweede verslag aan de Raad en aan het Europees Parlement volgt de vooruitgang die geboekt is gedurende de eerste twaalf maanden sedert de goedkeuring van het Actieplan. De verslaggevingsdatum is 10 mei 2000. De tabel bevat een samenvatting van de huidige situatie en het oordeel van de Commissie over de mate waarin de instellingen van de Gemeenschap en de lidstaten erin slagen de doelstellingen van het actieplan te verwezenlijken. Waar van toepassing zijn in de laatste kolom verdere opmerkingen opgenomen, met name met betrekking tot de volgende stappen die moeten worden ondernomen.

Een sterretje (() betekent dat een specifieke maatregel met succes is uitgevoerd. Een plusteken (() geeft aan dat bij de verwezenlijking van de desbetreffende doelstelling van het Actieplan enige vordering is geboekt. Een minteken (-) duidt op teleurstellende vorderingen. Het derde verslag zal aan de ECOFIN Raad en het Europees Parlement worden voorgelegd eind 2000.

Mechanismen & verloop

De mechanismen spelen een belangrijke rol in het realiseren van het Actieplan. Tijdens de afgelopen zes maanden, en overeenkomstig de suggesties in het Actieplan, heeft de Commissie de volgende structuren opgezet.

* De Financiële Diensten Beleidgroep (FSPG), samengesteld uit persoonlijke vertegenwoordigers van Ministers van Economie en Financiën, heeft zijn opdracht als forum hervat teneinde overeenstemming te bereiken tussen nationale ministeries betrokken bij de wetgeving op de financiële diensten. FSPG is drie keer samengekomen sinds de goedkeuring van het actieplan en heeft de Commissie bijgestaan bij de opvolging van de vooruitgang en het voorbereiden van dit rapport.

* De eerste informele gesprekken met vertegenwoordigers van het Europees Parlement hebben plaatsgevonden met de bedoeling schikkingen te treffen om belangrijke beleidsrichtlijnen met parlementariërs in een vroeg stadium te bespreken.

* Representatieve EU-organismen hebben de Commissie bijgestaan in het opzetten van « Forumgroepen », samengesteld uit marktdeskundigen, teneinde de praktische en technische aspecten van maatregelen van het FSAP te analyseren.

* De Mededeling van de Commissie over fraude en vervalsen van betalingssystemen en haar Aanbeveling over onthulling van financiële instrumenten zal vóór de zomer voorgesteld worden. De korte vertraging in goedkeuring van deze documenten is toe te schrijven aan administratieve redenen veroorzaakt door de verandering in de Commissie.

STRATEGISCHE DOELSTELLING 1: EEN EENGEMAAKTE WHOLESALEMARKT IN DE EU

Vergemakkelijken van het aantrekken van kapitaal in de hele EU

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Totstandbrenging van een gemeenschappelijk rechtskader voor geïntegreerde effecten- en derivatenmarkten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Naar één enkel stel financiële verslagen voor beursgenoteerde ondernemingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Beheersen van het systeemrisico bij de afwikkeling van effectentransacties

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Naar een veilige en transparante omgeving voor grensoverschrijdende herstructurering

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Een goed functionerende interne markt voor beleggers

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

STRATEGISCHE DOELSTELLING 2: OPEN EN VEILIGE RETAILMARKTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

STRATEGISCHE DOELSTELLING 3: MODERNE PRUDENTIËLE REGELS EN CONTROLE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ALGEMENE DOELSTELLING: VERBREDING VOORWAARDEN VOOR OPTIMALE

INTERNE FINANCIËLE MARKT

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top