EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R0212

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/212 van de Commissie van 13 december 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië aan de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (Voor de EER relevante tekst. )

C/2017/8320

OJ L 41, 14.2.2018, p. 4–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2018/212/oj

14.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 41/4


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/212 VAN DE COMMISSIE

van 13 december 2017

houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië aan de in punt I van de bijlage opgenomen tabel

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie moet zorgen voor een doeltreffende bescherming van de integriteit en de goede werking van haar financiële stelsel en van de interne markt tegen witwaspraktijken en terrorismefinanciering. Daarom bepaalt Richtlijn (EU) 2015/849 dat de Commissie derde landen met een hoog risico moet identificeren die in hun regelgeving voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie.

(2)

De Commissie moet de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 (2) opgenomen lijst van derde landen met een hoog risico op passende tijdstippen herzien in het licht van de vooruitgang die deze derde landen met een hoog risico hebben geboekt bij het wegwerken van de strategische tekortkomingen in hun regelgeving voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering („AML/CFT”). De Commissie moet in haar beoordelingen rekening houden met nieuwe informatie afkomstig van internationale organisaties en opstellers van standaarden, zoals de Financial Action Task Force (FATF). In het licht van deze informatie moet de Commissie ook extra derde landen met een hoog risico identificeren die strategische tekortkomingen vertonen in hun AML/CFT-regeling.

(3)

Overeenkomstig de criteria van Richtlijn (EU) 2015/849 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 rekening gehouden met de recente beschikbare informatie, in het bijzonder de onlangs uitgebrachte publieke verklaringen (Public Statements) van de FATF, het FAFT-document „Improving Global AML/CFT Compliance: ongoing process” en FAFT-verslagen van de International Cooperation Review Group in verband met de risico's die uitgaan van afzonderlijke derde landen.

(4)

De FATF heeft Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië geïdentificeerd als landen met strategische AML/CFT-tekortkomingen die een risico vormen voor het internationale financiële stelsel. Om deze te verhelpen hebben deze landen samen met de FATF een actieplan opgesteld.

(5)

Gezien de hoge mate van integratie van het internationale financiële stelsel, de nauwe banden tussen marktdeelnemers, het hoge aantal grensoverschrijdende transacties naar/vanuit de Unie en de mate waarin de markt is opengesteld, gaat de Commissie ervan uit dat een AML/CFT-bedreiging voor het internationale financiële stelsel ook het financiële stelsel van de Unie bedreigt.

(6)

Uitgaande van deze recentste relevante informatie komt de Commissie in haar analyse tot de conclusie dat Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië moeten worden beschouwd als derde landen die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging voor het financiële stelsel van de Unie vormen volgens de in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 opgenomen criteria. Deze landen hebben evenwel schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en hebben samen met de FATF een actieplan ontwikkeld waarmee kan worden voldaan aan de eisen van Richtlijn (EU) 2015/849. De Commissie zal de status van deze landen opnieuw beoordelen in het licht van de tenuitvoerlegging van die toezegging.

(7)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 worden de volgende regels ingevoegd in de in punt I opgenomen tabel:

„11

Sri Lanka

12

Trinidad en Tobago

13

Tunesië”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 december 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1).


Top