EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D1094

Besluit (EU) 2018/1094 van de Commissie van 1 augustus 2018 ter bevestiging van de deelname van Nederland aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie

C/2018/4994

OJ L 196, 2.8.2018, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2018/1094/oj

2.8.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 196/1


BESLUIT (EU) 2018/1094 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2018

ter bevestiging van de deelname van Nederland aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 328, lid 1, en artikel 331, lid 1,

Gezien Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie („EOM”) (1),

Gezien de kennisgeving door Nederland van zijn voornemen deel te nemen aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM, bij brief van 14 mei 2018,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 3 april 2017 hebben België, Bulgarije, Cyprus, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Kroatië, Litouwen, Luxemburg, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje en Tsjechië het Europees Parlement, de Raad en de Commissie laten weten dat zij nauwer willen samenwerken bij de instelling van het EOM. Bovendien hebben Letland, Estland, Oostenrijk en Italië bij brief van respectievelijk 19 april 2017, 1 juni 2017, 9 juni 2017 en 22 juni 2017 de wens geuit deel te nemen aan de totstandbrenging van die nauwere samenwerking.

(2)

De in artikel 20, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en artikel 329, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bedoelde machtiging tot nauwere samenwerking wordt geacht op 3 april 2017 te zijn verleend overeenkomstig artikel 86, lid 1, derde alinea, VWEU.

(3)

De Raad heeft op 12 oktober 2017 Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM vastgesteld.

(4)

Verordening (EU) 2017/1939 is op 20 november 2017 in werking getreden. Het EOM dient zijn taken op het gebied van onderzoek en strafvervolging op te nemen op een datum die op voorstel van de Europese hoofdaanklager bij besluit van de Commissie wordt vastgesteld zodra het EOM is opgericht, maar niet eerder dan drie jaar na de inwerkingtreding van de verordening.

(5)

Verordening (EU) 2017/1939 legt geen specifieke voorwaarden op voor de deelname aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM.

(6)

Overeenkomstig artikel 120, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) 2017/1939 oefent het EOM zijn bevoegdheid uit met betrekking tot strafbare feiten die onder zijn bevoegdheid vallen en die na de datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) 2017/1939 zijn gepleegd. Voor in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde strafbare feiten die niet reeds sinds de initiële inwerkingtreding van de verordening onder de bevoegdheid van het EOM vallen, dient het EOM derhalve zijn bevoegdheid ten aanzien van het grondgebied of de burgers van Nederland uit te oefenen nadat die verordening in Nederland in werking is getreden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De deelneming van Nederland aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie wordt bevestigd.

Artikel 2

Verordening (EU) 2017/1939 treedt in Nederland in werking op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1.


Top