EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D1532

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1532 van de Commissie van 7 september 2017 tot behandeling van kwesties met betrekking tot de vergelijkende evaluatie van bloedstollingsremmende rodenticiden, overeenkomstig artikel 23, lid 5, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst. )

C/2017/6027

OJ L 232, 8.9.2017, p. 11–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2017/1532/oj

8.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 232/11


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/1532 VAN DE COMMISSIE

van 7 september 2017

tot behandeling van kwesties met betrekking tot de vergelijkende evaluatie van bloedstollingsremmende rodenticiden, overeenkomstig artikel 23, lid 5, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 23, lid 5, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 20 en 21 mei 2015 hebben alle lidstaten tijdens de zestigste vergadering van vertegenwoordigers van de autoriteiten van de lidstaten die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 528/2012, een aantal kwesties aan de Commissie voorgelegd die op Unieniveau moeten worden behandeld in het kader van de bij de verlenging van de toelating voor bloedstollingsremmende rodenticide biociden („bloedstollingsremmende rodenticiden”) uit te voeren vergelijkende evaluatie.

(2)

De voorgelegde kwesties waren als volgt: a) Is de chemische diversiteit van de werkzame stoffen van de toegestane rodenticiden in de Unie toereikend om het risico dat resistentie bij schadelijke doelorganismen ontstaat, zo klein mogelijk te houden? b) Zijn er voor de verschillende in de verlengingsaanvragen gespecificeerde toepassingen andere toegelaten biociden of niet-chemische bestrijdings- en preventiemethoden beschikbaar? c) Leveren deze alternatieven een significant kleiner algemeen risico op voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu? d) Zijn deze alternatieven voldoende doeltreffend? e) Kleven er aan deze alternatieven geen andere significante economische of praktische nadelen?

(3)

Het antwoord op deze kwesties is voor alle ontvangende bevoegde autoriteiten relevant om te kunnen bepalen of aan de criteria van artikel 23, lid 3, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 528/2012 is voldaan en, bijgevolg, of ze het op de markt aanbieden of het gebruik van bloedstollingsremmende rodenticiden moeten verbieden of beperken.

(4)

Overeenkomstig artikel 75, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 528/2012 heeft de Commissie het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) verzocht advies uit te brengen over deze vraagstukken met betrekking tot de verschillende toepassingen van bloedstollingsremmende rodenticiden die toegestaan kunnen worden met inachtneming van de voorwaarden en de risicobeperkende maatregelen zoals bedoeld in de door het Comité voor biociden van het ECHA tijdens zijn 16e vergadering in verband met de verlenging van de goedkeuringen van de werkzame stoffen vastgestelde adviezen (2).

(5)

Op 2 maart 2017 heeft het Comité voor biociden van het ECHA zijn advies vastgesteld (3).

(6)

Volgens dat advies zou het gebruik van rodenticiden met andere werkzame stoffen bij gebreke van bloedstollingsremmende rodenticiden leiden tot een ontoereikende chemische diversiteit om het risico van resistentie bij de schadelijke doelorganismen zo klein mogelijk te houden. Deze producten vertoonden ook enkele belangrijke praktische of economische nadelen voor de betrokken toepassingen.

(7)

In het advies is ook gekeken naar een aantal niet-chemische bestrijdings- of preventiemethoden („niet-chemische alternatieven”) die in bepaalde omstandigheden mogelijk voldoende doeltreffend zijn op zich of bij gebruik van een combinatie daarvan. Er zijn echter onvoldoende wetenschappelijke gegevens om aan te tonen dat de doeltreffendheid van die niet-chemische alternatieven voldoet aan de criteria zoals vastgesteld in de overeengekomen richtsnoeren van de Unie (4) met het oog op het verbieden of beperken van de toegestane toepassingen van bloedstollingsremmende rodenticiden.

(8)

Niettemin neemt de Commissie kennis van de aanbeveling in het advies dat het gebruik van niet-chemische alternatieven een fundamenteel onderdeel is van een duurzaam plaagbeheer ter bestrijding van knaagdieren en voor een juist gebruik van bloedstollingsremmende rodenticiden, overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Verordening (EU) nr. 528/2012.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 23, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 nemen de ontvangende bevoegde autoriteiten van de lidstaten de in de bijlage opgenomen informatie over de aan de Commissie voorgelegde kwesties met betrekking tot de vergelijkende evaluatie van bloedstollingsremmende rodenticide biociden in overweging.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 september 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

(2)  http://echa.europa.eu/regulations/biocidal-products-regulation/approval-of-active-substances/bpc-opinions-on-active-substance-approval

(3)  Advies ECHA/BPC/145/2017, beschikbaar op https://echa.europa.eu/documents/10162/21680461/bpc_opinion_comparative-assessment_ar_en.pdf/bf81f0a5-3e95-6b7d-d601-37db9bb16fa5

(4)  Technische richtsnoeren voor vergelijkende evaluatie van biociden, beschikbaar op https://circabc.europa.eu/w/browse/d309607f-f75b-46e7-acc4-1653cadcaf7e


BIJLAGE

Informatie over de door de lidstaten aan de Commissie voorgelegde kwesties met betrekking tot de vergelijkende evaluatie van bloedstollingsremmende rodenticide biociden.

Met het oog op deze kwesties zijn de gespecificeerde toepassingen zoals bedoeld in artikel 23, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 opgenomen in tabel 1.

Tabel 1

Gespecificeerde toepassingen voor bloedstollingsremmende rodenticiden

Toepassing nr.

Doelorganisme(n)

Gebruiksomgeving

Categorie(ën) gebruikers

Toepassingsmethode

#1

Mus musculus (huismuis)

(Andere doelorganismen kunnen worden toegevoegd)

In binnenruimten

Algemeen publiek

Gebruiksklaar lokaas voor gebruik in manipulatiebestendige lokaasdozen

#2

Rattus norvegicus (bruine rat)

Rattus rattus (zwarte of scheepsrat)

In binnenruimten

Algemeen publiek

Gebruiksklaar lokaas voor gebruik in manipulatiebestendige lokaasdozen

#3

Rattus norvegicus (bruine rat)

Rattus rattus (zwarte of scheepsrat)

(Andere doelorganismen — met uitzondering van huismuizen — kunnen worden toegevoegd (bv. woelmuizen))

Buiten: rond gebouwen

Algemeen publiek

Gebruiksklaar lokaas voor gebruik in manipulatiebestendige lokaasdozen

#4

Mus musculus (huismuis)

(Andere doelorganismen kunnen worden toegevoegd)

In binnenruimten

Professionele gebruikers

Gebruiksklaar lokaas voor gebruik in manipulatiebestendige lokaasdozen

#5

Rattus norvegicus (bruine rat)

Rattus rattus (zwarte of scheepsrat)

In binnenruimten

Professionele gebruikers

Gebruiksklaar lokaas voor gebruik in manipulatiebestendige lokaasdozen

#6

Mus musculus (huismuis)

Rattus norvegicus (bruine rat)

Rattus rattus (zwarte of scheepsrat)

Buiten: rond gebouwen

Professionele gebruikers

Gebruiksklaar lokaas voor gebruik in manipulatiebestendige lokaasdozen

#7

Mus musculus (huismuis)

Rattus norvegicus (bruine rat)

Rattus rattus (zwarte of scheepsrat)

In binnenruimten

Opgeleide professionele gebruikers

Gebruiksklaar lokaas of gebruiksklare contactformuleringen

#8

Mus musculus (huismuis)

Rattus norvegicus (bruine rat)

Rattus rattus (zwarte of scheepsrat)

Buiten: rond gebouwen

Opgeleide professionele gebruikers

Gebruiksklaar lokaas

#9

Rattus norvegicus (bruine rat)

Rattus rattus (zwarte of scheepsrat)

Buiten: open gebieden

Buiten: afvalstortplaatsen

Opgeleide professionele gebruikers

Gebruiksklaar lokaas

#10

Rattus norvegicus (bruine rat)

Riolen

Opgeleide professionele gebruikers

Gebruiksklaar lokaas

Kwestie a) Is de chemische diversiteit van de werkzame stoffen van de toegestane rodenticiden in de Unie toereikend om het risico dat resistentie bij schadelijke doelorganismen ontstaat, zo klein mogelijk te houden?

Vijf goedgekeurde werkzame stoffen in biociden van productsoort 14 hebben een werkingsmechanisme dat verschilt van dat van bloedstollingsremmende rodenticiden (alfachloralose, aluminiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt, koolstofdioxide, waterstofcyanide en gemalen maisspil).

Volgens het advies wordt voor geen van de gespecificeerde toepassingen in tabel 1 voldaan aan het in de overeengekomen richtsnoeren van de Unie vastgestelde minimumvereiste dat er drie verschillende alternatieven met een verschillend werkingsmechanisme voorhanden moeten zijn. Derhalve kan, bij gebreke van bloedstollingsremmende rodenticiden, niet worden voldaan aan de voorwaarde van artikel 23, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 528/2012 dat de chemische diversiteit van de werkzame stoffen toereikend moet zijn om het risico dat resistentie bij de schadelijke doelorganismen ontstaat, zo klein mogelijk te houden.

Kwestie b) Zijn er voor de verschillende in de verlengingsaanvragen gespecificeerde toepassingen andere toegelaten biociden of niet-chemische bestrijdings- en preventiemethoden beschikbaar?

Met het oog op de behandeling van deze kwestie is in de tabellen 2 en 3 een overzicht opgenomen van de in het advies overwogen alternatieven.

Tabel 2

Overzicht van de alternatieve toegelaten biociden voor de gespecificeerde toepassingen van bloedstollingsremmende rodenticiden

 

Toepassing nr. (zie tabel 1)

Werkzame stof in de alternatieve biociden

Soort toepassing

#1

#2

#3

#4

#5

#6

#7

#8

#9

#10

Alfachloralose

Lokaas

ja

 

 

ja

 

 

Alleen muizen

 

 

 

Aluminiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt

Fumigatiemiddel

 

 

 

 

 

 

 

Alleen voor R. norvegicus

Alleen voor R. norvegicus

 

Koolstofdioxide

Gaspatroon voor kooldioxidevallen

 

 

 

 

 

 

Alleen muizen

 

 

 

De alternatieve toegelaten biociden dekken niet alle voor bloedstollingsremmende rodenticiden gespecificeerde toepassingen (zie tabel 2). Voor sommige toepassingen (de toepassingen #2, #3, #5, #6 en #10) zijn geen alternatieve toegelaten biociden beschikbaar. Voor toepassing #7 bestaan er alleen voor muizen alternatieve toegelaten biociden, en voor de toepassingen #8 en # 9 bestaan er alleen voor ratten (R. norvegicus) alternatieve toegelaten biociden.

Tabel 3

Overzicht van de vastgestelde niet-chemische alternatieven voor de gespecificeerde toepassingen van bloedstollingsremmende rodenticiden

Gerapporteerd niet-chemisch alternatief

Werkingsmechanisme

Mogelijk gedekte toepassingen

Curatieve behandelingen

Elektrische knaagdiervallen

Vallen met elektrische stroom waardoor het knaagdier dat in de val belandt, wordt gedood.

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10

Lijmplanken

De knaagdieren worden gevangen door middel van lijm, waarna zij nog moeten worden gedood.

1, 4, 6, 7, 8

Mechanische vallen (vallen met veer of vallen die de rug van het knaagdier breken)

Vallen met mechanisch gewicht waardoor het knaagdier dat in de val belandt, wordt gedood.

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10

Doodschieten

Doodschieten van de knaagdieren.

6, 8, 9

Preventieve behandelingen

Aanpassing van de habitat

Vestiging van knaagdierpopulaties voorkomen door de beschikbaarheid van voedsel/water/schuilplaatsen te beperken.

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Knaagdierbestendig maken

Toegangsroutes blokkeren om te voorkomen dat knaagdieren gebouwen kunnen binnenkomen.

1, 2, 4, 5, 7

Ultrasoon geluid

Knaagdieren weren met een ultrasone output bij 70-140 dB.

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Kwestie c) Leveren deze alternatieven een significant kleiner algemeen risico op voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu?

Volgens de overeengekomen richtsnoeren van de Unie hoeft deze kwestie alleen te worden behandeld indien de overwogen alternatieven voldoende doeltreffend zijn en er geen ander significante economische of praktische nadelen aan kleven (zie de behandeling van de kwesties d) en e)).

Op basis van de conclusies met betrekking tot de kwesties a), b), d) en e) was het volgens het advies niet nodig om kwestie c) te behandelen.

Kwestie d) Zijn deze alternatieven voldoende doeltreffend?

De bij kwestie b) genoemde toegelaten biociden bevatten werkzame stoffen die zijn goedgekeurd en derhalve als doeltreffend voor de gespecificeerde toepassingen worden beschouwd. Aangezien voldoende werkzaam zijn overeenkomstig artikel 19, lid 1, onder b), i), van Verordening (EU) nr. 528/2012 een criterium vormt voor het verlenen van toelating, worden die producten als voldoende doeltreffend beschouwd.

Wat de bij kwestie b) genoemde niet-chemische alternatieven betreft, kan volgens het advies elk van de alternatieven, op zich of in combinatie met andere alternatieven, onder bepaalde, mogelijk beperkte, omstandigheden voldoende doeltreffend zijn. Er zijn echter onvoldoende wetenschappelijke gegevens om aan te tonen dat de doeltreffendheid van de alternatieven voldoet volgens de overeengekomen richtsnoeren van de Unie (d.w.z. dat ze onder praktijkomstandigheden een vergelijkbaar niveau van bescherming tegen of bestrijding van knaagdierpopulaties bieden), hetgeen de noodzaak van het gebruik van bloedstollingsremmende rodenticiden voor de gespecificeerde toepassingen zou wegnemen. Aangezien niet wordt voldaan aan de voorwaarde van voldoende doeltreffendheid in artikel 23, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 528/2012, zijn de vastgestelde niet-chemische alternatieven niet nader onderzocht.

Kwestie e) Kleven er aan deze alternatieven geen andere significante economische of praktische nadelen?

Volgens de overeengekomen richtsnoeren van de Unie moeten de praktische en economische nadelen worden beoordeeld voor alternatieven die voldoen aan de criteria om in aanmerking te worden genomen. Daarom zijn met het oog op deze kwestie alleen de in tabel 2 genoemde toegelaten biociden beoordeeld.

Volgens het advies leidt het gebruik van aluminiumfosfide waaruit fosfine vrijkomt en van koolstofdioxide tot significante praktische of economische nadelen ten opzichte van het gebruik van bloedstollingsremmende rodenticiden, aangezien de bestrijding van de doelorganismen gepaard zou gaan met zeer grote inspanningen en/of onevenredig hoge kosten. Derhalve wordt voor de bovengenoemde toegelaten biociden niet voldaan aan de voorwaarde van artikel 23, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 dat er geen andere significante economische of praktische nadelen aan mogen kleven.

Voor producten op basis van alfachloralose geldt dat hun temperatuurgevoelige werkzaamheid een belemmering zou vormen voor het gebruik van dit alternatief op plaatsen waar de temperatuur niet kan worden gecontroleerd, hetgeen een praktisch nadeel oplevert voor het gebruik ervan in warme omgevingen. Bovendien zou, gezien het gebrek aan chemische diversiteit (zie de behandeling van kwestie a)), de vervanging of beperking van het gebruik van bloedstollingsremmende rodenticiden uitsluitend met behulp van deze stof niet aan te raden zijn om het risico dat resistentie ontstaat, zo klein mogelijk te houden.


Top