EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R0403

Verordening (EU) 2016/403 van de Commissie van 18 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de classificatie van ernstige inbreuken op de wetgeving van de Unie die tot verlies van de betrouwbaarheidsstatus van wegvervoerondernemers kunnen leiden, en tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

C/2016/1593

OJ L 74, 19.3.2016, p. 8–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 23/05/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/403/oj

19.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 74/8


VERORDENING (EU) 2016/403 VAN DE COMMISSIE

van 18 maart 2016

tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de classificatie van ernstige inbreuken op de wetgeving van de Unie die tot verlies van de betrouwbaarheidsstatus van wegvervoerondernemers kunnen leiden, en tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG (1) van de Raad, en met name artikel 6, lid 2,

Gezien Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG (2) van de Raad, en met name artikel 9, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 6, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1071/2009 dient de Commissie een lijst op te stellen van categorieën en soorten ernstige inbreuken op de wetgeving van de Unie, met inbegrip van de zwaarte daarvan, die, naast die welke zijn vastgesteld in bijlage IV bij die verordening, kunnen leiden tot verlies van de betrouwbaarheidsstatus van de vervoersonderneming of de vervoersmanager.

(2)

Daartoe dient de Commissie de ernst van de inbreuken vast te stellen in het licht van het eventuele risico op overlijden of ernstige verwondingen dat de inbreuken inhouden en dient zij vast te stellen boven welke frequentie herhaalde inbreuken als ernstiger worden beschouwd.

(3)

De lijst van de categorieën en soorten ernstige inbreuken en de zwaarte daarvan moet inbreuken op de wetgeving van de Unie bevatten in verband met de gebieden die zijn vermeld in artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1071/2009.

(4)

Op grond van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1071/2009 dienen de lidstaten bij de bepaling van de prioriteiten voor gerichte controles bij ondernemingen die als risicobedrijf zijn aangemerkt, rekening te houden met de informatie over deze inbreuken.

(5)

De vast te stellen maatregelen zijn nodig om transparantie, eerlijkheid en rechtszekerheid te waarborgen bij de beoordeling van de ernst van de inbreuken en de gevolgen daarvan voor de betrouwbaarheidsstatus van de vervoersonderneming of de vervoersmanager.

(6)

Het is echter de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit van de lidstaat om volgens een volledig nationale administratieve procedure vast te stellen of het verlies van de betrouwbaarheidsstatus in individuele gevallen in verhouding staat tot de inbreuk. Een dergelijke nationale onderzoeksprocedure moet, desgevallend, een controle ter plaatse bij de betrokken onderneming omvatten. Bij de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus moeten de lidstaten rekening houden met het gedrag van de onderneming, haar managers en andere relevante personen.

(7)

De geharmoniseerde categorisering van ernstige inbreuken moet de basis vormen voor de uitbreiding van het nationale risicoclassificatiesysteem dat elke lidstaat heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2006/22/EG, zodat alle in artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1071/2009 vermelde ernstige inbreuken op de regels voor wegvervoer van de Unie die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheidsstatus van de vervoersonderneming of de vervoersmanager, worden gedekt.

(8)

Op grond van artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1071/2009 dienen de lidstaten die ernstige inbreuken uiterlijk vanaf 1 januari 2016 op te nemen in het nationaal elektronisch register van wegvervoerondernemingen. De geharmoniseerde categorisering van inbreuken is dus een belangrijke stap voorwaarts naar een eerlijke concurrentie tussen ondernemingen, een eenduidiger handhaving en een goede werking van het informatie-uitwisselingssysteem van het Europees register van wegvervoerondernemingen.

(9)

Het is in het belang van transparantie en eerlijke concurrentie dat een gemeenschappelijke methode wordt vastgesteld voor de berekening van het aantal herhaalde inbreuken waarboven deze als ernstiger worden beschouwd door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van vestiging. Dergelijke herhaalde inbreuken kunnen leiden tot een nationale administratieve procedure die, afhankelijk van het oordeel van de bevoegde autoriteit, kan leiden tot verlies van de betrouwbaarheidsstatus van een vervoerondernemer.

(10)

Als algemene regel geldt dat bij de bepaling van de frequentie rekening moet worden gehouden met de ernst van de inbreuk, de periode en het gemiddelde aantal bestuurders. Dit zijn maximumdrempels, waarbij de lidstaten de mogelijkheid hebben lagere drempelwaarden toe te passen op grond van hun nationale administratieve procedures voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus.

(11)

Omwille van de juridische samenhang en de transparantie moet ook bijlage III bij Richtlijn 2006/22/EG worden gewijzigd door de ernst van bepaalde daarin vermelde inbreuken aan te passen aan de lijst van ernstigste inbreuken in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1071/2009.

(12)

De lijst van categorieën en soorten ernstige inbreuken en de zwaarte daarvan is vastgesteld in overleg met de lidstaten en belanghebbenden in de Unie, waarbij de beoordeling van de ernst is gebaseerd op beste praktijken en ervaringen op het gebied van de handhaving van de relevante wettelijke bepalingen in de lidstaten. De ernstigste inbreuken in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1071/2009 vormden de maximale referentiewaarden voor de beoordeling van de ernst van andere relevante inbreuken.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 (3) van de Raad opgerichte Comité voor het wegvervoer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In bijlage I bij deze verordening is voor het commerciële wegvervoer een gemeenschappelijke lijst vastgelegd van categorieën en soorten inbreuken, met inbegrip van de zwaarte daarvan, op de wetgeving van de Unie, die, naast de inbreuken die zijn vastgesteld in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1071/2009, kunnen leiden tot verlies van de betrouwbaarheidsstatus van wegvervoerondernemers.

2.   Deze verordening voorziet in een maximale frequentie waarboven herhaalde ernstige inbreuken als ernstiger worden beschouwd, rekening houdend met het aantal bestuurders dat wordt ingezet voor de door de vervoersmanager geleide vervoersactiviteiten, als bepaald in bijlage II.

3.   De lidstaten houden rekening met de informatie over ernstige inbreuken als bedoeld in de leden 1 en 2 wanneer zij de nationale administratieve procedure voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus toepassen.

Artikel 2

Bijlage III bij Richtlijn 2006/22/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 maart 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51.

(2)  PB L 102 van 11.4.2006, blz. 35.

(3)  Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PB L 370 van 31.12.1985, blz. 8).


BIJLAGE I

Categorisering van ernstige inbreuken

(als bedoeld in artikel 1)

De volgende tabel bevat categorieën en soorten ernstige inbreuken op de Unieregels voor het commerciële wegvervoer, ingedeeld in drie ernstcategorieën overeenkomstig het eventuele risico op overlijden of ernstige verwondingen.

1.   Categorieën inbreuken op Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad  (1) (Rij- en rusttijden)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST (2)

MSI

VSI

SI

Bemanning

1.

Artikel 5, lid 1

Niet-naleving van de minimumleeftijd van bestuurders

 

 

X

Rijtijden

2.

Artikel 6, lid 1

Overschrijding van de dagelijkse rijtijd van 9 uur als verlenging tot 10 uur niet is toegestaan

10 h ≤ … < 11 h

 

 

X

3.

11 h ≤ …

 

X

 

4.

Overschrijding van de dagelijkse rijtijd van 9 uur met 50 % of meer, zonder pauze of zonder een rusttijd van ten minste 4,5 uur

13 h 30 ≤ …

zonder pauze/rusttijd

X

 

 

5.

Overschrijding van de verlengde dagelijkse rijtijd van 10 uur, als verlenging is toegestaan

11 h ≤ … < 12 h

 

 

X

6.

12 h ≤ …

 

X

 

7.

Overschrijding van de dagelijkse rijtijd van 10 uur met 50 % of meer, zonder pauze of zonder een rusttijd van ten minste 4,5 uur

15 h ≤ …

en zonder pauze/rusttijd

X

 

 

8.

Artikel 6, lid 2

Overschrijding van de wekelijkse rijtijd

60 h ≤ … < 65 h

 

 

X

9.

65 h ≤ … < 70 h

 

X

 

10.

Overschrijding van de wekelijkse rijtijd met 25 % of meer

70 h ≤ …

X

 

 

11.

Artikel 6, lid 3

Overschrijding van de totale maximumrijtijd gedurende twee opeenvolgende weken

100 h ≤ … < 105 h

 

 

X

12.

105 h ≤ … < 112 h 30

 

X

 

13.

Overschrijding van de totale maximumrijtijd gedurende twee opeenvolgende weken met 25 % of meer

112 h 30 ≤ …

X

 

 

Pauzes

14.

Artikel 7

Overschrijding van de aaneengesloten rijtijd van 4,5 uur alvorens een pauze te nemen

5 h ≤ … < 6 h

 

 

X

15.

6 h ≤ …

 

X

 

Rusttijden

16.

Artikel 8, lid 2

Onvoldoende dagelijkse rusttijd van minder dan 11 uur als een verkorting van de dagelijkse rusttijd niet is toegestaan

8 h 30 ≤ … < 10 h

 

 

X

17.

… < 8 h 30

 

X

 

18.

Onvoldoende verkorte dagelijkse rusttijd van minder dan 9 uur als verkorting is toegestaan

7 h ≤ … < 8 h

 

 

X

19.

… < 7 h

 

X

 

20.

Onvoldoende opgesplitste dagelijkse rusttijd van minder dan 3 uur + 9 uur

3 h + [7 h ≤ … < 8 h]

 

 

X

21.

3 h + [… < 7 h]

 

X

 

22.

Artikel 8, lid 5

Onvoldoende dagelijkse rusttijd van minder dan 9 uur bij meervoudige bemanning

7 h ≤ … < 8 h

 

 

X

23.

… < 7 h

 

X

 

24.

Artikel 8, lid 6

Onvoldoende verkorte wekelijkse rusttijd van minder dan 24 uur

20 h ≤ … < 22 h

 

 

X

25.

… < 20 h

 

X

 

26.

Onvoldoende wekelijkse rusttijd van minder dan 45 uur als een verkorting van de wekelijkse rusttijd niet is toegestaan

36 h ≤ … < 42 h

 

 

X

27.

… < 36 h

 

X

 

28.

Artikel 8, lid 6

Overschrijden van 6 opeenvolgende perioden van 24 uur na afloop van de vorige wekelijkse rusttijd

3 h ≤ … < 12 h

 

 

X

12 h ≤ …

 

X

 

Afwijking van de 12-dagenregel

29.

Artikel 8, lid 6 bis

Overschrijden van 12 opeenvolgende perioden van 24 uur na afloop van de vorige normale wekelijkse rusttijd

3 h ≤ … < 12 h

 

 

X

12 h ≤ …

 

X

 

30.

Artikel 8, lid 6 bis, onder b), ii)

Wekelijkse rusttijd genomen na 12 opeenvolgende perioden van 24 uur

65 h < … ≤ 67 h

 

 

X

… ≤ 65 h

 

X

 

31.

Artikel 8, lid 6 bis, onder d)

Rijtijd tussen 22.00 en 06.00 uur van meer dan drie uur voor een pauze wanneer het voertuig door slechts één persoon wordt bestuurd

3 h < … < 4,5 h

 

 

X

4,5 h ≤ …

 

X

 

Organisatie van het werk

32.

Artikel 10, lid 1

Koppeling van het loon aan de afgelegde afstand of de hoeveelheid vervoerde goederen

 

X

 

33.

Artikel 10, lid 2

Geen of gebrekkige organisatie van het werk van de bestuurder, geen of gebrekkige instructies die de bestuurder in staat stellen aan de wetgeving te voldoen

 

X

 

2.   Categorieën inbreuken op Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad  (3) (Tachograaf)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

Installatie van de tachograaf

1.

Artikel 3, lid 1, en artikel 22

Geen typegekeurde tachograaf geïnstalleerd en in gebruik (bv.: tachograaf niet geïnstalleerd door installateur, werkplaats of voertuigfabrikant die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten is erkend, gebruik van een tachograaf zonder de nodige zegels of zegels niet vervangen door een erkende installateur, werkplaats of voertuigfabrikant, of gebruik van een tachograaf zonder installatieplaatje)

X

 

 

Gebruik van tachografen, bestuurderskaarten en registratiebladen

2.

Artikel 23, lid 1

Gebruik van een tachograaf die niet door een erkende werkplaats is gecontroleerd

 

X

 

3.

Artikel 27

De bestuurder bezit/gebruikt meer dan één bestuurderskaart

 

X

 

4.

Rijden met een vervalste bestuurderskaart (geldt als rijden zonder bestuurderskaart)

X

 

 

5.

Rijden met de bestuurderskaart van een andere bestuurder (geldt als rijden zonder bestuurderskaart)

X

 

 

6.

Rijden met een bestuurderskaart die is verkregen op grond van foute verklaringen en/of vervalste documenten (geldt als rijden zonder bestuurderskaart)

X

 

 

7.

Artikel 32, lid 1

Tachograaf werkt niet correct (bv. tachograaf niet goed gecontroleerd, gekalibreerd en verzegeld)

 

X

 

8.

Artikel 32, lid 1, en artikel 33, lid 1

Tachograaf verkeerd gebruikt (bv. doelbewust of verplicht misbruik, ontbreken van instructies over correct gebruik enz.)

 

X

 

9.

Artikel 32, lid 3

Gebruik van een frauduleus apparaat dat de geregistreerde gegevens van de tachograaf kan wijzigen

X

 

 

10.

Vervalsen, verbergen, schrappen of vernietigen van op de registratiebladen opgeslagen gegevens of van gegevens die zijn opgeslagen of gedownload van de tachograaf en/of bestuurderskaart

X

 

 

11.

Artikel 33, lid 2

De onderneming houdt de registratiebladen, print-outs en gedownloade gegevens niet bij

 

X

 

12.

Geregistreerde en opgeslagen gegevens niet beschikbaar gedurende minstens een jaar

 

X

 

13.

Artikel 34, lid 1

Incorrect gebruik van registratiebladen/bestuurderskaart

 

X

 

14.

Niet-toegestane intrekking van registratiebladen of bestuurderskaart, met gevolgen voor de registratie van relevante gegevens

 

X

 

15.

Het registratieblad of de bestuurderskaart is gebruikt gedurende een langere periode dan die waarvoor ze bestemd is, en er zijn gegevens verloren gegaan

 

X

 

16.

Artikel 34, lid 2

Gebruik van vuile of beschadigde registratiebladen of bestuurderskaarten, met onleesbare gegevens

 

X

 

17.

Artikel 34, lid 3

Geen manuele input wanneer dit vereist is

 

X

 

18.

Artikel 34, lid 4

Het registratieblad of de bestuurderskaart is niet in het correcte slot gebruikt (meervoudige bemanning)

 

 

X

19.

Artikel 34, lid 5

Incorrect gebruik van de schakelorganen

 

X

 

Voorleggen van informatie

20.

Artikel 36

Controle weigeren

 

X

 

21.

Artikel 36

Niet in staat gegevens te verstrekken voor de lopende dag en de 28 vorige dagen

 

X

 

22.

Bestuurder die een bestuurderskaart bezit, kan geen registratiegegevens van de bestuurderskaart voorleggen

 

X

 

23.

Artikel 36

Bestuurder kan geen manuele registratiegegevens en print-outs voorleggen die tijdens de lopende dag en de vorige 28 dagen zijn gemaakt

 

X

 

24.

Artikel 36

Bestuurder bezit een bestuurderskaart maar kan deze niet voorleggen

 

X

 

Storingen

25.

Artikel 37, lid 1, en artikel 22, lid 1

Tachograaf niet hersteld door een erkende installateur of werkplaats

 

X

 

26.

Artikel 37, lid 2

De bestuurder vermeldt niet alle vereiste informatie tijdens de tijdvakken die niet meer worden geregistreerd omdat de tachograaf onbruikbaar of defect is

 

X

 

3.   Categorieën inbreuken op Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad  (4) (Regels inzake de arbeidstijd)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

Maximale wekelijkse arbeidstijd

1.

Artikel 4

Overschrijding van de maximale wekelijkse arbeidstijd van 48 uur, als een mogelijke verlenging tot 60 uur al opgebruikt is

56 h ≤ … < 60 h

 

 

X

2.

60 h ≤ …

 

X

 

3.

Overschrijding van de maximale wekelijkse arbeidstijd van 60 uur als er geen afwijking op grond van artikel 8 is toegestaan

65 h ≤ … < 70 h

 

 

X

4.

70h ≤ …

 

X

 

Pauzes

5.

Artikel 5, lid 1

Onvoldoende verplichte pauzes genomen als de arbeidstijd 6 tot 9 uur bedraagt

10 < … ≤ 20 min

 

 

X

6.

… ≤ 10 min

 

X

 

7.

Onvoldoende verplichte pauzes genomen als de arbeidstijd meer dan 9 uur bedraagt

20 < … ≤ 30 min

 

 

X

8.

… ≤ 20 min

 

X

 

Nachtwerk

9.

Artikel 7, lid 1

Dagelijkse arbeidstijd per periode van 24 uur in geval van nachtwerk, als er geen afwijking op grond van artikel 8 is toegestaan

11 h ≤ … < 13 h

 

 

X

10.

13 h ≤ …

 

X

 

Opgeslagen gegevens

11.

Artikel 9

Werkgevers vervalsen de geregistreerde werktijden of weigeren de gegevens aan de inspecteur voor te leggen

 

X

 

12.

Werknemers/zelfstandige bestuurders vervalsen de geregistreerde gegevens of weigeren de gegevens aan de inspecteur voor te leggen

 

X

 

4.   Categorieën inbreuken op Richtlijn 96/53/EG van de Raad  (5) (Gewicht en afmetingen)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

Gewicht

1.

Artikel 1

Toegestane maximumgewicht overschreden voor voertuigen van categorie N3

5 % ≤ … < 10 %

 

 

X

2.

10 % ≤ … < 20 %

 

X

 

3.

20 % ≤ …

X

 

 

4.

Toegestane maximumgewicht overschreden voor voertuigen van categorie N2

5 % ≤ … < 15 %

 

 

X

5.

15 % ≤ … < 25 %

 

X

 

6.

25 % ≤ …

X

 

 

Lengte

7.

Artikel 1

Toegestane maximumlengte overschreden

2 % < … < 20 %

 

 

X

8.

20 % ≤ …

 

X

 

Breedte

9.

Artikel 1

Toegestane maximumbreedte overschreden

2,65 ≤ … < 3,10 m

 

 

X

10.

3,10 m ≤ …

 

X

 

5.   Categorieën inbreuken op Richtlijn 2014/45/EH  (6) (Periodieke technische controle) en Richtlijn 2014/47/EH  (7) (technische controle langs de weg)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

Technische controle

1.

Artikelen 8 en 10 van Richtlijn 2014/45/EU en artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2014/47/EU

Rijden zonder geldig bewijs van technische controle, zoals vereist bij de EU-wetgeving

X

 

 

2.

Artikel 12, lid 2, van Richtlijn 2014/47/EU

Het voertuig wordt niet in een veilige en verkeersgeschikte toestand gehouden, met een zeer ernstig gebrek aan het remsysteem, het stangenstelsel van de stuurinrichting, de wielen/banden, de ophanging of het chassis of andere uitrusting tot gevolg, wat een zodanig onmiddellijk gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert dat wordt besloten het voertuig uit het verkeer te nemen.

X

 

 

Bijlage II bij Richtlijn 2014/47/EH betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen bevat een gedetailleerde indeling in kleine, grote en gevaarlijke technische gebreken, volgens de ernst van de gebreken. Artikel 12, lid 2, van deze richtlijn bevat de volgende definities:

a)

kleine gebreken die geen belangrijke gevolgen hebben voor de veiligheid van het voertuig of geen gevolgen voor het milieu, en andere kleine vormen van niet-naleving;

b)

grote gebreken die de veiligheid van het voertuig in gevaar brengen, gevolgen hebben voor het milieu of andere weggebruikers in gevaar brengen, of andere belangrijke gevallen van niet-naleving;

c)

gevaarlijke gebreken die een direct en onmiddellijk gevaar vormen voor de verkeersveiligheid of gevolgen hebben voor het milieu.

De ernst van de inbreuken op de bepalingen van de richtlijnen voor technische controle stemt overeen met de indeling van de gebreken in bijlage II van Richtlijn 2014/47/EU, namelijk: SI = grote gebreken, VSI = gevaarlijke gebreken, MSI = rijden met gebreken die een onmiddellijk gevaar vormen voor de verkeersveiligheid; kleine gebreken worden gelijkgeschakeld met kleine inbreuken.

6.   Categorieën inbreuken op Richtlijn 92/6/EEG  (8) van de Raad (Snelheidsbegrenzers)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

1.

Artikelen 2 en 3

Snelheidsbegrenzer niet geïnstalleerd

X

 

 

2.

Artikel 5

Snelheidsbegrenzer voldoet niet aan de geldende technische voorschriften

 

X

 

3.

Artikel 5

Snelheidsbegrenzer niet geïnstalleerd door een erkende werkplaats

 

 

X

4.

 

Gebruik van een frauduleus apparaat waarmee de gegevens van de snelheidsbegrenzer kunnen worden vervalst of gebruik van een frauduleuze snelheidsbegrenzer

X

 

 

7.   Categorieën inbreuken op Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad  (9) (Basiskwalificatie en nascholing van bestuurders)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

Opleiding en vergunning

1.

Artikel 3

Het vervoeren van goederen of passagiers zonder verplichte basiskwalificatie en/of verplichte nascholing

 

X

 

2.

Artikel 10 en bijlage II

Bestuurder kan geen geldige kwalificatiekaart of geldig rijbewijs overleggen als vereist bij de nationale wetgeving (bv. verloren, vergeten, beschadigd, onleesbaar)

 

 

X

8.   Categorieën inbreuken op Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad  (10) (Eisen inzake rijbewijzen)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

1.

Artikelen 1 en 4 van Richtlijn 2006/126/EG

Vervoer van personen of goederen zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs

X

 

 

2.

Artikel 1

Bijlage I

Gebruik van een rijbewijs dat beschadigd, onleesbaar of niet in overeenstemming is met het gemeenschappelijke model

 

 

X

9.   Categorieën inbreuken op Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad  (11) (Vervoer van gevaarlijke goederen over de weg)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

1.

Bijlage I, deel I.1, bij Richtlijn 2008/68/EG

Vervoer van gevaarlijke goederen waarvoor een vervoerverbod geldt

X

 

 

2.

Vervoer van gevaarlijke goederen die niet vervoerd mogen worden of van dergelijke goederen in niet erkende middelen van omsluiting, zodat er gevaar dreigt voor mensenlevens of het milieu in een mate die leidt tot het besluit het voertuig uit het verkeer te nemen

X

 

 

3.

Vervoer van gevaarlijke goederen die die niet op het voertuig vermeld zijn als gevaarlijke goederen, zodat er gevaar dreigt voor mensenlevens of het milieu in een mate die leidt tot het besluit het voertuig uit het verkeer te nemen

X

 

 

4.

Lekkage van gevaarlijke stoffen

 

X

 

5.

Bulkvervoer in een container die qua constructie niet geschikt is

 

X

 

6.

Vervoer in een voertuig zonder adequaat keuringscertificaat

 

X

 

7.

Voertuig voldoet niet langer aan de keuringsnormen en levert direct gevaar op

 

X

 

8.

Niet-naleving van de voorschriften inzake beladen en vastzetten van de lading

 

X

 

9.

Niet-naleving van de voorschriften inzake het gezamenlijk laden van colli

 

X

 

10.

Niet-naleving van de voorschriften inzake de beperking van de hoeveelheden die in één vervoerseenheid mogen worden vervoerd, met inbegrip van de voorschriften inzake de maximaal toelaatbare vulling van tanks of colli

 

X

 

11.

Er ontbreekt informatie over de stof die wordt vervoerd waardoor de ernst van de inbreuk niet kan worden vastgesteld (bv. UN-nummer, correcte vervoersnaam, verpakkingsgroep)

 

X

 

12.

De bestuurder bezit geen geldig certificaat van een beroepsopleiding

 

X

 

13.

Gebruik van vuur of een onbeschermde lamp

 

X

 

14.

Inbreuk op het rookverbod

 

X

 

15.

Het voertuig staat niet onder afdoende toezicht of is niet juist geparkeerd

 

 

X

16.

De vervoerseenheid bestaat uit meer dan één aanhanger/oplegger

 

 

X

17.

Het voertuig voldoet niet langer aan de keuringsnormen maar levert geen direct gevaar op

 

 

X

18.

Het voertuig bevat geen operationele brandblusser, zoals vereist

 

 

X

19.

Het voertuig bevat niet de uitrusting die krachtens het ADR of de schriftelijke instructies vereist is

 

 

X

20.

Er worden colli met een beschadigde verpakking, IBC of grote verpakking of beschadigde ongereinigde lege verpakkingen vervoerd

 

 

X

21.

Vervoer van verpakte goederen in een container die qua constructie niet geschikt is

 

 

X

22.

De tanks/tankcontainers (ook als ze leeg en ongereinigd zijn) zijn niet correct gesloten

 

 

X

23.

Onjuiste etikettering, kenmerking of grote etiketten op het voertuig en/of omsluiting

 

 

X

24.

Er zijn geen schriftelijke instructies in overeenstemming met het ADR of de schriftelijke instructies hebben geen betrekking op de vervoerde goederen

 

 

X

Bijlage II bij Richtlijn 2004/112/EG van de Commissie (12) tot aanpassing van Richtlijn 95/50/EG van de Raad (13) betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, bevat een gedetailleerde indeling van inbreuken tegen de relevante bepalingen, volgens de ernst daarvan ingedeeld in drie risicocategorieën: risicocategorie I, risicocategorie II en risicocategorie III.

De ernst van de inbreuken op de bepalingen is in overeenstemming met de risicocategorieën van bijlage II bij Richtlijn 2004/112/EG, namelijk risicocategorie I = VSI (behalve de inbreuken die al zijn gedefinieerd als MSI in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1071/2009), risicocategorie II = SI. Risicocategorie III stemt overeen met een kleine inbreuk.

Deze tabel bevat alleen die inbreuken waarvoor een vervoerder volledig of gedeeltelijk aansprakelijk wordt gehouden. De mate waarin een vervoerder aansprakelijk is voor een inbreuk wordt beoordeeld overeenkomstig de nationale handhavingsprocedure van de lidstaat.

10.   Categorieën inbreuken op Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad  (14) (Toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

Communautaire vergunning

1.

Artikel 3

Goederenvervoer zonder in het bezit te zijn van een geldige communautaire vergunning (bv. er is nooit een afgegeven of deze is vervalst, ingetrokken of vervallen)

X

 

 

2.

Artikel 4

De vervoersonderneming of de bestuurder kan geen geldige communautaire vergunning of voor eensluidend gewaarmerkt exemplaar voorleggen aan de inspecteur (bv. communautaire vergunning of voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan verloren, vergeten, beschadigd enz.)

 

X

 

Bestuurdersattest

3.

Artikelen 3

en 5

Goederenvervoer zonder in het bezit te zijn van een geldige bestuurdersattest (bv. er is nooit een attest afgegeven of het is vervalst, ingetrokken of vervallen)

 

X

 

4.

De bestuurder of de vervoersonderneming kan geen geldig bestuurdersattest of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan voorleggen aan de inspecteur (bv. bestuudersattest of het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan is verloren, vergeten, beschadigd enz.)

 

 

X

11.   Categorieën inbreuken op Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad  (15) (Toegang tot de markt voor touringcar- en autobusdiensten)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

Communautaire vergunning

1.

Artikel 4

Personenvervoer zonder in het bezit te zijn van een geldige communautaire vergunning (bv. er is nooit een vergunning afgegeven of deze is vervalst, ingetrokken of vervallen)

X

 

 

2.

Artikel 4, lid 3

De vervoerder of de bestuurder kan geen geldige communautaire vergunning of voor eensluidend gewaarmerkt exemplaar voorleggen aan de inspecteur (bv. vergunning of voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan verloren, vergeten, beschadigd enz.)

 

X

 

Vergunning voor geregeld vervoer

3.

Artikelen 5 en 6

Geregeld vervoer zonder geldige vergunning (bv. er is nooit een vergunning afgegeven of deze is vervalst, ingetrokken, vervallen of verkeerdelijk gebruikt enz.)

 

X

 

4.

Artikel 19

De bestuurder kan geen vergunning voorleggen aan de inspecteur (bv. vergunning verloren, vergeten, beschadigd enz.)

 

 

X

5.

Artikelen 5 en 6

Haltes van geregelde diensten in een lidstaat stemmen niet overeen met afgegeven vergunning

 

 

X

Reisweg van ongeregelde diensten en andere diensten die vrijgesteld zijn van de vergunningsplicht

6.

Artikel 12

Rijden zonder het vereiste reisblad (bv. er is geen reisblad of het is vervalst of bevat niet de vereiste informatie enz.)

 

 

X

12.   Categorieën inbreuken op Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad  (16) (Dierenvervoer)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

1.

Bijlage I, hoofdstuk II

Tussenschotten zijn niet sterk genoeg om het gewicht van de dieren te weerstaan

 

X

 

2.

Bijlage I, hoofdstuk III

Gebruik van laadbruggen met gladde oppervlakken, zonder beschuttende zijkanten of die te steil zijn

 

 

X

3.

Gebruik van hefplatforms of verdiepingen zonder veiligheidshekken die voorkomen dat dieren er tijdens het laden en lossen af vallen of ontsnappen

 

 

X

4.

Artikel 7

Niet goedgekeurde vervoermiddelen voor lange transporten, of die niet zijn goedgekeurd voor het type van de vervoerde dieren

 

 

X

5.

Artikelen 4, 5 en 6

Vervoer zonder geldige vereiste documentatie, geldig journaal, geldige vervoerdersvergunning of certificaat van vakbekwaamheid

 

 

X


(1)  Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1).

(2)  MSI = ernstigste inbreuk/VSI = heel ernstige inbreuk/SI = ernstige inbreuk.

(3)  Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1).

(4)  Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 35).

(5)  Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59). De richtlijn is gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2015/719 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 115 van 6.5.2015, blz. 1), die door de lidstaten uiterlijk 7 mei 2017 moet worden omgezet.

(6)  Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 51).

(7)  Richtlijn 2014/47/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen en tot intrekking van Richtlijn 2000/30/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 134).

(8)  Richtlijn 92/6/EEG van de Raad van 10 februari 1992 betreffende de installatie en het gebruik, in de Gemeenschap, van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen (PB L 57 van 2.3.1992, blz. 27).

(9)  Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4).

(10)  Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18).

(11)  Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).

(12)  Richtlijn 2004/112/EG van de Commissie van 13 december 2004 tot aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 95/50/EG van de Raad betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PB L 367 van 14.12.2004, blz. 23).

(13)  Richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PB L 249 van 17.10.1995, blz. 35).

(14)  Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

(15)  Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

(16)  Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).


BIJLAGE II

Frequentie van ernstige inbreuken

1.

Wanneer de ernstige (SI) en zeer ernstige (VSI) inbreuken in bijlage I bij herhaling worden begaan, worden zij door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van vestiging als ernstiger beschouwd. Bij de berekening van de frequentie van herhaalde inbreuken houden de lidstaten rekening met de volgende factoren:

a)

ernst van de inbreuk (SI of VSI);

b)

periode (ten minste één lopend jaar vanaf de datum van een controle);

c)

het aantal bestuurders dat wordt ingezet voor de door de vervoersmanager geleide vervoersactiviteiten (gemiddelde per jaar).

2.

Rekening houdend met het mogelijke gevaar voor de verkeersveiligheid, wordt de maximale frequentie van ernstige inbreuken waarboven deze inbreuken als ernstiger worden beschouwd als volgt vastgesteld:

3 SI per bestuurder per jaar

=

1 VSI,

3 VSI per bestuurder per jaar

=

de nationale procedure inzake betrouwbaarheidsstatus wordt ingeleid

3.

Het aantal inbreuken per bestuurder per jaar is een gemiddelde berekend door het totale aantal inbreuken van dezelfde ernst (SI of VSI) te delen door het gemiddelde aantal gedurende het jaar werkzame bestuurders. De frequentieformule voorziet in een maximumdrempel voor de frequentie van ernstige inbreuken waarboven zij als ernstiger worden beschouwd. De lidstaten kunnen strengere drempelwaarden instellen volgens de nationale administratieve procedure voor de beoordeling van de betrouwbaarheidsstatus.


BIJLAGE III

Bijlage III bij Richtlijn 2006/22/EG wordt vervangen door:

„BIJLAGE III

1)   Categorieën inbreuken op Verordening (EG) nr. 561/2006

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST (1)

MSI

VSI

SI

MI

A

Bemanning

A1

Artikel 5, lid 1

Niet-naleving van de minimumleeftijd van bestuurders

 

 

X

 

B

Rijtijden

B1

Artikel 6, lid 1

Overschrijding van de dagelijkse rijtijd van 9 uur als verlenging tot 10 uur niet is toegestaan

9 h < … < 10 h

 

 

 

X

B2

10 h ≤ … < 11 h

 

 

X

 

B3

11 h ≤ …

 

X

 

 

B4

Overschrijding van de dagelijkse rijtijd van 9 uur met 50 % of meer, zonder pauze of zonder een rusttijd van ten minste 4,5 uur

13 h 30 ≤ …

zonder pauze/rusttijd

X

 

 

 

B5

Overschrijding van de verlengde dagelijkse rijtijd van 10 uur, als verlenging is toegestaan

10 h < … < 11 h

 

 

 

X

B6

11 h ≤ … < 12 h

 

 

X

 

B7

12 h ≤ …

 

X

 

 

B8

Overschrijding van de dagelijkse rijtijd van 10 uur met 50 % of meer, zonder pauze of zonder een rusttijd van ten minste 4,5 uur

15 h ≤ …

en zonder pauze/rusttijd

X

 

 

 

B9

Artikel 6, lid 2

Overschrijding van de wekelijkse rijtijd

56 h < … < 60 h

 

 

 

X

B10

60 h ≤ … < 65 h

 

 

X

 

B11

65 h ≤ … < 70 h

 

X

 

 

B12

Overschrijding van de wekelijkse rijtijd met 25 % of meer

70 h ≤ …

X

 

 

 

B13

Artikel 6, lid 3

Overschrijding van de totale maximumrijtijd gedurende twee opeenvolgende weken

90 h < … < 100 h

 

 

 

X

B14

100 h ≤ … < 105 h

 

 

X

 

B15

105 h ≤ … < 112 h 30

 

X

 

 

B16

Overschrijding van de totale maximumrijtijd gedurende twee opeenvolgende weken met 25 % of meer

112 h 30 ≤ …

X

 

 

 

C

Pauzes

C1

Artikel 7

Overschrijding van de aaneengesloten rijtijd van 4,5 uur alvorens een pauze te nemen

4 h 30 < … < 5 h

 

 

 

X

C2

5 h ≤ … < 6 h

 

 

X

 

C3

6 h ≤ …

 

X

 

 

D

Rusttijden

D1

Artikel 8, lid 2

Onvoldoende dagelijkse rusttijd van minder dan 11 uur als een verkorting van de dagelijkse rusttijd niet is toegestaan

10 h ≤ … < 11 h

 

 

 

X

D2

8 h 30 ≤ … < 10 h

 

 

X

 

D3

… < 8 h 30

 

X

 

 

D4

Onvoldoende verkorte dagelijkse rusttijd van minder dan 9 uur als verkorting is toegestaan

8 h ≤ … < 9 h

 

 

 

X

D5

7 h ≤ … < 8 h

 

 

X

 

D6

… < 7 h

 

X

 

 

D7

Onvoldoende opgesplitste dagelijkse rusttijd van minder dan 3 uur + 9 uur

3 h + [8 h ≤ … < 9 h ]

 

 

 

X

D8

3 h + [7 h ≤ … < 8 h]

 

 

X

 

D9

3 h + [… < 7 h ]

 

X

 

 

D10

Artikel 8, lid 5

Onvoldoende dagelijkse rusttijd van minder dan 9 uur bij meervoudige bemanning

8 h ≤ … < 9 h

 

 

 

X

D11

7 h ≤ … < 8 h

 

 

X

 

D12

… < 7 h

 

X

 

 

D13

Artikel 8, lid 6

Onvoldoende verkorte wekelijkse rusttijd van minder dan 24 uur

22 h ≤ … < 24 h

 

 

 

X

D14

20 h ≤ … < 22 h

 

 

X

 

D15

…< 20 h

 

X

 

 

D16

Onvoldoende wekelijkse rusttijd van minder dan 45 uur als een verkorting van de wekelijkse rusttijd niet is toegestaan

42 h ≤ … < 45 h

 

 

 

X

D17

36 h ≤ … < 42 h

 

 

X

 

D18

… < 36 h

 

X

 

 

D19

Artikel 8, lid 6

Overschrijden van 6 opeenvolgende perioden van 24 uur na afloop van de vorige wekelijkse rusttijd

… < 3 h

 

 

 

X

D20

3 h ≤ … < 12 h

 

 

X

 

D21

12 h ≤ …

 

X

 

 

E

Afwijking van de 12-dagenregel

E1

Artikel 8, lid 6 bis

Overschrijden van 12 opeenvolgende perioden van 24 uur na afloop van de vorige normale wekelijkse rusttijd

… < 3 h

 

 

 

X

E2

3 h ≤ … < 12 h

 

 

X

 

E3

12 h ≤ …

 

X

 

 

E4

Artikel 8, lid 6 bis, onder b), ii)

Wekelijkse rusttijd genomen na 12 opeenvolgende perioden van 24 uur

65 h < … ≤ 67 h

 

 

X

 

E5

… ≤ 65 h

 

X

 

 

E6

Artikel 8, lid 6 bis, onder d)

Rijtijd tussen 22.00 en 06.00 uur van meer dan drie uur voor een pauze wanneer het voertuig door slechts één persoon wordt bestuurd

3 h < … < 4,5 h

 

 

X

 

E7

4,5 h ≤ …

 

X

 

 

F

Organisatie van het werk

F1

Artikel 10, lid 1

Koppeling van het loon aan de afgelegde afstand of de hoeveelheid vervoerde goederen

 

X

 

 

F2

Artikel 10, lid 2

Geen of gebrekkige organisatie van het werk van de bestuurder, geen of gebrekkige instructies die de bestuurder in staat stellen aan de wetgeving te voldoen

 

X

 

 

2)   Categorieën inbreuken op Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad  (2) (Tachograaf)

Nr.

RECHTSGRONDSLAG

SOORT INBREUK

ERNST

MSI

VSI

SI

MI

G

Installatie van de tachograaf

G1

Artikel 3, lid 1, en artikel 22, lid 2

Geen typegekeurde tachograaf geïnstalleerd en in gebruik (bv.: tachograaf niet geïnstalleerd door installateur, werkplaats of voertuigfabrikant die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten is erkend, gebruik van een tachograaf zonder de nodige zegels of zegels niet vervangen door een erkende installateur, werkplaats of voertuigfabrikant, of gebruik van een tachograaf zonder installatieplaatje).

X

 

 

 

H

Gebruik van tachografen, bestuurderskaarten en registratiebladen

H1

Artikel 23, lid 1

Gebruik van een tachograaf die niet door een erkende werkplaats is gecontroleerd

 

X

 

 

H2

Artikel 27

De bestuurder bezit/gebruikt meer dan één bestuurderskaart

 

X

 

 

H3

Rijden met een vervalste bestuurderskaart (geldt als rijden zonder bestuurderskaart)

X

 

 

 

H4

Rijden met de bestuurderskaart van een andere bestuurder (geldt als rijden zonder bestuurderskaart)

X

 

 

 

H5

Rijden met een bestuurderskaart die is verkregen op grond van foute verklaringen en/of vervalste documenten (geldt als rijden zonder bestuurderskaart)

X

 

 

 

H6

Artikel 32, lid 1

Tachograaf werkt niet correct (bv. tachograaf niet goed gecontroleerd, gekalibreerd en verzegeld)

 

X

 

 

H7

Artikel 32, lid 1, en artikel 33, lid 1

Tachograaf verkeerd gebruikt (bv. doelbewust of verplicht misbruik, ontbreken van instructies over correct gebruik enz.)

 

X

 

 

H8

Artikel 32, lid 3

Gebruik van een frauduleus apparaat dat de geregistreerde gegevens van de tachograaf kan wijzigen

X

 

 

 

H9

Vervalsen, verbergen, schrappen of vernietigen van op de registratiebladen opgeslagen gegevens of van gegevens die zijn opgeslagen of gedownload van de tachograaf en/of bestuurderskaart

X

 

 

 

H10

Artikel 33, lid 2

De onderneming houdt de registratiebladen, print-outs en gedownloade gegevens niet bij

 

X

 

 

H11

Geregistreerde en opgeslagen gegevens niet beschikbaar gedurende minstens een jaar

 

X

 

 

H12

Artikel 34, lid 1

Incorrect gebruik van registratiebladen/bestuurderskaart

 

X

 

 

H13

Niet-toegestane intrekking van registratiebladen of bestuurderskaart, met gevolgen voor de registratie van relevante gegevens

 

X

 

 

H14

Het registratieblad of de bestuurderskaart is gebruikt gedurende een langere periode dan die waarvoor ze bestemd is, en er zijn gegevens verloren gegaan

 

X

 

 

H15

Artikel 34, lid 2

Gebruik van vuile of beschadigde registratiebladen of bestuurderskaarten, met onleesbare gegevens

 

X

 

 

H16

Artikel 34, lid 3

Geen manuele input wanneer dit vereist is

 

X

 

 

H17

Artikel 34, lid 4

Het registratieblad of de bestuurderskaart is niet in het correcte slot gebruikt (meervoudige bemanning)

 

 

X

 

H18

Artikel 34, lid 5

Incorrect gebruik van de schakelorganen

 

X

 

 

I

Voorleggen van informatie

I1

Artikel 36

Controle weigeren

 

X

 

 

I2

Artikel 36

Niet in staat gegevens te verstrekken voor de lopende dag en de 28 vorige dagen

 

X

 

 

I3

De bestuurder die een bestuurderskaart bezit, kan de registratiegegevens van de bestuurderskaart niet voorleggen

 

X

 

 

I4

Artikel 36

De bestuurders kan de registratiegegevens en print-outs die tijdens de lopende dag en de vorige 28 dagen zijn gemaakt niet voorleggen

 

X

 

 

I5

Artikel 36

De bestuurder beschikt over een bestuurderskaart, maar kan deze niet voorleggen

 

X

 

 

J

Storingen

J1

Artikel 37, lid 1, en artikel 22, lid 1

Tachograaf niet hersteld door een erkende installateur of werkplaats

 

X

 

 

J2

Artikel 37, lid 2

De bestuurder vermeldt niet alle vereiste informatie tijdens de tijdvakken die niet meer worden geregistreerd omdat de tachograaf onbruikbaar of defect is

 

X”

 

 


(1)  MSI = ernstigste inbreuk/VSI = heel ernstige inbreuk/SI = ernstige inbreuk/MI = kleine inbreuk.

(2)  Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1).


Top