EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0476

Besluit (GBVB) 2016/476 van de Raad van 31 maart 2016 tot wijziging van Besluit 2013/183/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

OJ L 85, 1.4.2016, p. 38–46 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/05/2016; stilzwijgende opheffing door 32016D0849

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/476/oj

1.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 85/38


BESLUIT (GBVB) 2016/476 VAN DE RAAD

van 31 maart 2016

tot wijziging van Besluit 2013/183/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 22 april 2013 Besluit 2013/183/GBVB (1) vastgesteld. Dit besluit strekte onder meer tot uitvoering van resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („UNSCRs”) 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013) en 2094 (2013).

(2)

Op 2 maart 2016 heeft de VN-Veiligheidsraad UNSCR 2270 (2016) aangenomen, waarin deze zijn ernstige verontrusting uitspreekt over de kernproef die de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK) op 6 januari 2016 in strijd met de toepasselijke UNSCRs heeft verricht, voorts zijn veroordeling uitspreekt over de lancering door de DVK op 7 februari 2016, waarbij ballistische rakettechnologie werd gebruikt en de toepasselijke UNSCRs ernstig met voeten werden getreden, en ten slotte stelt dat er een duidelijke bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid in de regio en daarbuiten blijft bestaan.

(3)

UNSCR 2270 (2016), die uiting geeft aan de grote bezorgdheid dat de DVK de inkomsten uit wapenverkoop aanwendt in haar streven naar kernwapens en ballistische raketten, schrijft voor dat de beperkingen op wapens betrekking dienen te hebben op alle wapens en aanverwant materieel, met inbegrip van handvuurwapens en lichte wapens en aanverwant materieel. UNSCR 2270 (2016) houdt een verdere uitbreiding in van de verboden op de overdracht en aankoop van voorwerpen die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de operationele capaciteit van de strijdkrachten van de DVK, of tot de uitvoer van voorwerpen ter ondersteuning of verbetering van de operationele capaciteit van de strijdkrachten van een andere lidstaat buiten de DVK.

(4)

UNSCR 2270 (2016) bepaalt dat het verbod op de aankoop van technische bijstand in verband met wapens lidstaten verbiedt zich bezig te houden met de opvang van instructeurs, adviseurs of andere ambtenaren met het oog op militaire, paramilitaire of politiële opleiding.

(5)

UNSCR 2270 (2016) bevestigt dat de verboden op de overdracht, aankoop en de verlening van aanverwante technische bijstand in verband met bepaalde goederen ook van toepassing zijn op de verzending van voorwerpen naar of uit de DVK voor reparatie, onderhoud, renovatie, testen, reverse-engineering of marketing, ongeacht of het eigendom of de zeggenschap wordt overgedragen, en benadrukt dat de maatregelen inzake visumverboden ook gelden voor personen die voor bovengenoemde doeleinden reizen.

(6)

UNSCR 2270 (2016) houdt een uitbreiding in van de lijst van personen en entiteiten die aan een bevriezing van tegoeden en een visumverbod onderworpen zijn, en besluit dat de bevriezing van tegoeden van toepassing is op entiteiten van de regering van de DVK of de Koreaanse Arbeiderspartij, indien deze naar het inzicht van de staat betrokken zijn bij de programma's van de DVK in verband met kernwapens of ballistische raketten, of andere activiteiten van de DVK die bij de relevante UNSCRs verboden zijn.

(7)

UNSCR 2270 (2016), waarin uiting gegeven wordt aan de bezorgdheid dat de DVK misbruik maakt van de voorrechten en immuniteiten die in het kader van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer en het Verdrag van Wenen inzake diplomatieke en consulaire betrekkingen worden toegekend, stelt voorts aanvullende maatregelen vast om te voorkomen dat DVK-diplomaten, -regeringsvertegenwoordigers of personen uit derde landen namens of onder leiding van aangewezen personen of entiteiten handelen, of dat zij verboden activiteiten uitoefenen.

(8)

UNSCR 2270 (2016) verduidelijkt voorts in hoeverre de lidstaten dienen te voorkomen dat DVK-onderdanen in bepaalde gevoelige sectoren gespecialiseerde opleidingen volgen.

(9)

UNSCR 2270 (2016) houdt ook een uitbreiding in van het toepassingsgebied van de maatregelen die gelden voor de vervoerssector en de financiële sector.

(10)

UNSCR 2270 (2016) verbiedt de aankoop van bepaalde mineralen en de uitvoer van vliegtuigbrandstof.

(11)

UNSCR 2270 (2016) houdt een verdere uitbreiding in van de verboden op het verlenen van financiële steun voor handel met de DVK.

(12)

UNSCR 2270 (2016) brengt in herinnering dat de Financiëleactiegroep (FATF) landen ertoe heeft opgeroepen verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen en doeltreffende tegenmaatregelen aan te wenden om hun rechtsgebieden tegen illegale financiële activiteiten van de DVK te beschermen, en verzoekt de lidstaten aanbeveling nr. 7 van de FATF, de bijhorende interpretatienota en de desbetreffende richtsnoeren toe passen teneinde de gerichte financiële sancties met betrekking tot proliferatie op efficiënte wijze uit te voeren.

(13)

UNSCR 2270 (2016) benadrukt ook dat met de krachtens deze resolutie opgelegde maatregelen geen nadelige gevolgen beoogd worden voor de burgerbevolking van de DVK op humanitair vlak, noch voor de activiteiten die bij de desbetreffende UNSCRs niet verboden worden of voor de werkzaamheden van internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties die in de DVK bijstand en noodhulp aan de burgerbevolking verlenen.

(14)

UNSCR 2270 (2016) bepleit een vreedzame diplomatieke en politieke oplossing van de situatie, betuigt opnieuw zijn steun voor het zespartijenoverleg en roept op dit overleg te hervatten.

(15)

UNSCR 2270 (2016) bevestigt dat de acties van de DVK voortdurend geëvalueerd worden en dat de VN-Veiligheidsraad bereid is de maatregelen te versterken, te wijzigen, te schorsen of in te trekken afhankelijk van de naleving door de DVK, en vastbesloten is bijkomende ingrijpende maatregelen te treffen indien de DVK nieuwe kernproeven of raketlanceringen uitvoert.

(16)

Voor de uitvoering van een aantal in dit besluit genoemde maatregelen is nader optreden van de Unie nodig.

(17)

Besluit 2013/183/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2013/183/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1.

artikel 1, lid 1, onder e), wordt vervangen door:

„e)

enig ander voorwerp dat kan bijdragen tot de programma's van de DVK in verband met kernwapens of ballistische raketten of andere programma's in verband met massavernietigingswapens, of tot de bij de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016), tot bij het onderhavige besluit verboden activiteiten, of tot de ontwijking van krachtens deze UNSCRs of het onderhavige besluit opgelegde maatregelen. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.”;

2.

aan artikel 1, lid 1, wordt het volgende toegevoegd:

„f)

enig ander voorwerp, met uitzondering van voeding en medicijnen, die naar het inzicht van de lidstaat rechtstreeks kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de operationele capaciteit van de strijdkrachten van de DVK, of tot de uitvoer van voorwerpen ter ondersteuning of verbetering van de operationele capaciteit van de strijdkrachten van een andere staat buiten de DVK.”;

3.

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 1a

1.   De maatregelen uit hoofde van artikel 1, lid 1, onder f), zijn niet van toepassing op de levering, verkoop, overdracht of aankoop van een voorwerp in de volgende gevallen:

a)

de lidstaat stelt vast dat dergelijke activiteiten uitsluitend dienen voor humanitaire doeleinden of uitsluitend voor levensonderhoud en niet door de DVK-personen of -entiteiten aangewend zullen worden om inkomsten te genereren en die ook geen verband houden met bij de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of bij het onderhavige besluit verboden activiteiten, op voorwaarde dat de lidstaat het Sanctiecomité vooraf in kennis stelt van deze vaststelling en het eveneens op de hoogte brengt van maatregelen die genomen zijn om misbruik van het voorwerp voor die andere doeleinden te voorkomen; of

b)

het Sanctiecomité heeft geval per geval vastgesteld dat een bepaalde levering, verkoop of overdracht niet in strijd zou zijn met de doelstellingen van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016).”;

4.

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 2a

De aankoop bij de DVK door onderdanen van de lidstaten, of met gebruik van onder hun vlag varende vaartuigen of vliegtuigen van de nationale luchtvaartmaatschappij van een lidstaat, van goud, titaniumerts, vanadiumerts en zeldzame aardmineralen is verboden, ongeacht of deze al dan niet afkomstig zijn van het grondgebied van de DVK. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.”;

5.

de volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 4a

1.   De aankoop bij de DVK door onderdanen van de lidstaten, of met gebruik van onder hun vlag varende vaartuigen of vliegtuigen van de nationale luchtvaartmaatschappij van een lidstaat, van kolen, ijzer en ijzererts is verboden, ongeacht of deze al dan niet afkomstig zijn van het grondgebied van de DVK. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op kolen waarvan de aankopende lidstaat op basis van geloofwaardige informatie bevestigt dat deze van buiten de DVK afkomstig zijn en uitsluitend door de DVK heen werden vervoerd voor de uitvoer vanuit de haven van Rajin (Rason), op voorwaarde dat de lidstaat het Sanctiecomité vooraf daarvan in kennis stelt en dat deze transacties geen verband houden met het genereren van inkomsten voor de programma's van de DVK in verband met kernwapens of ballistische raketten of bij de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of bij het onderhavige besluit verboden andere activiteiten.

3.   Lid 1 is niet van toepassing op transacties waarvan vastgesteld is dat deze uitsluitend voor levensonderhoud dienen en geen verband houden met het genereren van inkomsten voor de programma's van de DVK in verband met kernwapens of ballistische raketten, of bij de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of bij het onderhavige besluit verboden andere activiteiten.

Artikel 4b

1.   De verkoop of levering van vliegtuigbrandstof, inclusief vliegtuigbenzine (avgas), reactiemotorbrandstof van het naftatype, reactiemotorbrandstof van het kerosinetype en raketbrandstof van het kerosinetype aan de DVK door onderdanen van de lidstaten of over of vanaf het grondgebied van de lidstaten, of met gebruik van onder de vlag van een lidstaat varende vaartuigen of vliegtuigen van hun nationale luchtvaartmaatschappij, is verboden, ongeacht of deze brandstoffen al dan niet afkomstig zijn van het grondgebied van de lidstaten.

2.   Lid 1 is niet van toepassing indien het Sanctiecomité vooraf voor elk uitzonderlijk geval afzonderlijk haar goedkeuring heeft verleend aan de overdracht naar de DVK van deze producten om te voorzien in gecontroleerde essentiële humanitaire behoeften, met nader bepaalde regelingen voor doeltreffend toezicht op levering en gebruik.

3.   Lid 1 is niet van toepassing op de verkoop of levering van vliegtuigbrandstof aan civiele passagiersvliegtuigen buiten de DVK die uitsluitend dient voor de vlucht naar de DVK en de terugvlucht.”;

6.

artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

De lidstaten verlenen geen financiële openbare of particuliere steun voor handel met de DVK — het verstrekken van exportkredieten, garanties en verzekeringen daaronder begrepen — aan onderdanen of entiteiten die bij deze handel zijn betrokken, indien deze financiële steun kan bijdragen tot de programma's of activiteiten van de DVK in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten, of tot bij de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of het onderhavige besluit verboden andere activiteiten, of tot de ontwijking van krachtens die UNSCR-resoluties of dit besluit opgelegde maatregelen.”;

7.

artikel 7, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Het verlenen van financiële diensten of het overdragen naar, via of vanaf het grondgebied van de lidstaten, of via onderdanen van de lidstaten of entiteiten opgericht conform hun wetgeving, of via personen of financiële instellingen binnen hun jurisdictie, van financiële of andere activa of middelen, met inbegrip van omvangrijke sommen aan contanten, die kunnen bijdragen tot de programma's of activiteiten van de DVK in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten, of bijdragen tot de bij UNSCR 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of bij dit besluit verboden andere activiteiten, of bijdragen tot de ontwijking van krachtens die UNSCR-resoluties of dit besluit opgelegde maatregelen, dient te worden voorkomen; daartoe oefenen de lidstaten, in overeenstemming met hun nationale autoriteiten en hun nationale wetgeving, versterkt toezicht uit op de activiteiten van onder hun jurisdictie vallende financiële instellingen met:

a)

in de DVK gevestigde banken;

b)

onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in de DVK gevestigde banken, zoals genoemd in bijlage IV;

c)

onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in de DVK gevestigde banken, zoals genoemd in bijlage V; alsmede

d)

financiële entiteiten zonder vestiging in de DVK en buiten het rechtsgebied van de lidstaten, die evenwel onder zeggenschap staan van in de DVK gevestigde personen of entiteiten, zoals genoemd in bijlage V,

teneinde te voorkomen dat dergelijke activiteiten bijdragen tot de programma's of activiteiten van de DVK in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten.”;

8.

artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

1.   Het openen en exploiteren van nieuwe bijkantoren, dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen van banken van de DVK, inclusief van de centrale bank van de DVK, de bijkantoren en dochtermaatschappijen daarvan, en van andere in artikel 7, lid 1, vermelde financiële entiteiten, op het grondgebied van de lidstaten is verboden.

2.   Bestaande bijkantoren, dochtermaatschappijen en vertegenwoordigingen worden binnen negentig dagen vanaf de datum van aanneming van UNSCR 2270 (2016) gesloten.

3.   Het is verboden voor banken van de DVK, inclusief voor de centrale bank van de DVK, de bijkantoren en dochtermaatschappijen daarvan, en voor andere in artikel 7, lid 1, bedoelde financiële entiteiten om:

a)

nieuwe joint ventures op te richten met onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende banken;

b)

een eigendomsbelang te nemen in onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende banken;

c)

correspondentbankrelaties tot stand te brengen of te onderhouden met onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende banken;

tenzij de in de punten a), b) en c) vermelde transacties vooraf door het Sanctiecomité zijn goedgekeurd.

4.   Bestaande joint ventures, eigendomsbelangen en correspondentbankrelaties met banken van de DVK worden binnen negentig dagen vanaf de datum van aanneming van UNSCR 2270 (2016) beëindigd.

5.   Het is financiële instellingen die zijn gevestigd op het grondgebied of vallen onder de rechtsmacht van de lidstaten verboden vertegenwoordigingen, dochtermaatschappijen, bijkantoren of bankrekeningen in de DVK te openen.

6.   Bestaande vertegenwoordigingen, dochtermaatschappijen of bankrekeningen in de DVK worden gesloten binnen negentig dagen na de aanneming van UNSCR 2270 (2016), indien de betrokken lidstaat beschikt over betrouwbare informatie op grond waarvan redelijkerwijs vermoed kan worden dat deze financiële diensten kunnen bijdragen tot de programma's van de DVK in verband met kernwapens of ballistische raketten, of tot bij de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of het onderhavige besluit verboden andere activiteiten.

7.   Lid 6 is niet van toepassing indien het Sanctiecomité geval per geval vaststelt dat deze vertegenwoordigingen, dochtermaatschappijen of rekeningen nodig zijn voor het verlenen van humanitaire bijstand of voor de activiteiten van diplomatieke missies in de DVK op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer of de activiteiten van de Verenigde Naties of gespecialiseerde instanties daarvan of van aanverwante organisaties, of voor andere doeleinden die verenigbaar zijn met de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016).”;

9.

artikel 10, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten inspecteren op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens en vrijhandelszones, naar bevinden van hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met de nationale wetgeving en het internationaal recht, waaronder het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer en het Verdrag van Wenen inzake diplomatieke en consulaire betrekkingen, alle vracht naar en vanuit de DVK of op doorreis via hun grondgebied, alle vracht die tot stand is gekomen door tussenhandel of bemiddelingsdiensten van de DVK of onderdanen ervan, of personen of entiteiten die namens hen of onder hun leiding optreden, of entiteiten waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben, of door in bijlage I vermelde personen of entiteiten, alsook alle vracht die vervoerd wordt aan boord van vliegtuigen van de nationale luchtvaartmaatschappij van de DVK of zeeschepen die onder de vlag van de DVK varen, om ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen overgedragen worden in strijd met de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) en 2270 (2016).”;

10.

bij artikel 10 wordt het volgende lid ingevoegd:

„1a.   De lidstaten inspecteren op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, naar bevinden van hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en het internationaal recht, waaronder het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer en het Verdrag van Wenen inzake diplomatieke en consulaire betrekkingen, alle vracht naar en vanuit de DVK of op doorreis via hun grondgebied, alsook alle vracht die door tussenhandel of door bemiddelingsdiensten van de DVK of onderdanen ervan, of door personen of entiteiten die namens hen handelen, tot stand is gekomen, indien zij beschikken over informatie op grond waarvan redelijkerwijs vermoed kan worden dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens het onderhavige besluit verboden is.”;

11.

artikel 11 wordt vervangen door:

„Artikel 11

1.   De lidstaten weigeren vliegtuigen toestemming om te landen op hun grondgebied, ervan op te stijgen of het te overvliegen, indien zij beschikken over informatie op grond waarvan redelijkerwijs vermoed kan worden dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of het onderhavige besluit verboden is.

2.   Lid 1 is niet van toepassing in geval van een noodlanding of een landing voor inspectie.”;

12.

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 11a

1.   De lidstaten verbieden vaartuigen de toegang tot hun havens, indien zij beschikken over informatie op grond waarvan redelijkerwijs vermoed kan worden dat het vaartuig, rechtstreeks of onrechtstreeks, het eigendom is van of gecontroleerd wordt door een in bijlage I vermelde persoon of entiteit, of goederen bevat waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) verboden is.

2.   Lid 1 is niet van toepassing in geval van nood of in geval van terugkeer naar de haven van herkomst, of voor inspectie, of indien het Sanctiecomité vooraf vaststelt dat deze binnenkomst vereist is voor humanitaire doeleinden of andere doeleinden die verenigbaar zijn met de doelstellingen van UNSCR 2270 (2016).”;

13.

de volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 12a

1.   Het is verboden vaartuigen die onder de eigen vlag varen of vliegtuigen van de nationale luchtvaartmaatschappij te leasen of te charteren of bemanningsdiensten te verlenen aan de DVK, aan in bijlage I vermelde personen of entiteiten, aan andere DVK-entiteiten, aan andere personen of entiteiten die naar het inzicht van de lidstaat geholpen hebben bij het ontwijken van sancties of het schenden van de bepalingen van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016), aan personen of entiteiten die handelen namens of onder leiding van een van de bovengenoemde personen of entiteiten, en aan entiteiten die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van een van de bovengenoemde personen of entiteiten.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op het leasen, charteren of verlenen van bemanningsdiensten, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat het Sanctiecomité vooraf geval per geval in kennis heeft gesteld en aan het Sanctiecomité de informatie verschaft waaruit blijkt dat deze activiteiten uitsluitend dienen voor levensonderhouden niet door DVK-personen of -entiteiten aangewend zullen worden om inkomsten te genereren, alsook informatie over maatregelen die genomen zijn om te voorkomen dat deze activiteiten bijdragen tot inbreuken op de bepalingen van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016).

Artikel 12b

De lidstaten schrijven vaartuigen die eigendom zijn van of geëxploiteerd of bemand worden door de DVK uit en schrijven dergelijke door een andere staat uitgeschreven vaartuigen niet in, overeenkomstig punt 19 van UNSCR 2270 (2016).

Artikel 12c

1.   Het is verboden vaartuigen in de DVK in te schrijven, voor een vaartuig een vergunning voor het varen onder de vlag van de DVK te verkrijgen, vaartuigen die onder de vlag van de DVK varen te bezitten, te leasen, te exploiteren, te verzekeren, of classificatie-, -certificatie of aanverwante diensten te verlenen.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op activiteiten die vooraf geval per geval door het Sanctiecomité gemeld worden, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité gedetailleerde informatie verschaft over de activiteiten, waaronder de namen van betrokken personen en entiteiten, informatie waaruit blijkt dat deze activiteiten uitsluitend dienen voor levensonderhoud en niet door DVK-personen of -entiteiten aangewend zullen worden om inkomsten te genereren, alsook informatie over maatregelen die genomen zijn om te voorkomen dat deze activiteiten bijdragen tot inbreuken op de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016).”;

14.

artikel 13, leden 1 en 2, worden vervangen door:

„1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van:

a)

de in bijlage I vermelde personen die door het Sanctiecomité of de Veiligheidsraad zijn aangewezen als verantwoordelijk, inclusief door ondersteuning of bevordering, voor beleidsmaatregelen van de DVK betreffende programma's van de DVK in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten, alsmede hun gezinsleden, en van personen die namens hen of onder hun leiding handelen;

b)

de personen die niet onder bijlage I vallen, als genoemd in bijlage II, en:

i)

die, inclusief door ondersteuning of bevordering, verantwoordelijk zijn voor de programma's van de DVK inzake kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens, of de personen die namens hen of onder hun leiding handelen,

ii)

die financiële diensten verlenen of financiële of andere activa of middelen overbrengen naar, via of uit het grondgebied van de lidstaten, of via onderdanen van de lidstaten of entiteiten onder de jurisdictie daarvan, of via personen of financiële instellingen op het grondgebied van de lidstaten, indien deze financiële diensten of financiële of andere activa of middelen kunnen bijdragen tot de programma's van de DVK in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten;

iii)

die, inclusief door de levering van financiële diensten, betrokken zijn bij de levering, aan of vanuit de DVK, van wapens of aanverwant materieel van enigerlei aard, of de levering aan de DVK van voorwerpen, materieel, uitrusting, goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen aan programma's van de DVK in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens;

c)

de personen die niet onder bijlage I of bijlage II vallen, en die handelen namens of onder leiding van een in bijlage I of bijlage II vermelde persoon of entiteit, en personen die helpen sancties van UNSCR 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of van dit besluit te ontwijken of de bepalingen ervan te overtreden, als genoemd in bijlage III bij dit besluit.

2.   Lid 1, onder a), is niet van toepassing op de individuele gevallen waarin het Sanctiecomité bepaalt dat de reis gerechtvaardigd is om humanitaire redenen, religieuze verplichtingen daaronder begrepen, of indien het Sanctiecomité concludeert dat een vrijstelling anderszins zou bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van UNSCR 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016).”;

15.

de volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 14a

1.   DVK-diplomaten en -regeringsvertegenwoordigers en andere in openbare hoedanigheid handelende DVK-onderdanen die naar het inzicht van de lidstaten werken namens of onder leiding van in bijlage I vermelde personen of entiteiten, of personen of entiteiten die helpen de sancties van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013) of 2094 (2013) of 2270 (2016) te ontwijken of de bepalingen ervan te overtreden, worden door de lidstaten overeenkomstig het toepasselijk nationaal en internationaal recht verwijderd van hun grondgebied met het oogmerk van repatriëring naar de DVK.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op de doorreis van DVK-regeringsvertegenwoordigers naar de zetel van de Verenigde Naties of naar andere VN-faciliteiten voor zaken die de Verenigde Naties betreffen.

3.   Lid 1 is niet van toepassing indien de aanwezigheid van een persoon vanwege een gerechtelijke procedure of uitsluitend voor medische, veiligheids- of andere humanitaire doeleinden vereist is, of indien het Sanctiecomité geval per geval heeft vastgesteld dat de verwijdering van de betrokkene in strijd zou zijn met de doelstellingen van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016).

Artikel 14b

1.   Onderdanen van derde landen die naar het inzicht van de lidstaten werken namens of onder leiding van een in bijlage I vermelde persoon of entiteit, of helpen de sancties van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013) of 2094 (2013) en 2270 (2016) te ontwijken of de bepalingen ervan te overtreden, worden door de lidstaten overeenkomstig het toepasselijk nationaal en internationaal recht verwijderd van hun grondgebied met het oogmerk van repatriëring naar de lidstaat van nationaliteit van de betrokkene.

2.   Lid 1 is niet van toepassing indien de aanwezigheid van een persoon vanwege een gerechtelijke procedure of uitsluitend voor medische, veiligheids- of andere humanitaire doeleinden vereist is, of indien het Sanctiecomité geval per geval heeft vastgesteld dat de verwijdering van de betrokkene in strijd zou zijn met de doelstellingen van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016).

3.   Lid 1 is niet van toepassing op de doorreis van DVK-regeringsvertegenwoordigers naar de zetel van de Verenigde Naties of naar andere VN-faciliteiten voor zaken die de Verenigde Naties betreffen.”;

16.

artikel 15, lid 1, onder c), wordt vervangen door:

„c)

de personen en entiteiten die niet onder bijlage I of bijlage II vallen, en die handelen namens of onder leiding van een in bijlage I of bijlage II vermelde persoon of entiteit, en personen die helpen sancties van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) of van het onderhavige besluit te ontwijken of de bepalingen ervan te overtreden, als vermeld in bijlage III bij dit besluit.”;

17.

bij artikel 15, lid 1, wordt het volgende punt ingevoegd:

„d)

de entiteiten van de regering van de DVK of de Koreaanse Arbeiderspartij, of personen of entiteiten die namens hen of onder hun leiding handelen, of entiteiten waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben, indien deze naar het inzicht van de lidstaat betrokken zijn bij de programma's van de DVK in verband met kernwapens of ballistische raketten, of andere activiteiten van de DVK die bij de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) en 2270 (2016) verboden zijn, worden bevroren.”;

18.

de volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 15a

Artikel 15, lid 1, onder d), is niet van toepassing op tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die nodig zijn voor het uitvoeren van activiteiten van DVK-missies bij de Verenigde Naties en gespecialiseerde instanties daarvan of aanverwante organisaties en van andere diplomatieke en consulaire DVK-missies, noch op alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen waarvoor het Sanctiecomité vooraf geval per geval vaststelt dat deze nodig zijn voor het verlenen van humanitaire bijstand, voor denuclearisatie of voor een ander doeleinde dat verenigbaar is met de doelstellingen van UNSCR 2270 (2016).

Artikel 15b

1.   Vertegenwoordigingen van in bijlage I vermelde entiteiten worden gesloten.

2.   De rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming in joint ventures of andere zakelijke regelingen door in bijlage I vermelde entiteiten, alsmede door personen of entiteiten die voor of namens hen handelen, is verboden.”;

19.

artikel 16 wordt vervangen door:

„Artikel 16

De lidstaten betrachten de nodige waakzaamheid en nemen daartoe de nodige maatregelen om te voorkomen dat, op hun grondgebied of door hun onderdanen, gespecialiseerd onderwijs of een gespecialiseerde opleiding aan DVK-onderdanen wordt verstrekt die zouden bijdragen tot proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van de DVK en tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, daaronder begrepen onderwijs en opleiding inzake geavanceerde natuurkunde, geavanceerde computersimulatie en aanverwante computerwetenschappen, geospatiale navigatie, nucleaire technologie, ruimtevaarttechnologie, luchtvaarttechnologie en aanverwante vakgebieden.”;

20.

artikel 17 wordt vervangen door:

„Artikel 17

De lidstaten verhogen, overeenkomstig het internationaal recht, hun waakzaamheid ten aanzien van het diplomatiek personeel van de DVK, teneinde te beletten dat dergelijke personen kunnen bijdragen tot de programma's van de DVK in verband met kernwapens of ballistische raketten, of tot de bij UNSCR 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) en 2270 (2016) of de bij dit besluit verboden activiteiten, of tot de ontwijking van de bij de voormelde VN-Resoluties of de bij dit besluit opgelegde maatregelen.”;

21.

artikel 18 wordt vervangen door:

„Artikel 18

Geen vorderingen, ook niet tot schadeloosstelling of soortgelijke vergoedingen, bijvoorbeeld op grond van schuldvergelijking, van boetebedingen, van een garantie, van verlenging of betaling van een obligatie, van een financiële garantie, waaronder op grond van kredietbrieven en soortgelijke instrumenten, in verband met een overeenkomst of transactie waarvan de uitvoering, al dan niet rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk werd geraakt door maatregelen waartoe uit hoofde van de UNSCRs 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) of 2270 (2016) is besloten, waaronder maatregelen van de Unie of van de lidstaten die aansluiten bij, voorgeschreven worden door of samenhangen met de uitvoering van de relevante besluiten van de Veiligheidsraad, of maatregelen die onder dit besluit vallen, worden toegewezen aan de in de bijlagen I, II en III vermelde personen en entiteiten, aan andere personen of entiteiten in de DVK, met inbegrip van de regering en van overheidsinstanties, -bedrijven, -bureaus en -agentschappen van de DVK, of aan personen of entiteiten die met behulp van of ten behoeve van de bedoelde personen en entiteiten optreden.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 31 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

A.G. KOENDERS


(1)  Besluit 2013/183/GBVB van de Raad van 22 april 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea tot intrekking van Besluit 2010/800/GBVB (PB L 111 van 23.4.2013, blz. 52).


Top