EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R0028

Verordening (EU) 2015/28 van de Commissie van 17 december 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standards 2, 3 en 8 en International Accounting Standards 16, 24 en 38 betreft Voor de EER relevante tekst

OJ L 5, 9.1.2015, p. 1–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/10/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R1803

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/28/oj

9.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 5/1


VERORDENING (EU) 2015/28 VAN DE COMMISSIE

van 17 december 2014

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standards 2, 3 en 8 en International Accounting Standards 16, 24 en 38 betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) is een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd.

(2)

Op 12 december 2013 is de International Accounting Standards Board (IASB) in het kader van zijn periodieke verbeteringsproces dat erop gericht is de standaarden te stroomlijnen en te verduidelijken, overgegaan tot de publicatie van Jaarlijkse verbeteringen in International Financial Reporting Standards cyclus 2010-2012 (de jaarlijkse verbeteringen). Doel van de jaarlijkse verbeteringen is niet-dringende, maar noodzakelijke kwesties te behandelen die door de IASB tijdens de in 2010 begonnen projectcyclus zijn besproken op het gebied van inconsistenties in de International Financial Reporting Standards of onduidelijke formuleringen. De wijzigingen in International Financial Reporting Standard (IFRS) 8 en in International Accounting Standards (IAS) 16, 24 en 38 zijn verduidelijkingen of correcties in de respectieve standaarden. De wijzigingen in IFRS 2 en IFRS 3 betreffen veranderingen in de bestaande vereisten of aanvullende leidraden voor de toepassing van deze vereisten.

(3)

De wijzigingen in IFRS 3 brengen met zich mee dat IAS 37 en IAS 39 moeten worden gewijzigd teneinde de samenhang tussen de internationale standaarden voor jaarrekeningen te waarborgen.

(4)

Die wijzigingen in bestaande standaarden bevatten een aantal verwijzingen naar IFRS 9 die momenteel niet kunnen worden toegepast omdat IFRS 9 door de Unie nog niet is goedgekeurd. Daarom dient elke in de bijlage bij deze verordening voorkomende verwijzing naar IFRS 9 te worden gelezen als een verwijzing naar IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering.

(5)

Overleg met de werkgroep van technische deskundigen van EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft bevestigd dat de verbeteringen beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte technische goedkeuringscriteria.

(6)

Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

(b)

IFRS 3 Bedrijfscombinaties wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

(c)

IFRS 8 Operationele segmenten wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

(d)

IAS 16 Materiële vaste activa wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

(e)

IAS 24 Informatieverschaffing over verbonden partijen wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

(f)

IAS 38 Immateriële activa wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

(g)

IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa en IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering worden gewijzigd overeenkomstig de in de bijlage bij deze verordening vervatte wijzigingen in IFRS 3.

2.   Elke in de bijlage bij deze verordening voorkomende verwijzing naar IFRS 9 wordt gelezen als een verwijzing naar IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering.

Artikel 2

Elke onderneming past de in artikel 1, lid 1, bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 februari 2015 van start gaat.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 december 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1).


BIJLAGE

Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012 (1)

Wijziging in IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen

De alinea's 15 en 19 worden gewijzigd en alinea 63B wordt toegevoegd.

Transacties waarbij diensten worden ontvangen

15

Indien de toegekende eigenvermogensinstrumenten pas onvoorwaardelijk worden nadat de tegenpartij een bepaalde periode in dienst is geweest, moet de entiteit ervan uitgaan dat de door de tegenpartij te verlenen diensten als vergoeding voor die eigenvermogensinstrumenten in de toekomst, gedurende de wachtperiode, zullen worden ontvangen. De entiteit moet deze diensten administratief verwerken naarmate ze door de tegenpartij gedurende de wachtperiode worden verleend, met een overeenkomstige opboeking van het eigen vermogen. Bijvoorbeeld:

(a)

(b)

Indien de toekenning van aandelenopties aan een werknemer gebonden is aan het voldoen aan een prestatiegerelateerde voorwaarde en afhankelijk is van de voortzetting van de dienstperiode totdat aan de prestatiegerelateerde voorwaarde is voldaan, en de duur van de wachtperiode schommelt, afhankelijk van wanneer aan deze prestatiegerelateerde voorwaarde wordt voldaan, dan moet de entiteit ervan uitgaan dat de door de werknemer te verlenen diensten als vergoeding van de aandelenopties in de toekomst zullen worden ontvangen, gedurende de verwachte wachtperiode. …

Behandeling van „vesting conditions”

19

De toekenning van eigenvermogensinstrumenten kan gebonden zijn aan het voldoen aan specifieke „vesting conditions”. De toekenning van aandelen of aandelenopties aan een werknemer is bijvoorbeeld gewoonlijk gebonden aan een dienstverband met de entiteit dat een bepaald aantal jaren duurt. Er zouden prestatiegerelateerde voorwaarden kunnen bestaan waaraan moet worden voldaan, zoals de voorwaarde dat de entiteit een vastgelegde winstgroei moet realiseren, of dat de aandelenprijs van de entiteit met een vastgelegd percentage moet stijgen. Met „vesting conditions”, niet zijnde marktgerelateerde voorwaarden, mag geen rekening worden gehouden bij het schatten van de reële waarde van de aandelen of aandelenopties op de waarderingsdatum. In plaats daarvan moet met de „vesting conditions” rekening worden gehouden door het aantal eigenvermogensinstrumenten dat in de bepaling van het transactiebedrag wordt opgenomen, zodanig aan te passen dat het opgenomen bedrag in verband met de als vergoeding voor de toegekende eigenvermogensinstrumenten ontvangen goederen of diensten uiteindelijk wordt gebaseerd op het aantal eigenvermogensinstrumenten dat uiteindelijk onvoorwaardelijk wordt. Vandaar dat op cumulatieve basis geen bedrag voor ontvangen goederen of diensten wordt opgenomen indien de toekenning van eigenvermogensinstrumenten niet onvoorwaardelijk wordt, omdat niet aan een „vesting condition” wordt voldaan. Bijvoorbeeld omdat het dienstverband van de tegenpartij korter is dan vereist, of omdat er niet aan een prestatiegerelateerde voorwaarde wordt voldaan, met inachtneming van de vereisten in alinea 21.

INGANGSDATUM

63B

De alinea's 15 en 19 zijn gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012. In bijlage A zijn de definities van „vesting condition” en „marktgerelateerde voorwaarde” gewijzigd en zijn de definities van „prestatiegerelateerde voorwaarde” en „voorwaarde gerelateerd aan de dienstperiode” toegevoegd. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op op aandelen gebaseerde betalingstransacties waarvan de toekenningsdatum op of na 1 juli 2014 valt. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

In bijlage A worden de definities van „marktgerelateerde voorwaarde” en „vesting condition” gewijzigd en worden de definities van „prestatiegerelateerde voorwaarde” en „voorwaarde gerelateerd aan de dienstperiode” toegevoegd.

Bijlage A

Definities

Deze bijlage is een integraal onderdeel van de IFRS.

 

marktgerelateerde voorwaarde

Een prestatiegerelateerde voorwaarde waarvan de uitoefenprijs, het onvoorwaardelijk worden of de uitoefenbaarheid van een eigenvermogensinstrument afhankelijk is en die is gerelateerd aan de marktprijs (of waarde) van de eigenvermogensinstrumenten van de entiteit (of de eigenvermogensinstrumenten van een andere entiteit van dezelfde groep), zoals:

(a)

het bereiken van een bepaalde aandelenprijs of een bepaalde intrinsieke waarde van een aandelenoptie; of

(b)

het bereiken van een bepaald doel dat is gebaseerd op de marktprijs (of waarde) van de eigenvermogensinstrumenten van de entiteit (of de eigenvermogensinstrumenten van een andere entiteit van dezelfde groep) ten opzichte van een index van marktprijzen van eigenvermogensinstrumenten van andere entiteiten.

Een marktvoorwaarde vereist dat de tegenpartij een bepaalde dienstperiode uitdoet (d.w.z. een voorwaarde gerelateerd aan de dienstperiode); dit vereiste kan expliciet of impliciet zijn.

 

prestatiegerelateerde voorwaarde

Een „vesting condition” die vereist dat:

(a)

de tegenpartij een bepaalde dienstperiode uitdoet (d.w.z. een voorwaarde gerelateerd aan de dienstperiode); dit vereiste kan expliciet of impliciet zijn; en

(b)

(een) bepaalde prestatiedoelstelling(en) wordt (worden) gehaald terwijl de tegenpartij de op grond van punt (a) vereiste dienstperiode uitdoet.

De periode waarin de prestatiedoelstelling(en) moet(en) worden gehaald:

(a)

mag het einde van de dienstperiode niet overschrijden; en

(b)

mag vóór de aanvang van de dienstperiode beginnen op voorwaarde dat de aanvangsdatum van de prestatiedoelstelling niet geruime tijd vóór de aanvangsdatum van de dienstperiode valt.

Een prestatiedoelstelling wordt gedefinieerd onder verwijzing naar:

(a)

de eigen activiteiten van de entiteit of de activiteiten van een andere entiteit van dezelfde groep (d.w.z. een niet-marktgerelateerde voorwaarde); of

(b)

de prijs (of waarde) van de eigenvermogensinstrumenten van de entiteit of van een andere entiteit van dezelfde groep (met inbegrip van aandelen en aandelenopties) (d.w.z. een marktgerelateerde voorwaarde).

Een prestatiedoelstelling kan eventueel betrekking hebben ofwel op de prestatie van de entiteit als geheel, ofwel op een bepaald deel van de entiteit (of deel van de groep), zoals een divisie of een individuele werknemer.

 

voorwaarde gerelateerd aan de dienstperiode

Een „vesting condition” die vereist dat de tegenpartij een bepaalde dienstperiode uitdoet terwijl diensten voor de entiteit worden verleend. Als de tegenpartij om gelijk welke reden tijdens de wachtperiode geen diensten meer verleent, heeft hij niet aan de voorwaarde voldaan. Bij een voorwaarde gerelateerd aan een dienstperiode behoeft geen prestatiedoelstelling te worden gehaald.

 

„vesting condition”

Een voorwaarde die bepaalt of de entiteit de diensten ontvangt die de tegenpartij op grond van een op aandelen gebaseerde betalingsovereenkomst recht geven op de ontvangst van geldmiddelen, andere activa of eigenvermogensinstrumenten van de entiteit. Een „vesting condition” is ofwel een voorwaarde gerelateerd aan de dienstperiode, ofwel een prestatiegerelateerde voorwaarde.

Wijziging in IFRS 3 Bedrijfscombinaties

De alinea's 40 en 58 worden gewijzigd en alinea 64I en alinea 67A en het bijbehorende kopje worden toegevoegd.

Voorwaardelijke vergoeding

40

De overnemende partij moet een verplichting tot betaling van een voorwaardelijke vergoeding die aan de definitie van een financieel instrument beantwoordt, classificeren als een financiële verplichting of als eigen vermogen op basis van de definities van een eigenvermogensinstrument en een financiële verplichting in alinea 11 van IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie. De overnemende partij moet een recht op teruggave van de voorheen overgedragen vergoeding als een actief classificeren indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Alinea 58 verschaft een leidraad voor de administratieve verwerking van een voorwaardelijke vergoeding na eerste opname.

Voorwaardelijke vergoeding

58

Bepaalde veranderingen in de reële waarde van een voorwaardelijke vergoeding die de overnemende partij na de overnamedatum opneemt, kunnen voortvloeien uit aanvullende informatie die de overnemende partij na die datum heeft verkregen over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden. Dergelijke veranderingen zijn aanpassingen tijdens de waarderingsperiode in overeenstemming met de alinea's 45 tot en met 49. Veranderingen die echter voortvloeien uit gebeurtenissen na de overnamedatum, zoals het halen van een winstdoelstelling, het bereiken van een vooraf bepaalde aandelenkoers of het bereiken van een mijlpaal in een onderzoeks- en ontwikkelingsproject, zijn geen aanpassingen tijdens de waarderingsperiode. De overnemende partij moet veranderingen in de reële waarde van een voorwaardelijke vergoeding die geen aanpassingen tijdens de waarderingsperiode zijn, als volgt verwerken:

(a)

(b)

Een andere voorwaardelijke vergoeding die:

(i)

binnen het toepassingsgebied van IFRS 9 valt, moet op elke verslagdatum worden gewaardeerd tegen reële waarde en veranderingen in de reële waarde moeten in overeenstemming met IFRS 9 in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen;

(ii)

niet binnen het toepassingsgebied van IFRS 9 valt, moet op elke verslagdatum worden gewaardeerd tegen reële waarde en veranderingen in de reële waarde moeten in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen.

Ingangsdatum

64I

De alinea's 40 en 58 zijn gewijzigd en alinea 67A en het bijbehorende kopje zijn toegevoegd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op bedrijfscombinaties waarvan de overnamedatum op of na 1 juli 2014 valt. Eerdere toepassing is toegestaan. Een entiteit mag de wijziging eerder toepassen, mits IFRS 9 en IAS 37 (beide zoals gewijzigd door Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012) ook zijn toegepast Als een entiteit deze wijziging eerder toepast, moet zij dit feit vermelden.

VERWIJZING NAAR IFRS 9

67A

Als een entiteit wel deze standaard maar nog niet IFRS 9 toepast, moeten alle verwijzingen naar IFRS 9 worden gelezen als verwijzingen naar IAS 39.

Dienovereenkomstige wijzigingen in andere IFRSs welke uit de wijziging in IFRS 3 voortvloeien

Wijziging in IFRS 9 Financiële instrumenten (uitgegeven in november 2009)

Alinea 5.4.4 wordt gewijzigd en alinea 8.1.4 wordt toegevoegd.

Beleggingen in eigenvermogensinstrumenten

5.4.4

Bij de eerste opname kan een entiteit de onherroepelijke keuze maken latere veranderingen in de reële waarde van een belegging in een eigenvermogensinstrument dat binnen het toepassingsgebied van deze IFRS valt en dat niet voor handelsdoeleinden aangehouden wordt, en evenmin een voorwaardelijke vergoeding is van een overnemende partij bij een bedrijfscombinatie waarop IFRS 3 Bedrijfscombinaties van toepassing is, in de niet-gerealiseerde resultaten te presenteren.

8.1   INGANGSDATUM

8.1.4

Alinea 5.4.4 is gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012 als gevolg van een wijziging die daardoor in IFRS 3 is aangebracht. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op bedrijfscombinaties waarop de wijziging in IFRS 3 van toepassing is.

Wijziging in IFRS 9 Financiële instrumenten (uitgegeven in oktober 2010)

De alinea's 4.2.1 en 5.7.5 worden gewijzigd en alinea 7.1.4 wordt toegevoegd.

4.2   Classificatie van financiële verplichtingen

4.2.1

Een entiteit moet alle financiële verplichtingen na hun eerste opname met behulp van de effectieverentemethode als tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde verplichtingen classificeren, met uitzondering van:

(a)

(e)

een voorwaardelijke vergoeding van een overnemende partij bij een bedrijfscombinatie waarop IFRS 3 Bedrijfscombinaties van toepassing is. Een dergelijke voorwaardelijke vergoeding wordt vervolgens tegen reële waarde gewaardeerd.

Beleggingen in eigenvermogensinstrumenten

5.7.5

Bij de eerste opname kan een entiteit de onherroepelijke keuze maken latere veranderingen in de reële waarde van een belegging in een eigenvermogensinstrument dat binnen het toepassingsgebied van deze IFRS valt en dat niet voor handelsdoeleinden aangehouden wordt, en evenmin een voorwaardelijke vergoeding is van een overnemende partij bij een bedrijfscombinatie waarop IFRS 3 van toepassing is, in de niet-gerealiseerde resultaten te presenteren.

7.1   INGANGSDATUM

7.1.4

De alinea's 4.2.1 en 5.7.5 zijn gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012 als gevolg van een wijziging die daardoor in IFRS 3 is aangebracht. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op bedrijfscombinaties waarop de wijziging in IFRS 3 van toepassing is.

Wijziging in IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa

Alinea 5 wordt gewijzigd en alinea 99 wordt toegevoegd.

TOEPASSINGSGEBIED

5

Indien een andere standaard een specifiek type van voorziening, voorwaardelijke verplichting of voorwaardelijk actief behandelt, past een entiteit die andere standaard toe in plaats van de onderhavige standaard. Zo worden sommige typen voorzieningen behandeld in standaarden die handelen over:

(a)

(d)

personeelsbeloningen (zie IAS 19 Personeelsbeloningen);

(e)

verzekeringscontracten (zie IFRS 4 Verzekeringscontracten). Deze standaard geldt echter voor de voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa van een verzekeraar, met uitzondering van de voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa die voortvloeien uit de contractuele verplichtingen en rechten van de verzekeraar uit hoofde van verzekeringscontracten die binnen het toepassingsgebied van IFRS 4 vallen; en

(f)

een voorwaardelijke vergoeding van een overnemende partij bij een bedrijfscombinatie (zie IFRS 3 Bedrijfscombinaties).

INGANGSDATUM

99

Alinea 5 is gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012 als gevolg van een wijziging die daardoor in IFRS 3 is aangebracht. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op bedrijfscombinaties waarop de wijziging in IFRS 3 van toepassing is.

Wijziging in IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering  (2)

Alinea 9 wordt gewijzigd en alinea 108F wordt toegevoegd.

Definities

9

De volgende begrippen worden in deze standaard gebruikt met de hierna omschreven betekenis:

Definities van vier categorieën van financiële instrumenten

Een financieel actief of financiële verplichting tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening is een financieel actief dat, of een financiële verplichting die, aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

(a)

(aa)

het is een voorwaardelijke vergoeding van een overnemende partij bij een bedrijfscombinatie waarop IFRS 3 Bedrijfscombinaties van toepassing is;

(b)

INGANGSDATUM EN OVERGANG

108F

Alinea 9 is gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012 als gevolg van een wijziging die daardoor in IFRS 3 is aangebracht. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op bedrijfscombinaties waarop de wijziging in IFRS 3 van toepassing is.

Wijzigingen in IFRS 8 Operationele segmenten

De alinea's 22 en 28 worden gewijzigd en alinea 36C wordt toegevoegd.

Algemene informatie

22

Een entiteit moet de volgende algemene informatie verschaffen:

(a)

gehanteerde factoren om de te rapporteren segmenten van de entiteit te identificeren, met inbegrip van de organisatiebasis (bijvoorbeeld of het management ervoor heeft geopteerd de entiteit te organiseren op basis van verschillen in producten en diensten, geografische gebieden, toepasselijke regelgeving, dan wel een combinatie van factoren, en of operationele segmenten zijn geaggregeerd);

(aa)

de oordelen van het management bij de toepassing van de in alinea 12 opgesomde criteria voor samenvoeging. Hierbij wordt een korte beschrijving gegeven van de operationele segmenten die op deze wijze zijn samengevoegd en van de economische indicatoren die zijn getoetst bij het bepalen of de samengevoegde operationele segmenten vergelijkbare economische kenmerken gemeen hebben; en

(b)

soorten producten en diensten waarvan de opbrengsten van elk te rapporteren segment afkomstig zijn.

Aansluitingen

28

Een entiteit moet aansluitingen vermelden tussen:

(a)

(c)

het totaal van de activa van de te rapporteren segmenten en de activa van de entiteit indien de activa van de segmenten overeenkomstig alinea 23 worden gerapporteerd;

(d)

OVERGANG EN INGANGSDATUM

36C

De alinea's 22 en 28 zijn gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 juli 2014 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijzigingen op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

Wijziging in IAS 16 Materiële vaste activa

Alinea 35 wordt gewijzigd en de alinea's 80A en 81H worden toegevoegd.

Herwaarderingsmodel

35

Wanneer een materieel vast actief wordt geherwaardeerd, wordt de boekwaarde van dat actief aan de geherwaardeerde waarde aangepast. Op de datum van de herwaardering wordt het actief op een van de volgende wijzen verwerkt:

(a)

de brutoboekwaarde wordt aangepast op een wijze die overeenstemt met de herwaardering van de boekwaarde van het actief. Zo kan de brutoboekwaarde op basis van waarneembare marktgegevens, dan wel evenredig aan de wijziging van de boekwaarde worden aangepast. De geaccumuleerde afschrijving op de datum van de herwaardering wordt zodanig aangepast dat zij gelijk is aan het verschil tussen de brutoboekwaarde en de boekwaarde van het actief na inaanmerkingneming van geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen; of

(b)

de geaccumuleerde afschrijving wordt geëlimineerd tegen de brutoboekwaarde van het actief.

Het bedrag van de aanpassing van de geaccumuleerde afschrijving maakt deel uit van de verhoging of verlaging van de boekwaarde die administratief wordt verwerkt in overeenstemming met de alinea's 39 en 40.

OVERGANGSBEPALINGEN

80A

Alinea 35 is gewijzigd door Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op alle herwaarderingen die zijn opgenomen in jaarperioden die op of na de datum van eerste toepassing van deze wijziging aanvangen en in de jaarperiode die daar onmiddellijk aan voorafgaat. Een entiteit mag ook aangepaste vergelijkende informatie voor eerdere perioden presenteren, maar is daartoe niet verplicht. Als een entiteit niet-aangepaste vergelijkende informatie voor eerdere perioden presenteert, moet zij duidelijk aangeven welke informatie niet is aangepast, vermelden dat deze op basis van een andere grondslag is gepresenteerd, en deze grondslag toelichten.

INGANGSDATUM

81H

Alinea 35 is gewijzigd en alinea 80A is toegevoegd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 juli 2014 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

Wijziging in IAS 24 Informatieverschaffing over verbonden partijen

Alinea 9 wordt gewijzigd en de alinea's 17A, 18A en 28C worden toegevoegd.

DEFINITIES

9

De volgende begrippen worden in deze standaard gebruikt met de hierna omschreven betekenis:

Een verbonden partij is een natuurlijke persoon of entiteit die verbonden is met de entiteit die haar jaarrekening opstelt (in deze standaard de „verslaggevende entiteit” genoemd).

(a)

(b)

Een entiteit is met een verslaggevende entiteit verbonden indien zich één van de volgende situaties voordoet:

(i)

(viii)

De entiteit, of een lid van een groep waarvan zij deel uitmaakt, verleent met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten aan de verslaggevende entiteit of aan de moedermaatschappij van de verslaggevende entiteit.

Alle entiteiten

17A

Als een entiteit met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten van een andere entiteit (de „managemententiteit”) ontvangt, is de betrokken entiteit niet verplicht de vereisten in alinea 17 toe te passen op de door de managemententiteit aan het personeel of de bestuurders van de managemententiteit betaalde of te betalen vergoeding.

18

18A

Door de entiteit gemaakte kosten met betrekking tot met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten die door een afzonderlijke managemententiteit zijn verleend, moeten worden vermeld.

INGANGSDATUM EN OVERGANG

28C

Alinea 9 is gewijzigd en de alinea's 17A en 18A zijn toegevoegd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 juli 2014 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

Wijziging in IAS 38 Immateriële activa

Alinea 80 wordt gewijzigd en de alinea's 130H en 130I worden toegevoegd.

Herwaarderingsmodel

80

Wanneer een immaterieel actief wordt geherwaardeerd, wordt de boekwaarde van dat actief aan de geherwaardeerde waarde aangepast. Op de datum van de herwaardering wordt het actief op een van de volgende wijzen verwerkt:

(a)

de brutoboekwaarde wordt aangepast op een wijze die overeenstemt met de herwaardering van de boekwaarde van het actief. Zo kan de brutoboekwaarde op basis van waarneembare marktgegevens, dan wel evenredig aan de wijziging van de boekwaarde worden aangepast. De geaccumuleerde afschrijving op de datum van de herwaardering wordt zodanig aangepast dat zij gelijk is aan het verschil tussen de brutoboekwaarde en de boekwaarde van het actief na inaanmerkingneming van geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen; of

(b)

de geaccumuleerde afschrijving wordt geëlimineerd tegen de brutoboekwaarde van het actief.

Het bedrag van de aanpassing van de geaccumuleerde afschrijving maakt deel uit van de verhoging of verlaging van de boekwaarde die administratief wordt verwerkt in overeenstemming met de alinea's 85 en 86.

OVERGANGSBEPALINGEN EN INGANGSDATUM

130H

Alinea 80 is gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 juli 2014 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

130I

Een entiteit moet de door de Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010–2012 aangebrachte wijziging toepassen op alle herwaarderingen die zijn opgenomen in jaarperioden die op of na de datum van eerste toepassing van deze wijziging aanvangen en in de jaarperiode die daar onmiddellijk aan voorafgaat. Een entiteit mag ook aangepaste vergelijkende informatie voor eerdere perioden presenteren, maar is daartoe niet verplicht. Als een entiteit niet-aangepaste vergelijkende informatie voor eerdere perioden presenteert, moet zij duidelijk aangeven welke informatie niet is aangepast, vermelden dat deze op basis van een andere grondslag is gepresenteerd, en deze grondslag toelichten.


(1)  „Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van het recht van reproductie voor persoonlijk of ander eerlijk gebruik. Nadere inlichtingen te verkrijgen bij de IASB op het volgende adres: www.iasb.org”

(2)  De „definities van vier categorieën financiële instrumenten” in alinea 9 van IAS 39 zijn verwijderd door IFRS 9 Financiële instrumenten (uitgegeven in oktober 2010) en IFRS 9 Financiële instrumenten (Hedge accounting en wijzigingen in IFRS 9, IFRS 7 en IAS 39) (uitgegeven in november 2013).


Top