EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D1084

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1084 van de Commissie van 18 februari 2015 tot goedkeuring namens de Europese Unie van bepaalde wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 797) (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 175, 4.7.2015, p. 45–123 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2015/1084/oj

4.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 175/45


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/1084 VAN DE COMMISSIE

van 18 februari 2015

tot goedkeuring namens de Europese Unie van bepaalde wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 797)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 97/132/EG van de Raad van 17 december 1996 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (1), en met name artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten („de overeenkomst”) biedt de mogelijkheid sanitaire maatregelen als gelijkwaardig te erkennen wanneer de uitvoerende partij op objectieve wijze heeft aangetoond dat de maatregelen het door de invoerende partij („de partijen”) vastgestelde adequate niveau van bescherming bieden.

(2)

De overeenkomst werd naar behoren goedgekeurd bij Besluit 97/132/EG, waarin ook is bepaald dat wijzigingen in de bijlagen bij deze overeenkomst die het gevolg zijn van aanbevelingen van het Gezamenlijk Comité van beheer, dienen te worden aangenomen volgens de in Richtlijn 72/462/EEG van de Raad (2) bepaalde procedure. Richtlijn 72/462/EEG is ingetrokken bij Richtlijn 2004/68/EG van de Raad (3). In overweging 10 van Richtlijn 2004/68/EG is bepaald dat de gezondheidsvoorschriften en officiële controles die krachtens Richtlijn 72/462/EEG van toepassing zijn op vlees en vleesproducten, zijn vervangen door Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad (4). In dezelfde overweging is ook vastgesteld dat de overige bepalingen van Richtlijn 72/462/EEG zijn vervangen door Richtlijn 2002/99/EG (5) van de Raad en Richtlijn 2004/68/EG.

(3)

Nieuw-Zeeland heeft in 2010 bepaalde bevoegdheden onder zijn instellingen herverdeeld en sindsdien is het Ministerie voor Primaire Sectoren de nieuwe bevoegde autoriteit. De Unie stelde een kleine wijziging in de omschrijving van de rollen van de lidstaten en de Commissie voor. De partijen bevalen aan deze wijzigingen in te voeren door bijlage II bij de overeenkomst bij te werken.

(4)

De partijen bevalen aan de omschrijvingen van de verschillende gelijkwaardigheidsstatussen te wijzigen, met name de „ja-1”-status in het glossarium in bijlage V bij de overeenkomst, waarin wordt verwezen naar het model voor de gezondheidsverklaring in afdeling 1, onder a), van bijlage VII inzake certificering. De partijen wensten ook een rechtsgrondslag voor de Unie vast te leggen voor het gebruik van het geïntegreerde elektronische systeem van de Unie als vastgesteld in Beschikking 2003/24/EG van de Commissie (6) („Traces”) voor het registreren van invoercertificaten voor „ja-1”-producten uit Nieuw-Zeeland. Dankzij dit systeem zullen certificaten sneller kunnen worden bijgewerkt en zal meer elektronische certificering kunnen worden toegepast. De partijen bevalen ook aan definities op te nemen voor Traces en het elektronische systeem van Nieuw-Zeeland (E-cert) en de namen van bepaalde dierziekten in het glossarium van bijlage V bij de overeenkomst bij te werken.

(5)

Nieuw-Zeeland voerde een nieuwe risicobeoordeling uit voor de invoer van sperma en embryo's van runderen. Op basis hiervan wordt de epizoötische hemorragische ziekte niet langer beschouwd als een belangrijke ziekte voor sperma van runderen en heeft Nieuw-Zeeland zijn invoervoorwaarden opgeheven. Daarnaast heeft Nieuw-Zeeland de voorwaarden voor Q-koorts en boviene virusdiarree (type II) herzien. Om deze redenen bevalen de partijen een wijziging aan van afdeling 1, hoofdstuk 1 („Sperma”) en hoofdstuk 2 („Embryo's”) en van afdeling 5, hoofdstuk 28 („Diverse certificeringsvoorschriften”) van bijlage V bij de overeenkomst. Daarnaast bevalen de partijen aan om in afdeling 1, hoofdstuk 1 („Sperma”) de vorige „maatregelen” voor uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de Unie te schrappen en een nieuwe „maatregel” in te voeren, op basis waarvan de Unie moet evalueren of het testen van sperma op infectueuze boviene rhinotracheïtis (IBR) met de testmethode die gebaseerd is op polymerasekettingreactie (PCR), als goedgekeurd door de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE), een gelijkwaardige waarborg biedt dat het sperma IBR-vrij is. Om deze redenen is het passend de bijzondere voorwaarden in afdeling 1, hoofdstukken 1 en 2, en de betreffende certificeringsvoorschriften in afdeling 5, hoofdstuk 28, van bijlage V bij de overeenkomst te wijzigen.

(6)

Met betrekking tot levende bijen heeft de Unie nieuwe wetgeving aangenomen betreffende de opname in een lijst van lidstaten en regio's die vrij zijn van varroase bij bijen en waarvoor handelsbeperkingen gelden. Deze gelden ook voor invoer uit Nieuw-Zeeland, aangezien dit land niet vrij is van die ziekte. De partijen bevalen aan om in afdeling 1, hoofdstuk 3 („Levende dieren”), van bijlage V bij de overeenkomst voor levende bijen en hommels, inclusief „kiemplasma van bijen/hommels”, onder de bijzondere voorwaarden, een beperking toe te voegen voor uitvoer naar de lidstaten en regio's die zijn opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU van de Commissie (7). De Unie heeft ook haar invoervoorwaarden voor Amerikaans vuilbroed gewijzigd bij Besluit 2010/270/EU van de Commissie (8). De partijen bevalen bijgevolg aan om afdeling 5, hoofdstuk 28 („Diverse certificeringsvoorschriften”), van bijlage V bij de overeenkomst te wijzigen.

(7)

Om redenen van samenhang met afdeling 2, hoofdstuk 4.B („Vers vlees van pluimvee”), van bijlage V bij de overeenkomst, kwamen de partijen overeen om de titel van afdeling 2 van bijlage V bij de overeenkomst te wijzigen door het woord „vers” in te voegen vóór „vlees van pluimvee”.

(8)

Nieuw-Zeeland voerde een risicobeoordeling uit voor abortus blauw en wijzigde zijn invoervoorwaarden voor varkensvlees. De partijen bevalen daarom aan om abortus blauw toe te voegen aan de bijzondere voorwaarden van afdeling 2, hoofdstuk 4.A („Vers vlees”), van bijlage V bij de overeenkomst, inzake diergezondheid en varkens voor uitvoer uit de Unie naar Nieuw-Zeeland, en om de betreffende verklaringen in afdeling 5, hoofdstuk 28, van bijlage V bij de overeenkomst vast te stellen.

(9)

Nieuw-Zeeland heeft in 2010 zijn verpakkingsvoorschriften voor de vleessector herzien. De Unie evalueerde deze nieuwe voorschriften en stelde vast dat ze gelijkwaardig zijn aan die van de Unie. De partijen kwamen daarom overeen om de gelijkwaardigheid te behouden en bijlage V bij de overeenkomst niet te wijzigen.

(10)

Nieuw-Zeeland heeft in 2012 zijn vleesinspectiesysteem voor runderen, schapen en geiten herzien. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de overheveling van de kwaliteitscontrole van vlees naar de exploitant van het levensmiddelenbedrijf, terwijl de bevoegde autoriteit het algemene toezicht behoudt. De Unie evalueerde deze nieuwe voorschriften en stelde vast dat ze gelijkwaardig zijn aan die van de Unie. De partijen kwamen daarom overeen om de gelijkwaardigheid te behouden en bijlage V bij de overeenkomst niet te wijzigen.

(11)

Nieuw-Zeeland voerde een wetenschappelijke risicobeoordeling van rauwemelkproducten uit en stelde invoereisen en wettelijke mechanismen vast om de gelijkwaardigheid voor niet-gepasteuriseerde melkproducten (met uitzondering van rauwe melk) te erkennen. De Unie bestudeerde die beoordeling en beide partijen kwamen in 2010 tot de conclusie dat een erkenning van wederzijdse gelijkwaardigheid voor deze producten diende te worden aanbevolen. Om redenen van samenhang en vereenvoudiging, bevalen de partijen aan om in afdeling 3, hoofdstuk 8 („Melk en melkproducten (voor menselijke consumptie)”), van bijlage V bij de overeenkomst, de subtypes „Zachte kazen van rauwe melk” en „Harde kazen van rauwe melk (type Parmesan)” te vervangen door een nieuw subtype „Niet-gepasteuriseerde melkproducten (met uitzondering van rauwe melk)” met als status „ja-1” zonder bijzondere voorwaarden.

(12)

De Unie heeft haar voorschriften betreffende testmethoden voor het opsporen van mariene biotoxines in levende tweekleppige weekdieren bij Verordening (EU) nr. 15/2011 van de Commissie (9) herzien. Nieuw-Zeeland diende in de jaren 2003, 2006 en 2010 bij de Unie gelijkwaardigheidsdossiers in over zijn testmethoden en goedkeuringscriteria voor biotoxines. Na evaluatie stelden de partijen vast dat beide systemen gelijkwaardig zijn en dat bijlage V bij de overeenkomst niet hoeft te worden gewijzigd.

(13)

De Unie voerde een grondige herziening uit van haar wetgeving inzake dierlijke bijproducten. Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad (10) werd ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (11) en Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (12). De partijen concludeerden op basis van een beoordeling inzake het behoud van de gelijkwaardigheid dat de nieuwe wetgeving van de Unie geen gevolgen heeft voor de gelijkwaardigheidsstatus voor dierlijke bijproducten voor de uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de Unie, alsook uit de Unie naar Nieuw-Zeeland uit hoofde van de overeenkomst, en dat bijlage V bij de overeenkomst niet hoeft te worden gewijzigd.

(14)

Met betrekking tot de wijziging van Verordening (EG) nr. 1774/2002 door Verordening (EG) nr. 668/2004 (13) van de Commissie waarbij smaakgevende ingewanden en vetderivaten als een afzonderlijk product worden toegevoegd, bevalen de partijen aan smaakgevende ingewanden toe te voegen in de productencategorie „Voeder voor gezelschapsdieren (inclusief bereid voeder) dat alleen categorie 3-materiaal bevat” in afdeling 4, hoofdstuk 21 van bijlage V bij de overeenkomst. De partijen bevalen aan voor dier- en volksgezondheid een „ja-3”-status vast te stellen voor uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de Unie en een NE-status voor uitvoer van de Unie naar Nieuw-Zeeland.

(15)

De partijen bevalen aan om de titel van afdeling 5, hoofdstuk 27, van bijlage V bij de overeenkomst te wijzigen van „Definities” naar „Horizontale kwesties” en alle onderdelen van dat hoofdstuk te schrappen.

(16)

Het onderdeel „Certificeringssystemen” van afdeling 5, hoofdstuk 27, van bijlage V bij de overeenkomst verduidelijkt voor welke productsoorten de certificeringssystemen gelijkwaardig zijn. De partijen bevalen aan deze verduidelijking over de productsoorten ongewijzigd te verplaatsen van de kolom „Bijzondere voorwaarden” naar de kolom „Gelijkwaardigheid” van dat onderdeel.

(17)

De partijen bevalen aan in afdeling 5, hoofdstuk 27, van bijlage V bij de overeenkomst een onderdeel in te voegen over de wederuitvoer van ingevoerde producten die afkomstig zijn uit een derde land en van inrichtingen die erkend zijn om het product uit te voeren naar zowel de Unie als Nieuw-Zeeland. Deze bepaling is momenteel opgenomen in bijlage VII bij Beschikking 2003/56/EG van de Commissie (14).

(18)

De partijen concludeerden op basis van een beoordeling dat, voor de producten met een „ja-1”-gelijkwaardigheid, de microbiologische monitoring- en testsystemen van beide partijen voor visserij en zuivelproducten gelijkwaardig waren, hoewel zij erkenden dat er verschillen in de microbiologische criteria mogelijk zijn. De uitvoerende ondernemer is verantwoordelijk voor het naleven van de specifieke voedselveiligheidscriteria van de invoerende partij. De partijen bevalen aan om in afdeling 5, hoofdstuk 27, van bijlage V bij de overeenkomst een onderdeel op te nemen met bepalingen over microbiologische monitoring- en testsystemen. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op de vleessector en zijn gebaseerd op de gelijkwaardigheidsstatus die de partijen in het verleden zijn overeengekomen.

(19)

De partijen concludeerden op basis van een evaluatie dat de systemen van beide partijen voor het opnemen in een lijst van inrichtingen gelijkwaardig zijn. De partijen bevalen bijgevolg aan om in afdeling 5, hoofdstuk 27, van bijlage V bij de overeenkomst een onderdeel vast te stellen met bepalingen over een vereenvoudigde procedure voor het opnemen in een lijst van Nieuw-Zeelandse inrichtingen die dierlijke producten voor uitvoer naar de Unie produceren. Dit geldt voor producten waarvoor de gelijkwaardigheid ten aanzien van volksgezondheid is vastgesteld.

(20)

De Unie wijzigde haar invoervoorwaarden inzake boviene spongiforme encefalopathie (BSE) in Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad (15). De partijen bevalen aan om deze wijzigingen in te voeren door afdeling 5, hoofdstuk 28 („Diverse certificeringsvoorschriften”), van bijlage V bij de overeenkomst bij te werken.

(21)

In plaats van de lidstaten en regio's die vrij zijn van IBR en die over de goedgekeurde controleprogramma's beschikken in een lijst op te nemen in afdeling 5, hoofdstuk 28, van bijlage V bij de overeenkomst, bevalen de partijen aan in hoofdstuk 28 een verwijzing op te nemen naar Beschikking 2004/558/EG van de Commissie (16), waarin deze lidstaten en regio's worden erkend en in een lijst worden opgenomen.

(22)

In plaats van de lidstaten en regio's die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky en die over de goedgekeurde controleprogramma's beschikken in een lijst op te nemen in afdeling 5, hoofdstuk 28, van bijlage V bij de overeenkomst, bevalen de partijen aan in hoofdstuk 28 een verwijzing op te nemen naar Beschikking 2008/185/EG van de Commissie (17), waarin deze lidstaten en regio's worden erkend en in een lijst worden opgenomen.

(23)

De partijen bevalen aan om een certificeringsverklaring toe te voegen in afdeling 5, hoofdstuk 28, van bijlage V bij de overeenkomst voor de klassieke varkenspest (KVP) voor producten van wilde varkens die uit de Unie naar Nieuw-Zeeland worden uitgevoerd.

(24)

Om redenen van samenhang met afdeling 5, hoofdstuk 28, van bijlage V bij de overeenkomst, bevalen de partijen aan om de term „verklaring” te gebruiken in de tabel van hoofdstuk 29 („Onderling overeengekomen ziektebestrijdingsmaatregelen”) in die bijlage.

(25)

De partijen bevalen aan afdeling 5, hoofdstuk 29, van bijlage V bij de overeenkomst op te delen in twee onderdelen, namelijk „29.A. Onderling overeengekomen ziektestatus voor specifieke ziekten”, bestaande uit het huidige hoofdstuk 29, en een nieuw onderdeel „29.B. Onderling overeengekomen ziektebestrijdingsmaatregelen in het geval van uitbraak van een specifieke ziekte”.

(26)

Met betrekking tot artikel 6 („Aanpassing aan regionale omstandigheden”) van de overeenkomst bevalen de partijen aan om in afdeling 5, onderdeel 29.B, van bijlage V bij de overeenkomst de gemeenschappelijke handelsvoorwaarden op te nemen voor bepaalde dierlijke producten in het geval van uitbraak van een specifieke ziekte op het grondgebied van een van de partijen.

(27)

Om de certificering in bijlage VII bij de overeenkomst te vereenvoudigen en gemakkelijker te kunnen overschakelen op elektronische certificering, bevalen de partijen aan om afdeling 1 van die bijlage te wijzigen, met name door de mogelijkheid in te stellen het aantal modelcertificaten te verminderen door het aantal vereiste verklaringen zo veel mogelijk te beperken. Bovendien bevalen de partijen aan om de invoerende partij te laten beslissen of de verwijzingen naar de betreffende wetteksten van de uitvoerende partij, waarin in bijlage V bij de overeenkomst is voorzien, dienen te worden opgenomen.

(28)

De partijen verduidelijkten dat het model van de gezondheidsverklaring, als bepaald in afdeling 1 van bijlage VII bij de overeenkomst, mag worden gebruikt wanneer een levend dier of een product alleen een „ja-1”-gelijkwaardigheid heeft voor volksgezondheid of diergezondheid, zonder dat er gelijkwaardigheid voor certificering hoeft te zijn. De partijen bevalen bijgevolg wijzigingen in afdeling 1 van die bijlage aan, met inbegrip van wijzigingen in de bepaling inzake de modelverklaring die moet worden gebruikt op certificaten die na de datum van vertrek zijn afgegeven, zodat het gebruik ervan is beperkt tot levende dieren en producten waarvoor de gelijkwaardigheid van certificeringssystemen werd vastgesteld in afdeling 5, hoofdstuk 27, van bijlage V bij de overeenkomst.

(29)

De partijen bevalen aan om in afdeling 1 van bijlage VII de rechtsbasis vast te leggen voor bepaalde optionele aanvullende bepalingen, als bepaald in bijlage V bij de overeenkomst, die op het certificaat dienen te worden vermeld. Deze wijziging heeft betrekking op de aanvullende verklaringen die zijn beschreven in afdeling 5, hoofdstuk 28, van die bijlage en, voor uitvoer uit de Unie naar Nieuw-Zeeland, de aanvullende verklaring „het dierlijke product komt in aanmerking voor onbeperkt handelsverkeer binnen de Unie”.

(30)

Om certificering overeenkomstig afdeling 2 van bijlage VII bij de overeenkomst te vereenvoudigen en de overgang naar elektronische certificering te vergemakkelijken, bevalen de partijen aan om de verplichte vermelding op de certificaten van toelichting voor het invullen van het certificaat te schrappen en niet langer te verplichten verklaringen op te nemen die niet relevant zijn voor de zending. Bovendien bevalen de partijen aan kleine wijzigingen van de opmaak van het modelcertificaat toe te laten.

(31)

Beide partijen hebben elektronische certificeringssystemen ontworpen, alsook een link voor gegevensoverdracht tussen het E-certsysteem van Nieuw-Zeeland en het Traces-systeem van de Unie, waardoor Nieuw-Zeelandse producten die naar de Unie worden uitgevoerd, elektronisch kunnen worden gecertificeerd. Aangezien die elektronische certificering gelijkwaardige waarborgen biedt als papieren certificering, bevalen de partijen aan bijlage VII bij de overeenkomst te wijzigen om een wettelijk mechanisme in te stellen op basis waarvan het is toegestaan uitsluitend elektronische certificering te gebruiken.

(32)

De partijen hebben een nieuwe evaluatie uitgevoerd van de grenscontroles van levende dieren en dierlijke producten als bepaald in afdeling A van bijlage VIII bij de overeenkomst. De partijen bevalen aan het niveau van identiteitscontroles vast te stellen op 100 % en de partijen zelf te laten kiezen wanneer zij dit percentage toepassen. De partijen bevalen ook aan een rechtsgrondslag vast te stellen voor het delegeren van grenscontroleactiviteiten aan een verantwoordelijke persoon of agentschap. Op basis van de uitstekende prestaties en de hoge betrouwbaarheid van de bilaterale handel, bevalen de partijen aan het frequentiepercentage van materiële controles van dierlijke producten voor menselijke consumptie te verlagen van 2 % naar 1 %. De partijen verduidelijkten ook dat levende dieren voor menselijke consumptie met betrekking tot de testfrequentie van materiële controles betreft tot dezelfde categorie behoren als dierlijke producten voor menselijke consumptie en bevalen dan ook aan „Levende dieren” toe te voegen vóór „dierlijke producten voor menselijke consumptie” in hoofdstuk 2 („Materiële controles”), waarvan de titel wordt gewijzigd in „Materiële controles (zowel willekeurig als doelgericht)”, van afdeling A van die bijlage.

(33)

Na een nieuwe evaluatie van de retributies voor grenscontroles bevalen de partijen aan om deze retributies in afdeling B van bijlage VIII bij de overeenkomst bij te werken. Voor de uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de Unie, bevalen de partijen aan de retributies voor keuringen en controles toe te passen overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (18), maar deze te verminderen met 22,5 %. Dit verminderingspercentage is berekend op basis van de veronderstellingen dat de verhouding van de materiële controles voor invoer uit Nieuw-Zeeland ten opzichte van de normale materiële controles die voor invoer uit andere derde landen worden uitgevoerd, slechts 10 % is en dat de kosten voor de materiële controles 25 % van de totale retributiekosten bedragen. Voor de uitvoer uit de Unie naar Nieuw-Zeeland is er een verschil tussen zendingen waarvoor documentaire en identiteitscontroles worden uitgevoerd en zendingen waarvoor aanvullende materiële controles worden uitgevoerd. Er is ook een inflatiecorrectie vastgesteld voor de retributies voor keuringen en controles van Nieuw-Zeeland.

(34)

Als gevolg van wijzigingen in de wetten van beide partijen, zijn de verwijzingen naar de wetgevingen in de bijlagen niet meer actueel. Beide partijen bevalen daarom aan de verwijzingen naar de wetgevingen van de Unie en Nieuw-Zeeland in deze bijlagen bij te werken.

(35)

Het Gezamenlijk Comité van beheer beval tijdens de vergaderingen en telefonische vergaderingen op 30 en 31 maart 2009, 24 juni 2010, 24 maart 2011, 29 en 30 mei 2012 en 12 december 2013 aan deze voorgestelde wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de overeenkomst aan te brengen.

(36)

Als gevolg van die aanbevelingen is het dienstig de desbetreffende bepalingen van de bijlagen II, V, VII en VIII bij de overeenkomst te wijzigen.

(37)

Krachtens artikel 16 van de overeenkomst moeten wijzigingen aan de bijlagen gezamenlijk worden aangenomen, hetgeen per briefwisseling tussen de partijen kan worden gedaan.

(38)

Bijgevolg moeten de aanbevolen wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de overeenkomst namens de Unie worden goedgekeurd.

(39)

Goedgekeurde wijzigingen moeten uit hoofde van artikel 18, lid 3, van de overeenkomst in werking treden op de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop de partijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat de respectieve interne procedures voor de goedkeuring van de wijzigingen zijn voltooid.

(40)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Overeenkomstig de aanbevelingen van het Gezamenlijk Comité van beheer, dat is opgericht bij artikel 16 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen bij de handel in levende dieren en dierlijke producten, worden de wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de overeenkomst namens de Europese Unie goedgekeurd.

De tekst van de briefwisseling tot vaststelling van een regeling met Nieuw-Zeeland, met inbegrip van de wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de overeenkomst, is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De directeur-generaal van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid wordt gemachtigd om de brief namens de Europese Unie te ondertekenen, teneinde de Europese Unie te binden.

Artikel 3

De gewijzigde regeling in de vorm van een briefwisseling, evenals de datum van de inwerkingtreding ervan, wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2015.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 57 van 26.2.1997, blz. 4.

(2)  Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen (PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28).

(3)  Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 321).

(4)  Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206).

(5)  Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11).

(6)  Beschikking 2003/24/EG van de Commissie van 30 december 2002 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 44).

(7)  Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU van de Commissie van 11 oktober 2013 tot erkenning van delen van de Unie als zijnde vrij van varroase bij bijen en tot vaststelling van aanvullende garanties die bij de handel binnen en de invoer naar de EU nodig zijn om hun varroasevrije toestand te kunnen behouden (PB L 273 van 15.10.2013, blz. 38).

(8)  Besluit 2010/270/EU van de Commissie van 6 mei 2010 tot wijziging van de delen 1 en 2 van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG van de Raad, wat betreft de modellen van gezondheidscertificaten voor dieren van bedrijven en voor bijen en hommels (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 56).

(9)  Verordening (EU) nr. 15/2011 van de Commissie van 10 januari 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 wat betreft erkende testmethoden voor de detectie van mariene biotoxines in levende tweekleppige weekdieren (PB L 6 van 11.1.2011, blz. 3).

(10)  Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1).

(11)  Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).

(12)  Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).

(13)  Verordening (EG) nr. 668/2004 van de Commissie van 10 maart 2004 tot wijziging van een aantal bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van dierlijke bijproducten uit derde landen (PB L 112 van 19.4.2004, blz. 1).

(14)  Beschikking 2003/56/EG van de Commissie van 24 januari 2003 tot vaststelling van gezondheidscertificaten voor de invoer van levende dieren en dierlijke producten uit Nieuw-Zeeland (PB L 22 van 25.1.2003, blz. 38).

(15)  Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).

(16)  Beschikking 2004/558/EG van de Commissie van 15 juli 2004 tot uitvoering van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad voor wat betreft aanvullende garanties voor het intracommunautaire handelsverkeer in runderen ten aanzien van infectieuze boviene rhinotracheïtis en de goedkeuring van de door sommige lidstaten ingediende uitroeiingsprogramma's (PB L 249 van 23.7.2004, blz. 20).

(17)  Beschikking 2008/185/EG van de Commissie van 21 februari 2008 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens (PB L 59 van 4.3.2008, blz. 19).

(18)  Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).


BIJLAGE

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING

tot vaststelling van een regeling met Nieuw-Zeeland betreffende de wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten van 17 december 1996

23 maart 2015

Geachte mevrouw Roche,

Onder verwijzing naar artikel 16, lid 2, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten van 17 december 1996, heb ik de eer de volgende wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de overeenkomst voor te stellen.

Zoals aanbevolen door het Gezamenlijk Comité van beheer, opgericht krachtens artikel 16, lid 1, van de overeenkomst, wordt de tekst van de bijlagen II, V, VII en VIII vervangen door de respectieve teksten van de hierbij gevoegde bijlagen II, V, VII en VIII.

Ik moge u verzoeken mij te bevestigen dat Nieuw-Zeeland instemt met deze wijzigingen in de bijlagen bij de overeenkomst.

Onder verwijzing naar artikel 18, lid 3, van de Overeenkomst heb ik eveneens het genoegen u mede te delen dat de interne procedure van de Europese Unie voor de goedkeuring van de wijzigingen is voltooid.

Met de meeste hoogachting,

Voor de Europese Unie

Ladislav MIKO

31 maart 2015

Geachte heer Miko,

Ik heb de eer te verwijzen naar uw brief met gegevens inzake de voorgestelde wijzigingen in de bijlagen II, V, VII en VIII bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten van 17 december 1996.

Ik heb de eer u te bevestigen dat Nieuw-Zeeland instemt met de voorgestelde wijzigingen die zijn aanbevolen door het Gezamenlijk Comité van beheer dat is opgericht krachtens artikel 16, lid 1, van de overeenkomst, waarvan een kopie bij deze brief is gevoegd.

Onder verwijzing naar artikel 18, lid 3, van de Overeenkomst heb ik eveneens het genoegen u mede te delen dat de interne procedure van Nieuw-Zeeland voor de goedkeuring van de wijzigingen is voltooid.

Met de meeste hoogachting,

Voor de bevoegde autoriteit van Nieuw-Zeeland

Mevrouw Deborah ROCHE

Adjunct-directeur-generaal Beleid & Handel

BIJLAGE II

BEVOEGDE AUTORITEITEN

DEEL A

Nieuw-Zeeland

Het Ministerie voor Primaire Sectoren is bevoegd voor controles op sanitair en veterinair gebied.

Met betrekking tot de uitvoer naar de Europese Unie, is het Ministerie voor Primaire Sectoren bevoegd voor het vaststellen van sanitaire normen en voorschriften (d.w.z. op het gebied van voedselveiligheid) en zoösanitaire normen en voorschriften (d.w.z. op het gebied van diergezondheid), alsook voor het specificeren van gezondheidscertificaten betreffende de inachtneming van de overeengekomen normen en eisen.

Met betrekking tot de invoer in Nieuw-Zeeland, is het Ministerie voor Primaire Sectoren bevoegd voor het vaststellen van sanitaire normen en voorschriften (d.w.z. op het gebied van voedselveiligheid) en zoösanitaire normen en voorschriften (d.w.z. op het gebied van diergezondheid).

DEEL B

Europese Unie

De controle wordt gezamenlijk uitgevoerd door de nationale diensten van de lidstaten en door de Europese Commissie. Met name geldt het volgende:

met betrekking tot de uitvoer naar Nieuw-Zeeland zijn de lidstaten bevoegd voor de controle op de productieomstandigheden en de productievoorschriften, inclusief de voorgeschreven inspecties/audits en het afgeven van gezondheidscertificaten betreffende de inachtneming van de overeengekomen normen en eisen;

met betrekking tot de invoer in de Europese Unie, is de Europese Commissie bevoegd voor de algemene coördinatie, de inspecties/audits van de controleregelingen en de vereiste wetgevende maatregelen die een uniforme toepassing van de normen en voorschriften in de interne markt moeten garanderen.

BIJLAGE V

ERKENNING VAN SANITAIRE MAATREGELEN

Glossarium

Ja (1)

Gelijkwaardigheid erkend. Modelgezondheidsverklaringen in afdeling 1a) van bijlage VII gebruiken. De EU mag haar invoercertificaten voor levende dieren en dierlijke producten uit Nieuw-Zeeland met een „ja-1”-status in Traces registreren aan de hand van een door beide partijen overeengekomen model.

Ja (2)

Gelijkwaardigheid in beginsel erkend. Nog enkele problemen op te lossen. Modelgezondheidscertificaat of veterinaire documenten van de invoerende partij gebruiken.

Ja (3)

Gelijkwaardigheid in de vorm van inachtneming eisen invoerende partij. Modelgezondheidscertificaat of veterinaire documenten van de invoerende partij gebruiken.

NE

Niet geëvalueerd. Veterinair modelgezondheidscertificaat of veterinaire documenten van de invoerende partij gebruiken.

E

Evaluatie aan de gang. In behandeling. Modelgezondheidscertificaat of veterinaire documenten van de invoerende partij gebruiken.

[]

Besluit over dit onderwerp voor nabije toekomst gepland.

Neen

Geen gelijkwaardigheid en/of moet verder worden geëvalueerd. Handel alleen mogelijk als de uitvoerende partij voldoet aan de eisen van de invoerende partij.

N.v.t.

Niet van toepassing.

AVP

Afrikaanse varkenspest

BSE

Boviene spongiforme encefalopathie

BT

Blauwtong

C

Celsius

BBPP

Besmettelijke bovine pleuropneumonie

KVP

Klassieke varkenspest

EU/NZ

Europese Unie/Nieuw-Zeeland

E-cert

Elektronisch gegevensoverdrachtsysteem van Nieuw-Zeeland voor gezondheidscertificaten voor uitvoer.

EIA

Infectieuze anemie bij paarden

MKZ

Mond-en-klauwzeer

taksen

belasting op goederen en diensten

HPNAI

Hoogpathogene aangifteplichtige aviaire influenza

HTST

„High Temperature/Short Time” (hoge temperatuur/korte duur)

IBR

Infectieuze boviene rhinotracheïtis

LPNAI

Laagpathogene aangifteplichtige aviaire influenza

LSD

Nodulaire dermatose

min.

minu(u)t(en)

ND

Newcastle disease

Geen

Geen bijzondere voorwaarden

OIE

Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten

VDE

Verwerkte dierlijke eiwitten

PPR

„Peste des petits ruminants” (ziekte van kleine herkauwers)

PRRS

Abortus blauw

RND

Runderpest

VVZ

Vesiculaire varkensziekte

Traces

Elektronisch gegevensoverdrachtsysteem van de EU voor gezondheidscertificaten (voor uitvoer).

TSE

Overdraagbare spongiforme encefalopathie

UHT

Ultrahoge temperatuur

VS

Vesiculaire stomatitis


Afdeling 1

Kiemplasma en levende dieren

Product

Uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland (1)

Uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de EU

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Rg van EU

Rg van NZ

Rg van NZ

Rg van EU

 

1.   Sperma

Runderen

88/407/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Zie hoofdstuk 28:

Q-koorts

blauwtong

 

Animal Products Act 1999

88/407/EEG

2011/630/EU

E

IBR

zie hoofdstuk 28

De EU moet evalueren of het testen van sperma op IBR met de PCR-testmethode die door de OIE is goedgekeurd een gelijkwaardige waarborg biedt dat het sperma IBR-vrij is.

Schapen/geiten

92/65/EEG

2010/470/EU

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

2010/472/EU

NE

 

 

Varkens

90/429/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

90/429/EEG

2012/137/EU

NE

 

 

Herten

92/65/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

Neen

 

 

Paarden

92/65/EEG

2010/470/EU

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (3)

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

2004/211/EG

2010/471/EU

Ja (3)

 

 

Honden

92/65/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

NE

 

 

2.   Embryo's (met uitzondering van embryo's waarvan de zona pellucida is doorgeprikt)

Runderen

in vivo verkregen embryo's

89/556/EEG

Biosecurity Act 1993

Ja (1)

Zie hoofdstuk 28:

Q-koorts

boviene virusdiarree (type II)

 

Animal Products Act 1999

89/556/EEG

2006/168/EG

Ja (1)

 

 

in vitro verkregen embryo's

89/556/EEG

Biosecurity Act 1993

Ja (1)

Zie hoofdstuk 28:

Q-koorts

boviene virusdiarree (type II)

 

Animal Products Act 1999

 

Ja (3)

 

 

Schapen/geiten

92/65/EEG

2010/470/EU

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

2010/472/EU

NE

 

 

Varkens

92/65/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

NE

 

 

Herten

92/65/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

Neen

 

 

Paarden

92/65/EEG

2010/470/EU

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

2004/211/EG

2010/471/EU

Ja (3)

 

 

Pluimvee broedeieren

2009/158/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2009/158/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

Salmonella

zie hoofdstuk 28.

 

Loopvogels broedeieren

 

 

 

 

 

 

 

NE

 

 

3.   Levende dieren

Runderen

64/432/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001 en

 

(EU) nr. 206/2010

Ja (3)

IBR

zie hoofdstuk 28

 

Schapen/geiten

91/68/EEG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2004/212/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001 en

 

(EU) nr. 206/2010

Ja (3)

 

De EU moet nagaan of NZ vrij van scrapie is

Varkens

64/432/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EU) nr. 206/2010

Ja (3)

Ziekte van Aujeszky: zie hoofdstuk 28

 

Herten

2004/68/EG

92/65/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2004/68/EG

Verordening (EU) nr. 206/2010

Ja (3)

 

 

Paardachtigen

2009/156/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (3)

 

 

Animal Products Act 1999

92/260/EEG

93/195/EEG

93/196/EEG

93/197/EEG

2004/211/EG

2009/156/EG

2010/57/EU

Ja (3)

EIA

zie hoofdstuk 28

 

Honden, katten en fretten

Commercieel:

 

92/65/EEG

 

2013/519/EU

Niet-commercieel:

2003/803/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 998/2003

 

(EU) nr. 576/2013

 

(EU) nr. 577/2013

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (3)

Rabiës: zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

Commerciële invoer:

 

92/65/EEG

 

2011/874/EU

 

2013/519/EU

Niet-commercieel:

 

2011/874/EU

 

2013/519/EU

 

2013/520/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 998/2003

 

(EU) nr. 576/2013

 

(EU) nr. 577/2013

Ja (3)

Rabiës

zie hoofdstuk 28

 

Levend pluimvee

2009/158/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2009/159/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

Salmonella

zie hoofdstuk 28

 

Loopvogels

 

 

NE

 

 

 

 

NE

 

 

Levende bijen, levende hommels, inclusief kiemplasma van bijen/hommels

92/65/EEG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

92/65/EEG

2013/503/EU

Verordening (EU) nr. 206/2010

Ja (1)

Bijen/hommels

zie hoofdstuk 28

Geen handel van goederen naar de lidstaten of regio's die zijn opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU van de Commissie.

 


Afdeling 2

Vlees (met inbegrip van vers vlees, vlees van pluimvee, vlees van gekweekt wild en vlees van vrij wild), gehakt vlees, vleesbereidingen en vleesproducten voor menselijke consumptie

Product

Uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland

Uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de EU

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Rg van EU

Rg van NZ

Rg van NZ

Rg van EU

4.   Vlees

4.A.   

Vers vlees zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 853/2004. Met inbegrip van gehakt vlees en onverwerkt(e) (vers(e)) bloed/beenderen/vet voor menselijke consumptie.

Diergezondheid

Herkauwers

Paardachtigen

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001 en

 

(EU) nr. 206/2010

Ja (1)

 

 

Varkens

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EU) nr. 206/2010

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) (2) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) (2) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EU) nr. 206/2010

Ja (1)

Salmonella en BSE

zie hoofdstuk 28

Gehakt vlees moet ingevroren zijn.

 

4.B.   Vers vlees van pluimvee

Diergezondheid

pluimvee

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

kalkoenen

 

 

Ja (3)

 

 

 

 

NE

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

NE

 

 

4.C.   Vlees van gekweekt wild

Diergezondheid

Herten

Varkens

92/118/EEG1

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EU) nr. 206/2010

Ja (1)

 

 

Konijnen

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 119/2009

Ja (1)

 

 

Andere landzoogdieren

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 119/2009

Ja (1)

 

 

Vederwild

(met inbegrip van loopvogels)

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Landzoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 119/2009

Ja (1)

 

 

Vederwild

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordening

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Loopvogels

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

Ja (1)

 

 

4.D.   Vlees van vrij wild

Diergezondheid

Herten

Konijnen

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 119/2009 en

 

(EU) nr. 206/2010

Ja (1)

 

 

Varkens

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

KVP en abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 119/2009 en

 

(EU) nr. 206/2010

Ja (1)

 

 

Andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 119/2009

NE

 

 

Vederwild

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Niet-gedomesticeerde landzoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 119/2009

Ja (1)

Wilde leporidae met huid en ingewanden dienen gedurende maximaal 15 dagen voor de geplande datum van invoer op een temperatuur van +4 °C te worden bewaard.

 

Vederwild

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

NE

 

 

5.   Vleesbereidingen

5.A.   Vleesbereidingen op basis van vers vlees

Diergezondheid

Herkauwers

Varkens

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

Alleen ingevroren

BSE

zie hoofdstuk 28

 

5.B.   Vleesbereidingen op basis van vers vlees van pluimvee

Diergezondheid

Pluimvee

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Kalkoenen

 

 

Ja (3)

 

 

 

 

NE

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

Animal Products Act 1999

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

NE

Alleen ingevroren

 

5.C.   Vleesbereidingen op basis van vlees van gekweekt wild

Diergezondheid

Herten

Varkens

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EU) nr. 206/2010

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2000/572/EG

2002/99/EG

Verordening (EU) nr. 206/2010

Ja (1)

 

 

Konijnen

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2000/572/EG

2002/99/EG

Ja (1)

 

 

Loopvogels

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Vederwild

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Herten

Varkens

Konijnen

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

Alleen ingevroren

 

Vederwild

Loopvogels

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

Ja (1)

 

 

 

2000/572/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

NE

Ja (1)

 

 

5.D.   Vleesbereidingen op basis van vlees van vrij wild

Diergezondheid

Herten

Konijnen

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2002/99/EG

Ja (1)

 

 

Varkens

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

KVP en abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2002/99/EG

Ja (1)

 

 

Vederwild

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Neen

 

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Niet-gedomesticeerde landzoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2000/572/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

Alleen ingevroren

 

Vederwild

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

Ja (1)

 

 

 

2000/572/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

NE

 

 

6.   Vleesproducten

6.A.   Vleesproducten op basis van vers vlees

Diergezondheid

Herkauwers

Paarden

Varkens

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

6.B.   Vleesproducten op basis van vers vlees van pluimvee

Diergezondheid

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

NE

 

 

6.C.   Vleesproducten op basis van gekweekt wild

Diergezondheid

Varkens

Herten

Konijnen

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (1)

 

 

Loopvogels

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Ander vederwild

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Varkens

Herten

Konijnen

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Vederwild

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Loopvogels

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

Ja (1)

 

 

6.D.   Vleesproducten op basis van vrij wild

Diergezondheid

Vrij wild

Varkens

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

KVP en abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (1)

 

 

Herten

Konijnen

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (1)

 

 

Vederwild

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Vrij wild

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

NE

 

 


Afdeling 3

Andere producten voor menselijke consumptie

Product

Uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland1

Uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de EU

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Rg van EU

Rg van NZ

Rg van NZ

Rg van EU

7.   Producten voor menselijke consumptie

7.A.   Darmen van dieren

Diergezondheid

Runderen

Schapen

Geiten

Varkens

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2003/779/EG

2007/777/EG

477/2010/EU

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001 en

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

7.B.   Verwerkte beenderen en beenderproducten voor menselijke consumptie

Diergezondheid

Vers vlees:

Herkauwers

Paarden

Varkens

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Pluimvee

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (3)

 

 

Gekweekt wild

Varkens

Herten

92/118/EG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (1)

 

 

Vederwild

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (3)

 

 

Vrij wild

Herten

Varkens

92/118/EG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

KVP en abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EG

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

 

 

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Vers vlees:

Herkauwers

Paarden

Varkens

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Pluimvee

Vers vlees

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

2007/777/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

NE

 

 

Gekweekt wild

Zoogdieren

92/118/EEG

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

2007/777/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

NE

 

 

Vrij wild

Zoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

2007/777/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

NE

 

 

7.C.   Verwerkte dierlijke eiwitten voor menselijke consumptie

Diergezondheid

VDE op basis van vers vlees:

Herkauwers

Paarden

Varkens

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

477/2010/EU

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Pluimvee

VDE op basis van vers vlees

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

94/438/EG

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Ja (3)

 

 

Gekweekt wild

Varkens

Herten

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

477/2010/EU

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

 

 

Ja (3)

 

 

Vrij wild

Varkens

Herten

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

KVP en abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

477/2010/EU

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

 

 

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

VDE op basis van vers vlees

Herkauwers

Paarden

Varkens

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 999/2001

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 999/2001

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Pluimvee

VDE op basis van vers vlees

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

NE

 

 

Gekweekt wild

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004 en

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

NE

 

 

Vrij wild

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

NE

 

 

7.D.   Bloed en bloedproducten voor menselijke consumptie

Diergezondheid

Bloed en bloedproducten op basis van vers vlees:

Herkauwers

Paarden

Varkens

92/118/EEG 2002/99/EG

Verordening

(EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001 en

 

(EU) nr. 206/2010

Ja (1)

 

 

Pluimvee

Bloed en bloedproducten vers vlees van pluimvee

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Gekweekt wild

Varkens

Herten

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

 

 

Ja (3)

 

 

Vrij wild

Varkens

Herten

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

KVP en abortus blauw

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

 

 

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Herkauwers

Paarden

Varkens

Vers vlees

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Pluimvee

Vers vlees

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

NE

 

 

Gekweekt wild

Zoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

NE

 

 

Vrij wild

Zoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

NE

 

 

7 E.   Reuzel en gesmolten vet voor menselijke consumptie

Diergezondheid

Gedomesticeerde zoogdieren

Producten op basis van vers vlees

Herkauwers

Paarden

Varkens

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Pluimvee

Producten op basis van vers vlees:

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 798/2008

Ja (3)

 

 

Gekweekt wild

Varkens

Herten

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

 

 

Ja (3)

 

 

Vrij wild

Varkens

Herten

92/118/EEG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

KVP zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

Warmtebehandeld

houdbaar

F03-behandeling

 

 

 

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

Herkauwers

Paarden

Varkens

Vers vlees

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Pluimvee

Vers vlees

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

NE

 

 

Gekweekt wild

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004 en

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

NE

 

 

Vrij wild

92/118/EEG

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004 en

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2007/777/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

Vederwild

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

NE

 

 

7.F.   Gelatine voor menselijke consumptie

Diergezondheid

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

NE

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004 en

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

NE

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2074/2005

NE

BSE

zie hoofdstuk 28

 

7.G.   Collageen voor menselijke consumptie

Diergezondheid

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 999/2001

NE

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Health Act 1956

NE

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

NE

BSE

zie hoofdstuk 28

 

7.H.   Magen en blazen (gezouten, gedroogd of verhit en andere producten)

Diergezondheid

Runderen

Schapen

Geiten

Varkens

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (3)

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

2007/777/EG

Verordening (EG) nr. 999/2001

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

 

 

8.   

Melk en melkproducten (voor menselijke consumptie) Met inbegrip van colostrum en op colostrum gebaseerde producten voor menselijke consumptie.

Diergezondheid

Gedomesticeerde zoogdieren met inbegrip van

Runderen

Buffels

Schapen

Geiten

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

Verordening (EU) nr. 605/2010

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

Gepasteuriseerd

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EU) nr. 605/2010

Ja (1)

 

 

Niet-gepas-teuriseerde, gethermiseerde kazen

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

NZ (milk and milk products processing) food standards 2002

Ja (1)

Gethermiseerde kazen

zie hoofdstuk 28

 

Food Act 1981 Animal Products Act (1999)

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EU) nr. 605/2010

Ja (1)

 

 

Niet-gepas-teuriseerde melkproducten (met uitzondering van rauwe melk)

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Food Act 1981

Animal Products Act (1999)

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EU) nr. 605/2010

Ja (1)

 

 

9.   Visserijproducten voor menselijke consumptie (met uitzondering van levende producten)

Diergezondheid

Niet-gekweekte zeeproducten

Vis

Eieren/hom en kuit

Weekdieren

Stekelhuidigen

Manteldieren, buikpotigen en schaaldieren

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Zalmachtigen

zie hoofdstuk 28

Eieren/hom en kuit

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Ja (1)

 

 

Niet-gekweekte zoetwaterproducten

Zalmachtigen

Eieren/hom en kuit

Zoetwaterkreeft

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Zalmachtigen

zie hoofdstuk 28

Eieren/hom en kuit

zie hoofdstuk 28

Zoetwaterkreeft (ingevroren of verwerkt)

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Ja (1)

Zoetwaterkreeft (ingevroren of verwerkt)

 

Vis (niet-zalmachtigen)

Weekdieren

Schaaldieren

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Ja (1)

 

 

Aquacultuurproducten (zee- en zoetwater — gekweekt)

Zalmachtigen

Eieren/hom en kuit

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Zalmachtigen

zie hoofdstuk 28

Eieren/hom en kuit

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Ja (1)

Zalmachtigen (ontdaan van ingewanden)

 

Weekdieren, stekelhuidigen,

Manteldieren, buikpotigen en schaaldieren

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Ingevroren of verwerkt

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Ja (1)

Ingevroren of verwerkt

 

Vis (niet-zalmachtigen)

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

Vis

Eieren/hom en kuit

Tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, buikpotigen en schaaldieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

(Aquacultuur)

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2074/2005

Ja (1)

 

 

10.   Levende vis, weekdieren en schaaldieren, inclusief eieren en gameten

Diergezondheid

Voor menselijke consumptie

levende weekdieren, stekelhuidigen,

levende schaaldieren

levende vis

andere aquatische dieren

93/53/EEG

95/70/EG

2002/99/EG

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Ja (1)

 

 

Voor kweek-, opkweek- en uitzetdoeleinden

levende weekdieren en vis

93/53/EEG

95/70/EG

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordening (EG) nr. 1251/2008

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

levende vis

levende weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, buikpotigen

levende schaaldieren

andere vis

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

(aquacultuur voor menselijke consumptie)

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2074/2005

Ja (1)

 

 

11.   Diverse producten voor menselijke consumptie

11.A.   Honing

Diergezondheid

92/118/EEG

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

2002/99/EG

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

2001/110/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2001/110/EG

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2074/2005

Ja (3)

 

 

11.B.   Kikkerbilletjes

Diergezondheid

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

NE

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2074/2005

NE

 

 

11.C.   Slakken voor menselijke consumptie

Diergezondheid

2002/99/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

NE

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2074/2005

NE

 

 

11.D.   Eiproducten

Diergezondheid

2002/99/EG

2009/158/EG

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2002/99/EG

2009/158/EG

NE

 

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Food Act 1981

Health Act 1956

NE

 

 

Animal Products Act 1999

2011/163/EU

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 798/2008

NE

 

 


Afdeling 4

Producten niet bestemd voor menselijke consumptie

Product

Uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland1

Uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de EU

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Rg van EU

Rg van NZ

Rg van NZ

Rg van EU

12.   Darmen van dieren voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren of voor technische doeleinden

Diergezondheid

Runderen

Schapen

Geiten

Varkens

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (2)

Beperkingen in verband met TSE zijn van toepassing.

 

Animal Products Act 1999

2003/779/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Volksgezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Health Act 1956

Agricultural Compounds and Veterinary Medicines Act 1997

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

 

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

13.   Niet voor menselijke consumptie bestemde melk, producten op basis van melk en biest

Diergezondheid

Runderen

Schapen

Geiten

Gepasteuriseerd, UHT of gesteriliseerd

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

Niet-gepasteuriseerd colostrum en niet-gepasteuriseerde melk voor toepassingen buiten de voederketen

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (3)

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (3)

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

14.   Beenderen en producten uit beenderen (met uitzondering van beendermeel), horens en producten uit hoorn (met uitzondering van hoornmeel) en hoeven en producten uit hoeven (met uitzondering van meel van hoeven), niet bestemd voor gebruik als voedermiddel, organische meststof of bodemverbeteraar

Diergezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

15.   Verwerkte dierlijke eiwitten voor diervoeding

Diergezondheid

VDE bestemd voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

 

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

VDE afkomstig van afval van niet-zoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

 

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

 

 

 

visafval

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

Ja (1)

 

 

afval van pluimvee

 

 

Ja (2)

70 °C/50 min.

80 °C/9 min. of 100 °C/1 min.

of gelijkwaardig

 

 

 

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

16.   Verwerkt bloed en bloedproducten (behalve serum van paardachtigen) voor toepassingen buiten de voederketen

Diergezondheid

rundvlees, schapen- en geitenvlees, varkensvlees

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Paardachtigen

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

 

 

Pluimvee

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

17.   Reuzel en gesmolten vet, niet voor menselijke consumptie, met inbegrip van visoliën

Diergezondheid

gesmolten vet en oliën

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

Bijkomende etiketteringsvoorschriften in verband met BSE zijn van toepassing.

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Reuzel (varkensvlees)

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Product moet afkomstig zijn van vers varkensvlees, gekweekt en vrij wild met ja (1) voor diergezondheid als hierboven vermeld.

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

 

 

 

 

KVP

zie hoofdstuk 28

 

 

 

 

 

 

Visolie

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

Vetderivaten van categorie 2- of 3-materiaal als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1069/2009

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Biosecurity Act 1993 S 22

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

E

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

18. A.   Gelatine voor diervoeder of voor doeleinden buiten de voederketen

Diergezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

18. B.   Gehydrolyseerde eiwitten, collageen, di- en tricalciumfosfaat

Diergezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

19.   Huiden

Diergezondheid

Hoefdieren, behalve paardachtigen

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

Paardachtigen

Andere zoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009.

 

(EU) nr. 142/2011

 

NE

 

 

 

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

Loopvogels (struisvogels, emoes, nandoes)

Verordening (EG) nr. 1069/2009

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

 

Verordening (EG) nr. 1069/2009

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

20.   Wol en vezels/haar

Diergezondheid

Schapen, geiten, kameelachtigen

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Alleen ontvette wol

Schoon en gewassen bij 75 °C of gelijkwaardig

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

Andere herkauwers en varkens

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

 

NE

 

 

 

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

Andere

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

 

NE

 

 

 

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

21.   Voeder voor gezelschapsdieren (inclusief bereid voeder) dat alleen categorie 3-materiaal bevat

Diergezondheid

Bereid voeder voor gezelschapsdieren (zoogdieren)

 

Hermetisch gesloten recipiënten

 

Halfvochtig en gedroogd voeder voor gezelschaps-dieren

 

Hondenkluiven van hoefdieren (met uitzondering van paardachtigen)

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Smaakgevende ingewanden

 

 

NE

 

 

 

 

Ja (3)

 

 

Bereid voeder voor gezelschapsdieren (niet-zoogdieren)

Hermetisch gesloten recipiënten

Halfvochtig en gedroogd voeder voor gezelschaps-dieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

 

Ja (1)

 

 

 

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

visafval

 

 

Ja (1)

 

 

 

 

Ja (1)

 

 

afval van pluimvee

 

 

Ja (2)

70 °C/50 min.

80 °C/9 min.

100 °C/1 min. of equivalent

 

 

 

Ja (1)

 

 

Smaakgevende ingewanden

 

 

NE

 

 

 

 

Ja (3)

 

 

Rauw voeder voor gezelschapsdieren

Voor directe consumptie

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

22.   Serum van paardachtigen

Diergezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

23.   Andere dierlijke bijproducten voor de productie van diervoeder, waaronder voeder voor gezelschapsdieren, en voor toepassingen buiten de voederketen

Diergezondheid

Vers vlees

Runderen

Schapen

Geiten

Varkens

Paarden

Verordeningen (EG)

 

nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

Product moet afkomstig zijn van vers vlees, gekweekt en vrij wild met ja (1) voor diergezondheid als hierboven vermeld

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 999/2001

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

BSE

zie hoofdstuk 28

 

Gekweekt wild

Varkens

Herten

Vrij wild

Varkens

Herten

 

 

 

BSE

zie hoofdstuk 28

Aanvullende etiketteringsvoorschriften in verband met BSE zijn van toepassing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KVP zie hoofdstuk 28

 

 

 

 

 

 

Vers vlees

Pluimvee

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

 

 

Gekweekt en vrij wild

Vederwild

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Andere soorten

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

E

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

24.   Producten van de bijenteelt — niet voor menselijke consumptie

Diergezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

25.   Jachttrofeeën

Diergezondheid

Zoogdieren

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

 

 

Pluimvee

 

 

NE

 

 

 

 

NE

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 

26.   Mest — verwerkt

Diergezondheid

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Biosecurity Act 1993 S 22

NE

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

NE

 

 

Volksgezondheid

 

 

N.v.t.

 

 

 

 

N.v.t.

 

 


Afdeling 5

Algemene horizontale kwesties

 

Uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland 1

Uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de EU

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Handelsvoorwaarden

Gelijkwaardigheid

Bijzondere voorwaarden

Maatregel

Rg van EU

Rg van NZ

Rg van NZ

Rg van EU

27.   Horizontale kwesties

Water

98/83/EG

Animal Products Act 1999

Health Act 1956

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

98/83/EG

Ja (1)

 

 

Residuen

Controle op residuen

Rode vleessoorten

96/22/EG

96/23/EG

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

96/22/EG

96/23/EG

Ja (1)

 

 

Andere soorten andere producten

 

 

Ja (3)

 

 

 

 

Ja (3)

 

 

Certificeringssystemen

96/93/EG

Animal Products Act 1999

Ja (1)

Gelijkwaardigheid van toepassing voor alle dieren en dierlijke producten waarvoor ten aanzien van zowel diergezondheid als volksgezondheid „ja-1”-gelijkwaardigheid is verleend, naargelang van het geval.

 

 

Animal Products Act 1999

92/118/EEG

96/93/EG

2002/99/EG

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2074/2005

 

(EG) nr. 1251/2008

 

(EG) nr. 1069/2009

 

(EU) nr. 142/2011

Ja (1)

Gelijkwaardigheid van toepassing voor alle dieren en dierlijke producten die in de lijst zijn opgenomen met de „ja-1”-gelijkwaardigheidstatus onder de nummers 3, 4A, 4C, 4D, 5A, 5C, 5D, 6A, 6C, 6D, 7A, 7B, 7C, 7D, 7E, 7H, 9, 10, 12, 15, 16, 17, 19, 21 en 23.

Wanneer het officiële gezondheidscertificaat wordt afgegeven nadat de zending reeds is vertrokken, moet daarin melding worden gemaakt van het desbetreffende „Eligibility Document (ED)”, de datum van afgifte van het ED ter staving van het officiële gezondheidscertificaat, de datum van vertrek van de zending en de datum van ondertekening van het officiële gezondheidscertificaat. Nieuw-Zeeland stelt de grensinspectiepost van aankomst in kennis van elk probleem op het gebied van certificering dat zich voordoet na vertrek uit Nieuw-Zeeland.

 

Wederuitvoer van ingevoerde dierlijke producten

96/93/EG

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Biosecurity Act 1993

Ja (1)

Dierlijke producten kunnen afkomstig zijn of gedeeltelijk afkomstig zijn van een of meer conforme dierlijke producten die afkomstig zijn uit een of meer derde landen en inrichtingen die in aanmerking komen voor handel met de EU en Nieuw-Zeeland.

 

Animal Products Act 1999

Food Act 1981

Biosecurity Act 1993

96/93/EG

Ja (1)

Dierlijke producten kunnen afkomstig zijn of gedeeltelijk afkomstig zijn van een of meer conforme dierlijke producten die afkomstig zijn uit een of meer derde landen en inrichtingen die in aanmerking komen voor handel met de EU en Nieuw-Zeeland.

 

Microbiologische monitoring- en testsystemen  (3)  (4)

met inbegrip van testmethoden, normen voor bemonstering en bereiding, en regelgevende maatregelen

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2073/2005

Animal Products Act 1999

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 853/2004

 

(EG) nr. 854/2004

 

(EG) nr. 2073/2005

Ja (1)

 

 

Systemen voor het opnemen van inrichtingen in lijsten  (5)

Verordeningen

 

(EG) nr. 178/2002

 

(EG) nr. 882/2004

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Animal Products Act 1999

Ja (1)

 

 

Animal Products Act 1999

Verordeningen

 

(EG) nr. 178/2002

 

(EG) nr. 882/2004

 

(EG) nr. 852/2004

 

(EG) nr. 854/2004

Ja (1)

Gelijkwaardigheidsstatus is van toepassing voor alle dierlijke producten met een „ja-1”-gelijkwaardigheid ten aanzien van volksgezondheid als vastgelegd in deze bijlage.

Procedures voor lijsten met inrichtingen voor niet-„ja-1”-producten moeten worden geëvalueerd.

28.   Diverse certificeringsvoorschriften: verklaringen moeten op het gezondheids- of diergezondheidscertificaat worden vermeld.

Probleemstelling

Voorschriften inzake certificering

Q-koorts

Nieuw-Zeeland is erkend als vrij van Q-koorts.

Voor uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland van sperma en embryo's van runderen verklaart de bevoegde autoriteit van de lidstaat het volgende:

Voor zover mij bekend en voor zover ik heb kunnen nagaan zijn de donoren nooit positief getest op Q-koorts;

EN Voor sperma van runderen

OF

De donoren zijn aan een complementbindingsreactie (CFT) (het resultaat is negatief wanneer geen complementbinding optreedt bij een verdunning van 1:10 of hoger) of Elisa-antigeendetectietest voor Q-koorts onderworpen, aan de hand van een monster dat tussen de 21 en 120 dagen na elke spermawinningsperiode (een periode van 60 dagen of minder) verzameld is voor uitvoer naar Nieuw-Zeeland, met negatieve resultaten.

OF

Een fractie van het sperma van elke winning voor uitvoer naar Nieuw-Zeeland is getest door middel van een door een laboratorium gevalideerde PCR-test voor Q-koorts die in overeenstemming is met de methoden als beschreven in het hoofdstuk over Q-koorts van de „Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals” van de OIE.

EN Voor embryo's van runderen

OF

De donoren zijn aan een complementbindingsreactie (CFT) (het resultaat is negatief wanneer geen complementbinding optreedt bij een verdunning van 1:10 of hoger) of Elisa-antigeendetectietest voor Q-koorts onderworpen, aan de hand van een monster dat tussen de 21 en 120 dagen na elke embryowinningsperiode verzameld is voor uitvoer naar Nieuw-Zeeland, met negatieve resultaten.

OF

Een monster van embryo's/oöcyten en winnings- en/of wasvloeistoffen van elke winning voor uitvoer naar Nieuw-Zeeland zijn getest door middel van een door een laboratorium gevalideerde PCR-test voor Q-koorts die in overeenstemming is met de methoden als beschreven in het hoofdstuk over Q-koorts van de „Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals” van de OIE.

BVD type II

Nieuw-Zeeland is erkend als vrij van het boviene virusdiarreevirus (BVDV). type II

Voor uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland van embryo's van runderen verklaart de bevoegde autoriteit van de lidstaat het volgende:

OF

Het donordier is binnen een periode van dertig (30) dagen vóór binnenkomst in het beslag van oorsprong onderworpen aan een Elisa-antigeendetectietest of een virusisolatietest voor BVDV, met een negatief resultaat, en heeft zich meer dan zes (6) maanden vóór de embryowinning voor deze zending bevonden in het beslag van oorsprong en is daar geïsoleerd gehouden van andere dieren die niet negatief zijn getest.

OF

Van de eerste embryowinning bij het donordier voor deze zending is ofwel een verzamelmonster genomen van niet-levensvatbare oöcyten/embryo's en wasvloeistof (overeenkomstig de OIE Code, hoofdstuk voor in vivo verkregen embryo's) ofwel een embryo onderworpen aan een virusisolatie of PCR voor BVDV met negatieve resultaten.

Blauwtong

Nieuw-Zeeland is erkend als vrij van blauwtong en epizoötische hemorragische ziekte.

Voor uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland van sperma van runderen verklaart de bevoegde autoriteit van de lidstaat het volgende:

Het rundersperma voldoet aan de bepalingen van het hoofdstuk over blauwtong van de OIE Code mutatis mutandis.

IBR

Voor de uitvoer van levende runderen uit Nieuw-Zeeland naar de lidstaten of regio's in bijlage I bij Beschikking 2004/558/EG geeft Nieuw-Zeeland certificaten af overeenkomstig artikel 2 van Beschikking 2004/558/EG van de Commissie, en naar lidstaten en regio's in bijlage II bij Beschikking 2004/558/EG geeft Nieuw-Zeeland certificaten af overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2004/558/EG. Deze verklaring wordt vermeld in het gezondheidscertificaat overeenkomstig Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie.

BSE

Voor uitvoer uit de EU naar NZ van producten die van runderen, schapen of geiten verkregen materiaal bevatten (onverminderd volledige inachtneming van de andere relevante EU-normen)

Dit product bevat geen en is niet afgeleid van ander materiaal dan dat van runderen, schapen en geiten dat is verkregen van dieren die in de Europese Unie zijn geboren, zonder onderbreking gehouden en geslacht, en dat is vervaardigd met inachtneming van Verordeningen (EG) nr. 999/2001 en (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad, naargelang van het geval.

Noot: Wanneer producten ander materiaal dan dat van runderen, schapen en geiten bevatten dan materiaal dat is verkregen van dieren die in de Europese Unie zijn geboren, zonder onderbreking gehouden en geslacht, moet dat in het certificaat worden vermeld overeenkomstig de ter zake geldende, aanvullende bepalingen ten aanzien van derde landen in het ter zake geldende certificeringsbesluit van NZ.

BSE

Voor uitvoer uit NZ naar de EU van producten die van runderen, schapen of geiten verkregen materiaal bevatten

Voor menselijke consumptie — vers vlees, gehakt en vleesbereidingen, vleesproducten, behandelde ingewanden, gesmolten dierlijke vetten, kanen en gelatine:

a.

Het land of gebied is overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico.

b.

De dieren waarvan de producten die afkomstig zijn van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een land met een verwaarloosbaar BSE-risico.

Voor bijproducten zoals gesmolten vetten, voeder voor gezelschapsdieren, bloedproducten, verwerkte dierlijke eiwitten, beenderen en beenderproducten, categorie 3-materiaal en gelatine:

het dierlijke bijproduct bevat geen materiaal van runderen, schapen of geiten en is daar niet van afgeleid, met uitzondering van materiaal dat afkomstig is van dieren die geboren, ononderbroken gehouden en geslacht zijn in een land of gebied dat bij een besluit overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico.

Abortus blauw

Voor uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland van varkensvlees verklaart de bevoegde autoriteit van de lidstaat dat:

 

OF

i)

het vlees afkomstig is van dieren die sedert hun geboorte zonder onderbreking in Finland of Zweden hebben verbleven, die vrij zijn van abortus blauw;

 

OF

ii)

het vlees verhit is tot één van de volgende kerntemperaturen en gedurende de hierna vermelde duurtijd:

 

56 graden Celsius gedurende 60 minuten;

 

57 graden Celsius gedurende 55 minuten;

 

58 graden Celsius gedurende 50 minuten;

 

59 graden Celsius gedurende 45 minuten;

 

60 graden Celsius gedurende 40 minuten;

 

61 graden Celsius gedurende 35 minuten;

 

62 graden Celsius gedurende 30 minuten;

 

63 graden Celsius gedurende 25 minuten;

 

64 graden Celsius gedurende 22 minuten;

 

65 graden Celsius gedurende 20 minuten;

 

66 graden Celsius gedurende 17 minuten;

 

67 graden Celsius gedurende 15 minuten;

 

68 graden Celsius gedurende 13 minuten;

 

69 graden Celsius gedurende 12 minuten, of

 

70 graden Celsius gedurende 11 minuten;

 

OF

iii)

het vlees is behandeld waarbij het product werd onderworpen aan een procedure die garandeert dat het vlees voldoet aan één van de volgende vereisten:

 

het heeft een pH van 5 of lager bereikt; of

 

het werd gefermenteerd (pekel met melkzuur) tot een pH van 6,0 of lager; en

 

het heeft ten minste gedurende 21 dagen gedroogd/gerijpt; of

 

het komt in aanmerking voor de officiële certificering als Prosciutto di Parma; of

 

een gelijkwaardig proces waarbij het gedurende twaalf maanden heeft gerijpt;

 

OF

iv)

het is verwerkt tot verpakte gebruiksklare stukken bestemd voor directe verkoop in de detailhandel, zonder gehakt (fijngemalen) vlees, zonder kop en nek, met een gewicht van maximaal drie kg per verpakking en waarbij de volgende weefsels zijn verwijderd: Lnn. axillares, Lnn. iliaci mediales, Lnn. iliaci laterales, Lnn. sacrales, Lnn. iliaci externi (Lnn. Iliofemorales inguinales profundi), Lnn. mammarii (inguinales superficiales), Lnn. poplitei (superficiales & profundi), Lnn. cervicales superficiales dorsales, Lnn. cervicales superficiales ventrales, Lnn. cervicales superficiales medii, Ln. gluteus en Lnn. ischiadi; en al het overige tijdens de verwerking aangetroffen macroscopisch waarneembaar lymfeweefsel (d.w.z. lymfeklieren en lymfevaten);

 

OF

v)

niets van het hierboven vermelde (noot: die producten moeten in Nieuw-Zeeland worden verwerkt voordat zij als biologisch veilig kunnen worden erkend).

Ziekte van Aujeszky

Voor de uitvoer van levende varkens uit Nieuw-Zeeland naar de lidstaten of regio's in bijlage I en bijlage II bij Beschikking 2008/185/EG geeft Nieuw-Zeeland certificaten af overeenkomstig Beschikking 2008/185/EG. Deze verklaring wordt vermeld in het gezondheidscertificaat overeenkomstig Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie.

KVP

alleen voor wilde varkens

Voor uitvoer uit de EU naar NZ dient de bevoegde autoriteit van de lidstaat te certificeren dat de producten afkomstig zijn uit gebieden die sedert zestig dagen vrij zijn van KVP bij de populatie wilde varkens. Deze verklaring wordt in het gezondheidscertificaat vermeld:

„Het hierin beschreven product, dat afkomstig is van wilde varkens die afkomstig zijn uit gebieden die sedert zestig dagen vrij zijn van klassieke varkenspest bij de populatie wilde varkens.”

Levende bijen/hommels

Voor uitvoer uit Nieuw-Zeeland naar de EU, vermelden de gezondheidscertificaten voor levende bijen/hommels de volgende verklaring:

De hierin beschreven bijen/hommels (1):

a)

zijn afkomstig uit een bijenstal waarop toezicht wordt uitgeoefend door de bevoegde autoriteit;

b)

in het geval van honingbijen komen de bijenkasten uit een gebied waarvoor geen verbodsmaatregel geldt in verband met de aanwezigheid van Amerikaans vuilbroed (een eventuele verbodsmaatregel blijft van toepassing tot ten minste dertig dagen na de datum waarop het laatste geval is geconstateerd en na de datum waarop alle bijenkasten en -korven binnen een straal van drie kilometer door de bevoegde autoriteit zijn gecontroleerd en alle besmette kasten en korven zijn verbrand, dan wel zijn behandeld en door de bevoegde autoriteit ziektevrij zijn bevonden);

c)

zijn afkomstig uit bijenkasten of hommelvolken die onmiddellijk voor verzending zijn geïnspecteerd (normaliter binnen 24 uur) en geen klinische tekenen vertonen of aanleiding geven tot vermoedens van een bijen- of hommelziekte of -plaag.

Het verpakkingsmateriaal, de kasten met de koninginnen, de meegestuurde producten en het voedsel zijn nieuw en niet in contact geweest met aangetaste bijen, hommels of broedramen, en alle voorzorgen zijn getroffen om besmetting met veroorzakers van ziekten of plagen bij bijen of hommels te voorkomen.

(1)

Doorhalen wat niet van toepassing is.

Kleurstoffen gezondheidsmerk

In Verordening (EG) nr. 1333/2008 is vastgesteld welke kleurstoffen voor gezondheidsmerken mogen worden gebruikt.

Salmonella

Voor de uitvoer uit NZ naar Zweden en Finland

Op de gezondheidscertificaten voor de hieronder vermelde levende dieren en dierlijke producten moet, als die dieren of producten worden ingevoerd om naar Zweden of Finland te worden verzonden, de passende verklaring worden aangebracht die is vastgesteld in de desbetreffende wetgeving:

 

voor tafeleieren voor menselijke consumptie geeft Nieuw-Zeeland certificaten af overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie;

 

voor levend slachtpluimvee geeft Nieuw-Zeeland certificaten af overeenkomstig bijlage A bij Beschikking 95/410/EG van de Raad;

 

voor fokpluimvee geeft Nieuw-Zeeland certificaten af overeenkomstig bijlage II bij Beschikking 2003/644/EG van de Commissie;

 

voor eendagskuikens geeft Nieuw-Zeeland certificaten af overeenkomstig bijlage II bij Beschikking 2003/644/EG van de Commissie;

 

voor legkippen geeft Nieuw-Zeeland certificaten af overeenkomstig bijlage II bij Beschikking 2004/235/EG van de Commissie;

 

voor vers vlees waarop Verordening (EG) nr. 1688/2005 van toepassing is, dient de volgende verklaring te worden toegevoegd: „Het vers vlees is microbiologisch getest op salmonella overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Raad, waarbij de monsters zijn genomen in de inrichting van oorsprong van het vlees.”

Zalmachtigen

Voor uitvoer uit de EU naar NZ

De zending bevat uitsluitend gekopte, van ingewanden en kieuwen ontdane en niet-geslachtsrijpe zalmachtigen van de geslachten Onchorhynchus, Salmo of Salvelinus.

Eieren/hom en kuit

Voor uitvoer uit de EU naar NZ

Behandeld om eieren/hom en kuit niet levensvatbaar te maken, commercieel verpakt en houdbaar.

Gethermiseerde kazen

Voor uitvoer uit de EU naar NZ

De gethermiseerde kaas heeft een vochtgehalte van minder dan 39 % en een pH kleiner dan 5,6. De voor de productie van deze kaas gebruikte melk werd snel verhit tot ten minste 64,5 °C gedurende 16 seconden. De kaas werd op een temperatuur van ten minste 7 °C gedurende 90 dagen bewaard.

29.   Onderling overeengekomen ziektebestrijdingsmaatregelen

29.A.   Onderling overeengekomen ziektestatus voor specifieke ziekten

Rabiës

Nieuw-Zeeland, VK, Malta, Ierland en Zweden zijn erkend als vrij van rabiës.

Infectieuze anemie bij paarden

Nieuw-Zeeland is erkend als vrij van EIA.

Brucellose

Nieuw-Zeeland is erkend als vrij van Brucella abortus en B. mellitensis.

Q-koorts

Nieuw-Zeeland is erkend als vrij van Q-koorts.

BVD type II

Nieuw-Zeeland is erkend als vrij van BVD type II.

Blauwtong en EHD

Nieuw-Zeeland is erkend als vrij van blauwtong en EHD.

EU dient bij NZ een aanvraag in om erkend te worden als vrij van EHD.

Kleine bijenkastkever

Nieuw-Zeeland en de EU zijn erkend als vrij van kleine bijenkastkever.

Tropilaelapsmijt

Nieuw-Zeeland en de EU zijn erkend als vrij van tropilaelapsmijt.

Nr. 29.B.

Onderling overeengekomen ziektebestrijdingsmaatregelen in het geval van uitbraak van een specifieke ziekte

Officiële gezondheidscertificaten vermelden in overeenstemming met afdeling 1b) van bijlage VII bij de overeenkomst de relevante aanvullende verklaringen die zijn opgesomd in hoofdstuk 29 van deze bijlage.

Algemene verklaring voor alle producten:

Het hierin beschreven product werd gescheiden gehouden van alle andere producten die niet voldeden aan de eisen tijdens alle productie-, opslag- en vervoersfasen en alle nodige voorzorgsmaatregelen werden genomen ter voorkoming van besmetting van het product met een mogelijke bron van [relevante ziekte als vermeld in de kolom hieronder invoegen].

Verklaring voor specifieke ziekten:

De producten die zijn opgesomd in hoofdstuk 29, i) tot en met xxx), gaan naast de algemene verklaring voor alle producten (zie hierboven) vergezeld van de onderstaande verklaring(en) voor de desbetreffende ziekte:

Product

Ziekte

Verklaring voor de ziekte

Nummer*) Optionele verklaringen hoeven slechts op het certificaat te worden vermeld als ze van toepassing zijn.

i)

Melk en zuivelproducten:

8.0 13.0

MKZ

De hierin beschreven melk en zuivelproducten:

 

OF

1*)

zijn gesteriliseerd bij een F0-waarde van ten minste 3.

 

OF

2*)

kregen een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij 132 °C gedurende ten minste één seconde,

 

OF

3*)

hadden een pH-waarde van minder dan 7,0 voordat ze een kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (High Temperature Short Time, HTST) ondergingen bij 72 °C gedurende 15 seconden.

 

OF

4*)

hadden een pH-waarde van meer dan 7,0 voordat ze een dubbele kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (HTST) ondergingen bij 72 °C gedurende 15 seconden.

 

OF

5*)

ondergingen een kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (HTST) in combinatie met een daling van de pH-waarde tot onder 6 gedurende een uur.

 

OF

6*)

ondergingen een kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (HTST) in combinatie met een aanvullende verhitting tot 72 °C en droging; of een gelijkwaardig gevalideerd en goedgekeurd droogproces dat minstens een gelijkwaardig thermisch effect behaalt van 72 °C gedurende 15 seconden.

ii)

Vlees (met inbegrip van gehakt) en vleesbereidingen van tweehoevigen, met uitzondering van kop, poten, ingewanden en vlees van varkens (suidae):

4.A 4.C 5.A 5.C

MKZ

Het/de hierin beschreven [product invoegen] (met uitzondering van poten, kop en ingewanden):

1.

is afkomstig van dieren die zowel voor als na hun dood zijn geïnspecteerd en vrij van MKZ-tekenen zijn bevonden;

2.

is afkomstig van uitgebeende karkassen die zijn ontdaan van het slachtafval en de voornaamste lymfeklieren;

3.

is gerijpt aan een temperatuur van meer dan + 2 °C gedurende minstens 24 uur en bereikte een pH-waarde van minder dan 6 als getest in het midden van de longissimus dorsi-spier na rijping en voor het ontbenen;

4.

is niet afkomstig van dieren die zijn geslacht of verwerkt in een inrichting die binnen een beschermings- of toezichtsgebied gelegen is;

5.

vlees afkomstig van dieren binnen een beschermings- of toezichtsgebied moet een officiële controle ondergaan en werd na identificatie en controle van deze zending uitgesloten.

iii)

Vlees (met inbegrip van gehakt) en andere dierlijke producten (met inbegrip van slachtafval) afkomstig van tweehoevigen met inbegrip van varkens (suidae):

4.A 4.C 5.A 5.C 7.A 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G 11.E

MKZ

Het/de hierin beschreven [product invoegen] is:

1.

is afkomstig van dieren die zowel voor als na hun dood zijn geïnspecteerd en vrij van MKZ-tekenen zijn bevonden;

EN

OF

2*)

afkomstig van dieren die 21 dagen voor de geraamde datum van eerste besmetting in het gebied zijn geslacht, en is niet afkomstig van dieren die zijn geslacht of verwerkt in een inrichting die binnen een beschermings- of toezichtsgebied gelegen is;

OF

3*)

afkomstig van dieren die minstens 21 dagen in een bedrijf verbleven en werden geïdentificeerd zodat het bedrijf van oorsprong kan worden opgespoord, maar is niet afkomstig van dieren die in een bedrijf binnen een beschermings- of toezichtsgebied verbleven; en het product is duidelijk geïdentificeerd en gedurende minstens zeven dagen onder officieel toezicht geplaatst en werd pas vrijgegeven als mogelijke besmetting met mond-en-klauwzeer in het bedrijf van oorsprong aan het einde van de toezichtperiode officieel werd uitgesloten;

EN

4.

vlees afkomstig van dieren binnen een beschermings- of toezichtsgebied moet een officiële controle ondergaan en werd na identificatie en controle van deze zending uitgesloten.

iv)

Vlees en vleesbereidingen van pluimvee (met inbegrip van kalkoenen):

4.B 4.C 5.B 5.C

HPNAI —

Aangifteplicht in overeenstemming met de criteria in de „Terrestrial Animal Health Code” van de OIE.

Het/de hierin beschreven [product invoegen] is afkomstig van dieren die:

 

OF

1*)

afkomstig zijn van een inrichting buiten een beschermings- of toezichtsgebied; en alle vlees afkomstig van dieren binnen een beschermings- of toezichtsgebied moet een officiële controle ondergaan en werd na identificatie en controle van deze zending uitgesloten;

 

OF

2*)

afkomstig zijn van een inrichting binnen een toezichtsgebied, maar buiten een beschermingsgebied en niet meer dan zeven dagen voor het slachten negatief hebben gereageerd op virusdetectietests en/of serologische tests die zijn verricht met een waarschijnlijkheid van 95 % voor het opsporen van HPNAI-besmetting met een prevalentie van 5 %; en die zijn geslacht in een bepaalde inrichting waarin geen met HPNAI besmet pluimvee is verwerkt sinds de laatste reiniging en desinfectie, en zowel voor als na hun dood zijn onderzocht en vrij van HPNAI-tekenen zijn bevonden; en al het vlees van dieren binnen het beschermingsgebied moet een officiële controle ondergaan en werd na identificatie en controle van deze zending uitgesloten;

 

OF

3*)

zijn ten minste 21 dagen voor de geraamde datum van eerste besmetting verwerkt.

v)

Vlees en vleesbereidingen van pluimvee (met inbegrip van kalkoenen):

4.B 4.C 5.B 5.C

LPNAI

Aangifteplicht in overeenstemming met de criteria in de „Terrestrial Animal Health Code” van de OIE.

Het/de hierin beschreven [product invoegen] is afkomstig van dieren die:

1.

afkomstig zijn van een bedrijf waarin sinds 21 dagen geen LPNAI is vastgesteld;

2.

zijn geslacht in een erkende instelling waarin geen met LPNAI besmet pluimvee sinds de laatste reiniging en desinfectie is verwerkt;

3.

zowel voor als na hun dood zijn onderzocht en vrij van LPNAI-tekenen zijn bevonden.

vi)

Vlees en vleesbereidingen van pluimvee (met inbegrip van kalkoenen):

4.B 4.C 5.B 5.C

ND

Het/de hierin beschreven [product invoegen] is afkomstig van dieren die:

1.

afkomstig zijn van een ND-vrije inrichting die niet in een beschermings- of toezichtsgebied gelegen is;

EN

OF

2*)

niet tegen ND zijn gevaccineerd;

OF

3*)

tegen ND zijn gevaccineerd met een vaccin dat voldoet aan de normen in Beschikking 93/152/EEG van de Commissie (de aard van het gebruikte vaccin en de vaccinatiedatum worden ook op het certificaat vermeld);

EN

4.

geen klinische tekenen van ND vertoonden op de datum van vervoer naar het slachthuis en aanvullend zowel voor als na hun dood zijn onderzocht en vrij van klinische ND-tekenen zijn bevonden; werden geslacht in een erkende inrichting die regelmatig wordt geïnspecteerd door de veterinaire bevoegde autoriteit en waarin geen met ND besmet pluimvee is verwerkt sinds de laatste reiniging en desinfectie.

vii)

Vleesproducten en andere verwerkte producten afkomstig van tweehoevigen met inbegrip van varkens (suidae) en pluimvee (met inbegrip van kalkoenen):

6.A 6.B 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

MKZ, KVP, SVD, AVP, RND, ND, LPNAI, HPNAI, PPR

Het/de hierin beschreven [product invoegen] heeft een hittebehandeling ondergaan in een hermetisch gesloten recipiënt bij een F0-waarde van ten minste 3,00.

viii)

Vleesproducten en andere verwerkte producten afkomstig van tweehoevigen met inbegrip van varkens (suidae) en pluimvee (met inbegrip van kalkoenen):

6.A 6.B 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

MKZ, KVP, VVZ, RND, ND, LPNAI, HPNAI, PPR

 

OF

1*)

Het/de hierin beschreven [product invoegen] heeft een hittebehandeling ondergaan bij een temperatuur van ten minste 70 °C overal in het product.

 

OF

2*)

Het/de hierin beschreven [product invoegen] heeft een hittebehandeling ondergaan bij een temperatuur van 70 °C gedurende ten minste 30 minuten of een gelijkwaardig gevalideerd en goedgekeurd hitteproces.

ix)

Vleesproducten en andere verwerkte producten afkomstig van tweehoevigen met inbegrip van varkens (suidae):

6.A 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

MKZ, KVP, VVZ, AVP, RND, PPR

Het/de hierin beschreven [product invoegen] heeft een hittebehandeling ondergaan in een hermetisch gesloten recipiënt bij ten minste 60 °C gedurende ten minste 4 uur, in de loop waarvan de kerntemperatuur gedurende 30 minuten ten minste 70 °C moet bedragen.

x)

Vleesproducten en andere verwerkte producten afkomstig van varkens (suidae):

6.A 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

AVP

Het/de hierin beschreven [product invoegen] heeft een hittebehandeling ondergaan bij een temperatuur van ten minste 80 °C overal in het product.

xi)

Vleesproducten en andere verwerkte producten (zonder been) afkomstig van tweehoevigen met inbegrip van varkens (suidae):

6.A 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

MKZ, KVP, SVD, AVP, RND

Het/de hierin beschreven [product invoegen] zonder been heeft een natuurlijke fermentatie en rijping gedurende ten minste negen maanden ondergaan, die resulteren in de volgende kenmerken: een Aw van ten hoogste 0,93 en een pH van ten hoogste 6,0.

xii)

Vleesproducten en andere verwerkte producten (met been) afkomstig van tweehoevigen met inbegrip van varkens (suidae):

6.A 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

MKZ, KVP, SVD

Het/de hierin beschreven [product invoegen] dat/die been mag bevatten, heeft een natuurlijke fermentatie en rijping gedurende ten minste negen maanden ondergaan, die resulteren in de volgende kenmerken: een Aw van ten hoogste 0,93 en een pH van ten hoogste 6,0.

xiii)

Vleesproducten en andere verwerkte producten afkomstig van tweehoevigen met inbegrip van varkens (suidae):

6.A 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

MKZ, PPR

Het/de hierin beschreven [product invoegen] heeft een hittebehandeling ondergaan die garandeert dat een kerntemperatuur van ten minste 65 °C wordt bereikt gedurende de tijd die nodig is om een pasteurisatiewaarde (pw) van ten minste 40 te bereiken.

xiv)

Vleesproducten en andere verwerkte producten afkomstig van varkens (suidae):

6.A 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

KVP

Het/de hierin beschreven [product invoegen] is drooggezouten varkensvlees1 en is:

 

OF

1*)

Italiaanse ham met been die werd gezouten en gedroogd gedurende ten minste 313 dagen1;

 

OF

2*)

Spaanse Iberische schouderham met been die werd gezouten en gedroogd gedurende ten minste 252 dagen1;

 

OF

3*)

Spaans Iberisch lendestuk dat werd gezouten en gedroogd gedurende ten minste 126 dagen1;

 

OF

4*)

Spaanse Serano-ham die werd gezouten en gedroogd gedurende ten minste 140 dagen1;

Voetnoot 1: Op het moment van bekendmaking kunnen de invoervoorwaarden voor varkensvlees in Nieuw-Zeeland langere droogtijden voorschrijven dan wat voor KVP als minimum is vastgesteld.

xv)

Vleesproducten en andere verwerkte producten afkomstig van varkens (suidae):

6.A 6.C 6.D 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 7.G-7.H

AVP

Het/de hierin beschreven [product invoegen] heeft een natuurlijke fermentatie en rijping ondergaan gedurende ten minste 190 dagen voor hammen en 140 dagen voor lendestukken.

xvi)

Darmen van herkauwers:

7.A 12.0

MKZ

De hierin beschreven dierlijke darmen zijn gereinigd, geslijmd en vervolgens gezouten met natriumchloride gedurende dertig dagen, of geblancheerd of gedroogd na slijming, waarna ze zijn beschermd om te voorkomen dat de darmen na de behandeling opnieuw verontreinigd worden.

xvii)

Verwerkte dierlijke eiwitten, reuzel, vet en voeder voor gezelschapsdieren afkomstig van hoefdieren en pluimvee (met inbegrip van kalkoenen):

15.0 17.0 21.0

MKZ, SVD, RND, PPR, AVP, ND, LSD

Het/de hierin beschreven [product invoegen] heeft een hittebehandeling ondergaan overeenkomstig de wettelijke minimumnormen en bij een temperatuur van minstens 90 °C gedurende 10 minuten overal in het product.

xviii)

Wol en vezels van herkauwers:

20.0

MKZ, RND

 

OF

1*)

Het/de hierin beschreven [product invoegen] werd bewaard bij 18 °C gedurende vier weken, of 4 °C gedurende vier maanden, of 37 °C gedurende acht dagen.

 

OF

2*)

Het/de hierin beschreven [product invoegen] is machinaal ontvet door onderdompeling in in water oplosbaar reinigingsmiddel bij 60-70 °C.

 

OF

3*)

Het/de hierin beschreven [product invoegen] is gereinigd, gedroogd en veilig verpakt in overeenstemming met de eisen van Verordening (EG) nr. 1069/2009.

xix)

Behandelde huiden:

19

MKZ, RND

De hierin beschreven huiden zijn gedurende zeven dagen in zeezout bestaande uit minstens 2 % natriumcarbonaat gezouten.

xx)

Behandelde huiden:

19

MKZ

 

OF

1*)

De hierin beschreven huiden zijn gedurende 14 dagen voor verzending droog en nat gezouten en zijn over zee vervoerd.

 

OF

2*)

De hierin beschreven huiden zijn gedurende 42 dagen gedroogd bij temperaturen van minstens 20 °C.

xxii)

Volledig behandelde huiden („wet blue”, gepekeld, gekalkt of gelooide huiden):

19

MKZ, RND

Volledig behandelde huiden kunnen onbeperkt worden uitgevoerd op voorwaarde dat deze producten de in de looisector gebruikelijke chemische en mechanische processen hebben ondergaan.

De volgende verklaring kan worden gebruikt om de uitvoer te vergemakkelijken:

De volledig behandelde huiden hebben de in de looisector gebruikelijke chemische en mechanische processen ondergaan.

xxiii)

Sperma van runderen:

1

MKZ

Het hierin beschreven sperma:

 

OF

1*)

is afkomstig van donordieren die verbleven in een spermacentrum waar in de periode van 30 dagen voorafgaand aan de winning geen nieuwe dieren zijn bijgekomen en geen MKZ is vastgesteld binnen een straal van 10 km in de periode van 30 dagen voorafgaand aan en volgend op de winning; en de dieren vertoonden geen klinische tekenen van MKZ op de dag van de winning, zijn niet tegen MKZ gevaccineerd en hebben negatief gereageerd op een test voor het opsporen van antilichamen tegen het MKZ-virus die niet minder dan 21 dagen na de winning van het sperma is verricht, en geen enkel ander dier in het spermacentrum is tegen MKZ gevaccineerd. Bovendien werd het sperma gewonnen in een spermacentrum dat zich niet binnen een beschermings- of toezichtsgebied bevindt en sperma dat binnen een beschermings- of toezichtsgebied is gewonnen, is duidelijk geïdentificeerd en onder officieel toezicht geplaatst; en het gewonnen sperma is verder verwerkt en bewaard in overeenstemming met hoofdstuk 4.5 of hoofdstuk 4.6 van de „Terrestrial Animal Health Code” van de OIE, als van toepassing, en daarna bewaard in het land van oorsprong gedurende minstens een maand na de winning, een periode waarin geen enkel dier in de inrichting waar de donordieren verbleven tekenen van MKZ vertoonden;

 

OF

2*)

is ten minste 21 dagen voor de geraamde datum van eerste besmetting met MKZ gewonnen en ingevroren in een inrichting binnen het beschermings- of toezichtsgebied; en het sperma dat na de datum van eerste besmetting is gewonnen, is afzonderlijk bewaard en slechts vrijgegeven nadat alle maatregelen met betrekking tot de uitbraak van MKZ werden opgeheven; en alle dieren in het spermacentrum zijn klinisch onderzocht en hun monsters zijn serologisch getest om te bewijzen dat er geen besmetting in het betreffende centrum is; en alle donordieren hebben negatief gereageerd op de serologische test voor de opsporing van antilichamen tegen het MKZ-virus op basis van een monster dat niet vroeger dan 28 dagen na de winning van het sperma werd genomen.

xxiv)

Sperma van runderen:

1

BT

Het hierin beschreven sperma is afkomstig van donordieren:

 

OF

die verbleven in een tegen vectoren beschermde inrichting gedurende ten minste 60 dagen voor aanvang van, en tijdens, de winning van het sperma;

 

OF

ten minste om de 60 dagen tijdens de winningsperiode en 21 tot 60 dagen na de laatste winning voor de uit te voeren zending en overeenkomstig de „Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals” van de OIE serologisch zijn getest voor de opsporing van antilichamen tegen de blauwtongvirusgroep en hierop negatief hebben gereageerd;

 

OF

in de periode waarin het sperma voor de uit te voeren zending is gewonnen, negatief hebben gereageerd op een test voor de opsporing van ziekteverwekkers die overeenkomstig de „Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals” van de OIE is verricht op basis van bloedmonsters die zijn verzameld aan het begin en aan het einde van de spermawinning en ten minste om de zeven dagen (virusisolatietest), of ten minste om de 28 dagen (voor de PCR-test);

 

OF

het spermacentrum ligt niet in een besmet gebied (beperkingsgebied). Sperma afkomstig uit een besmet gebied (beperkingsgebied) is duidelijk geïdentificeerd en onder officieel toezicht geplaatst;

 

EN

Het sperma is overeenkomstig de OIE-normen gewonnen, verwerkt en bewaard.

xxv)

Sperma van runderen:

1

LSD

Het hierin beschreven sperma is afkomstig van donordieren:

die geen klinische tekenen van LSD vertoonden op de dag waarop het sperma is gewonnen en tot 28 dagen erna; en de dieren verbleven in het uitvoerende land gedurende 28 dagen voor de winning in een spermacentrum waar geen LSD tijdens die periode officieel is gemeld, en het centrum lag niet in een met LSD besmet gebied of een bufferzone en sperma uit de bufferzone is duidelijk geïdentificeerd en gecontroleerd.

xxvi)

In vivo verkregen embryo's van runderen (met uitzondering van embryo's waarvan de zona pellucida is doorgeprikt):

2

MKZ

De hierin beschreven in vivo verkregen embryo's zijn afkomstig van donoren die:

 

op het moment van winning geen klinische tekenen van MKZ vertoonden; en waarvan de embryo's zijn verwekt door kunstmatige inseminatie met sperma dat in door de bevoegde autoriteit in overeenstemming met de OIE-normen erkende spermacentra is gewonnen, verwerkt en bewaard. Bovendien zijn de embryo's gewonnen, verwerkt en bewaard in overeenstemming met de door de bevoegde autoriteit vastgelegde normen;

EN

 

de donordieren waarbij de embryo's zijn gewonnen, komen van een beslag dat zich niet binnen een beschermings- of toezichtsgebied bevond. De binnen het beschermings- of toezichtsgebied gewonnen embryo's zijn duidelijk geïdentificeerd en onder officieel toezicht geplaatst.

xxvii)

In vivo verkregen embryo's van runderen (met uitzondering van embryo's waarvan de zona pellucida is doorgeprikt):

2

BT

De hierin beschreven in vivo verkregen embryo's zijn afkomstig van donoren die:

 

op het moment van winning geen klinische tekenen van BT vertoonden; en waarvan de embryo's zijn verwekt door kunstmatige inseminatie met sperma dat in door de bevoegde autoriteit in overeenstemming met de OIE-normen erkende spermacentra is gewonnen, verwerkt en bewaard;

EN

 

de embryo's zijn gewonnen, verwerkt en bewaard in overeenstemming met de door de bevoegde autoriteit vastgelegde normen.

xxviii)

In vivo verkregen embryo's van runderen (met uitzondering van embryo's waarvan de zona pellucida is doorgeprikt):

2

VS

De hierin beschreven in vivo verkregen embryo's zijn afkomstig van donoren die:

21 dagen voor en tijdens de winning in een inrichting verbleven waarvoor geen VS in die periode is gemeld en die negatief reageerden op een diagnostische test voor VS die binnen 21 dagen voorafgaand aan de embryowinning is verricht. Bovendien zijn de embryo's gewonnen, verwerkt en bewaard in overeenstemming met de gekende OIE-normen; en de inrichting lag niet binnen een beschermings- of toezichtsgebied. De binnen het beschermings- of toezichtsgebied gewonnen embryo's zijn duidelijk geïdentificeerd en onder officieel toezicht geplaatst.

xxix)

In vivo verkregen embryo's van runderen (met uitzondering van embryo's waarvan de zona pellucida is doorgeprikt):

2

BBPP

De hierin beschreven in vivo verkregen embryo's zijn afkomstig van donoren die:

 

OF

1*)

niet zijn gevaccineerd tegen BBPP en tweemaal negatief hebben gereageerd op een complementbindingsreactie voor BBPP, met name met een interval van minstens 21 dagen en ten hoogste 30 dagen tussen elke test, waarbij de tweede test in de periode van 14 dagen voor de winning is verricht; en zijn geïsoleerd van andere gedomesticeerde runderen vanaf de dag van de eerste test tot de winning;

 

OF

2*)

niet meer dan vier maanden voor de winning zijn gevaccineerd met een vaccin die voldoet aan de normen in de „Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals” van de OIE;

 

EN

geen klinische tekenen van BBPP vertoonden op de dag waarop de embryo's zijn gewonnen; en sinds de geboorte, of sinds zes maanden, in een beslag verbleven waarvoor geen BBPP in die periode is gemeld, en dat het beslag zich niet in een met BBPP besmet gebied bevond; en de embryo's zijn gewonnen, verwerkt en bewaard in overeenstemming met de door de bevoegde autoriteit vastgelegde normen.

xxx)

Broedeieren van pluimvee:

2

LPNAI,

HPNAI —

Aangifteplicht in overeenstemming met de criteria voor aviaire influenza in de „Terrestrial Animal Health Code” van de OIE (OIE-aangifteplichtig virus).

Newcastle disease

Voor uitvoer uit de EU naar NZ:

De hierin beschreven broedeieren van pluimvee zijn afkomstig van koppels en kwekerijen binnen een door het Ministerie voor Primaire Sectoren erkend gebied dat vrij is van aangifteplichtige aviaire influenza [en/of] de ziekte van Newcastle [doorhalen wat niet van toepassing is].

xxxi)

Levende bijen/hommels:

3

Kleine bijenkastkever

(Aethina tumida)

Voor de uitvoer uit NZ naar de EU:

a)

de bijenkasten zijn afkomstig uit een gebied met een straal van ten minste 100 km, waar geen beperkingen gelden in verband met het vermoedelijke of bevestigde voorkomen van de kleine bijenkastkever (Aethina tumida) en waar deze plagen niet voorkomen;

b)

de bijen/hommels (1) alsook hun verpakking werden visueel onderzocht op het voorkomen van de kleine bijenkastkever (Aethina tumida) of de eitjes en larven ervan.

(1)

Doorhalen wat niet van toepassing is.

xxxii)

Levende bijen/hommels:

3

Tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp.)

Voor de uitvoer uit NZ naar de EU:

a)

de bijenkasten zijn afkomstig uit een gebied met een straal van ten minste 100 km, waar geen beperkingen gelden in verband met het vermoedelijke of bevestigde voorkomen van de tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp.) en waar deze plagen niet voorkomen;

b)

de bijen/hommels (1) alsook hun verpakking werden visueel onderzocht op het voorkomen van de tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp.).

(1)

Doorhalen wat niet van toepassing is.

BIJLAGE VII

CERTIFICERING

Officiële gezondheidscertificaten worden afgegeven voor zendingen levende dieren en/of dierlijke producten die tussen de partijen worden verhandeld.

Afdeling 1: Gezondheidsverklaringen:

a)

Voor producten met erkende „ja-1”-gelijkwaardigheid

i)

Het volgende model voor de gezondheidsverklaring dient te worden gebruikt (gelijkwaardigheid ten aanzien van diergezondheid en/of volksgezondheid, naargelang van het geval). Zie ja (1), bijlage V.

„Het/de hierin beschreven levend(e) dier(en) of dierlijk(e) product(en) voldoet/voldoen aan de desbetreffende normen en voorschriften van (de Europese Unie/Nieuw-Zeeland (6)) die als gelijkwaardig zijn erkend aan de normen en voorschriften van (Nieuw-Zeeland/de Europese Unie (6)) die zijn vastgesteld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen (Beschikking 97/132/EG van de Raad).

Specifiek in overeenstemming met (wetgeving uitvoerende partij invoeren) (7)

(6)  Doorhalen wat niet van toepassing is."

(6)  Doorhalen wat niet van toepassing is."

(7)  Optioneel, naar keuze van de invoerende partij.”"

EN

ii)

De van toepassing zijnde desbetreffende aanvullende verklaring(en), als beschreven in afdeling 5, hoofdstuk 28, van bijlage V, en in bijlage V „Bijzondere voorwaarden” genoemd, dient te worden gebruikt.

iii)

Voor uitvoer uit de EU naar Nieuw-Zeeland moet de volgende aanvullende verklaring worden gebruikt: „het dierlijke product komt in aanmerking voor onbeperkt handelsverkeer binnen de Unie”.

iv)

Voor uitvoer uit Nieuw-Zeeland: Voor zendingen van goederen waarvoor het model voor de gezondheidsverklaring waarvan sprake is in afdeling 1, onder a), punt i), is voorgeschreven en de gelijkwaardigheid is vastgesteld in bijlage V, afdeling 5, hoofdstuk 28, onderdeel „Certificeringssystemen”, moet de volgende aanvullende verklaring worden gebruikt wanneer certificaten zijn afgegeven na de datum van vertrek (8) van zendingen: „Ondergetekende, ambtenaar, certificeert deze zending op basis van het (de) Eligibility Document(s) (specifieke verwijzing naar het (de) desbetreffende „Eligibility Document(s)” (ED)), afgegeven op (datum invullen), dat (die) door hem is (zijn) geverifieerd en afgegeven vóór het vertrek van de zending”.

b)

Voor alle producten

Nadat de uitvoerende partij in overeenstemming met artikel 12 heeft bevestigd dat een ziekte die is opgenomen in afdeling 5, hoofdstuk 29.B., van bijlage V is uitgebroken, worden de desbetreffende aanvullende verklaringen, als beschreven in afdeling 5, hoofdstuk 29.B, van bijlage V, op de officiële gezondheidsverklaringen vermeld. De desbetreffende aanvullende verklaringen waarvan sprake is in afdeling 5, hoofdstuk 29.B., van bijlage V dienen te worden gebruikt totdat de uitvoerende partij in overeenstemming met artikel 6 een regionalisatiebesluit heeft genomen of een onderlinge overeenstemming is bereikt.

Afdeling 2: Invullen van certificaten:

a)

In het geval van een papieren certificaat dient de kleur van de handtekening en het officiële zegel te verschillen van die van de gedrukte tekst.

b)

Voor uitvoer uit Nieuw-Zeeland: in het geval van een officieel papieren gezondheidscertificaat wordt het officiële gezondheidscertificaat afgegeven in het Engels en in een van de talen van de lidstaat waar de inspectiepost aan de grens waar de zending wordt aangeboden, is gelegen.

c)

Voor uitvoer uit de Europese Unie: het officiële gezondheidscertificaat wordt afgegeven in de taal van de lidstaat van herkomst en in het Engels.

d)

Elke zending voor uitvoer wordt ondersteund door een of meer originele gezondheidscertificaten of een of meer originele veterinaire documenten of andere originele documenten die in de overeenkomst zijn vermeld en die overeengekomen sanitaire informatie bevatten.

e)

Kleine aanpassingen van de opmaak van het modelcertificaat zijn toegestaan.

f)

De officiële gezondheidscertificaten hoeven geen toelichting te bevatten voor het invullen van de certificaten, noch verklaringen die niet relevant zijn voor de zending.

Afdeling 3: Elektronische gegevensoverdracht:

a)

Originele veterinaire certificaten of andere originele documenten/informatie kunnen worden uitgewisseld via op papier gebaseerde systemen en/of via beveiligde methoden voor elektronische gegevensoverdracht met gelijkwaardige certificeringswaarborgen, zoals het gebruik van een digitale handtekening en een onweerlegbaarheidsmechanisme. Wanneer de uitvoerende partij ervoor kiest elektronische officiële gezondheidscertificaten en/of veterinaire documenten te verstrekken, dient de invoerende partij vooraf te hebben bepaald welke beveiligingswaarborgen dienen te worden verstrekt. Het akkoord van de invoerende partij voor het uitsluitende gebruik van elektronische certificering kan worden vastgelegd in een van de bijlagen bij de overeenkomst of per briefwisseling in overeenstemming met artikel 16, lid 1, van de overeenkomst. De partijen treffen alle nodige maatregelen om de integriteit van het certificeringsproces te waarborgen, zich te beschermen tegen fraude en valse, misleidende certificering te voorkomen.

Elektronische gegevensoverdrachtsystemen met gelijkwaardige waarborgen:

 

Nieuw-Zeeland — E-cert

 

EU — Traces

b)

Het officiële gezondheidscertificaat wordt afgegeven en verstrekt aan de inspectiepost aan de grens:

i)

als een origineel ondertekend papieren certificaat, of

ii)

elektronisch via het gebruik van elektronische gegevensoverdracht met systemen als E-cert en Traces volgens de in afdeling 3a) beschreven procedure.

Afdeling 4: Controles:

De controlerende autoriteit ziet erop toe dat ambtenaren die met de officiële certificering worden belast, zich in kennis stellen van de gezondheidssituatie in de invoerende partij, overeenkomstig de voorschriften van deze overeenkomst, en dat zij ertoe verplicht worden indien nodig deze eisen te certificeren.

BIJLAGE VIII

GRENSCONTROLES EN RETRIBUTIES VOOR KEURINGEN EN CONTROLES

A.   GRENSCONTROLES BIJ ZENDINGEN LEVENDE DIEREN EN DIERLIJKE PRODUCTEN

Soort grenscontrole  (9) :

Percentage

1.

Documenten- en overeenstemmingscontroles

Beide partijen zullen documentencontroles uitvoeren

100

Een overeenstemmingscontrole is een discretionaire (10) bevestigingscontrole door de bevoegde autoriteit om te waarborgen dat de sanitaire certificaten/documenten of andere documenten die in de sanitaire wetgeving zijn vastgelegd, overeenstemmen met het product in de zending (11). In het geval van verzegelde containers kan deze overeenstemmingscontrole bestaan uit het louter controleren of de zegels intact zijn en of de gegevens van de container en het zegelnummer overeenstemmen met de gegevens in de begeleidende sanitaire documenten of het certificaat.

 

2.   Materiële controles (zowel willekeurig als doelgericht)

Levende dieren, met uitzondering van bijen en hommels

100

Bijenkoninginnen en kleine hommelvolken

100

Verpakkingen met bijen en hommels

50 (12)

Sperma/embryo's/eicellen

10

Levende dieren (13) en dierlijke producten voor menselijke consumptie die zijn opgenomen in bijlage V bij Beschikking 97/132/EG van de Raad

1

Dierlijke producten voor menselijke consumptie die zijn opgenomen in bijlage V bij Beschikking 97/132/EG van de Raad

1

Niet voor menselijke consumptie bestemde verwerkte dierlijke eiwitten (in bulk)

100 % voor de eerste zes zendingen en dan 1-10 %.

B.   RETRIBUTIES VOOR KEURINGEN EN CONTROLES

De in B.I en B.II van deze bijlage vastgestelde retributies worden op de ingevoerde producten geheven.

De retributies worden zo vastgesteld dat ze alleen de werkelijke kosten van de grensinspectiediensten dekken, tenzij anders overeengekomen, en mogen niet hoger zijn dan de gelijkwaardige zendingretributies voor hetzelfde product dat uit andere derde landen wordt ingevoerd.

B.I.   Voor de Europese Unie

Retributies voor keuringen en controles van levende dieren en kiemplasma:

Retributies voor keuringen en controles worden toegepast overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EG) nr. 882/2004.

Producten van dierlijke oorsprong:

Retributies voor keuringen en controles worden toegepast overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EG) nr. 882/2004 met een korting van 22,5 % (14). Voor de doorvoer van goederen in de Unie worden echter retributies voor keuringen en controles toegepast overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EG) nr. 882/2004 zonder korting.

B.II.   Voor Nieuw-Zeeland

Retributies voor keuringen en controles van levende dieren en kiemplasma:

Retributies voor keuringen en controles worden toegepast in overeenstemming met de „Biosecurity (Costs) Regulations” van Nieuw-Zeeland.

Producten van dierlijke oorsprong:

 

Retributies voor documenten- en overeenstemmingscontroles:

 

Enkelvoudige zending — Maximaal 149,60 (+ taksen) NZD per zending

 

Zendingen bestaande uit meerdere containers — Maximaal 149,60 (+ taksen) NZD voor de eerste container en maximaal 75 (+ taksen) NZD/container voor aanvullende containers

 

Stukgoedzendingen — Maximaal 149,60 (+ taksen) NZD/uur

 

Retributies voor documenten- en overeenstemmingscontroles + materiële controles:

Enkelvoudige zending — retributies voor keuringen en controles in overeenstemming met de wetgeving van Nieuw-Zeeland:

 

Animal Health Biosecurity (Costs) Regulations

 

Public Health Fees and Charges Regulation

Inflatiecorrectie voor de retributies voor keuringen en controles van Nieuw-Zeeland:

 

De retributies voor keuringen en controles van Nieuw-Zeeland kunnen jaarlijks worden aangepast volgens de volgende formule:

 

Maximale retributies voor keuringen en controles =

 

de in bijlage VIII opgenomen retributie voor keuringen en controles × (1 + gemiddelde inflatiepercentage/100*) (huidig jaar — 2009)

*

als continu berekend voor Nieuw-Zeeland op basis van de door de nationale bank van Nieuw-Zeeland bekendgemaakte cijfers.


(1)  De producten moeten zonder enige beperking in aanmerking komen voor het handelsverkeer binnen de EU, tenzij anders is aangegeven.

(2)  Alle gegevens die naar de Verordeningen (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 verwijzen, worden geacht ook te verwijzen naar de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen en microbiële criteria als vastgesteld in de Verordeningen (EG) nr. 2073/2005, (EG) nr. 2074/2005 en (EG) nr. 2076/2005.

(3)  Bij uitvoer moet de exporteur (exploitant van het levensmiddelenbedrijf) ervoor zorgen dat zijn uitgevoerde producten aan de microbiologische voedselveiligheidscriteria van de invoerende partij voldoen.

(4)  Is van toepassing op de vlees-, visserij- en zuivelsectoren.

(5)  Informatie over inrichtingen en faciliteiten van Nieuw-Zeeland wordt ingevoerd in het Traces-systeem van de EU (of de opvolgers van dat systeem) door de bevoegde autoriteit van Nieuw-Zeeland. Nieuw-Zeeland waarborgt dat de inrichtingen voldoen aan de voorwaarden in de overeenkomst. De Commissie zal op haar website onverwijld, en gewoonlijk binnen een termijn van twee werkdagen, de informatie bijwerken en bekendmaken. De Commissie kan beslissen om, in het geval van een ontoereikende waarborg, een inrichting niet op haar website te vermelden. In dit geval zal de Commissie aan de bevoegde autoriteit van Nieuw-Zeeland onverwijld de reden(en) hiervan meedelen.

(8)  Datum van vertrek is de datum waarop het vaartuig de laatste haven van Nieuw-Zeeland heeft verlaten.

(9)  De bevoegde autoriteit kan deze activiteiten, met inbegrip van de materiële controles, delegeren aan een bevoegd persoon of een agentschap, in overeenstemming met de wetgeving van de invoerende partij.

(10)  In overeenstemming met de wetgeving van de invoerende partij.

(11)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt onder „zending” een hoeveelheid producten van dezelfde aard verstaan, waarvoor dezelfde veterinaire certificaten of veterinaire documenten of dezelfde andere door de veterinaire wetgeving voorgeschreven documenten gelden, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en die afkomstig is uit hetzelfde derde land of gedeelte van een derde land. Onder „hetzelfde vervoermiddel” wordt de vervoerder verstaan (bv. vaartuig, luchtvaartuig).

(12)  Voor zendingen verpakte bijen die minder dan 130 verpakkingen bevatten, moet 50 % van de zending aan een inspectie onderworpen worden. Voor zendingen die meer dan 130 verpakkingen bevatten, moet een monster van 65 op aselecte wijze uit de zending gekozen verpakkingen worden geïnspecteerd om een ziekte-incidentie van 5 % met een betrouwbaarheid van 95 % te kunnen opsporen.

(13)  Als bepaald in hoofdstuk 10 van bijlage V.

(14)  Berekend op basis van de veronderstelling dat het aantal materiële controles voor invoer van Nieuw-Zeeland slechts 10 % bedraagt van het aantal materiële controles dat normaal voor andere derde landen wordt uitgevoerd en dat de kosten voor de materiële controles 25 % van de totale retributiekosten bedragen.


Top