EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0895

2014/895/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 10 december 2014 tot vaststelling van het format voor het verstrekken van de gegevens als bedoeld in artikel 21, lid 3, van Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 9334) Voor de EER relevante tekst

OJ L 355, 12.12.2014, p. 51–54 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2014/895/oj

12.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 355/51


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 10 december 2014

tot vaststelling van het format voor het verstrekken van de gegevens als bedoeld in artikel 21, lid 3, van Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 9334)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/895/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (1), en met name artikel 21, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 21, lid 3, van Richtlijn 2012/18/EU bepaalt dat de lidstaten de Commissie gegevens moeten verschaffen voor onder die richtlijn vallende inrichtingen door gebruik te maken van een specifiek rapportageformulier.

(2)

Het rapportageformulier moet de lidstaten in staat stellen gegevens op efficiënte wijze mee te delen om — met inachtneming van de eisen van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE) — de bruikbaarheid en vergelijkbaarheid ervan te optimaliseren en de administratieve lasten voor de lidstaten te minimaliseren.

(3)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 96/82/EG van de Raad (3) opgerichte comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten verstrekken de Commissie de in artikel 21, lid 3, van Richtlijn 2012/18/EU bedoelde gegevens onder gebruikmaking van het in de bijlage bij dit besluit vastgestelde format.

De gegevens voor reeds bestaande vermeldingen in de databank worden uiterlijk op 31 december 2016 opnieuw bezien.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 10 december 2014.

Voor de Commissie

Karmenu VELLA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 197 van 24.7.2012, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).

(3)  Richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (PB L 10 van 14.1.1997, blz. 13).


BIJLAGE

FORMAT VOOR HET VERSTREKKEN VAN GEGEVENS OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 21, LID 3, VAN RICHTLIJN 2012/18/EU

Alle velden met een asterisk (*) zijn verplicht.

Vertrouwelijke gegevens moeten als zodanig worden aangemerkt en voor elk type gegeven moeten de gronden voor weigering worden aangegeven overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad (1).

1.   Deel 1 — Authenticatiesysteem van de Europese Commissie (ECAS)

Om veiligheidsredenen kunnen de gebruikers in de lidstaten alleen toegang tot eSPIRS krijgen als zij zich bij het authenticatiesysteem van de Europese Commissie (ECAS) registeren en de volgende verplichte informatie verstrekken:

a)    Voornaam*: voornaam van de gebruiker

b)    Achternaam*: achternaam van de gebruiker

c)    E-mail*: e-mailadres van de gebruiker

d)    Rol van de gebruiker*: nationaal rapporteur (NR) of nationaal administrateur (NA)

Zodra de authenticiteit van de gebruiker is vastgesteld, wordt hij verbonden met het Minerva-portaal van het Bureau voor risico's van grote ongevallen, waar eSPIRS is ondergebracht. De gebruikersrechten voor de eSPIRS-databank die worden toegekend, hangen af van de rol van de gebruiker.

2.   Deel 2 — In eSPIRS te verstrekken gegevens

De gebruiker moet de onderstaande informatie verstrekken, hetzij met behulp van het onlinerapportageformaat waarmee voor iedere inrichting apart gegevens kunnen worden ingevoerd, hetzij met behulp van een nationale export tool dat het XML-template van eSPIRS gebruikt om de in de nationale/regionale/lokale inrichtingendatabank(en) opgenomen informatie in eSPIRS in te voeren.

2.1.   Rapporterende bevoegde autoriteit

a)    Naam*: officiële naam van de rapporterende bevoegde autoriteit

b)    Adres*: straat waar de rapporterende bevoegde autoriteit is gevestigd

c)    Plaats*: plaats waar de rapporterende bevoegde autoriteit is gevestigd

d)    Postcode*: postcode van de rapporterende bevoegde autoriteit

e)    Land*: land van de rapporterende bevoegde autoriteit

f)    Opmerkingen : de gebruiker kan opmerkingen toevoegen over de rapporterende bevoegde autoriteit

2.2.   Naam en activiteiten van de inrichting

a)

Seveso-status*: [onder Seveso III bestaan er twee soorten inrichtingen: hogedrempelinrichtingen en lagedrempelinrichtingen]

b)

Naam*: naam van Seveso-inrichting zoals gerapporteerd in eSPIRS

c)

Moederonderneming: holdingmaatschappij/moederonderneming van de inrichting

d)

Persoonlijke code: de code die de gebruiker kan ingeven indien hij/zij het oude code-systeem in eSPIRS wil gebruiken

e)

Industriesector en/of NACE-code*: wanneer op een inrichting meerdere SPIRS en/of NACE-codes van toepassing zijn, wordt een onderscheid gemaakt tussen hoofdactiviteit en nevenactiviteiten.

(1)

De industriesector moet worden vermeld overeenkomstig de Seveso-SPIRS-codes:

(1)

Landbouw

(2)

Sport- en vrijetijdsactiviteiten (bijvoorbeeld ijsbanen)

(3)

Mijnbouwactiviteiten (residuen en fysisch-chemische processen)

(4)

Verwerking van metalen

(5)

Verwerking van ferrometalen (gieterijen, smelterijen, enz.)

(6)

Verwerking van non-ferrometalen (gieterijen, smelterijen, enz.)

(7)

Verwerking van metalen met gebruik van elektrolytische of chemische procedés

(8)

Petrochemische raffinaderijen/olieraffinaderijen

(9)

Opwekking, voorziening en distributie van elektriciteit

(10)

Brandstofopslag (inclusief verwarming, detailhandel, enz.)

(11)

Productie, vernietiging en opslag van explosieven

(12)

Productie en opslag van vuurwerk

(13)

Productie, afvullen en bulkdistributie van LPG

(14)

Opslag van LPG

(15)

Opslag en distributie van LNG

(16)

Groot- en kleinhandel en distributie (met uitzondering van LPG)

(17)

Productie en opslag van pesticiden, biociden en fungiciden

(18)

Productie en opslag van meststoffen

(19)

Productie van farmaceutische producten

(20)

Verwerking, behandeling en verwijdering van afval

(21)

Water en afvalwater (verzameling, voorziening, behandeling)

(22)

Chemische installaties

(23)

Productie van organisch-chemische basisproducten

(24)

Vervaardiging van kunststof en rubber

(25)

Productie en vervaardiging van pulp en papier

(26)

Houtbehandeling en meubels

(27)

Vervaardiging en behandeling van textiel

(28)

Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken

(29)

Algemene techniek, vervaardiging en montage

(30)

Bouw, sloop en reparatie van schepen

(31)

Bouw & civieltechnische werken

(32)

Keramiek (stenen, aardewerk, glas, cement, enz.)

(33)

Fabricage van glas

(34)

Vervaardiging van cement, kalk en gips

(35)

Elektronica en elektrotechniek

(36)

Omslag- en vervoerscentra (havens, luchthavens, parkeerplaatsen, rangeerterreinen, enz.)

(37)

Medische sector, onderzoek, opleiding (inclusief ziekenhuizen, universiteiten, enz.)

(38)

Algemene vervaardiging van chemische stoffen (niet elders in de lijst genoemd)

(39)

Overige activiteiten (niet elders in de lijst genoemd)

(2)

NACE-code: NACE is de Europese industriestandaard voor de statistische indeling van economische activiteiten en bestaat uit een 6-cijferige code. Als toevoeging op of in plaats van de SPIRS-codes kunnen gebruikers een Seveso-inrichting bij NACE indelen door naar de eerste 4 cijfers te verwijzen.

f)

Link naar de website met nadere informatie over de instelling*

g)

E-PRTR ID: indien de inrichting volledig of gedeeltelijk onder Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2) valt: gelieve het unieke nationale identificatienummer te verstrekken dat voor de verslaglegging over die inrichting overeenkomstig die verordening wordt gebruikt, evenals de link naar de betrokken website.

h)

IED ID (voor gegevens vanaf 2016): indien de inrichting volledig of gedeeltelijk onder Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en van de Raad (3) valt (http://ec.europa.eu/environment/industry/stationary/ied/legislation.htm): gelieve alle relevante unieke nationale installatie-identificatienummers in de zin van die richtlijn te verstrekken, evenals de link naar de betrokken website.

i)

Opmerkingen over de inrichting: de gebruiker kan opmerkingen toevoegen over de inrichting waarover gegevens worden verstrekt.

2.3.   Volledig adres of coördinaten van de breedtegraad/lengtegraad van de inrichting

a)    Adres*: straat, nummer en plaats waar de inrichting gevestigd is

b)    Breedtegraad*: coördinaten van de breedtegraad van de inrichting (indien geen adres is vermeld)

c)    Lengtegraad*: coördinaten van de lengtegraad van de inrichting (indien geen adres is vermeld)

d)    Opmerkingen over het adres : de gebruiker kan opmerkingen toevoegen over het adres van de inrichting

2.4.   In de inrichting voorhanden stoffen

a)    Stof (overeenkomstig Seveso III) : de triviale naam, generieke naam of gevarenindeling

b)    CAS-nummer : het CAS-nummer is een uniek getal ter aanduiding van één specifieke stof. Het heeft geen chemische beduiding en is een hulpmiddel om een grote hoeveelheid informatie over een bepaalde chemische stof te verkrijgen. Het bevat maximaal 10 cijfers die door koppeltekens in drie delen zijn opgesplitst (http://www.cas.org/content/chemical-substances)

c)    Hoeveelheid : hoeveelheid in ton

d)    Fysieke kenmerken : opslagomstandigheden waaronder de stof wordt bewaard, zoals toestand (vast, vloeibaar, gas), granulariteit (poeder, pellets, enz.), druk, temperatuur, enz.

e)    Opmerkingen over de stoffen : de gebruiker kan opmerkingen toevoegen over de in de inrichting voorhanden stoffen waarover gegevens worden verstrekt.


(1)  Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26).

(2)  Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 1).

(3)  Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).


Top