EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R0867

Verordening (EU) nr. 867/2012 van de Raad van 24 september 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië

OJ L 257, 25.9.2012, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 18 Volume 010 P. 255 - 256

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/867/oj

25.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 257/1


VERORDENING (EU) Nr. 867/2012 VAN DE RAAD

van 24 september 2012

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 18 januari 2012 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië vastgesteld (2) met het oog op de tenuitvoerlegging van het merendeel van de maatregelen die waren vastgesteld bij Besluit 2011/782/GBVB.

(2)

Besluit 2012/420/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 houdende wijziging van Besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (3) voorziet in een aanvullende maatregel, namelijk de verplichting van de lidstaten om alle vaartuigen en vliegtuigen met bestemming Syrië te inspecteren, indien zij voldoende redenen hebben om te veronderstellen dat de lading voorwerpen bevat waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer verboden is of onderworpen is aan een vergunning.

(3)

In verband met die maatregel bepaalt Besluit 2012/420/GBVB dat vliegtuigen en vaartuigen die lading naar Syrië vervoeren, verplicht zijn voor alle goederen die zij in een lidstaat invoeren of uit een lidstaat uitvoeren, aanvullende informatie vóór aankomst of vóór vertrek te verstrekken.

(4)

Voorts is in Besluit 2012/420/GBVB een afwijking vastgesteld van de bevriezing van tegoeden en economische middelen die bestemd zijn om te worden overgedragen als financiële steun aan Syrische onderdanen die in de Unie onderwijs of een beroepsopleiding volgen of er academisch onderzoek verrichten.

(5)

De bepalingen die voorzien in afwijkingen van de bevriezing van tegoeden en economische middelen van de Centrale Bank van Syrië moeten worden gewijzigd.

(6)

Een aantal van die beperkende maatregelen valt onder het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en daarom is EU-wetgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen, in het bijzonder om te garanderen dat zij door de marktdeelnemers in alle lidstaten uniform worden toegepast.

(7)

Om dezelfde reden is een wijziging noodzakelijk om de reikwijdte van Verordening (EU) nr. 36/2012 te verduidelijken.

(8)

Verordening (EU) nr. 36/2012 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 36/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt het volgende punt ingevoegd:

„r)   „douanegebied van de Unie”: het gebied als omschreven in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4).

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 2 quater

1.   De voorschriften betreffende de verplichting voorafgaandelijk informatie te verstrekken, zoals vastgesteld in de bepalingen inzake summiere aangiften en inzake douaneaangiften in Verordening (EEG) nr. 2913/92 en in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (5), zijn van toepassing op alle goederen die het douanegebied van de Unie naar Syrië verlaten.

De persoon of entiteit die deze informatie verstrekt, legt alle vergunningen over indien dat door deze verordening wordt vereist.

2.   De inbeslagneming of vernietiging van uitrusting, goederen of technologie waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer door de artikelen 2 en 2 bis van deze verordening verboden is, kan overeenkomstig de nationale wetgeving of de beslissing van een bevoegde autoriteit worden uitgevoerd voor rekening van de in lid 1 bedoelde persoon of entiteit of, wanneer het niet mogelijk is deze kosten op die persoon of entiteit te verhalen, mogen zij in overeenstemming met de nationale wetgeving worden ingevorderd van iedere persoon of entiteit die verantwoordelijk is voor het vervoer van de goederen of de uitrusting bij de poging tot illegale levering, verkoop, overdracht of uitvoer.

3)

Artikel 12, lid 1, komt als volgt te luiden:

„1.   Er geldt een verbod op:

a)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van apparatuur of technologie genoemd in bijlage VII voor de bouw of installatie in Syrië van nieuwe infrastructuur voor de productie van elektriciteit;

b)

de verlening, direct of indirect, van technische bijstand, financiering of financiële bijstand, waaronder financiële derivaten, alsmede van verzekering of herverzekering in verband met onder a) bedoelde projecten.”.

4)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 20 bis

Bij wijze van afwijking van artikel 14 mogen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage III, onder voorwaarden die zij als passend beschouwen machtiging verlenen voor de overdracht door of via een in bijlage II of II bis vermelde financiële entiteit van tegoeden of economische middelen, indien de overdracht verband houdt met een betaling door een persoon of entiteit die niet voorkomt op een van de lijsten in bijlage II of II bis met betrekking tot het verlenen van financiële bijstand aan Syrische onderdanen die een opleiding of beroepsopleiding volgen of bezig zijn met academisch onderzoek in de Unie, mits de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat voor elk afzonderlijk geval heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een in bijlage II of II bis vermelde persoon of entiteit.”.

5)

Artikel 21 bis komt als volgt te luiden:

„Artikel 21 bis

1.   Bij wijze van afwijking van artikel 14, mogen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage III, onder voorwaarden die zij als passend beschouwen machtiging verlenen voor:

a)

een overdracht van tegoeden of economische middelen, ontvangen en bevroren na de datum van aanwijzing, door of via de Centrale Bank van Syrië, indien de overdracht verband houdt met een betaling die verschuldigd is uit hoofde van een specifiek handelscontract, of

b)

een overdracht van tegoeden of economische middelen naar of via de Centrale Bank van Syrië, indien de overdracht verband houdt met een betaling die verschuldigd is uit hoofde van een specifiek handelscontract,

mits de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat per geval heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect ten goede komt van een in bijlage II of II bis vermelde persoon of entiteit en mits de overdracht niet anderszins door deze verordening is verboden.

2.   Bij wijze van afwijking van artikel 14, mogen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage III, onder voorwaarden die zij als passend beschouwen machtiging verlenen voor een overdracht door of via de Centrale Bank van Syrië van bevroren tegoeden of economische middelen, teneinde financiële instellingen die onder de rechtsbevoegdheid van de lidstaten vallen, te voorzien van liquiditeit voor de financiering van de handel.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 september 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 319 van 2.12.2011, blz. 56.

(2)  PB L 16 van 19.1.2012, blz. 1.

(3)  PB L 196 van 24.7.2012, blz. 59.

(4)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.”.

(5)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.”.


Top