EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32011R1210
Commission Regulation (EU) No 1210/2011 of 23 November 2011 amending Regulation (EU) No 1031/2010 in particular to determine the volume of greenhouse gas emission allowances to be auctioned prior to 2013 Text with EEA relevance
Verordening (EU) nr. 1210/2011 van de Commissie van 23 november 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 met name met het oog op de vaststelling van het volume vóór 2013 te veilen broeikasgasemissierechten Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 1210/2011 van de Commissie van 23 november 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 met name met het oog op de vaststelling van het volume vóór 2013 te veilen broeikasgasemissierechten Voor de EER relevante tekst
OJ L 308, 24.11.2011, p. 2–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 030 P. 65 - 77
No longer in force, Date of end of validity: 20/12/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R2830
24.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 308/2 |
VERORDENING (EU) Nr. 1210/2011 VAN DE COMMISSIE
van 23 november 2011
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 met name met het oog op de vaststelling van het volume vóór 2013 te veilen broeikasgasemissierechten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 3 quinquies, lid 3, en artikel 10, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (2) is bepaald dat de hoeveelheid in 2011 en 2012 te veilen emissierechten zo snel mogelijk na de vaststelling van die verordening moet worden vastgesteld. De aldus vastgestelde volumes moeten in een bijlage bij die verordening worden opgenomen. Met de vaststelling van de hoeveelheid wordt in de eerste plaats beoogd dat de regeling van de Unie voor de handel in emissierechten, die de goede werking van de secundaire markt ondersteunt, een soepele overgang van de tweede naar de derde handelsperiode kent. |
(2) |
Bij de vaststelling van de in 2011 en 2012 te veilen hoeveelheden moet rekening worden gehouden met factoren die de vraag naar en het aanbod van emissierechten bepalen, en met name met de vooral in de energiesector bestaande afdekkingsbehoeften met het oog op de naleving van de regelgeving in de eerste jaren van de derde handelsperiode, met de hoeveelheid voor de tweede handelsperiode geldige emissierechten die grotendeels in handen van de industriële sectoren is en die in de genoemde handelsperiode niet nodig is voor de naleving van de regelgeving, en met het aandeel van die emissierechten dat in de tweede handelsperiode op de markt is verkocht en waarschijnlijk zal worden verkocht, met de hoeveelheid gecertificeerde emissiereducties en emissiereductie-eenheden die voortvloeien uit emissiereductieprojecten in het kader van het mechanisme voor schone ontwikkeling of in het kader van de bepalingen inzake gezamenlijke uitvoering die beschikbaar zijn voor de afdekking van risico’s of voor inlevering door marktdeelnemers die onder de regeling van de Unie voor de handel in emissierechten vallen, en met de tegeldemaking van emissierechten uit de nieuwkomersreserve voor de derde handelsperiode voor steun aan demonstratieprojecten voor koolstofafvang en -vastlegging en innovatieve technologieën inzake hernieuwbare energie (NER300) overeenkomstig Besluit 2010/670/EU van de Commissie van 3 november 2010 tot vaststelling van criteria en maatregelen voor de financiering van commerciële demonstratieprojecten ter bevordering van de milieutechnisch veilige afvang en geologische opslag van CO2, alsook voor demonstratieprojecten ter bevordering van innovatieve technologieën voor hernieuwbare energie in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (3). Hoewel al deze factoren in uiteenlopende mate met onzekerheid zijn omgeven, is het van belang de in 2012 te veilen hoeveelheid tijdig vast te stellen. |
(3) |
De conclusie van de beoordeling op basis van deze factoren is dat er in 2011 geen voor de derde handelsperiode geldige emissierechten mogen worden geveild. |
(4) |
De veilingkalenders voor de veiling van emissierechten in 2012 moeten zo worden vastgesteld dat de impact van de veilingen op de werking van de secundaire markt wordt beperkt en er toch voor wordt gezorgd dat de veilingen groot genoeg zijn om voldoende deelnemers aan te trekken. De overgang van het veilen op voorlopige veilingplatforms naar het veilen op latere veilingplatforms moet soepel verlopen. Voorts kan het gerechtvaardigd zijn in een aantal andere, nauwkeurig omschreven situaties een reeds bekendgemaakte veilingkalender aan te passen. |
(5) |
Aangezien het ernaar uitziet dat de te veilen emissierechten tijdig kunnen worden geleverd, is het niet nodig bij wijze van overgangsmaatregel forwards en futures te veilen. Teneinde het risico te beperken dat inherent is aan de aanschaf van het veilingplatform waarop de verordening onverkort van toepassing zal zijn, blijft het echter wenselijk een overgangsplatform aan te schaffen. Gezien het belang van de onverkorte toepassing van de verordening mogen overgangsveilingplatforms niet langer dan nodig veilingen houden. De aanwijzing van een overgangsveilingplatform moet worden vereenvoudigd door minder eisen op te leggen aan de wijze waarop het veilingen houdt, zoals dat reeds is gebeurd voor de veiling van forwards en futures. Op deze manier kunnen de aan te schaffen diensten nauwer blijven aansluiten op diensten die reeds op de markt bestaan. Bovendien is de toepassing van nationale maatregelen ter omzetting van titel III van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) op de door een overgangsveilingplatform gehouden veilingen niet essentieel. Evenzo zou het disproportioneel zijn te eisen dat de vergunning van het overgangsveilingplatform wordt bijgewerkt overeenkomstig de eisen van de veilingsverordening. Om doeltreffend markttoezicht te verzekeren moeten de bepalingen van de onderhavige verordening met betrekking tot het verbod op marktmisbruik echter van toepassing zijn op veilingen die worden gehouden op een overgangsveilingplatform vanaf het ogenblik dat de betrokken lidstaat de desbetreffende bepalingen in nationale wetgeving heeft omgezet. Dit bevordert gelijke concurrentievoorwaarden tussen kandidaat-veilingplatforms zonder de aanvang van de veilingen afhankelijk te maken van die omzetting. Dit geldt voor het door middel van een gezamenlijkeaanbestedingsprocedure aan te schaffen overgangsveilingplatform, maar ook voor overgangsveilingplatforms die moeten worden aangewezen door de lidstaten welke zich niet bij de gezamenlijke actie aansluiten en hun eigen veilingplatform aanwijzen. |
(6) |
Het is niet noodzakelijk het aandeel van de kosten van de veilingtoezichthouder die zijn toe te rekenen aan door de Commissie aangeschafte diensten over het aantal veilingplatforms te verdelen. |
(7) |
Om de gezamenlijkeaanbestedingsprocedure ter aanwijzing van een gemeenschappelijk veilingplatform efficiënt en adequaat voor te bereiden en te doen verlopen, is het wenselijk tijdig duidelijkheid over de deelname van de lidstaten aan die gezamenlijke actie te krijgen. Daarom moet het in bepaalde omstandigheden mogelijk zijn dat een lidstaat die in een later stadium gebruik begint te maken van het gemeenschappelijke veilingplatform, aan door het veilingplatform verleende diensten toe te rekenen kosten draagt welke niet worden gedragen door lidstaten die van bij de aanvang deelnemen aan de gezamenlijke actie. |
(8) |
De aanwijzing van de veilers en de veilingtoezichthouder is van cruciaal belang voor het goede verloop van de veilingen en het zou doorgaans niet mogelijk zijn veilingen te houden zonder de sluiting en inwerkingtreding van regelingen tussen de veilers en de veilingmonitor enerzijds en de veilingplatforms anderzijds. Deze regelingen moeten naar behoren worden uitgevoerd, maar de niet-uitvoering of een geschil over de uitvoering mogen niet in alle omstandigheden aanleiding geven tot het inhouden van emissierechten van de veilingen. |
(9) |
De veilingtoezichthouder moet worden aangewezen na een gezamenlijkeaanbestedingsprocedure tussen de Commissie en de lidstaten. Hoewel is voorzien dat alle lidstaten vanaf het begin deelnemen aan deze gezamenlijke actie, is het passend regels vast te stellen voor het geval een lidstaat zich pas in een later stadium aansluit. Bovendien moet het voor de lidstaten die besluiten een eigen veilingplatform aan te wijzen mogelijk zijn zich uitsluitend bij de gezamenlijke actie aan te sluiten om gebruik te maken van een gemeenschappelijk veilingplatform wanneer de opneming van hun eigen veilingplatform niet plaatsvindt, onverminderd hun status van waarnemer bij die gezamenlijke actie. |
(10) |
Het risico op handel met voorkennis door het intrekken van een bieding moet worden beperkt. Indien dergelijk gedrag niet onder Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) valt, moeten de desbetreffende bepalingen van de veilingverordening van toepassing zijn. |
(11) |
In deze wijziging moet worden voorzien in een beperkt aantal technische verduidelijkingen en correcties van de veilingverordening. |
(12) |
Verordening (EU) nr. 1031/2010 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(13) |
Om voor voorspelbare en tijdig plaatsvindende veilingen te zorgen, dient deze verordening met spoed in werking te treden. |
(14) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1031/2010
Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3, lid 43, onder f), wordt vervangen door:
|
2) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 6, lid 1, worden de tweede en de derde alinea vervangen door: „Een kavel die wordt geveild door een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform bestaat uit 500 emissierechten. Een kavel die wordt geveild door een overeenkomstig artikel 26, lid 2, of artikel 30, lid 2, aangewezen veilingplatform bestaat uit 500 of 1 000 emissierechten.”. |
4) |
Artikel 8, lid 4, eerste alinea, wordt vervangen door: „4. Uiterlijk vanaf de zesde veiling houden overeenkomstig artikel 26, lid 1 of lid 2, aangewezen veilingplatforms ten minste wekelijks een veiling van onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten en ten minste om de twee maanden een veiling van onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten, behalve in 2012, wanneer de genoemde veilingplatforms ten minste maandelijks een veiling van onder hoofdstuk III van die richtlijn vallende emissierechten houden.”. |
5) |
Artikel 10, lid 1, wordt vervangen door: „1. Voor elke lidstaat is in bijlage I bij deze verordening de in 2012 te veilen hoeveelheid van onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten vastgesteld.”. |
6) |
Artikel 10, lid 3, eerste alinea, wordt vervangen door: „3. De onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende hoeveelheid emissierechten die met ingang van 2013 elk jaar moet worden geveild, is gebaseerd op bijlage I en op de door de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 1, van die richtlijn vastgestelde en bekendgemaakte geraamde hoeveelheid te veilen emissierechten of op de meest recente wijziging van de oorspronkelijke raming van de Commissie zoals tegen 31 januari van het voorafgaande jaar bekendgemaakt, voor zover mogelijk rekening houdend met alle gratis overgangstoewijzingen die overeenkomstig artikel 10 ter, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG zijn afgetrokken of moeten worden afgetrokken van de hoeveelheid emissierechten die een bepaalde lidstaat anders overeenkomstig artikel 10, lid 2, van die richtlijn zou veilen.”. |
7) |
Artikel 11, lid 2, wordt vervangen door: „2. De overeenkomstig artikel 26, lid 1 of lid 2, van deze verordening aangewezen veilingplatforms baseren hun vaststellingen en bekendmakingen uit hoofde van lid 1 van dit artikel op bijlage I en op de vaststelling en bekendmaking door de Commissie van de geraamde hoeveelheid te veilen emissierechten of op de meest recente wijziging van de oorspronkelijke raming van de Commissie, met inbegrip van eventuele aanpassingen, zoals bedoeld in artikel 10, lid 3.”. |
8) |
Aan artikel 14, lid 1, worden de volgende punten toegevoegd:
|
9) |
Artikel 16, leden 2 en 3, worden vervangen door: „2. Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform voorziet in toegang op afstand tot zijn veilingen door middel van een elektronische interface die via het internet veilig en betrouwbaar toegankelijk is. Daarnaast biedt een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform bieders de mogelijkheid om via een specifieke verbinding met de elektronische interface toegang te hebben tot zijn veilingen. 3. Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform kan één of meer alternatieve middelen voor toegang tot zijn veilingen aanbieden voor het geval dat het belangrijkste toegangsmiddel om een of andere reden onbeschikbaar is, mits die alternatieve toegangsmiddelen veilig en betrouwbaar zijn en het gebruik ervan niet leidt tot discriminatie van bieders.”. |
10) |
Artikel 17 wordt vervangen door: „Artikel 17 Training en hulplijn Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform biedt een praktische, internetondersteunde opleidingsmodule over het toegepaste veilingproces aan, die een leidraad voor het invullen en indienen van eventuele formulieren alsmede een simulatie van het uitbrengen van een bieding in een veiling omvat. Het stelt ook een hulplijndienst ter beschikking die ten minste gedurende de werkuren van elke handelsdag via telefoon, fax en e-mail bereikbaar is.”. |
11) |
Artikel 18, lid 3, wordt vervangen door: „3. De in lid 1, onder b) of c), bedoelde personen zijn gerechtigd een aanvraag tot toelating in te dienen om in veilingen rechtstreeks biedingen voor hun cliënten uit te brengen met betrekking tot veilingproducten die geen financiële instrumenten zijn, mits een lidstaat waarin zij zijn gevestigd wetgeving heeft vastgesteld die de bevoegde nationale instantie van die lidstaat in staat stelt hen vergunning te verlenen om biedingen uit te brengen voor hun cliënten.”. |
12) |
Artikel 19, leden 1en 2, worden vervangen door: „1. Wanneer een veilingplatform een secundaire markt organiseert, mogen leden van of deelnemers aan de secundaire markt die wordt georganiseerd door een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform rechtstreeks biedingen uitbrengen in de door dat veilingplatform gehouden veilingen als zij overeenkomstig artikel 18, lid 1 of lid 2, gerechtigde personen zijn, en hoeven zij niet aan nadere toelatingseisen te voldoen, mits alle hierna genoemde voorwaarden zijn vervuld:
2. Personen die geen lid zijn van of deelnemer zijn aan de secundaire markt die wordt georganiseerd door een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform, mogen, als zij overeenkomstig artikel 18, lid 1 of lid 2, gerechtigde personen zijn, rechtstreeks biedingen uitbrengen in de door dat veilingplatform gehouden veilingen, mits zij:
Wanneer een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform geen secundaire markt organiseert, mogen personen als zij overeenkomstig artikel 18, lid 1 of lid 2, gerechtigde personen zijn, rechtstreeks biedingen uitbrengen in de door dat veilingplatform gehouden veilingen, mits zij aan de onder a) tot en met h) van het onderhavige lid genoemde voorwaarden voldoen.”. |
13) |
In artikel 20 worden de leden 1, 5, 6, 7, 9 en 10 vervangen door: „1. Voordat krachtens artikel 18, lid 1 of lid 2, gerechtigde personen rechtstreeks hun eerste bieding uitbrengen bij een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform dienen zij bij het betrokken veilingplatform een aanvraag tot toelating om te bieden in. Wanneer een veilingplatform een secundaire markt organiseert, wordt aan leden van of deelnemers aan de door het betrokken veilingplatform georganiseerde secundaire markt die aan de eisen van artikel 19, lid 1, voldoen, de toelating verleend om biedingen uit te brengen zonder dat zij de in de eerste alinea bedoelde aanvraag hoeven in te dienen.” „5. Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform kan een aanvrager de toelating om in zijn veilingen te bieden weigeren indien de aanvrager weigert:
6. Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms passen met betrekking tot hun transacties of handelsrelaties met politiek prominente personen, ongeacht het land waar deze wonen, de maatregelen toe waarin artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2005/60/EG voorziet. 7. Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms eisen van indieners van een aanvraag tot toelating om in hun veilingen te bieden dat zij garanderen dat hun cliënten voldoen aan alle verzoeken overeenkomstig lid 5 en dat de cliënten van de cliënten van de aanvrager als bedoeld in artikel 18, lid 4, hetzelfde doen.” „9. Aanvragers verstrekken overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms geen onjuiste of misleidende informatie. De aanvrager brengt het betrokken veilingplatform volledig, eerlijk en onverwijld op de hoogte van elke verandering in zijn omstandigheden die van invloed kan zijn op zijn aanvraag tot toelating om in de door dat veilingplatform gehouden veilingen te bieden of op een eventueel reeds verkregen toelating om te bieden. 10. De overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms nemen een besluit over elke bij hen ingediende aanvraag en stellen de aanvrager in kennis van dat besluit. Het betrokken veilingplatform kan:
|
14) |
In artikel 21 worden de leden 1, 2 en 3 vervangen door: „1. Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms weigeren de toelating om in hun veilingen te bieden en gaan over tot intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om te bieden ten aanzien van personen die:
2. Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms weigeren de toelating om in hun veilingen te bieden en gaan over tot intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om te bieden indien het vermoeden bestaat dat de aanvrager betrokken is bij het witwassen van geld, de financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik, mits die weigering, intrekking of opschorting de inspanningen van de bevoegde nationale autoriteiten om de daders van dergelijke feiten te vervolgen of aan te houden, niet doorkruist. In dergelijke gevallen meldt het betrokken veilingplatform zulks overeenkomstig artikel 55, lid 2, van deze verordening aan de in artikel 21 van Richtlijn 2005/60/EG bedoelde financiële-inlichtingeneenheid (FIE). 3. Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms kunnen weigeren toelating te verlenen om in hun veilingen te bieden en gaan over tot intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om te bieden ten aanzien van personen die:
|
15) |
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
|
16) |
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
|
17) |
Artikel 25, lid 4, eerste alinea, wordt vervangen door: „4. Een lidstaat die niet deelneemt aan de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, leden 1 en 2, maar ervoor kiest zijn eigen veilingplatform aan te wijzen overeenkomstig artikel 30, leden 1 en 2, kan de veilingtoezichthouder verzoeken de lidstaten, de Commissie en het betrokken veilingplatform een technisch verslag te verstrekken over de geschiktheid van het veilingplatform dat hij voorstelt of voornemens is voor te stellen, om het veilingproces uit te voeren overeenkomstig de vereisten van deze verordening en de doelstellingen van artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG.”. |
18) |
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
|
19) |
Artikel 27, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
20) |
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
|
21) |
Artikel 29, onder e), wordt geschrapt. |
22) |
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
|
23) |
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
|
24) |
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
|
25) |
Aan artikel 36, lid 1, wordt de volgende zin toegevoegd: „Het voorgaande laat de toepassing van de artikelen 38 tot en met 40 van deze verordening op het gebruik van voorwetenschap om een bieding in te trekken, onverlet.”. |
26) |
In artikel 46 worden de leden 1 en 2 geschrapt en vervangen door: „Door een veilingplatform geveilde emissierechten worden vóór de opening van een biedingsinterval door het register van de Unie overgedragen naar een aangewezen tegoedrekening, waarop zij door het als bewaarnemer optredende clearingsysteem of afwikkelingssysteem worden bewaard totdat de emissierechten overeenkomstig de resultaten van de veiling aan de succesvolle bieders of hun rechtsopvolgers worden geleverd, zoals bepaald in de toepasselijke, krachtens artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde verordening van de Commissie.”. |
27) |
Artikel 50, lid 2, wordt geschrapt en „lid 1 of lid 2” in lid 3 wordt vervangen door „lid 1”. |
28) |
Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:
|
29) |
Artikel 54 wordt vervangen door: „Artikel 54 Bewaking van de relatie met bieders 1. Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform waakt over de relatie met de bieders die de toelating hebben om in zijn veilingen te bieden zo lang die relatie blijft bestaan, door middel van:
Bij de nauwgezette analyse van biedingen overeenkomstig de eerste alinea, onder a), besteedt het betrokken veilingplatform bijzondere aandacht aan alle activiteiten waarvan het meent dat zij, wegens hun aard, verband kunnen houden met witwassen van geld, financiering van terrorisme of criminele activiteiten. 2. Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform zorgt ervoor dat de documenten, gegevens of informatie die het met betrekking tot een bieder bijhoudt, regelmatig worden bijgewerkt. Daartoe kan dat veilingplatform:
3. Elk overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform houdt een register bij van:
4. Elk overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform houdt het in lid 3 bedoelde dossier bij zo lang de bieder de toelating heeft om biedingen uit te brengen in zijn veilingen, en nog ten minste vijf jaar na de beëindiging van de relatie met die bieder.”. |
30) |
In artikel 55 worden de leden 1, 2 en 4 vervangen door: „1. De in artikel 37, lid 1, van Richtlijn 2005/60/EG bedoelde bevoegde nationale autoriteiten voeren controles uit en treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform de eisen inzake klantenonderzoeksprocedures van artikel 19 en artikel 20, lid 6, de eisen inzake bewaking en het bijhouden van dossiers van artikel 54 en de meldingsvoorschriften van de leden 2 en 3 van dit artikel naleeft. De in de eerste alinea bedoelde bevoegde nationale autoriteiten beschikken over de bevoegdheden waarin de nationale maatregelen ter omzetting van artikel 37, leden 2 en 3, van Richtlijn 2005/60/EG voorzien. Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform kan aansprakelijk worden gesteld voor inbreuken op artikel 19, artikel 20, leden 6 en 7, artikel 21, leden 1 en 2, artikel 54 en de leden 2 en 3 van dit artikel. De nationale maatregelen ter omzetting van artikel 39 van Richtlijn 2005/60/EG zijn in dit verband van toepassing. 2. Elk overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform en de directie en het personeel daarvan, verlenen hun volledige medewerking aan de in artikel 21 van Richtlijn 2005/60/EG bedoelde FIE door onverwijld:
„4. De lidstaat op wiens grondgebied zich een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform bevindt, zorgt ervoor dat de nationale maatregelen ter omzetting van de artikelen 26 tot en met 29, artikel 32, artikel 34, lid 1, en artikel 35, van Richtlijn 2005/60/EG van toepassing zijn op het betrokken veilingplatform.”. |
31) |
Artikel 56, lid 1, wordt vervangen door: „1. Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform doet bij de uit hoofde van artikel 43, lid 2, van Richtlijn 2004/39/EG aangewezen bevoegde nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op het betrokken veilingplatform of voor het onderzoek en de vervolging van marktmisbruik dat op of via de systemen van het betrokken veilingplatform plaatsvindt, melding van elk vermoeden van marktmisbruik door personen die de toelating hebben om in de veilingen te bieden, of door personen namens wie een persoon die de toelating heeft om in de veilingen te bieden, handelt. De nationale maatregelen ter omzetting van artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2005/60/EG zijn van toepassing.”. |
32) |
Artikel 58 wordt vervangen door: „Artikel 58 Op de markt geldende gedragsregels en andere contractuele regelingen De artikelen 53 tot en met 57 laten eventuele andere maatregelen onverlet die een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform gerechtigd is te nemen krachtens de op zijn markt geldende gedragsregels of andere direct of indirect toepasselijke contractuele regelingen met bieders die de toelating hebben om in de veilingen te bieden, mits die maatregelen niet strijdig zijn met de bepalingen van de artikelen 53 tot en met 57 en deze niet ondermijnen.”. |
33) |
Artikel 60, lid 3, wordt vervangen door: „3. Op de website van het betrokken veilingplatform wordt een overzicht gepubliceerd met de namen, adressen, telefoon- en faxnummers, e-mailadressen en websites van alle personen die de toelating hebben om voor anderen biedingen uit te brengen in de veilingen op een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform.”. |
34) |
In artikel 62, lid 3, onder e), wordt „openbaar wordt gemaakt” vervangen door „wordt vrijgegeven of openbaar wordt gemaakt”. |
35) |
Artikel 64 wordt vervangen door: „Artikel 64 Recht van beroep 1. Elk overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform zorgt ervoor dat het beschikt over een buitengerechtelijk mechanisme om de klachten te behandelen van indieners van aanvragen tot toelating om te bieden, bieders die de toelating hebben om te bieden en personen aan wie de toelating om te bieden is geweigerd of van wie de toelating is ingetrokken of opgeschort. 2. De lidstaten waar het toezicht wordt uitgeoefend op een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, als veilingplatform aangewezen gereglementeerde markt of op de marktexploitant daarvan, zorgen ervoor dat alle besluiten van het in lid 1 bedoelde buitengerechtelijke klachtenbehandelingsmechanisme naar behoren worden gemotiveerd en dat daartegen beroep mogelijk is bij de rechter, zoals omschreven in artikel 52, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG. Dit recht op beroep doet geen afbreuk aan een eventueel recht om direct beroep in te stellen bij de rechterlijke instanties of bevoegde administratieve instanties zoals bepaald in de nationale maatregelen ter omzetting van artikel 52, lid 2, van Richtlijn 2004/39/EG.”. |
36) |
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt vervangen overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 november 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.
(2) PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1.
(3) PB L 290 van 6.11.2010, blz. 39.
(4) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
(5) PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt vervangen door:
„BIJLAGE I
Overeenkomstig artikel 10, lid 1, in 2012 te veilen emissierechten
Lidstaat |
Hoeveelheid |
België |
2 979 000 |
Bulgarije |
3 277 000 |
Tsjechië |
5 503 000 |
Denemarken |
1 472 000 |
Duitsland |
23 531 000 |
Estland |
1 068 000 |
Ierland |
1 100 000 |
Griekenland |
4 077 000 |
Spanje |
10 145 000 |
Frankrijk |
6 434 000 |
Italië |
11 324 000 |
Cyprus |
307 000 |
Letland |
315 000 |
Litouwen |
637 000 |
Luxemburg |
141 000 |
Hongarije |
1 761 000 |
Malta |
120 000 |
Nederland |
3 938 000 |
Oostenrijk |
1 636 000 |
Polen |
14 698 000 |
Portugal |
2 065 000 |
Roemenië |
5 878 000 |
Slovenië |
520 000 |
Slowakije |
1 805 000 |
Finland |
1 965 000 |
Zweden |
1 046 000 |
Verenigd Koninkrijk |
12 258 000 |
Totaal |
120 000 000” |