EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0859

Verordening (EG) nr. 859/2009 van de Commissie van 18 september 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 244/2009 betreffende de eisen inzake ecologisch ontwerp voor niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 247, 19.9.2009, p. 3–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 13 Volume 064 P. 183 - 185

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2021; stilzwijgende opheffing door 32019R2020

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/859/oj

19.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/3


VERORDENING (EG) Nr. 859/2009 VAN DE COMMISSIE

van 18 september 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 244/2009 betreffende de eisen inzake ecologisch ontwerp voor niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name op artikel 15, lid 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 244/2009 van de Commissie van 18 maart 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik (2),

Na raadpleging van het Overlegforum ecologisch ontwerp,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens gegevens die na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 244/2009 zijn bekendgemaakt, kan de grenswaarde als vermeld in tabel 5 van die verordening betreffende ultraviolette straling van het UVC-type niet worden bereikt door halogeengloeilampen zonder tweede lampomhulsel (met name halogeenlampen voor netspanning met G9- en R7-voet maar ook halogeenlampen voor extra lage spanning). Dit zou betekenen dat die lampen vanaf 1 september 2009 op de interne markt zouden worden verboden.

(2)

De geleidelijke afschaffing van lampen met G9- en R7-voet wordt slechts op de langere termijn overwogen, aangezien zij op ruime schaal worden gebruikt en er momenteel geen geschikte vervanging is die zou passen in voor dergelijke lampen ontworpen verlichtingstoestellen. In overweging 21 van Verordening (EG) nr. 244/2009 staat dat volgens de in de maatregel vervatte eisen halogeenlampen met lampvoet G9 en R7 gedurende een beperkte periode in de handel mogen blijven. In de verordening wordt niets gezegd over de duur van deze tijdspanne, maar het was zeker niet de bedoeling deze lampen op 1 september 2009 op grond van UVC-straling te verbieden, indien zij aan de andere eisen van de verordening voldoen.

(3)

Artikel 15 van Richtlijn 2005/32/EG schrijft voor dat de eisen inzake ecologisch ontwerp vanuit het oogpunt van de gebruiker geen significant nadelig effect voor de werking van het product mogen hebben, geen bovenmatige kosten met zich mogen brengen, geen significant nadelig effect voor het concurrentievermogen van het bedrijfsleven mogen hebben en moeten worden opgesteld rekening houdend met de ter zake relevante communautaire wetgeving.

(4)

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat lampen die in de Europese Unie op de markt worden gebracht veilig zijn in het gebruik. Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (3) (de laagspanningsrichtlijn) regelt de straling van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik met een spanningsbereik tussen 50 en 1 000 V voor wisselstroom en tussen 75 en 1 500 V voor gelijkstroom. UV-stralingsgrenswaarden worden vastgesteld in aanverwante geharmoniseerde normen voor halogeengloeilampen voor zowel netspanning als extra lage spanning (zoals 12 V en 24 V), maar niet voor compacte fluorescentielampen. Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (4) bepaalt dat uitsluitend veilige producten in de handel mogen worden gebracht.

(5)

Er moet worden gezorgd voor samenhang tussen Verordening (EG) nr. 244/2009 en andere communautaire wetgeving die van invloed is op de UV-straling van ongerichte lampen voor huishoudelijk gebruik. Verordening (EG) nr. 244/2009 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2005/32/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 244/2009

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 244/2009 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 september 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 september 2009.

Voor de Commissie

Andris PIEBALGS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 191 van 22.7.2005, blz. 29.

(2)  PB L 76 van 24.3.2009, blz. 3.

(3)  PB L 374 van 27.12.2006, blz. 10.

(4)  PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4.


BIJLAGE

Eisen inzake ecologisch ontwerp van ongerichte lampen voor huishoudelijk gebruik

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 244/2009 wordt tabel 5 vervangen door de volgende tabel:

Tabel 5

Eisen inzake functionaliteit voor lampen behalve compacte fluorescentielampen en LED-lampen

Functionaliteitsparameter

Stap 1

Stap 5

Opgegeven levensduur van de lamp

≥ 1 000 uur

≥ 2 000 uur

Lumenbehoud

≥ 85 % bij 75 % van de opgegeven gemiddelde levensduur

≥ 85 % bij 75 % van de opgegeven gemiddelde levensduur

Aantal schakelcycli

≥ vier keer de opgegeven levensduur van de lamp uitgedrukt in uur

≥ vier keer de opgegeven levensduur van de lamp uitgedrukt in uur

Ontbrandingstijd

< 0,2 s

< 0,2 s

Opwarmingstijd van lamp tot 60 % Φ

≤ 1,0 s

≤ 1,0 s

Voortijdig defectpercentage

≤ 5,0 % bij 100 uur

≤ 5,0 % bij 200 uur

Lamparbeidsfactor

≥ 0,95

≥ 0,95”


Top