EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0280

Verordening (EG) nr. 280/2009 van de Commissie van 6 april 2009 tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV bij Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

OJ L 93, 7.4.2009, p. 13–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 19 Volume 010 P. 150 - 156

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 09/01/2015; opgeheven door 32012R1215

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/280/oj

7.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/13


VERORDENING (EG) Nr. 280/2009 VAN DE COMMISSIE

van 6 april 2009

tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV bij Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1), en met name op artikel 74,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 44/2001 is een lijst opgenomen met nationale bevoegdheidsregels bedoeld in artikel 3, lid 2, en artikel 4, lid 2, van deze verordening. In bijlage II zijn de lijsten opgenomen van de gerechten of bevoegde autoriteiten die in de lidstaten bevoegd zijn voor de behandeling van verzoeken om een verklaring van uitvoerbaarheid. In bijlage III is een lijst opgenomen van de gerechten waarbij rechtsmiddelen kunnen worden ingesteld tegen de beslissing op het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid en bijlage IV bevat een opsomming van de laatste rechtsmiddelen tegen dergelijke beslissingen.

(2)

De bijlagen I, II, III en IV bij Verordening (EG) nr. 44/2001 werden herhaaldelijk gewijzigd, laatstelijk bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad (2) teneinde de nationale bevoegdheidsregels, de lijsten van gerechten of bevoegde autoriteiten en de rechtsmiddelen van Bulgarije en Roemenië op te nemen.

(3)

Lidstaten hebben de Commissie in kennis gesteld van aanvullende wijzigingen van de in de bijlagen I, II, III en IV opgenomen lijsten. Het lijkt bijgevolg wenselijk geconsolideerde versies van de in die bijlagen opgenomen lijsten bekend te maken.

(4)

Overeenkomstig artikel 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (3), neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van wijzigingen van de verordening Brussel I en zijn deze wijzigingen niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken.

(5)

Verordening (EG) nr. 44/2001 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I tot en met IV bij Verordening (EG) nr. 44/2001 worden vervangen door de overeenkomstige bijlagen bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel, 6 april 2009.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vicevoorzitter


(1)  PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1.

(2)  PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1.

(3)  PB L 299 van 16.11.2005, blz. 62.


BIJLAGE I

Nationale bevoegdheidsregels bedoeld in artikel 3, lid 2, en artikel 4, lid 2

in België: de artikelen 5 tot en met 14 van de Wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht;

in Bulgarije: artikel 4, lid 1, tweede alinea, van het Wetboek betreffende het internationaal privaatrecht;

in de Tsjechische Republiek: artikel 86 van Wet 99/1963 Sb., het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (občanský soudní řád), zoals gewijzigd;

in Duitsland: artikel 23 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zivilprozessordnung);

in Estland: artikel 86 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (tsiviilkohtumenetluse seadustik);

in Griekenland: artikel 40 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Κώδικας πολιτικής δικονομίας);

in Frankrijk: de artikelen 14 en 15 van het Burgerlijk Wetboek (Code civil);

in Ierland: de bepalingen inzake de bevoegdheid gebaseerd op een het geding inleidend stuk dat wordt betekend of meegedeeld aan de verweerder die tijdelijk in Ierland verblijft;

in Italië: de artikelen 3 en 4 van Wet 218 van 31 mei 1995;

in Cyprus: artikel 21, lid 2, van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet 14 van 1960), zoals gewijzigd;

in Letland: artikel 27 en artikel 28, leden 3, 5, 6 en 9, van de Wet betreffende het burgerlijk procesrecht (Civilprocesa likums);

in Litouwen: artikel 31 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Civilinio proceso kodeksas);

in Luxemburg: de artikelen 14 en 15 van het Burgerlijk Wetboek (Code civil);

in Hongarije: artikel 57 van Wetsdecreet nr. 13 van 1979 betreffende het internationaal privaatrecht (a nemzetközi magánjogról szóló 1979. évi 13. törvényerejű rendelet);

in Malta: de artikelen 742, 743 en 744 van het Wetboek van Organisatie en burgerlijke rechtsvordering — Cap. 12 (Kodiċi ta’ Organizzazzjoni u Proċedura Ċivili — Kap. 12) en artikel 549 van het Handelswetboek — Cap. 13 (Kodiċi tal-kummerċ — Kap. 13);

in Oostenrijk: artikel 99 van de Wet op de rechterlijke bevoegdheid (Jurisdiktionsnorm);

in Polen: de artikelen 1103 en 1110 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Kodeks postępowania cywilnego), voor zover de bevoegdheid berust op de woonplaats van de verweerder in Polen, op de omstandigheid dat de verweerder in Polen goederen bezit, op de omstandigheid dat hij in Polen aanspraak maakt op eigendomsrechten, op de omstandigheid dat het voorwerp van het geschil zich in Polen bevindt of op de omstandigheid dat een van de partijen een Poolse burger is;

in Portugal: de artikelen 65 en 65 A van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Código de Processo Civil) en artikel 11 van het Wetboek van rechtsvordering in arbeidszaken (Código de Processo de Trabalho);

in Roemenië: de artikelen 148-157 van Wet nr. 105/1992 inzake betrekkingen betreffende het internationaal privaatrecht;

in Slovenië: artikel 48, lid 2, van de Wet betreffende het internationaal privaatrecht en de internationale privaatrechtelijke procesvoering (Zakon o medarodnem zasebnem pravu in postopku), juncto artikel 47, lid 2, van de Wet betreffende het burgerlijk procesrecht (Zakon o pravdnem postopku) en artikel 58 van de Wet betreffende het internationaal privaatrecht en de internationale privaatrechtelijke procesvoering (Zakon o medarodnem zasebnem pravu in postopku), juncto artikel 59 van de Wet betreffende het burgerlijk procesrecht (Zakon o pravdnem postopku);

in Slowakije: artikel 37 tot en met artikel 37e van Wet 97/1963 betreffende het internationaal privaatrecht en de internationale privaatrechtelijke procesvoering;

in Finland: het Wetboek van rechtsvordering (oikeudenkäymiskaari/rättegångsbalken), hoofdstuk 10, artikel 1, lid 1, tweede, derde en vierde zin;

in Zweden: hoofdstuk 10, artikel 3, eerste alinea, eerste zin, van het Wetboek van rechtsvordering (rättegångsbalken);

in het Verenigd Koninkrijk: de bepalingen inzake de bevoegdheid die berust op:

a)

de omstandigheid dat een het geding inleidend stuk wordt betekend of meegedeeld aan de verweerder die tijdelijk in het Verenigd Koninkrijk verblijft, of

b)

de aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk van goederen die toebehoren aan de verweerder, of

c)

het beslag door de eiser gelegd op goederen die zich in het Verenigd Koninkrijk bevinden.


BIJLAGE II

De gerechten of bevoegde autoriteiten waarbij het in artikel 39 bedoelde verzoek kan worden ingediend, zijn:

in België, de rechtbank van eerste aanleg, het „tribunal de première instance”, of het „erstinstanzliches Gericht”;

in Bulgarije, de „окръжния съд”;

in de Tsjechische Republiek, de „okresní soud” of „soudní exekutor”;

in Duitsland,

a)

de president van een kamer van het „Landgericht”,

b)

een notaris in het kader van een procedure van verklaring van uitvoerbaarheid van een authentiek instrument;

in Estland, de „maakohus”;

in Griekenland, de „Μονομελές Πρωτοδικείο”;

in Spanje, de „Juzgado de Primera Instancia”;

in Frankrijk,

a)

de „greffier en chef du tribunal de grande instance”,

b)

de „président de la chambre départementale des notaires” in het geval van een verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid van een authentieke notariële akte;

in Ierland, de „High Court”;

in Italië, het „corte d’appello”;

in Cyprus, de „Επαρχιακό Δικαστήριο” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, de „Οικογενειακό Δικαστήριο”;

in Letland, de „rajona (pilsētas) tiesa”;

in Litouwen, de „Lietuvos apeliacinis teismas”;

in Luxemburg, de president van het „tribunal d’arrondissement”;

in Hongarije, de „megyei bíróság székhelyén működő helyi bíróság”, en in Boedapest, de „Budai Központi Kerületi Bíróság”;

in Malta, de „Prim’ Awla tal-Qorti Ċivili” of de „Qorti tal-Maġistrati ta’ Għawdex fil-ġurisdizzjoni superjuri tagħha” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, de „Reġistratur tal-Qorti” door tussenkomst van de „Ministru responsabbli għall-Ġustizzja”;

in Nederland, de voorzieningenrechter van de rechtbank;

in Oostenrijk, het „Bezirksgericht”;

in Polen, de „sąd okręgowy”;

in Portugal, het „Tribunal de Comarca”;

in Roemenië, het „Tribunal”;

in Slovenië, de „okrožno sodišče”;

in Slowakije, de „okresný súd”;

in Finland, de „käräjäoikeus/tingsrätt”;

in Zweden, de „Svea hovrätt”;

in het Verenigd Koninkrijk,

a)

in Engeland en Wales, de „High Court of Justice” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, door tussenkomst van de „Secretary of State”, de „Magistrates’ Court”,

b)

in Schotland, de „Court of Session” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, door tussenkomst van de „Secretary of State”, de „Sheriff Court”,

c)

in Noord-Ierland, de „High Court of Justice” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, door tussenkomst van de „Secretary of State”, de „Magistrates’ Court”,

d)

in Gibraltar, de „Supreme Court of Gibraltar” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, door tussenkomst van de „Attorney General of Gibraltar”, de „Magistrates’ Court”.


BIJLAGE III

De gerechten waarbij de in artikel 43, lid 2, bedoelde rechtsmiddelen kunnen worden ingesteld, zijn:

in België,

a)

wat het rechtsmiddel van de verweerder betreft, de rechtbank van eerste aanleg, het „tribunal de première instance” of het „erstinstanzliches Gericht”;

b)

wat het rechtsmiddel van de verzoeker betreft: het hof van beroep of het „Cour d’appel”;

in Bulgarije, de „Апелативен съд – София”,

in de Tsjechische Republiek, het hof van beroep via de districtsrechtbank;

in Duitsland, het „Oberlandesgericht”;

in Estland, de „ringkonnakohus”;

in Griekenland, de „Εφετείο”;

in Spanje „el Juzgado de Primera Instancia” die de bestreden beslissing heeft gegeven opdat de „Audiencia Provincial” zich uitspreekt over het rechtsmiddel;

in Frankrijk,

a)

het „cour d’appel” in het geval van beslissingen waarbij het verzoek wordt ingewilligd,

b)

de president van het „tribunal de grande instance” in het geval van beslissingen waarbij het verzoek wordt afgewezen;

in Ierland, de „High Court”;

in IJsland, de „heradsdomur”;

in Italië, het „corte d’appello”;

in Cyprus, de „Επαρχιακό Δικαστήριο” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, de „Οικογενειακό Δικαστήριο”;

in Letland, de „Apgabaltiesa” via de „rajona (pilsētas) tiesa”;

in Litouwen, de „Lietuvos apeliacinis teismas”;

in Luxemburg, het „Cour supérieure de Justice siégeant en matière d’appel civil”;

in Hongarije, de lokale rechtbank ter zetel van de hogere rechter (in Boedapest: de centrale districtsrechtbank van Buda); de beslissing over het rechtsmiddel wordt gegeven door de hogere rechter (in Boedapest: het hoofdstedelijk hof);

in Malta, de „Qorti ta’ l-Appell”, overeenkomstig de beroepsprocedure zoals bepaald in de „Kodiċi ta’ Organizzazzjoni u Proċedura Ċivili — Kap. 12” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen gegeven door de „ċitazzjoni” voor de „Prim’ Awla tal-Qorti ivili jew il-Qorti tal-Maġistrati ta’ Għawdex fil-ġurisdizzjoni superjuri tagħha’”;

in Nederland,

a)

voor de verweerder: de „arrondissementsrechtbank”,

b)

voor de verzoeker: het gerechtshof;

in Oostenrijk, het „Landesgericht” via het „Bezirksgericht”;

in Polen, de „sąd apelacyjny” via de „sąd okręgowy”;

in Portugal, het „Tribunal da Relação” is het bevoegde gerecht. Het rechtsmiddel wordt overeenkomstig de nationale wetgeving ingesteld door indiening van een verzoekschrift bij de rechtbank die de bestreden beslissing heeft gegeven;

in Roemenië, de „Curte de Apel”;

in Slovenië, de „okrožno sodišče”;

in Slowakije, het hof van beroep via de districtsrechtbank tegen de beslissing waarvan beroep wordt ingesteld;

in Finland, de „hovioikeus/hovrätt”;

in Zweden, the „Svea hovrätt”;

in het Verenigd Koninkrijk,

a)

in Engeland en Wales, de „High Court of Justice” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, de „Magistrates' Court”,

b)

in Schotland de „Court of Session” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, de „Sheriff Court”,

c)

in Noord-Ierland, de „High Court of Justice” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, de „Magistrates' Court”,

d)

in Gibraltar, de „Supreme Court of Gibraltar” of, in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, de „Magistrates' Court”.


BIJLAGE IV

De rechtsmiddelen die op grond van artikel 44 kunnen worden ingesteld, zijn:

in België, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland: beroep in cassatie;

in Bulgarije, „обжалване пред Върховния касационен съд”;

in de Tsjechische Republiek, een „dovolání” en een „žaloba pro zmatečnost”;

in Duitsland, een „Rechtsbeschwerde”;

in Estland, een „kassatsioonikaebus”;

in Ierland, een beroep over een rechtsvraag bij de „Supreme Court”;

in IJsland, een beroep bij de „Hæstiréttur”;

in Cyprus, een beroep bij het Hooggerechtshof;

in Letland, een beroep bij de „Augstākās tiesas Senāts” via de „Apgabaltiesa”;

in Litouwen, beroep bij de „Lietuvos Aukščiausiasis Teismas”;

in Hongarije, „felülvizsgálati kérelem”;

in Malta, geen beroep bij een andere rechtbank; in het geval van een beslissing inzake onderhoudsverplichtingen de „Qorti ta’ l-Appell” overeenkomstig de in de „kodiċi ta’ Organizzazzjoni u Procedura Ċivili — Kap. 12” beschreven procedure;

in Oostenrijk, „Revisionsrekurs”;

in Polen, „skarga kasacyjna”;

in Portugal, beroep over een rechtsvraag;

in Roemenië, een „contestatie in anulare” of een „revizuire”;

in Slovenië, beroep bij de „Vrhovno sodišče Republike Slovenije”;

in Slowakije, de „dovolanie”;

in Finland, beroep bij de „korkein oikeus/högsta domstolen”;

in Zweden, beroep bij de „Högsta domstolen”;

in het Verenigd Koninkrijk, beroep over een rechtsvraag in slechts één hogere instantie.


Top