EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R0523

Verordening (EG) nr. 523/2008 van de Commissie van 11 juni 2008 tot wijziging van de bijlagen VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van bloedproducten voor de vervaardiging van technische producten (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 153, 12.6.2008, p. 23–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 03/03/2011; stilzwijgende opheffing door 32009R1069

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/523/oj

12.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 153/23


VERORDENING (EG) Nr. 523/2008 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2008

tot wijziging van de bijlagen VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van bloedproducten voor de vervaardiging van technische producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 4, lid 4, artikel 28, tweede alinea, artikel 29, lid 3, eerste alinea, en artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1774/2002 stelt dier- en volksgezondheidsvoorschriften vast voor de invoer in en de doorvoer door de Gemeenschap van bloedproducten voor technisch gebruik, inclusief modellen van de gezondheidscertificaten voor invoer en een lijst van derde landen waaruit invoer is toegestaan.

(2)

Verordening (EG) nr. 1774/2002 bepaalt dat dierlijke bijproducten die afkomstig zijn van dieren die zijn behandeld met bepaalde stoffen die zijn verboden krachtens Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van β-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (2), slechts in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002 of met inachtneming van vast te stellen specifieke eisen.

(3)

De mogelijkheid om dergelijke bloedproducten in te voeren is voor de biotechnologische industrie van vitaal belang voor de vervaardiging van verschillende technische producten die hoofdzakelijk in de farmaceutische en de onderzoekwereld worden gebruikt. Aangezien die producten niet voor menselijke consumptie of voor diervoeding bestemd zijn en tijdens hun verwerking en technisch gebruik geen risico voor de gezondheid van mens en dier vormen als zij afkomstig zijn van dieren die met bepaalde krachtens Richtlijn 96/22/EG verboden stoffen zijn behandeld, moet de invoer van dergelijke bloedproducten in de Gemeenschap worden toegestaan.

(4)

Verordening (EG) nr. 1774/2002 bepaalt dat de voor de vervaardiging van technische producten gebruikte bloedproducten speciaal moeten worden behandeld of dat het land of het deel van het land van oorsprong vrij moet zijn van bepaalde ziekten zonder inenting. Verscheidene landen of bepaalde delen daarvan mogen echter vers vlees van herkauwers aan de Gemeenschap leveren omdat zij vrij zijn van mond-en-klauwzeer met inenting, mits het risico van een mogelijke circulatie van het virus wordt beperkt. Het is dan ook dienstig dat de invoer van onbehandelde bloedproducten van herkauwers uit dergelijke landen of delen daarvan wordt toegestaan, mits die producten onder veilige omstandigheden voor verdere verwerking naar hun plaats van bestemming worden gekanaliseerd.

(5)

Verordening (EG) nr. 1774/2002 bepaalt ook dat, in geval van bloedproducten die afkomstig zijn van herkauwers, het deel van het land van oorsprong in aanmerking moet komen voor de invoer van levende dieren van dezelfde soort in de Gemeenschap. Volgens internationale normen is het minder waarschijnlijk dat zorgwekkende ziekten door bloedproducten dan door levende dieren worden overgedragen. Daarom moet deze voorwaarde uit de desbetreffende voorschriften worden geschrapt.

(6)

Deel VI, onder A, van bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 bevat lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bloedproducten voor technisch gebruik mogen toestaan. Die lijsten zijn thans beperkt tot landen waaruit de invoer van alle categorieën vers vlees van de respectieve soorten voor menselijke consumptie is toegestaan.

(7)

Aangezien de geldende voorschriften de behandeling van de bloedproducten toestaan, moeten die lijsten worden uitgebreid tot landen waaruit de uitvoer van vers vlees van de respectieve soorten naar de Gemeenschap niet is toegestaan, maar die in staat zijn om aan de behandelingsvoorschriften te voldoen. Voor de duidelijkheid moeten echter afzonderlijke gezondheidscertificaten voor behandelde en onbehandelde bloedproducten worden vastgesteld.

(8)

Het is dienstig dat de voorschriften met betrekking tot de invoer van bloedproducten van pluimvee en andere vogelsoorten worden bijgewerkt onder verwijzing naar de internationale normen die zijn vastgesteld in de Gezondheidscode voor landdieren (Terrestrial Animal Health Code) van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

(9)

De bijlagen VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Er moet worden voorzien in een overgangsperiode na de datum van inwerkingtreding van deze verordening om de belanghebbenden de nodige tijd te geven om aan de nieuwe voorschriften te voldoen en om te zorgen voor de continue invoer in de Gemeenschap van bloedproducten waarvoor thans Verordening (EG) nr. 1774/2002 geldt.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Zendingen van bloedproducten die vergezeld gaan van gezondheidscertificaten die zijn ingevuld en ondertekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1774/2002 die van toepassing waren vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, worden voor invoer in de Gemeenschap aanvaard tot uiterlijk 12 december 2008.

Dergelijke zendingen worden ook aanvaard tot uiterlijk 12 februari 2009 als de begeleidende gezondheidscertificaten uiterlijk op 12 december 2008 waren ingevuld en ondertekend.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op en is van toepassing met ingang van de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 437/2008 van de Commissie (PB L 132 van 22.5.2008, blz. 7).

(2)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2003/74/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 262 van 14.10.2003, blz. 17).


BIJLAGE

De bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage VIII wordt hoofdstuk IV vervangen door:

„HOOFDSTUK IV

Eisen voor bloed en bloedproducten, met uitzondering van die van paardachtigen, voor de vervaardiging van technische producten

A.   Invoer

1.

Voor de invoer van bloed gelden de eisen van hoofdstuk XI.

2.

De lidstaten moeten de invoer van bloedproducten voor de vervaardiging van technische producten, met inbegrip van materiaal afkomstig van dieren waaraan overeenkomstig Richtlijn 96/22/EG verboden stoffen zijn toegediend, toestaan als zij:

a)

afkomstig zijn uit derde landen die voorkomen op de lijst in deel VI, onder A, van bijlage XI, zoals toepasselijk;

b)

afkomstig zijn van een technisch bedrijf dat aan de bijzondere eisen van deze verordening voldoet of van de verzamelinrichting;

c)

vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in hoofdstuk 4 (C) of hoofdstuk 4 (D) van bijlage X, naargelang het geval.

3.

Het bloed waaruit bloedproducten voor de vervaardiging van technische producten worden geproduceerd, moet zijn verzameld:

a)

in overeenkomstig de communautaire wetgeving erkende slachthuizen;

b)

in slachthuizen die door de bevoegde autoriteit van het derde land zijn erkend en onder toezicht staan van die autoriteit, of

c)

bij levende dieren in voorzieningen die door de bevoegde autoriteit van het derde land zijn erkend en onder toezicht staan van die autoriteit.

4.

In geval van bloedproducten voor de vervaardiging van technische producten die zijn afgeleid van dieren die behoren tot de orden Artiodactyla, Perissodactyla en Proboscidea, met inbegrip van kruisingen daarvan, moeten zij voldoen aan de eisen van punt a) of b):

a)

de producten hebben één van de volgende behandelingen ondergaan om de afwezigheid van ziekteverwekkers van de in punt b) genoemde ziekten te garanderen:

i)

warmtebehandeling bij een temperatuur van 65 °C gedurende ten minste 3 uur, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

ii)

bestraling bij 25 kGy met gammastralen, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

iii)

warmtebehandeling tot een kerntemperatuur van ten minste 80 °C, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

iv)

alleen voor andere dieren dan Suidae en Tayassuidae: wijziging van de pH-waarde in pH 5 gedurende twee uur, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

b)

in geval van niet overeenkomstig punt a) behandelde bloedproducten zijn de producten afkomstig van een land of een deel daarvan:

i)

waar gedurende een periode van 12 maanden geen geval van runderpest, „peste des petits ruminants” en riftdalkoorts is geconstateerd en waar gedurende een periode van ten minste 12 maanden geen inenting tegen deze ziekten is uitgevoerd;

ii)

waar gedurende een periode van 12 maanden geen geval van mond-en-klauwzeer is geconstateerd en waar gedurende een periode van ten minste 12 maanden geen inenting tegen deze ziekte is uitgevoerd, of

waar gedurende een periode van 12 maanden geen geval van mond-en-klauwzeer is geconstateerd en waar gedurende een periode van ten minste 12 maanden inentingsprogramma's tegen mond-en-klauwzeer bij als landbouwhuisdier gehouden herkauwers officieel zijn uitgevoerd en gecontroleerd; in dit geval moeten de producten na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde grenscontrole en overeenkomstig de eisen van artikel 8, lid 4, van die richtlijn direct naar het technische bedrijf van bestemming worden vervoerd en moeten alle voorzorgsmaatregelen, inclusief de veilige verwijdering van afval, ongebruikt of overtollig materiaal, worden genomen om de risico's van verspreiding van ziekten onder dieren of mensen te voorkomen.

Naast de bepalingen in de punten i) en ii) moet bij andere dieren dan Suidae en Tayassuidae ook aan één van de volgende eisen worden voldaan:

in het land of het deel van het land van oorsprong is gedurende een periode van 12 maanden geen geval van vesiculaire stomatitis of bluetongue (inclusief de aanwezigheid van seropositieve dieren) geconstateerd en is gedurende een periode van ten minste 12 maanden bij de vatbare soorten geen inenting tegen die ziekten uitgevoerd;

de producten moeten na de in Richtlijn 97/78/EG vastgestelde grenscontrole en overeenkomstig de eisen van artikel 8, lid 4, van die richtlijn direct naar het technische bedrijf van bestemming worden vervoerd en alle voorzorgsmaatregelen, inclusief de veilige verwijdering van afval, ongebruikt of overtollig materiaal, moeten worden genomen om de risico's van verspreiding van ziekten onder dieren of mensen te voorkomen.

Naast de bepalingen in de punten i) en ii) is voor Suidae en Tayassuidae in het land of het deel van het land van oorsprong gedurende een periode van 12 maanden geen geval van vesiculaire varkensziekte, klassieke varkenspest en Afrikaanse varkenspest geconstateerd, is gedurende een periode van ten minste 12 maanden geen inenting tegen deze ziekten uitgevoerd en wordt aan één van de volgende eisen voldaan:

in het land of het deel van het land van oorsprong is gedurende een periode van 12 maanden geen geval van vesiculaire stomatitis (inclusief de aanwezigheid van seropositieve dieren) geconstateerd en is gedurende een periode van ten minste 12 maanden bij de vatbare soorten geen inenting tegen die ziekte uitgevoerd;

de producten moeten na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde grenscontrole en overeenkomstig de eisen van artikel 8, lid 4, van die richtlijn direct naar het technische bedrijf van bestemming worden vervoerd en alle voorzorgsmaatregelen, inclusief de veilige verwijdering van afval, ongebruikt of overtollig materiaal, moeten worden genomen om de risico's van verspreiding van ziekten onder dieren of mensen te voorkomen.

5.

In geval van bloedproducten voor de vervaardiging van technische producten die zijn afgeleid van pluimvee en andere vogelsoorten moeten zij voldoen aan de eisen van punt a) of b):

a)

de producten hebben één van de volgende behandelingen ondergaan om de afwezigheid van ziekteverwekkers van de in punt b) genoemde ziekten te garanderen:

i)

warmtebehandeling bij een temperatuur van 65 °C gedurende ten minste 3 uur, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

ii)

bestraling bij 25 kGy met gammastralen, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

iii)

warmtebehandeling tot een kerntemperatuur van ten minste 70 °C, gevolgd door een test op de doeltreffendheid;

b)

niet overeenkomstig punt a) behandelde bloedproducten zijn afkomstig van een land of een deel daarvan:

i)

dat vrij is van de ziekte van Newcastle en hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in de Gezondheidscode voor landdieren (Terrestrial Animal Health Code) van de OIE;

ii)

dat gedurende de laatste 12 maanden geen inenting tegen aviaire influenza heeft uitgevoerd;

iii)

waar het pluimvee of de andere vogelsoorten waarvan de producten zijn afgeleid, niet zijn ingeënt tegen de ziekte van Newcastle met vaccins die zijn bereid uit een initiële stam van de ziekte van Newcastle met een hogere pathogeniciteit dan lentogene virusstammen.”

2)

Bijlage X wordt als volgt gewijzigd:

a)

Hoofdstuk 4 (C) wordt vervangen door:

„HOOFDSTUK 4 (C)

Image

Image

Image

b)

Het volgende hoofdstuk 4 (D) wordt toegevoegd:

„HOOFDSTUK 4 (D)

Image

Image

Image

3)

In bijlage XI wordt deel VI, onder A, vervangen door:

„A.

Bloedproducten:

1.

Onbehandelde bloedproducten van hoefdieren:

Derde landen of delen van derde landen die opgenomen zijn in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG en waaruit de invoer van vers vlees van als huisdier gehouden hoefdiersoorten is toegestaan voor de in kolom 7 en 8 van dat deel aangegeven periode

Japan.

2.

Onbehandelde bloedproducten van pluimvee en andere vogelsoorten:

Derde landen of delen daarvan die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 2006/696/EG

Japan.

3.

Onbehandelde bloedproducten van andere dieren:

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 2006/696/EG van de Commissie of in bijlage I bij Beschikking 2000/585/EG van de Commissie

Japan.

4.

Behandelde bloedproducten van alle soorten:

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG, in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 2006/696/EG of in bijlage I bij Beschikking 2000/585/EG

Japan.”


Top