EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0696

2006/696/EG: Beschikking van de Commissie van 28 augustus 2006 tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit pluimvee, broedeieren, eendagskuikens, vlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF-eieren) kunnen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap en van de toepasselijke voorschriften inzake veterinaire certificering, en tot wijziging van de Beschikkingen 93/342/EEG, 2000/585/EG en 2003/812/EG (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3821) (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 295, 25.10.2006, p. 1–76 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 142M, 5.6.2007, p. 316–391 (MT)
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 076 P. 128 - 203
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 076 P. 128 - 203

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2008; opgeheven door 32008R0798

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/696/oj

25.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 295/1


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 28 augustus 2006

tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit pluimvee, broedeieren, eendagskuikens, vlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF-eieren) kunnen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap en van de toepasselijke voorschriften inzake veterinaire certificering, en tot wijziging van de Beschikkingen 93/342/EEG, 2000/585/EG en 2003/812/EG

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3821)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/696/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/539/EEG van de Raad van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (1), en met name op artikel 21, lid 1, artikel 22, lid 3, artikel 23, artikel 24, lid 2, artikel 26 en artikel 27 bis,

Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (2), en met name op de artikelen10 en 18,

Gelet op Richtlijn 92/118/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (3), en met name op artikel 10, lid 2, en lid 3, onder a), eerste alinea, alsmede het eerste streepje van hoofdstuk 2 van bijlage II,

Gelet op Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (4), en met name op artikel 29, lid 1, vierde alinea,

Gelet op Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (5), en met name op artikel 22, lid 1,

Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (6), en met name op artikel 8 en artikel 9, leden 2 en 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (7), en met name op artikel 9,

Gelet op Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (8), en met name op artikel 11, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Beschikkingen 94/85/EG (9), 94/86/EG (10), 94/984/EG (11), 95/233/EG (12), 96/482/EG (13), 96/659/EG (14), 97/38/EG (15), 2000/609/EG (16), 2001/393/EG (17) en 2001/751/EG stellen de communautaire voorschriften vast voor invoer in en doorvoer door de Gemeenschap van pluimvee, broedeieren, eendagskuikens en vlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF-eieren) (hierna „de betreffende producten” genoemd). Deze beschikkingen staan in het algemeen slechts de invoer en doorvoer toe van de betreffende producten indien deze afkomstig zijn van een derde land of deel daarvan dat is opgenomen op een lijst van erkende derde landen en voldoen aan de communautaire veterinairrechtelijke voorschriften.

(2)

Verordening (EEG) nr. 2782/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende de productie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee (18), Verordening (EG) nr. 1907/90 van 26 juni 1990 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (19), en Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (20) stellen meer algemene communautaire gezondheidsvoorschriften vast en zijn van toepassing op de invoer in en de doorvoer door de Gemeenschap van de betreffende producten.

(3)

De bestaande communautaire regelgeving voor de invoer in en de doorvoer door de Gemeenschap van de betreffende producten moet worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe gezondheidsvoorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (21), de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 en Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (22).

(4)

Bovendien is de invoer in de Gemeenschap van broedeieren, vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten alleen toegestaan indien deze producten voldoen aan de in Richtlijn 96/23/EG vastgestelde residucontrolemaatregelen.

(5)

In het belang van de duidelijkheid en samenhang van de communautaire regelgeving dient voor de toepassing van deze beschikking rekening te worden gehouden met de in Richtlijn 90/539/EEG en Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde definities.

(6)

Om de voorschriften voor invoer in de Gemeenschap van de betreffende producten te harmoniseren, de transparantie te vergroten en de wetgevingsprocedure voor de eventuele wijziging van dergelijke voorschriften te vereenvoudigen, moeten deze voorschriften in het betreffende model van veterinair certificaat worden opgenomen.

(7)

Om de Gemeenschap tegen ziekten te beschermen door te waarborgen dat zendingen die door de Gemeenschap worden doorgevoerd of daar worden opgeslagen voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften die voor de betreffende dieren of producten van toepassing zijn op invoer uit erkende derde landen, moet een specifiek model van veterinair certificaat worden opgesteld voor doorvoer door en opslag van de betreffende producten.

(8)

De Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) en de Codex Alimentarius hebben richtsnoeren vastgesteld betreffende de principes die in acht moeten worden genomen door de certificerende dierenartsen. In die principes staat dat de certificerende dierenarts alleen die dingen mag certificeren die hij op het moment waarop hij het certificaat ondertekent, persoonlijk weet, of die zijn vastgelegd in een aparte verklaring van een ambtenaar van een andere bevoegde autoriteit.

(9)

Bovendien is in Richtlijn 96/93/EG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren en dierlijke producten (23), bepaald aan welke normen moet worden voldaan om geldig te kunnen certificeren en om fraude te voorkomen. Daarom moet erop worden toegezien dat de voorschriften en principes die worden gevolgd door certificerende ambtenaren in derde landen, garanties bieden die gelijkwaardig zijn aan die welke in die richtlijn zijn vastgelegd en dat de modellen van veterinaire certificaten die in deze beschikking zijn vastgesteld, uitsluitend gegevens bevatten die op het moment waarop het certificaat wordt afgegeven, aan de hand van documenten kunnen worden gestaafd.

(10)

De Verenigde Naties hebben richtsnoeren opgesteld betreffende een gemeenschappelijk kader en een gemeenschappelijke lay-out voor handelsdocumenten. Dankzij de inspanningen van diverse internationale organisaties die zich toeleggen op de vereenvoudiging van de procedures in het internationale handelsverkeer, zijn nieuwe principes en voorschriften vastgesteld voor het afgeven van certificaten in het kader van internationale transacties. De OIE en de Codex Alimentarius hebben richtsnoeren vastgesteld betreffende het gebruik van elektronische certificering.

(11)

Ter informatie van de bevoegde dierenarts, de importeurs en de bevoegde autoriteiten in de lidstaat waar de veterinaire certificaten worden overgelegd, moeten aanvullende gegevens worden vermeld in de opmerkingen betreffende de geldigheidsduur van het certificaat, de datum van afgifte en de werkingssfeer ervan. Om dezelfde redenen moet elk modelcertificaat ook vergezeld gaan van toelichtingen inzake bepaalde definities, inzake door de Commissie goedgekeurde aanvullende garanties onder specifieke omstandigheden en inzake de gezondheidseisen voor bedrijven en inrichtingen.

(12)

Met het oog op de standaardisering van de lay-out van veterinaire certificaten die moeten worden opgesteld door de officiële dierenarts van het land van uitvoer, en om het elektronisch doorsturen van certificaten te vergemakkelijken, moeten de bij deze beschikking vastgestelde modellen van veterinaire certificaten, evenals de opmerkingen die betrekking hebben op het opstellen van de certificaten in het land van uitvoer, geharmoniseerd worden.

(13)

Om de invoerprocedures aan de grenzen van de Gemeenschap te harmoniseren en te stroomlijnen, moeten de voor invoer en doorvoor aangeboden zendingen vergezeld gaan van de relevante veterinaire certificaten.

(14)

Er moeten speciale voorwaarden komen voor de doorvoer van zendingen door de Gemeenschap van en naar Rusland, in verband met de geografische ligging van Kaliningrad.

(15)

In verband met de dier- en volksgezondheidssituatie met betrekking tot de Krim-Kongo hemorragische koorts in Afrika en Azië moeten bepaalde bijzondere voorwaarden worden vastgesteld voor de invoer uit deze gebieden van fok- en gebruiksloopvogels en eendagskuikens daarvan.

(16)

Met het oog op de duidelijkheid van de communautaire wetgeving dienen de Beschikkingen 94/85/EG, 94/86/EG, 94/984/EG, 95/233/EG, 96/482/EG, 96/659/EG, 97/38/EG, 2000/609/EG, 2001/393/EG en 2001/751/EG van de Commissie te worden ingetrokken en door deze beschikking te worden vervangen.

(17)

Beschikking 93/342/EEG van de Commissie van 12 mei 1993 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning van een bepaalde gezondheidsstatus aan derde landen ten aanzien van aviaire influenza en „Newcastle disease” (ziekte van Newcastle) met betrekking tot de invoer van levend pluimvee en broedeieren (24), Beschikking 2000/585/EG van de Commissie van 7 september 2000 houdende vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van konijnenvlees en van bepaalde soorten vlees van vrij en van gekweekt wild, en houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor die invoer (25) en Beschikking 2003/812/EG van de Commissie van 17 november 2003 tot vaststelling van de lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad toestaan (26), stellen de voorwaarden vast ten aanzien van een aantal van de betreffende producten. Daarom is het met het oog op de duidelijkheid van de communautaire wetgeving gewenst dat de desbetreffende voorwaarden in deze beschikking worden opgenomen. De Beschikkingen 93/342/EEG, 2000/585/EG en 2003/812/EG moeten derhalve dienovereenkomstig worden aangepast.

(18)

Er moet worden voorzien in een overgangsperiode opdat de lidstaten en de industrie de nodige maatregelen kunnen nemen om aan de in deze beschikking vastgestelde voorschriften inzake veterinaire certificering te voldoen.

(19)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

HOOFDSTUK I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze beschikking stelt de voorschriften inzake veterinaire certificering vast voor invoer in en doorvoer door de Gemeenschap van:

a)

pluimvee, broedeieren en eendagskuikens;

b)

vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild;

c)

eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF-eieren).

Deze beschikking is echter niet van toepassing op pluimvee dat voor tentoonstellingen, shows of wedstrijden is bestemd.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder:

a)

„pluimvee”: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (Ratitae), die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet;

b)

„broedeieren”: eieren van de onder a) genoemde soorten pluimvee, bestemd om te worden bebroed;

c)

„eendagskuikens”: pluimvee van alle soorten, dat nog geen 72 uur oud is en dat nog niet is gevoerd; muskuseenden (Cairina moschata) en kruisingen daarvan mogen evenwel gevoerd zijn;

d)

„fokpluimvee”: pluimvee van 72 uur en ouder, bestemd voor de productie van broedeieren;

e)

„gebruikspluimvee”: pluimvee van 72 uur en ouder, dat wordt opgefokt voor de productie van vlees en/of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet;

f)

„koppel”: alle pluimvee met dezelfde gezondheidsstatus dat in hetzelfde lokaal of binnen dezelfde uitloopruimte wordt gehouden en dat een epidemiologische eenheid vormt; in stallen omvat deze definitie alle dieren die hetzelfde omsloten luchtvolume delen;

g)

„inrichting”: op een bepaald terrein gevestigde voorziening of deel van een voorziening behorend tot een van de volgende bedrijfssectoren:

i)

„fokbedrijf”: inrichting die zich toelegt op de productie van broedeieren bestemd voor de productie van fokpluimvee;

ii)

„vermeerderingsbedrijf”: inrichting die zich toelegt op de productie van broedeieren bestemd voor de productie van gebruikspluimvee;

iii)

„opfokbedrijf”:

ofwel een opfokbedrijf voor fokpluimvee, dat wil zeggen een inrichting die zich toelegt op het opfokken van fokpluimvee tot het voortplantingsstadium, of

een opfokbedrijf voor gebruikspluimvee, dat wil zeggen een inrichting die zich toelegt op het opfokken van legpluimvee tot het legstadium;

h)

„broederij”: inrichting die zich toelegt op het inleggen en uitbroeden van broedeieren en het opleveren van eendagskuikens;

i)

„bevoegde dierenarts”: dierenarts die van de bevoegde veterinaire instantie de opdracht heeft gekregen om onder haar verantwoordelijkheid in een inrichting de bij deze beschikking vastgestelde controles te verrichten;

j)

„vlees”: eetbare delen van de volgende dieren:

i)

pluimvee; wat vlees betreft zijn dit gekweekte vogels, met inbegrip van vogels die als landbouwhuisdier worden gekweekt maar niet als landbouwhuisdier worden beschouwd, met uitzondering van loopvogels;

ii)

voor menselijke consumptie bejaagd vrij vederwild;

iii)

loopvogels;

k)

„separatorvlees”: het product dat wordt verkregen door vlees dat na het uitbenen nog aan de beenderen vastzit of vlees van de pluimveekarkassen daarvan mechanisch te scheiden, waardoor de spierweefselstructuur verloren gaat of verandert.

l)

„gehakt vlees”: vlees zonder been, dat in kleine stukken is gehakt en minder dan 1 % zout bevat;

m)

„van specifieke pathogene vrije eieren”: broedeieren die afkomstig zijn van „koppels kippen die vrij zijn van specifieke pathogenen” als beschreven in de Europese Farmacopee en die uitsluitend voor diagnose, onderzoek of farmaceutisch gebruik bestemd zijn.

Artikel 3

Veterinaire certificering

De veterinaire certificaten als bedoeld in deel 1 van de bijlagen I en II worden opgesteld met inachtneming van de opmerkingen in deel 2 van die bijlagen.

Dit sluit evenwel niet uit dat kan worden gebruikgemaakt van een elektronisch certificeringssysteem of een ander overeengekomen systeem, voor zover het op communautair niveau is geharmoniseerd.

HOOFDSTUK II

PLUIMVEE, BROEDEIEREN EN EENDAGSKUIKENS

AFDELING 1

Algemene bepalingen

Artikel 4

Algemene voorwaarden voor invoer en doorvoer

1.   Pluimvee, eieren en eendagskuikens voor invoer in en doorvoer door de Gemeenschap voldoen aan de in de artikelen 5 tot en met 14 vastgestelde voorwaarden.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op individuele zendingen van minder dan 20 eenheden pluimvee, broedeieren of eendagskuikens.

Deze individuele zendingen mogen echter alleen worden ingevoerd uit derde landen of delen daarvan die voor dit soort invoer zijn erkend indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

het land of deel daarvan is opgenomen in kolom 1 respectievelijk 3 van de tabel in deel 1 van bijlage I en kolom 4 van die tabel bevat een model van veterinair certificaat voor de betreffende producten;

b)

zij vallen niet onder een invoerverbod;

c)

de invoervoorwaarden omvatten afzondering of quarantaine na invoer. Deze bepaling is niet van toepassing op zendingen loopvogels of broedeieren daarvan.

Artikel 5

Plaats van herkomst

Pluimvee, broedeieren en eendagskuikens mogen alleen worden ingevoerd in of doorgevoerd door de Gemeenschap indien zij afkomstig zijn van derde landen of delen daarvan die zijn opgenomen in kolom 1 respectievelijk 3 van de tabel in deel 1 van bijlage I en indien in kolom 4 van die tabel een model van veterinair certificaat is opgenomen voor de betreffende producten.

Artikel 6

Gezondheidsvoorschriften en aanvullende garanties

1.   Pluimvee, broedeieren en eendagskuikens voldoen aan de voorwaarden van het betreffende veterinair certificaat dat is opgesteld aan de hand van het desbetreffende model van deel 2 van bijlage I, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden die zijn vermeld in kolom 6 van de tabel in deel 1 van bijlage I.

2.   Indien vereist door de lidstaat van bestemming ingevolge de Gemeenschapswetgeving, worden de aanvullende garanties voor pluimvee, broedeieren en eendagskuikens, zoals gespecificeerd voor die lidstaat in kolom 5 van de tabel in deel 1 van bijlage I, opgenomen in het veterinair certificaat overeenkomstig het desbetreffende model in deel 2 van bijlage I.

Artikel 7

Aanvullende gezondheidseisen voor pluimvee, broedeieren en eendagskuikens afkomstig uit derde landen waar de gebruikte vaccins tegen de Newcastle disease niet aan de Gemeenschapsnormen voldoen

1.   Voor derde landen die niet het gebruik verbieden van vaccins tegen de Newcastle disease die niet voldoen aan de specifieke eisen van bijlage B, hoofdstuk 2, bij Beschikking 93/342/EEG, gelden de volgende aanvullende gezondheidsvoorschriften voor uit deze landen ingevoerd(e) pluimvee en eendagskuikens:

a)

de dieren zijn sedert minstens twaalf maanden voor de datum van uitvoer naar de Gemeenschap niet met dergelijke vaccins ingeënt;

b)

de koppels hebben niet meer dan twee weken voor de datum van uitvoer naar de Gemeenschap of, in het geval van broedeieren, niet vroeger dan twee weken voor de datum waarop de eieren zijn verzameld, een virusisolatietest op de Newcastle disease ondergaan:

i)

die is uitgevoerd in een officieel laboratorium,

ii)

op een aselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste 60 dieren per koppel,

iii)

waarbij geen aviair paramyxovirus met een intracerebrale pathogeniteitsindex van meer dan 0,4 is gevonden;

c)

de dieren zijn in de onder b) genoemde periode van twee weken onder officiële bewaking op het bedrijf van herkomst afgezonderd gehouden;

d)

de dieren zijn gedurende een periode van 60 dagen vóór de datum van uitvoer naar de Gemeenschap of, in het geval van broedeieren, gedurende een periode van 60 dagen vóór de datum waarop de eieren zijn verzameld, niet in contact geweest met pluimvee dat niet aan de voorwaarden onder a) en b) voldoet.

2.   Voor eendagskuikens, ingevoerd uit een derde land als bedoeld in lid 1, zijn de broedeieren waaruit zij verkregen zijn in de broederij en tijdens het vervoer niet in contact geweest met pluimvee of eieren die niet aan de onder a) tot d) genoemde voorwaarden voldoen.

Artikel 8

Vervoer van pluimvee

1.   Pluimvee mag niet op een vervoermiddel worden geladen waarmee ander pluimvee met een lagere gezondheidsstatus wordt vervoerd.

2.   Tijdens het vervoer naar de Gemeenschap mag pluimvee niet over de weg of per spoor door het grondgebied van een derde land of een deel van een land dat niet is erkend om dat pluimvee in de Gemeenschap in te voeren, worden vervoerd of daar worden gelost.

3.   Tijdens het luchtvervoer naar de Gemeenschap mag pluimvee niet worden gelost op het grondgebied van een derde land of een deel van een land, dat niet is erkend om dat pluimvee in de Gemeenschap in te voeren.

DEEL 2

Fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels en broedeieren en eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels

Artikel 9

Invoervoorschriften

1.   Ingevoerd fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, alsmede broedeieren en eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels komen uit inrichtingen die door de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land zijn erkend onder voorwaarden die ten minste even stringent zijn als die welke zijn vastgesteld in bijlage II bij Richtlijn 90/539/EEG, met dien verstande dat de erkenning van deze inrichtingen niet mag zijn geschorst of ingetrokken.

2.   Wanneer fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, alsmede broedeieren en eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels en/of de koppels van herkomst krachtens de eisen die zijn vermeld in het betreffende veterinair certificaat van deze beschikking, moeten worden getest, worden deze testen en de monsternemingen voor deze testen uitgevoerd volgens de in deel 4, onder A, van bijlage 1 vastgestelde methoden.

3.   Op ingevoerde broedeieren wordt in ten minste 3 mm grote letters de naam van het derde land van herkomst alsmede de in bijlage III bedoelde informatie vermeld.

4.   De verpakkingen van de in lid 3 bedoelde broedeieren bevatten uitsluitend eieren van eenzelfde soort, eenzelfde categorie en eenzelfde type pluimvee, uit eenzelfde derde land van herkomst en van eenzelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)

de in lid 3 bedoelde op de eieren voorkomende informatie;

b)

de pluimveesoort waarvan de eieren afkomstig zijn;

c)

de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

5.   De dozen ingevoerde eendagskuikens bevatten uitsluitend dieren van eenzelfde soort, eenzelfde categorie en eenzelfde type pluimvee, uit eenzelfde derde land van herkomst en van eenzelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)

de naam van het derde land van herkomst;

b)

de pluimveesoort waartoe de eendagskuikens behoren;

c)

het registratienummer van de broederij;

d)

de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

Artikel 10

Voorschriften na de invoer

1.   Ingevoerd fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, alsmede broedeieren en eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels worden vanaf de datum van aankomst op het bedrijf van bestemming gehouden:

a)

gedurende een periode van ten minstens zes weken; of

b)

indien de dieren tijdens de onder a) bedoelde periode worden geslacht, tot de slachtdatum.

De onder a) bedoelde periode kan evenwel tot drie weken worden beperkt indien de bemonsteringen en de testen met gunstig resultaat zijn uitgevoerd overeenkomstig de in deel 4, onder B, van bijlage I bedoelde procedures.

2.   Uit ingevoerde broedeieren afkomstig fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels wordt gedurende ten minste drie weken, te rekenen vanaf de dag van het uitbroeden, op de broederij dan wel op het bedrijf of de bedrijven waarnaar de kuikens na het uitbroeden zijn verzonden, gehouden.

Indien de eendagskuikens niet worden opgefokt in de lidstaat die de broedeieren heeft ingevoerd, worden zij rechtstreeks naar de in punt 9.2 van model 2 van het gezondheidscertificaat in bijlage IV bij Richtlijn 90/539/EEG bedoelde eindbestemming vervoerd en daar ten minste drie weken na de datum waarop zij zijn uitgebroed gehouden.

3.   Gedurende de in de leden 1 en 2 bedoelde perioden worden ingevoerd fok- en gebruikspluimvee en ingevoerde eendagskuikens alsmede uit ingevoerde broedeieren afkomstig fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, in afzondering gehouden in pluimveestallen waar geen andere koppels aanwezig zijn.

De dieren kunnen wel in pluimveestallen worden binnengebracht waar reeds fok- en gebruikspluimvee en eendagskuikens aanwezig zijn.

In dat geval worden de in de leden 1 en 2 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra het laatste ingevoerde dier is binnengebracht en mag geen enkel dier de ruimte verlaten voordat de betrokken termijn is afgelopen.

4.   Ingevoerde broedeieren worden in aparte voorbroeders en uitkomstkasten uitgebroed.

Ingevoerde broedeieren mogen wel in voorbroeders en uitkomstkasten worden ingelegd waar al andere broedeieren aanwezig zijn.

In dat geval worden de in de leden 1 en 2 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra het laatste ingevoerde broedei is ingelegd.

5.   Uiterlijk op de dag waarop de in lid 1 of 2 bedoelde periode verstrijkt worden het ingevoerde fok- en gebruikspluimvee en de eendagskuikens door een bevoegde dierenarts klinisch onderzocht en worden zo nodig monsters genomen om hun gezondheidstoestand na te gaan.

AFDELING 3

Fok- en gebruiksloopvogels en broedeieren en eendagskuikens daarvan

Artikel 11

Invoervoorschriften

1.   Ingevoerde fok- en gebruiksloopvogels worden geïdentificeerd door middel van halsmerken en/of microchips die de ISO-code van het derde land van herkomst bevatten.

Deze microchips voldoen aan de ISO-normen.

2.   Ingevoerde broedeieren van fok- en gebruiksloopvogels worden gemerkt met een stempel dat de ISO-code van het derde land van herkomst en het erkenningsnummer van de inrichting van herkomst bevat.

3.   De verpakkingen van de in lid 2 bedoelde broedeieren bevatten uitsluitend eieren van loopvogels uit hetzelfde derde land van herkomst en van dezelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)

de in lid 2 bedoelde op de eieren voorkomende informatie;

b)

een duidelijk zichtbare en leesbare vermelding dat de zending broedeieren van loopvogels bevat;

c)

de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

4.   De dozen ingevoerde eendagskuikens van fok- en gebruiksloopvogels bevatten uitsluitend loopvogels uit hetzelfde derde land van herkomst en van dezelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)

de ISO-code van het derde land van herkomst en het erkenningsnummer van de inrichting van herkomst;

b)

een duidelijk zichtbare en leesbare vermelding dat de zending eendagskuikens van loopvogels bevat;

c)

de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

5.   Na afloop van de invoercontroles worden de zendingen loopvogels en broedeieren en eendagskuikens daarvan rechtstreeks naar de eindbestemming vervoerd.

Artikel 12

Voorschriften na de invoer

1.   Ingevoerde fok- en gebruiksloopvogels en eendagskuikens daarvan worden vanaf de datum van aankomst op het bedrijf van bestemming gehouden:

a)

gedurende een periode van ten minstens zes weken; of

b)

indien de dieren tijdens de onder a) bedoelde periode worden geslacht, tot de slachtdatum.

2.   Uit ingevoerde broedeieren afkomstige loopvogels worden gedurende ten minste drie weken, te rekenen vanaf de dag van het uitbroeden, op de broederij dan wel op het bedrijf of de bedrijven waarnaar de kuikens na het uitbroeden zijn verzonden, gehouden.

3.   Gedurende de in de leden 1en 2 bedoelde perioden worden ingevoerde loopvogels en uit ingevoerde broedeieren afkomstig loopvogels in afzondering gehouden in stallen waar geen andere loopvogels of pluimvee aanwezig zijn.

Zij kunnen wel in stallen worden gezet waar reeds andere loopvogels of pluimvee aanwezig zijn.

In dat geval worden de in de leden 1 en 2 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra de laatste ingevoerde loopvogel is binnengebracht en mag geen enkele loopvogel of pluimvee de ruimte verlaten voordat de betrokken termijn is afgelopen.

4.   Ingevoerde broedeieren worden in aparte voorbroeders en uitkomstkasten uitgebroed.

Ingevoerde broedeieren mogen wel in voorbroeders en uitkomstkasten worden ingelegd waar al andere broedeieren aanwezig zijn.

In dat geval worden de in de leden 1 en 2 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra het laatste ingevoerde broedei is ingelegd en zijn de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen van toepassing.

5.   Uiterlijk op de dag waarop de in lid 1 of 2 bedoelde periode verstrijkt worden de ingevoerde loopvogels en de eendagskuikens daarvan door een bevoegde dierenarts klinisch onderzocht en worden zo nodig monsters genomen om hun gezondheidstoestand na te gaan.

6.   Indien de loopvogels, de broedeieren en de eendagskuikens daarvan en/of de koppels van herkomst krachtens de eisen die zijn vermeld in het veterinair certificaat volgens bijlage I bij deze beschikking, moeten worden getest op de ziekte van Newcastle, worden deze testen en de monsternemingen voor deze testen uitgevoerd overeenkomstig de bijlagen I en II bij Beschikking 92/340/EEG van de Commissie (27).

Artikel 13

Voorwaarden voor fok- en gebruiksloopvogels en eendagskuikens daarvan afkomstig uit Azië en Afrika

De in deel 1 van bijlage V vastgestelde beschermende maatregelen in verband met Krim-Kongo hemorragische koorts zijn, bij aankomst in de Gemeenschap, van toepassing op uit Azië en Afrika afkomstige fok- en gebruiksloopvogels en eendagskuikens daarvan.

Alle loopvogels die positief hebben gereageerd op de competitie-ELISA op antilichamen tegen Krim-Kongo hemorragische koorts worden vernietigd.

Elke vogel die met een dergelijke vogel in contact is geweest, dient 21 dagen na de eerste test een nieuwe ELISA-test te ondergaan. Wanneer één van de vogels positief reageert, wordt de hele contactgroep vernietigd.

Artikel 14

Voorwaarden voor fok- en gebruiksloopvogels afkomstig uit een land dat als besmet met de Newcastle disease wordt beschouwd

De volgende regels zijn van toepassing op loopvogels en broedeieren daarvan, afkomstig van een derde land dat als besmet met de Newcastle disease wordt beschouwd alsmede op eendagskuikens daarvan die uit dergelijke eieren zijn uitgebroed:

a)

voordat de afzonderingsperiode begint controleren de bevoegde autoriteiten de in artikel 12, lid 3, bedoelde afzonderingsvoorzieningen;

b)

in de in artikel 12, leden 1 en 2, bedoelde perioden wordt een virusisolatietest op de Newcastle disease verricht met gebruikmaking van cloacaswabs of fecesmonsters van elke loopvogel;

c)

indien de loopvogels bestemd zijn voor een lidstaat of een gebied met de in artikel 12, lid 2, van Richtlijn 90/539/EEG genoemde status, wordt naast de onder b) bedoelde virusisolatietest ook een serologische test verricht bij elke loopvogel;

d)

een dier moet negatief op de onder b) en c) bedoelde test hebben gereageerd voordat het de afzonderingsvoorziening mag verlaten.

HOOFDSTUK III

VLEES, GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES VAN PLUIMVEE, LOOPVOGELS EN VRIJ VEDERWILD, EIEREN EN EIPRODUCTEN EN VAN SPECIFIEKE PATHOGENEN VRIJE EIEREN

AFDELING 1

Invoer

Artikel 15

Vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild

Vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild mag alleen worden ingevoerd in of doorgevoerd door de Gemeenschap indien het afkomstig is van een derde land of deel daarvan dat is opgenomen in kolom 1 respectievelijk 3 van de tabel in deel 1 van bijlage II en indien in kolom 4 van die tabel een model van veterinair certificaat is opgenomen voor het betreffende vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild.

Artikel 16

Aanvullende garanties en aanvullende gezondheidsvoorschriften voor vlees van loopvogels en vrij vederwild en gehakt vlees en separatorvlees daarvan

1.   Vlees van loopvogels en vrij vederwild en gehakt vlees en separatorvlees daarvan mag alleen in de Gemeenschap worden ingevoerd uit een derde land of deel daarvan waarvoor geen beperkende maatregelen gelden in verband met aviaire influenza en de ziekte van Newcastle.

2.   Aanvullende gezondheidsvoorschriften overeenkomstig deel 2 van bijlage V inzake beschermende maatregelen in verband met Krim-Kongo hemorragische koorts zijn van toepassing op vlees van loopvogels afkomstig uit Afrika en Azië voor invoer in of doorvoer door de Gemeenschap.

3.   Lidstaten die niet tegen de Newcastle disease vaccineren, kunnen aanvullende garanties eisen betreffende vaccinatie tegen die ziekte voor vlees van loopvogels voor invoer in of doorvoer door de Gemeenschap.

Artikel 17

Eieren en eiproducten

Eieren en eiproducten mogen alleen worden ingevoerd in of doorgevoerd door de Gemeenschap indien zij afkomstig zijn van een derde land of deel daarvan dat is opgenomen in kolom 1 respectievelijk 3 van de tabel in deel 1 van bijlage II en indien in kolom 4 van die tabel een model van veterinair certificaat is opgenomen voor de betreffende eieren en eiproducten.

Artikel 18

Van specifieke pathogenen vrije eieren

1.   Van specifieke pathogenen vrije eieren mogen alleen worden ingevoerd in of doorgevoerd door de Gemeenschap indien zij afkomstig zijn van een derde land of deel daarvan dat is opgenomen in kolom 1 respectievelijk 3 van de tabel in deel 1 van bijlage I en indien in kolom 4 van die tabel een model van veterinair certificaat is opgenomen voor de desbetreffende van specifieke pathogenen vrije eieren.

2.   Ingevoerde van specifieke pathogenen vrije eieren als bedoeld in lid 1 worden gemerkt met een stempel dat de ISO-code van het derde land van herkomst en het erkenningsnummer van de inrichting van herkomst bevat.

3.   De verpakkingen van van specifieke pathogenen vrije eieren bevatten uitsluitend eieren uit hetzelfde derde land van herkomst, van dezelfde inrichting en van dezelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)

de in lid 2 bedoelde op de eieren voorkomende informatie;

b)

een duidelijk zichtbare en leesbare vermelding dat de zending van specifieke pathogenen vrije eieren bevat;

c)

de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

4.   Na afloop van de invoercontroles worden de zendingen van specifieke pathogenen vrije eieren rechtstreeks naar de eindbestemming vervoerd.

AFDELING 2

Doorvoer en opslag

Artikel 19

Voorwaarden voor doorvoer en opslag

Vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren mogen alleen worden doorgevoerd door of ingevoerd in de Gemeenschap indien deze producten:

a)

voldoen aan de toepasselijke invoervoorwaarden voor het betreffende product in de artikelen 15, 16, 17 of 18;

b)

afkomstig zijn van een in bijlage I of II opgenomen derde land of deel daarvan;

c)

vergezeld gaan van een veterinair certificaat dat is opgesteld overeenkomstig het model van bijlage IV.

Artikel 20

Afwijking voor doorvoer

1.   In afwijking van artikel 19 staan de lidstaten toe dat zendingen vlees, gehakt vlees, en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren die afkomstig zijn uit en bestemd zijn voor Rusland, rechtstreeks of via een ander derde land, over de weg of per spoor door de Gemeenschap worden doorgevoerd tussen de daartoe aangewezen communautaire grensinspectieposten in Letland, Litouwen en Polen die zijn vermeld in Beschikking 2001/881/EG van de Commissie (28), onder de volgende voorwaarden:

a)

de zending is in de grensinspectiepost van binnenkomst in de Gemeenschap door de officiële dierenarts verzegeld met een zegel dat van een volgnummer is voorzien;

b)

de documenten die de zending vergezellen, zoals bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG, worden op elke bladzijde door de officiële dierenarts van de bevoegde autoriteit waaronder de grensinspectiepost valt, voorzien van het stempel „ALLEEN VOOR DOORVOER DOOR DE EG NAAR RUSLAND”;

c)

aan de procedurevoorschriften van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG is voldaan;

d)

de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst heeft op het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst verklaard dat de zending mag worden doorgevoerd.

2.   Zendingen als bedoeld in lid 1 van dit artikel mogen niet overeenkomstig artikel 12, lid 4, of artikel 13, van Richtlijn 97/78/EG op het grondgebied van de Gemeenschap worden gelost of opgeslagen.

3.   De bevoegde autoriteit verricht op gezette tijden audits om na te gaan of de aantallen zendingen en hoeveelheden producten die het grondgebied van de Gemeenschap binnengekomen zijn en verlaten hebben, met elkaar in overeenstemming zijn.

HOOFDSTUK IV

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 21

Wijziging van Beschikking 93/342/EEG

Beschikking 93/342/EEG wordt als volgt gewijzigd:

a)

artikel 4, lid 4, tweede alinea, wordt geschrapt;

b)

bijlage E wordt geschrapt.

Artikel 22

Wijziging van Beschikking 2000/585/EG

Beschikking 2000/585/EG wordt als volgt gewijzigd:

a)

artikel 1 wordt geschrapt;

b)

artikel 2 komt als volgt te luiden:

„Artikel 2

De lidstaten staan de invoer toe van de volgende soorten vlees:

a)

vlees van wilde leporidae, gedefinieerd als konijnen en hazen, exclusief slachtafvallen tenzij het gaat om niet-onthuide en niet van de ingewanden ontdane leporidae;

b)

vlees van gekweekte konijnen;

c)

vlees van niet-gedomesticeerde landzoogdieren, met uitzondering van hoefdieren en van leporidae, zonder de slachtafvallen.

Dit vlees mag alleen worden ingevoerd uit derde landen of delen daarvan die zijn vermeld in bijlage I en mits wordt voldaan aan de voorwaarden van het veterinaire certificaat volgens het betreffende model van bijlage III, overeenkomstig bijlage II.

Het derde land van uitvoer moet voldoen aan de in bijlage II voorgeschreven en in bijlage IV omschreven specifieke eisen en de desbetreffende verklaring moet worden opgenomen in deel V van elk gezondheidscertificaat volgens het in bijlage III vastgestelde model.”;

c)

bijlage II wordt vervangen door bijlage VI bij deze beschikking;

d)

in bijlage III worden de modellen D en I geschrapt.

Artikel 23

Wijziging van Beschikking 2003/812/EG

In Beschikking 2003/812/EG worden de delen IV en V van de bijlage geschrapt.

Artikel 24

Intrekking

De Beschikkingen 94/85/EG, 94/86/EG, 94/984/EG, 95/233/EG, 96/482/EG, 96/659/EG, 97/38/EG, 2000/609/EG, 2001/393/EG en 2001/751/EG worden ingetrokken.

Artikel 25

Overgangsbepalingen

Pluimvee, broedeieren, eendagskuikens, vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren waarvoor de relevante veterinaire certificaten zijn afgegeven overeenkomstig de Beschikkingen 94/85/EG, 94/86/EG, 94/984/EG, 95/233/EG, 96/482/EG, 97/38/EG, 2000/609/EG, 2001/393/EG en 2001/751/EG kunnen worden ingevoerd in of doorgevoerd door de Gemeenschap tot zes maanden na de dag volgende op die van de bekendmaking van deze beschikking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 26

Toepassing

Deze beschikking is van toepassing met ingang van zes maanden volgende op de dag van bekendmaking van deze beschikking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 27

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 augustus 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 303 van 31.10.1990, blz. 6. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(2)  PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(3)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 445/2004 van de Commissie (PB L 72 van 11.3.2004, blz. 60).

(4)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1, gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1).

(5)  PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 882/2004.

(6)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(7)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2076/2005 (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 83).

(8)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2076/2005.

(9)  PB L 44 van 17.2.1994, blz. 31. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/118/EG (PB L 36 van 7.2.2004, blz. 34).

(10)  PB L 44 van 17.2.1994, blz. 33. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 96/137/EG (PB L 31 van 9.2.1996, blz. 31).

(11)  PB L 378 van 31.12.1994, blz. 11. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/436/EG (PB L 189 van 27.5.2004, blz. 47).

(12)  PB L 156 van 7.7.1995, blz. 76. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/118/EG.

(13)  PB L 196 van 7.8.1996, blz. 13. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/118/EG.

(14)  PB L 302 van 26.11.1996, blz. 27. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/751/EG (PB L 281 van 25.10.2001, blz. 24).

(15)  PB L 14 van 17.1.1997, blz. 61.

(16)  PB L 258 van 12.10.2000, blz. 49. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/804/EG (PB L 303 van 22.11.2005, blz. 56).

(17)  PB L 138 van 22.5.2001, blz. 31. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2002/278/EG (PB L 99 van 16.4.2002, blz. 14).

(18)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 100. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(19)  PB L 173 van 6.7.1990, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1039/2005 (PB L 172 van 5.7.2005, blz. 1).

(20)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 575/2006 van de Commissie (PB L 100 van 8.4.2006, blz. 3).

(21)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.

(22)  PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1.

(23)  PB L 13 van 16.1.1997, blz. 28.

(24)  PB L 137 van 8.6.1993, blz. 24. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 94/438/EG (PB L 181 van 15.7.1994, blz. 35).

(25)  PB L 251 van 6.10.2000, blz. 1. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/413/EG (PB L 151 van 30.4.2004, blz. 54, gerectificeerd in PB L 208 van 10.6.2004, blz. 51).

(26)  PB L 305 van 22.11.2003, blz. 17. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2004/19/EG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 84).

(27)  PB L 188 van 8.7.1992, blz. 34.

(28)  PB L 326 van 11.12.2001, blz. 44.


BIJLAGE I

PLUIMVEE, LOOPVOGELS EN BROEDEIEREN VAN DEZE SOORTEN EN VAN SPECIFIEKE PATHOGENEN VRIJE EIEREN

DEEL 1

Lijst van derde landen of delen daarvan (1)

Land

Gebiedscode

Omschrijving van het gebied

Veterinair certificaat

Bijzondere voorwaarden

Model

Aanvullende garanties

1

2

3

4

5

6

AR – Argentinië

AR-0

 

SPF

 

 

AU – Australië

AU-0

 

BPP, DOC, HEP, SPF, SRP

 

 

BPR

I

 

DOR

II

 

HER

III

 

BG – Bulgarije (2)

BG-0

 

BPP, DOC, HEP, SPF, SRP

 

 

BR – Brazilië

BR-0

 

SPF

 

 

BR-1

De staten Mato Grosso, Paraná, Rio Grande do Sul, Santa Catarina en São Paulo

BPP, DOC, HEP, SRP

 

 

BR-2

De staten Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Paraná, São Paulo en Mato Grosso do Sul

BPR, DOR, HEP, HER, SRA

 

 

BW – Botswana

BW-0

 

SPF

 

 

BPR

I

 

DOR

II

 

HER

III

 

CA – Canada

CA-0

 

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRA, SPF, SRP

 

 

CH – Zwitserland

CH-0

 

 (3)

 

 

CL – Chili

CL-0

 

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SPF, SRA, SRP

 

 

HR – Kroatië

HR-0

 

BPR, BPP, DOR, DOC, HEP, HER, SPF, SRA, SRP

 

 

GL – Groenland

GL-0

 

SPF

 

 

IL – Israël

IL-0

 

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SPF, SRP

 

 

IS – IJsland

IS-0

 

SPF

 

 

MG – Madagaskar

MG-0

 

SPF

 

 

MX – Mexico

MX-0

 

SPF

 

 

NA – Namibië

NA-0

 

SPF

 

 

BPR

I

 

DOR

II

 

HER

III

 

NZ – Nieuw-Zeeland

NZ-0

 

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SPF, SRA, SRP

 

 

PM – St. Pierre en Miquelon

PM-0

 

SPF

 

 

RO – Roemenië (2)

RO-0

 

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SPF, SRA, SRP

 

 

TH – Thailand

TH-0

 

SPF

 

 

TN – Tunesië

TN-0

 

DOR, BPR, BPP, HER, SPF

 

 

TR – Turkije

TR-0

 

SPF

 

 

US – Verenigde Staten van Amerika

US-0

 

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SPF, SRA, SRP

 

 

UY – Uruguay

UY-0

 

SPF

 

 

ZA – Zuid Afrika

ZA-0

 

SPF

 

 

BPR

I

 

DOR

II

 

HER

III

 

DEEL 2

Modellen van veterinaire certificaten

Modellen:

„BPP”

:

Model van veterinair certificaat voor fok- of gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels

„BPR”

:

Model van veterinair certificaat voor fok- of gebruiksloopvogels

„DOC”

:

Model van veterinair certificaat voor eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels

„DOR”

:

Model van veterinair certificaat voor eendagskuikens van loopvogels

„HEP”

:

Model van veterinair certificaat voor broedeieren van pluimvee met uitzondering van loopvogels

„HER”

:

Model van veterinair certificaat voor broedeieren van loopvogels

„SPF”

:

Model van veterinair certificaat voor van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF-eieren)

„SRP”

:

Model van veterinair certificaat voor slachtpluimvee en pluimvee om in het wild te worden uitgezet anders dan loopvogels

„SRA”

:

Model van veterinair certificaat voor slachtloopvogels

Aanvullende garanties (AG):

„I”

:

Garanties voor fok- en gebruiksloopvogels, van herkomst uit gebieden die vrij zijn van aviaire influenza maar niet vrij van Newcastle disease, gecertificeerd overeenkomstig model BPR

„II”

:

Garanties voor eendagskuikens van loopvogels, van herkomst uit gebieden die vrij zijn van aviaire influenza maar niet vrij van Newcastle disease, gecertificeerd overeenkomstig model DOR

„III”

:

Garanties voor broedeieren van loopvogels, van herkomst uit derde landen die vrij zijn van aviaire influenza en al dan niet vrij van Newcastle disease, gecertificeerd overeenkomstig model HER

Opmerkingen

a)

De op basis van de modellen in deel 2 van deze bijlage of deel 2 van bijlage II en overeenkomstig het model dat overeenstemt met het betreffende product opgestelde veterinaire certificaten, worden afgegeven door het derde land van uitvoer. Zij bevatten in de in het model aangegeven volgorde de verklaringen die voor elk derde land zijn vereist zijn en, indien van toepassing, ook de aanvullende gezondheidsvoorschriften die vereist zijn voor het derde land van uitvoer of een deel daarvan.

Indien door de EU-lidstaat van bestemming voor het betreffende product aanvullende garanties zijn vereist, worden deze ook in het originele veterinaire certificaat opgenomen.

b)

Voor iedere zending van de desbetreffende producten die in dezelfde spoorwagon, vrachtwagen, hetzelfde vliegtuig of hetzelfde schip uit een gebied dat is opgenomen in de kolommen 2 en 3 van deel 1 van deze bijlage of in de kolommen 2 en 3 van deel 1 van bijlage II naar dezelfde bestemming wordt vervoerd, wordt een afzonderlijk certificaat overgelegd.

c)

Het originele exemplaar van elk certificaat bestaat uit één enkel blad waarvan de beide zijden worden bedrukt, of heeft een zodanige vorm dat alle bladzijden één enkel ondeelbaar geheel vormen.

d)

Het certificaat wordt opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de EU-lidstaat waar de grenscontrole zal worden uitgevoerd en van de EU-lidstaat van bestemming. Die lidstaten kunnen evenwel toestaan dat in plaats van de eigen taal een andere communautaire taal wordt gebruikt, indien nodig vergezeld van een officiële vertaling.

e)

Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending extra bladen aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat, mits op elke bladzijde de handtekening en het stempel van de certificerende officiële dierenarts zijn aangebracht.

f)

Indien het certificaat, inclusief de onder e) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan aldus genummerd „— x(bladzijdenummer) van y(totaal aantal bladzijden) —” en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het codenummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

g)

Het originele exemplaar van het certificaat moet door een officiële dierenarts worden ingevuld en ondertekend binnen 24 uur vóór het laden van de zending voor uitvoer naar de Gemeenschap. De bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer moeten er daarbij op toezien dat beginselen van certificering worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG van de Raad.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels of watermerken.

h)

Het originele exemplaar van het certificaat vergezelt de zending tot in de EU-grensinspectiepost.

i)

Het certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van afgifte, tenzij anders vermeld.

In het geval van vervoer per schip wordt de geldigheidstermijn verlengd met de duur van de reis. Daartoe wordt het origineel van een verklaring van de kapitein, opgesteld overeenkomstig het addendum bij deel 3 van deze bijlage, aan het veterinair certificaat gehecht.

j)

Pluimvee wordt niet vervoerd met ander pluimvee dat niet voor de Europese Gemeenschap is bestemd of dat een lagere gezondheidsstatus heeft.

k)

Tijdens het vervoer naar de Europese Gemeenschap wordt pluimvee niet gelost op het grondgebied van een derde land of een deel daarvan, dat niet is erkend om pluimvee in de Gemeenschap in te voeren.

Model van veterinair certificaat voor fok- of gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels (BPP)

Image

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor fok- of gebruiksloopvogels (BPR)

Image

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels (DOC)

Image

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor eendagskuikens van loopvogels (DOR)

Image

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor broedeieren van pluimvee met uitzondering van loopvogels (HEP)

Image

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor broedeieren van loopvogels (HER)

Image

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF)

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor slachtpluimvee en pluimvee om in het wild te worden uitgezet anders dan loopvogels (SRP)

Image

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor slachtloopvogels (SRA)

Image

Image

Image

Image

DEEL 3

Addendum in geval van vervoer van pluimvee over zee

(In te vullen en aan het veterinair certificaat te hechten indien het transport tot aan de grens van de Europese Gemeenschap, ook indien slechts voor een deel, plaatsvindt per schip)

Image

DEEL 4

A.   Methoden voor de standaardisatie van materialen en procedures voor veterinaire testen voor invoer van pluimvee en broedeieren

1.

Newcastle disease

De bemonsterings- en onderzoekmethoden moeten in overeenstemming zijn met de methoden die zijn beschreven in Beschikking 92/340/EEG met betrekking tot het onderzoek van pluimvee op Newcastle disease vóór verzending, krachtens artikel 12 van Richtlijn 90/539/EEG.

2.

Salmonella pullorum

De bemonsteringsmethoden moeten in overeenstemming zijn met de in hoofdstuk III van bijlage II bij Richtlijn 90/539/EEG beschreven methoden.

De testmethoden moeten in overeenstemming zijn met de methoden beschreven in de laatste editie van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

3.

Salmonella gallinarum

De bemonsteringsmethoden moeten in overeenstemming zijn met de in hoofdstuk III van bijlage II bij Richtlijn 90/539/EEG beschreven methoden.

De testmethoden moeten in overeenstemming zijn met de methoden beschreven in de laatste editie van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de OIE.

4.

Salmonella arizonae

Serologisch onderzoek: 60 dieren te bemonsteren tijdens de leg. De testmethoden moeten in overeenstemming zijn met de methoden beschreven in de laatste editie van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de OIE.

5.

Mycoplasma gallisepticum

De bemonsteringsmethoden moeten in overeenstemming zijn met de in hoofdstuk III van bijlage II bij Richtlijn 90/539/EEG beschreven methoden.

De testmethoden moeten in overeenstemming zijn met de methoden beschreven in de laatste editie van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de OIE.

6.

Mycoplasma meleagridis

De bemonsteringsmethoden moeten in overeenstemming zijn met de in hoofdstuk III van bijlage II bij Richtlijn 90/539/EEG beschreven methoden.

B.   Bemonsterings- en testprocedures voor Newcastle disease en aviaire influenza na invoer

Gedurende de in artikel 10, lid 1, bedoelde periode neemt de officiële/bevoegde dierenarts monsters voor virologisch onderzoek van het ingevoerde pluimvee, dat als volgt wordt onderzocht:

tussen de zevende en de vijftiende dag van de afzonderingsperiode worden cloacaswabs genomen bij alle dieren van de zending indien deze minder dan 60 telt of van 60 dieren bij grotere zendingen,

de onderzoeken van de genomen monsters op aviaire influenza en Newcastle disease worden in daartoe door de bevoegde autoriteit aangewezen officiële laboratoria uitgevoerd volgens de diagnostische procedures van bijlage III bij Richtlijn 92/66/EEG van de Raad (4) en bijlage III bij Richtlijn 92/40/EEG van de Raad (5),

er mogen verzamelmonsters worden gevormd uit monsters van maximaal vijf dieren,

virusisolaten moeten onverwijld worden bezorgd aan het nationaal referentielaboratorium.


(1)  Onverminderd de specifieke certificeringsvoorschriften in communautaire overeenkomsten met derde landen.

(2)  Slechts van toepassing totdat deze toetredende staat een lidstaat van de Europese Unie wordt.

(3)  Certificaten overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132).

(4)  PB L 260 van 5.9.1992, blz. 1.

(5)  PB L 167 van 22.6.1992, blz. 1.


BIJLAGE II

VLEES, GEHAKT VLEES, SEPARATORVLEES, EIEREN EN EIPRODUCTEN

DEEL 1

Lijst van derde landen of delen daarvan (1)

Land

Gebiedscode

Omschrijving van het gebied

Veterinair certificaat

Bijzondere voorwaarden

 

Model

Aanvullende garanties

1

2

3

4

5

6

AL – Albanië

AL-0

 

EP, E

 

 

AR – Argentinië

AR-0

 

EP, E, POU, RAT

 

 

WGM

III

 

AU – Australië

AU-0

 

EP, E

 

 

POU

I

 

RAT

II

 

BG – Bulgarije (2)

BG-0

 

EP, E, POU, RAT, WGM

 

 

BR – Brazilië

BR-0

 

 

 

BR-1

De staten Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Paraná, São Paulo en Mato Grosso do Sul

RAT

 

 

BR-2

Het Distrito Federal en de staten Goiás, Minas Gerais, Mato Grosso, Mato Grosso do Sul, Paraná, Rio Grande do Sul, Santa Catarina en São Paulo

WGM

III

 

EP, E, POU

 

BW – Botswana

BW-0

 

RAT, EP, E

II

 

CA – Canada

CA-0

 

WGM

III

 

EP, E, POU, RAT

 

 

CH – Zwitserland

CH-0

 

EP, E, POU, RAT, WGM

 

 

CL – Chili

CL-0

 

WGM

III

 

EP, E, POU, RAT, SRA

 

 

CN – Volksrepubliek China

CN-0

 

EP, E

 

 

CN-1

De gemeente Sjanghai met uitzondering van Chongming, en de districten Weifang, Linyi en Qingdao in de provincie Shandong

POU

I

 

GL – Groenland

GL-0

 

EP, WGM

 

 

HK – Hongkong

HK-0

 

EP

 

 

HR – Kroatië

HR-0

 

EP, E, POU, RAT, WGM

 

 

IL – Israël

IL-0

 

WGM

III

 

EP, E, POU, RAT

 

 

IN – India

IN-0

 

EP

 

 

IS – IJsland

IS-0

 

EP, E

 

 

KR – Korea

(Rep.)

KR-0

 

EP, E

 

 

MG – Madagaskar

MG-0

 

EP, E,

WGM

 

 

MY – Maleisië

MY-0

 

 

 

MY-1

Westelijk schiereiland

EP, E

 

 

MK – voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (3)

MK-0

 

EP

 

 

MX – Mexico

MX-0

 

EP

 

 

NA – Namibië

NA-0

 

RAT, EP, E

II

 

NC – Nieuw-Caledonië

NC-0

 

EP

 

 

NZ – Nieuw-Zeeland

NZ-0

 

WGM

III

 

EP, E, POU, RAT

 

 

RO – Roemenië (2)

RO-0

 

EP, E, POU, RAT, WGM

 

 

RU – Russische Federatie

RU-0

 

EP

 

 

XM – Montenegro

XM-0

Het hele douanegebied (5)

EP

 

 

XS – Servië (4)

XS-0

Het hele douanegebied (5)

EP

 

 

SG – Singapore

SG-0

 

EP

 

 

TH – Thailand

TH-0

 

WGM

III

 

EP, E, POU, RAT

 

 

TN – Tunesië

TN-0

 

WGM

III

 

EP, E, POU, RAT

 

 

TR – Turkije

TR-0

 

EP, E

 

 

US – Verenigde Staten van Amerika

US-0

 

WGM

III

 

EP, E, POU, RAT

 

 

UY – Uruguay

UY-0

 

EP, E, RAT

 

 

ZA – Zuid Afrika

ZA-0

 

RAT, EP, E

II

 

ZW – Zimbabwe

ZW-0

 

RAT, EP, E

II

 

DEEL 2

Modellen van veterinaire certificaten

Modellen:

„POU”

:

Model van veterinair certificaat voor pluimveevlees

„POU-MI/MSM”

:

Model van veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee

„RAT”

:

Model van veterinair certificaat voor vlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie

„RAT-MI/MSM”

:

Model van veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie

„WGM”

:

Model van veterinair certificaat voor vlees van vrij vederwild

„WGM-MI/MSM”

:

Model van veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van vrij vederwild

„E”

:

Model van gezondsheidscertificaat voor eieren

„EP”

:

Model van gezondsheidscertificaat voor eiproducten

Aanvullende garanties (AG):

„I”

:

aanvullende garanties voor pluimveevlees overeenkomstig model POU

„II”

:

aanvullende garanties voor vlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie, gecertificeerd overeenkomstig model RAT

„III”

:

aanvullende garanties voor vlees van vrij vederwild overeenkomstig model WGM

Opmerkingen

a)

De op basis van de modellen in deel 2 van bijlage I of van deze bijlage en overeenkomstig het model dat overeenstemt met het betreffende product opgestelde veterinaire certificaten, worden afgegeven door het derde land van uitvoer. Zij bevatten in de in het model aangegeven volgorde de verklaringen die voor elk derde land zijn vereist zijn en, indien van toepassing, ook de aanvullende gezondheidsvoorschriften die vereist zijn voor het derde land van uitvoer of een deel daarvan.

Indien door de EU-lidstaat van bestemming voor het betreffende product aanvullende garanties zijn vereist, worden deze ook in het originele veterinaire certificaat opgenomen.

b)

Voor iedere zending van de desbetreffende producten die in dezelfde spoorwagon, vrachtwagen, hetzelfde vliegtuig of hetzelfde schip uit een gebied dat is opgenomen in de kolommen 2 en 3 van deel 1 van bijlage 1 of van deze bijlage naar dezelfde bestemming wordt vervoerd, wordt een afzonderlijk certificaat overgelegd.

c)

Het originele exemplaar van elk certificaat bestaat uit één enkel blad waarvan de beide zijden worden bedrukt, of heeft een zodanige vorm dat alle bladzijden één enkel ondeelbaar geheel vormen.

d)

Het certificaat wordt opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de EU-lidstaat waar de grenscontrole zal worden uitgevoerd en van de EU-lidstaat van bestemming. Die lidstaten kunnen evenwel toestaan dat in plaats van de eigen taal een andere communautaire taal wordt gebruikt, indien nodig vergezeld van een officiële vertaling.

e)

Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending extra bladen aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat, mits op elke bladzijde de handtekening en het stempel van de certificerende officiële dierenarts zijn aangebracht.

f)

Indien het certificaat, inclusief de onder e) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan aldus genummerd „— x(bladzijdenummer) van y(totaal aantal bladzijden) —” en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het codenummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

g)

Het originele exemplaar van het certificaat moet door een officiële dierenarts worden ingevuld en ondertekend binnen 24 uur vóór het laden van de zending voor uitvoer naar de Gemeenschap. De bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer moeten er daarbij op toezien dat beginselen van certificering worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels of watermerken.

h)

Het originele exemplaar van het certificaat vergezelt de zending tot in de EU-grensinspectiepost.

i)

Het certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van afgifte, tenzij anders vermeld.

In het geval van vervoer per schip wordt de geldigheidstermijn verlengd met de duur van de reis. Daartoe wordt het origineel van een verklaring van de kapitein, opgesteld overeenkomstig het addendum bij deel 3 van bijlage I, aan het veterinair certificaat gehecht.

Bijzondere voorwaarden als bedoeld in kolom 6

Gebiedscode

Veterinair certificaat

Invoer al dan niet toegestaan, afhankelijk van de periode waarin de dieren waarvan het vlees is verkregen, zijn geslacht of gedood

Model

AG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Model van veterinair certificaat voor pluimveevlees (POU)

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee (POU-MI/MSM)

(NOG NIET VASTGESTELD)

Model van veterinair certificaat voor vlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie (RAT)

Image

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie (RAT-MI/MSM)

(NOG NIET VASTGESTELD)

Model van veterinair certificaat voor vlees van vrij vederwild (WGM)

Image

Image

Image

Model van veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van vrij vederwild (WGM-MI/MSM)

(NOG NIET VASTGESTELD)

Model van gezondheidscertificaat voor eieren (E)

Image

Image

Model van gezondheidscertificaat voor eiproducten (EP))

Image

Image


(1)  Onverminderd de specifieke certificeringsvoorschriften in communautaire overeenkomsten met derde landen.

(2)  Slechts van toepassing totdat deze toetredende staat een lidstaat van de Gemeenschap wordt.

(3)  Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geen gevolgen heeft voor de definitieve benaming die aan het land wordt gegeven na afloop van de onderhandelingen die momenteel in het kader van de Verenigde Naties worden gevoerd.

(4)  Uitgezonderd Kosovo als omschreven in Resolutie 1 244 van 10 juni 1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(5)  Servië en Montenegro zijn republieken met een afzonderlijke douane, die een statenunie vormen, en worden daarom afzonderlijk vermeld.


BIJLAGE III

In artikel 9, lid 3, bedoelde informatie

in het Spaans: „para incubar”

in het Tsjechisch: „líhnutí”

in het Deens: „rugeæg”

in het Duits: „Brutei”

in het Ests: „haue”

in het Grieks: „προς εκκόλαψιν”

in het Engels: „hatching”

in het Frans: „à couver”

in het Italiaans: „cova”

in het Lets: „inkubācija”

in het Litouws: „skirti perinti”

in het Hongaars: „keltetésre”

in het Maltees: „tifqis”

in het Nederlands: „broedei”

in het Pools: „do wylęgu”

in het Portugees: „para incubação”

in het Slowaaks: „liahnutie”

in het Sloveens: „valjenje”

in het Fins: „haudottavaksi”

in het Zweeds: „för kläckning”.


BIJLAGE IV

Model van veterinair certificaat voor doorvoer/opslag van vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, van specifieke pathogenen vrije eieren, eieren en eiproducten

Image

Image


BIJLAGE V

BESCHERMENDE MAATREGELEN IN VERBAND MET KRIM-KONGO HEMORRAGISCHE KOORTS

DEEL 1

Voor loopvogels

De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat de loopvogels ten minste de laatste 21 dagen vóór uitvoer in een teekvrije, tegen knaagdieren beschermde ruimte worden geïsoleerd.

Voordat de dieren naar de teekvrije ruimte worden gebracht, worden zij zo behandeld dat alle eventueel aanwezige ectoparasieten gegarandeerd worden vernietigd. Na een verblijf van 14 dagen in de teekvrije ruimte worden de loopvogels aan een competitieve ELISA op antilichamen tegen Krim-Kongo hemorragische koorts onderworpen. Alle in de isolatieruimte ondergebrachte dieren moeten negatief op de test reageren. Bij aankomst van de dieren in de Gemeenschap worden zowel de behandeling tegen ectoparasieten als de serologische test herhaald.

DEEL 2

Voor vlees van loopvogels

De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat de loopvogels ten minste de laatste 14 dagen vóór uitvoer in een tegen knaagdieren beschermde, teekvrije ruimte worden geïsoleerd.

Voordat de dieren naar de teekvrije ruimte worden gebracht, worden zij onderzocht en teekvrij bevonden of worden zij zo behandeld dat alle eventueel aanwezige teken gegarandeerd worden vernietigd. De gebruikte behandeling wordt op het invoercertificaat vermeld. De behandeling mag geen aantoonbare residuen in het vlees van de loopvogels achterlaten.

Elke partij loopvogels wordt vóór het slachten op teken onderzocht. Indien teken worden gevonden, wordt de hele partij opnieuw aan de vóór het slachten verplichte isolatie onderworpen.


BIJLAGE VI

„BIJLAGE II

In het vereiste veterinaire certificaat op te nemen veterinairrechtelijke voorschriften en gezondheidsvoorschriften

Land

Gebiedscode

Leporidae (konijnen en hazen)

Niet-gedomesticeerde landzoogdieren, andere dan Leporidae en hoefdieren

Wild

Gekweekte konijnen

MC (2)

SE (3)

MC (2)

SE (3)

MC (2)

SE (3)

AR

Argentinië

AR

C

 

H

 

 

AU

Australië

AU

C

 

H

 

E

 

BG

Bulgarije (1)

BG

C

 

H

 

 

BR

Brazilië

BR

C

 

H

 

 

CA

Canada

CA

C

 

H

 

E

 

CH

Zwitserland

CH

C

 

H

 

 

CL

Chili

CL

C

 

H

 

 

GL

Groenland

GL

C

 

H

 

E

 

HR

Kroatië

HR

C

 

H

 

 

IL

Israël

IL

C

 

H

 

 

NZ

Nieuw-Zeeland

NZ

C

 

H

 

E

 

RO

Roemenië (1)

RO

C

 

H

 

E

 

RU

Rusland

RU

C

 

H

 

E

 

TH

Thailand

TH

C

 

H

 

 

TN

Tunesië

TN

C

 

H

 

 

US

Verenigde Staten van Amerika

US

C

 

H

 

 

Elk ander derde land dat is opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, zoals laatstelijk gewijzigd

C

 

H

 

 


(1)  Slechts van toepassing totdat deze toetredende staat een lidstaat van de Gemeenschap wordt.

(2)  MC: in te vullen modelcertificaat. De letters „C”, „H” en „E” in de tabel verwijzen naar de certificaten waarvan de modellen zijn vastgesteld in bijlage III bij deze beschikking en die voor elke categorie vlees moeten worden gebruikt. Een streepje betekent dat invoer van het vlees niet is toegestaan.

(3)  SE: specifieke eisen. De cijfers in de tabel verwijzen naar de specifieke eisen waaraan het land van uitvoer moet voldoen, als omschreven in bijlage IV bij deze beschikking. Zij moeten door het land van uitvoer worden opgenomen in deel V van het desbetreffende certificaat volgens het in bijlage III bij deze beschikking vastgestelde model.”


Top