EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0020

Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 5, 9.1.2004, p. 1–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Estonian: Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Latvian: Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Lithuanian: Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Hungarian Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Maltese: Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Polish: Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Slovak: Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Slovene: Chapter 15 Volume 008 P. 3 - 9
Special edition in Bulgarian: Chapter 15 Volume 010 P. 143 - 149
Special edition in Romanian: Chapter 15 Volume 010 P. 143 - 149
Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 003 P. 3 - 9

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/12/2006; opgeheven door 32006D1926

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/20(1)/oj

32004D0020

Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 005 van 09/01/2004 blz. 0001 - 0007


Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 8 december 2003

tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 153,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het consumentenbeleid levert een cruciale bijdrage aan twee strategische doelstellingen van de Commissie die zijn vervat in de mededeling van de Commissie over de strategische doelstellingen 2000-2005 "De vorm van het nieuwe Europa"(3), namelijk de bevordering van een nieuwe economische en sociale agenda ter modernisering van de Europese economie en een hogere levenskwaliteit voor Europa's burgers.

(2) De strategie voor het consumentenbeleid 2002-2006 streeft drie cruciale doelstellingen na. Deze doelstellingen worden verwezenlijkt via acties in het kader van een doorlopend programma dat op gezette tijden door de Commissie wordt herzien.

(3) De doelstellingen en de acties van de strategie voor het consumentenbeleid dienen de toewijzing van financiële middelen voor acties binnen dit kader te sturen. Bovendien moet aan activiteiten die bedoeld zijn om consumentenbelangen in overeenstemming met artikel 153 van het Verdrag in andere werkterreinen te integreren, dezelfde hoge prioriteit worden gegeven als aan de drie cruciale doelstellingen van de strategie voor het consumentenbeleid.

(4) Overeenkomstig de strategie voor het consumentenbeleid bestrijkt het consumentenbeleid in de context van dit kader de veiligheid van diensten en niet-voedingsproducten en de economische belangen van de consument in de Europese Unie. Acties op het gebied van voedselveiligheid vallen niet onder dit kader.

(5) Evenwichtige en duurzame ontwikkeling is overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie een algemeen doel van de Europese Unie. In aansluiting op de Verklaring van Johannesburg over duurzame ontwikkeling, het programma voor de tenuitvoerlegging van de wereldtop inzake duurzame ontwikkeling en de procedure van Cardiff moeten maatregelen worden genomen om duurzame ontwikkeling tot stand te brengen.

(6) Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag omvat dit kader communautaire acties ter ondersteuning en versterking van de capaciteit van organisaties en organen die de belangen van de consument op communautair, nationaal en regionaal vlak behartigen.

(7) In aanvulling op de maatregelen in dit kader moet de Commissie er eveneens voor zorgen dat consumentenorganisaties en andere relevante niet-gouvernementele organisaties kunnen bijdragen tot de uitvoering van de strategie ter bescherming van de consument, door middel van hun betrokkenheid bij de werkzaamheden van het uit hoofde van Besluit 2000/709/EG van de Commissie(4) opgerichte consumentencomité.

(8) Dit kader omvat gezamenlijke acties van de Commissie en één of meer lidstaten om de doelstellingen van het consumentenbeleid te verwezenlijken.

(9) Het is van algemeen Europees belang - in de betekenis van artikel 108 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(5) - dat de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consument, evenals de belangen van de consument bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten, op communautair vlak worden behartigd.

(10) Het onderhavige besluit stelt voor de gehele duur van het kader de financiële middelen vast die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure(6).

(11) Teneinde de doeltreffendheid en het effect te vergroten van de activiteiten van Europese consumentenorganisaties en consumentenorganisaties die op communautair vlak de belangen van de consument bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten behartigen, kunnen de financiële bijdragen voor subsidiabele organisaties gedurende de looptijd van dit kader voorwerp zijn van kaderpartnerschapsovereenkomsten.

(12) Met het oog op meer administratieve efficiëntie en een grotere doeltreffendheid en impact van specifieke projecten worden minstens om de twee jaar oproepen tot het indienen van projecten gepubliceerd en bedraagt de financiële steun maximaal 75 % van de subsidiabele uitgaven voor de uitvoering van de projecten.

(13) De overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte ("EER-overeenkomst") bepaalt onder meer dat de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die aan de Europese Economische Ruimte ("EVA/EER-landen") deelnemen, nauwer en op grotere schaal moeten samenwerken in het kader van de communautaire activiteiten op het gebied van consumentenbescherming.

(14) De geassocieerde landen kunnen aan dit algemene kader deelnemen overeenkomstig de voorwaarden van de respectieve bilaterale overeenkomsten tot vaststelling van de algemene beginselen voor hun deelname aan communautaire programma's.

(15) De acties worden voortdurend gecontroleerd en op gezette tijden geëvalueerd om het nut en de impact van het kader te vergroten. Zo nodig wordt het kader aangepast.

(16) De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(7),

BESLUITEN:

Artikel 1

Werkingssfeer

1. Dit besluit stelt een algemeen kader vast voor communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid ("het kader") in de in artikel 5, lid 1, bedoelde periode.

2. De acties van dit kader vullen de acties aan die in en door de lidstaten worden ondernomen ter bescherming van de gezondheids-, veiligheids- en economische belangen van de consumenten en ter bevordering van het recht op informatie en educatie, alsmede van het recht van de consumenten zich ter bescherming van zijn belangen te organiseren.

Artikel 2

Actiegebieden

De acties van dit kader houden verband met de volgende specifieke gebieden:

a) Bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de consument ten aanzien van diensten en niet-voedingsproducten.

b) Bescherming van de economische en wettelijke belangen van de consument.

c) Bevordering van voorlichting en educatie van de consument.

d) Bevordering van de capaciteit van de consumentenorganisaties om op Europees niveau een bijdrage te leveren.

Artikel 3

Doelstellingen van de acties

De acties van dit kader helpen de volgende algemene doelstellingen verwezenlijken:

a) Een hoog communautair niveau van consumentenbescherming, in het bijzonder door vaststelling van communautaire voorschriften en handelswijzen ter bescherming van de consument en door de belangen van de consument te integreren in andere communautaire beleidsmaatregelen.

b) Een doeltreffende handhaving van de voorschriften inzake consumentenbescherming, in het bijzonder door toezicht uit te oefenen op de markt, door samenwerking op het gebied van administratie en handhaving, en door de consument toegang te verlenen tot voorlichting over diensten en non-food producten, en tot klachten- en geschillenbeslechting.

c) Een gepaste betrokkenheid van consumentenorganisaties bij de ontwikkeling van consumentenbeleid en andere communautaire beleidsmaatregelen die de belangen van de consument beïnvloeden.

Artikel 4

Soorten acties

1. De acties van dit kader worden in de bijlage per doelstelling vermeld.

2. De acties 1 tot en met 8, 11 tot en met 15 en 19 worden rechtstreeks door de Commissie uitgevoerd.

3. De acties 9 en 10 worden gezamenlijk gefinancierd door de Gemeenschap en één of meer lidstaten, of door de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten in de derde landen die krachtens artikel 9 aan het kader deelnemen.

4. De acties 16, 17 en 18 ontvangen financiële bijdragen van de Gemeenschap.

Artikel 5

Financiering

1. Het financiële kader voor de uitvoering van deze beschikking tijdens de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2007 bedraagt 72 miljoen EUR, waarvan 54 miljoen EUR voor de periode tot en met 31 december 2006.

2. Voor de periode na 31 december 2006 wordt het bedrag geacht bevestigd te zijn indien het in deze periode aansluit bij de financiële vooruitzichten die gelden voor de periode die in 2007 begint.

3. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

Artikel 6

Financiële bijdrage

1. De bijdrage van de Gemeenschap aan de gezamenlijke acties 9 en 10 van de bijlage bedraagt in principe 50 % - maar in geen geval meer dan 70 % - van de totale kosten van de actie. De Commissie vermeldt duidelijk welke gezamenlijke maatregelen in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van meer dan 50 %.

2. De financiële bijdragen voor actie 16 bedragen hoogstens 50 % van de kosten van subsidiabele activiteiten.

3. De financiële bijdragen voor actie 17 bedragen hoogstens 95 % van de kosten van subsidiabele activiteiten.

4. Voor verlenging van de financiële bijdragen voor de acties 16 en 17 ten gunste van subsidiabele organisaties die het voorafgaande jaar de belangen van de consument actief en doeltreffend hebben behartigd, geldt niet de regel van de geleidelijke vermindering.

5. De financiële bijdragen voor actie 18 bedragen in principe 50 % - maar in geen geval meer dan 75 % - van de subsidiabele kosten voor de uitvoering van het project. De Commissie geeft duidelijk aan welke specifieke projecten in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van meer dan 50 %.

Artikel 7

Begunstigden

1. De financiële bijdragen voor de gezamenlijke acties 9 en 10 kunnen worden toegekend aan overheidsinstanties of non-profitorganisaties die door de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit worden aangewezen en door de Commissie aanvaard.

2. De financiële bijdragen voor actie 16 kunnen worden toegekend aan Europese consumentenorganisaties die:

a) niet-gouvernementeel zijn, geen winstoogmerk hebben, onafhankelijk zijn van het bedrijfsleven en vrij zijn van handels-, zakelijke of andere tegenstrijdige belangen en die als belangrijkste doelstelling en activiteit de bevordering en de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consument in de Gemeenschap nastreven en

b) officieel de opdracht hebben gekregen van nationale consumentenorganisaties uit minstens de helft van de lidstaten - nationale consumentenorganisaties die de consument overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken vertegenwoordigen en regionaal of nationaal actief zijn - om de belangen van de consument in de Gemeenschap te behartigen en

c) de Commissie toereikende bewijsstukken hebben overgelegd met betrekking tot hun lidmaatschap, intern reglement en financieringsbronnen.

3. De financiële bijdragen voor actie 17 kunnen worden toegekend aan Europese consumentenorganisaties die:

a) niet-gouvernementeel zijn, geen winstoogmerk hebben, onafhankelijk zijn van het bedrijfsleven, vrij zijn van handels-, zakelijke of andere tegenstrijdige belangen en die als belangrijkste doelstelling en activiteit de behartiging van belangen van de consument bij het normalisatieproces in de Gemeenschap behartigen en

b) die in tenminste twee derde van de lidstaten officieel de opdracht hebben gekregen de belangen van consumenten op communautair niveau te behartigen

- van organisaties die, overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken, nationale consumentenorganisaties in de lidstaten vertegenwoordigen, of,

- bij afwezigheid van dergelijke organisaties, van nationale consumentenorganisaties in de lidstaten die, overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken, de consument vertegenwoordigen en nationaal actief zijn.

4. De financiële bijdragen voor actie 18 kunnen worden toegekend aan rechtspersonen of verenigingen van rechtspersonen, met inbegrip van relevante onafhankelijke overheidsinstanties en regionale consumentenorganisaties, die onafhankelijk van het bedrijfsleven en de handel opereren en daadwerkelijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de projecten.

Artikel 8

Uitsluitingen

Subsidieaanvragers, inschrijvers en contractanten die valse verklaringen indienen of ernstig tekortschieten in het naleven van hun contractuele verplichtingen, worden uitgesloten van de gunning van nieuwe contracten zoals bedoeld in artikel 96 van het Financieel Reglement.

Artikel 9

Deelname van derde landen

Aan het kader kunnen deelnemen:

a) EVA/EER-landen, overeenkomstig de voorwaarden van de EER-overeenkomst;

b) geassocieerde landen, overeenkomstig de voorwaarden van de respectieve bilaterale overeenkomsten tot vaststelling van de algemene beginselen voor hun deelname aan communautaire programma's.

Artikel 10

Samenhang en complementariteit

1. De Commissie zorgt ervoor dat de acties van het kader stroken met de strategie voor het consumentenbeleid.

2. De Commissie zorgt ervoor dat de acties van dit kader en andere communautaire programma's en initiatieven samenhang vertonen en complementair zijn.

Artikel 11

Werkprogramma

De Commissie keurt een jaarlijks werkprogramma goed dat de volgende elementen omvat:

a) de prioriteiten per doelstelling;

b) de uitsplitsing van het jaarbudget over de in artikel 4 vermelde soorten acties;

c) het geplande tijdschema van de aanbestedingen, de gezamenlijke acties en de oproepen tot het indienen van voorstellen;

d) de selectie- en gunningscriteria voor de acties 16, 17 en 18 (bij oproepen tot het indienen van voorstellen), de criteria voor financiële bijdragen van meer dan 50 % voor actie 18 en het indicatieve bedrag dat voor elke oproep tot het indienen van voorstellen beschikbaar is, overeenkomstig de relevante bepalingen van het Financieel Reglement en voorzover mogelijk rekening houdend met de noodzaak van het vaststellen van eenvoudige administratieve vereisten, met name in het geval van kleine financiële bijdragen voor specifieke projecten.

Artikel 12

Publicatie en procedures

1. De Commissie publiceert in het Publicatieblad van de Europese Unie en op haar internetsite:

a) een oproep tot het indienen van voorstellen voor de acties 16 en 17 en

b) minstens om de twee jaar een oproep tot het indienen van voorstellen voor actie 18 met een beschrijving van de prioriteiten.

2. Indien aanvragers niet in aanmerking komen of hun aanvraag niet de vereiste informatie bevat om na te gaan of zij aan de selectiecriteria voldoen, stelt de Commissie hen daarvan in een vroeg stadium van het beoordelingsproces op de hoogte.

3. De Commissie neemt binnen drie maanden na het verstrijken van de termijn voor het indienen van aanvragen een besluit over de toekenning van financiële bijdragen voor de acties 16, 17 en 18.

4. De Commissie publiceert jaarlijks op haar internetsite een lijst van wie financiële bijdragen heeft ontvangen en een lijst van in de context van het kader gefinancierde acties met vermelding van de bedragen.

Artikel 13

Toezicht en evaluatie

1. De Commissie houdt nauwgezet en op gezette tijden toezicht op de ondernomen acties van het kader. De Commissie legt uiterlijk op 31 december 2005 een tussentijds verslag over de uitvoering van het kader aan het Europees Parlement en de Raad voor. De Commissie stelt het Europees Parlement jaarlijks op de hoogte indien de besluitvormingsprocedure inzake aanvragen voor de acties 16, 17 en 18 de in artikel 12, lid 3, vastgelegde termijn van drie maanden overschrijdt.

2. Voordat een voorstel tot verlenging van het kader wordt ingediend en in elk geval uiterlijk op 31 december 2007 legt de Commissie een evaluatieverslag over de acties van het kader aan het Europees Parlement en de Raad voor.

Artikel 14

Uitvoering van maatregelen

1. De Commissie is overeenkomstig het Financieel Reglement verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van dit besluit.

2. De maatregelen bedoeld in artikel 4, leden 3 en 4, en in artikel 11 worden genomen volgens de procedure van artikel 15, lid 2.

Artikel 15

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de derde dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 december 2003.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitter

F. Frattini

(1) PB C 234 van 30.9.2003, blz. 86.

(2) Advies van het Europees Parlement van 24 september 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 1 december 2003.

(3) PB C 81 van 21.3.2000, blz. 1.

(4) PB L 258 van 10.10.2003, blz. 35.

(5) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

(7) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

BIJLAGE

Per doelstelling gerangschikte acties waarnaar in artikel 4 verwezen wordt

Doelstelling a): Een hoog gemeenschappelijk niveau van consumentenbescherming

Actie 1 Wetenschappelijk advies, risicoanalyses inclusief vergelijkende beoordelingen en beoordeling van de opties inzake risicovermindering met betrekking tot de gezondheid van de consument en de veiligheid van niet-voedingsmiddelen en diensten.

Actie 2 Voorbereiden van wetgevingsinitiatieven en andere regulerende initiatieven en bevorderen van zelfregulerende initiatieven, onder meer:

2.1. vergelijkende analyse van markten en regulerende systemen;

2.2. juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen ter bevordering van veilige diensten;

2.3. technische knowhow voor de ontwikkeling van normalisatiemandaten voor producten en diensten;

2.4. juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen ter bevordering van de economische belangen van de consumenten;

2.5. workshops met belanghebbende partijen en deskundigen.

Actie 3 Volgen en beoordelen van marktontwikkelingen die gevolgen voor de economische en andere belangen van consumenten hebben (onder meer prijsonderzoeken; inventarisatie en analyse van klachten van consumenten, en onderzoek naar veranderingen van de marktstructuur).

Actie 4 Verzamelen en uitwisselen van gegevens met het oog op het leveren van een bewijsgrond voor de ontwikkeling van een consumentenbeleid en de integratie van de belangen van de consument in ander EU-beleid (onder meer onderzoek naar de opvattingen van de consumenten en het bedrijfsleven, en het verzamelen en analyseren van statistische en andere relevante gegevens).

Doelstelling b): Een doeltreffende handhaving van de voorschriften inzake consumentenbescherming

Actie 5 Coördinatie van acties op het gebied van surveillance en handhaving van de voorschriften, onder meer:

5.1. ontwikkelen van IT-instrumenten (bijvoorbeeld databases en informatie- en communicatiesystemen) voor de samenwerking bij de handhaving van de voorschriften;

5.2. opleidingen, seminars en uitwisselingen van ambtenaren met het oog op gezamenlijke acties ter handhaving van de voorschriften;

5.3. plannen en ontwikkelen van gezamenlijke acties ter handhaving van de voorschriften;

5.4. gezamenlijke proefacties ter handhaving van de voorschriften.

Actie 6 Ontwikkelen van gemakkelijk en algemeen toegankelijke databases over de toepassing van en de jurisprudentie over consumentenrechten die uit de communautaire wetgeving ter bescherming van de consument voortvloeien (inclusief de voltooiing en de verbetering van de database over oneerlijke contractvoorwaarden).

Actie 7 Volgen en beoordelen van de veiligheid van niet-voedingsproducten en diensten, onder meer:

7.1. versterken en uitbreiden van het RAPEX-waarschuwingssysteem, rekening houdend met ontwikkelingen op het gebied van de uitwisseling van informatie over markttoezicht;

7.2. technische analyse van kennisgevingen met waarschuwing;

7.3. verzamelen en analyseren van gegevens over de risico's van specifieke consumptiegoederen en diensten;

7.4. ontwikkelen van het netwerk voor de veiligheid van consumptiegoederen (Consumer Product Safety Network) zoals voorzien in Richtlijn 2001/95/EG(1).

Actie 8 Volgen van het functioneren van en het beoordelen van de gevolgen van alternatieve systemen voor geschillenbeslechting (met name on-linesystemen) en de mate waarin deze systemen grensoverschrijdende klachten en geschillen doeltreffend kunnen beslechten. Technische bijstand voor de verdere ontwikkeling van het Europese buitengerechtelijke netwerk.

Actie 9 (Gezamenlijke actie) Financiële bijdragen - in overeenstemming met artikel 7, lid 1 - voor overheidsinstanties en non-profitorganisaties die communautaire netwerken vormen die informatie en bijstand aan consumenten verlenen, zodat ze hun rechten kunnen uitoefenen en toegang tot een geschikt systeem voor geschillenbeslechting krijgen (het netwerk van Europese bureaus voor consumentenvoorlichting en de infobalies van het Europese buitengerechtelijke netwerk).

Actie 10 (Gezamenlijke actie) Financiële bijdragen - in overeenstemming met artikel 7, lid 1 - voor specifieke gezamenlijke acties op het gebied van surveillance en handhaving van de voorschriften. Het doel is de samenwerking inzake de communautaire wetgeving ter bescherming van de consument (inclusief de richtlijn inzake algemene productveiligheid) op het punt van administratie en handhaving te verbeteren. Financiële bijdragen voor andere acties op het gebied van administratieve samenwerking.

Doelstelling c): Een gepaste rol voor consumentenorganisaties bij het beleid van de Europese Unie

Actie 11 Het ter beschikking stellen van specifieke technische en juridische knowhow aan consumentenorganisaties ter ondersteuning van hun deelname aan en inbreng bij het overleg over zowel wetgevende als niet-wetgevende initiatieven van de Gemeenschap op relevante beleidsgebieden - zoals interne markt, diensten van algemeen belang en het tienjarenkaderprogramma voor duurzame productie en consumptie - en ter ondersteuning van hun bijdrage aan het markttoezicht.

Actie 12 Het behartigen van de belangen van de Europese consument op internationale fora (inclusief internationale normalisatieorganisaties en internationale handelsorganisaties).

Actie 13 Opleidingen voor het personeel van regionale, nationale en Europese consumentenorganisaties en andere acties op het gebied van capaciteitsopbouw, zoals trainingen op het gebied van projectontwikkeling en aanvraagprocedures, een internetforum voor specifieke projecten, workshops en bijeenkomsten ter bevordering van projectpartnerschappen.

Actie 14 Voorlichting over de rechten waarover de consument krachtens de wetgeving ter bescherming van de consument en andere communautaire beschermingsmaatregelen beschikt in het bijzonder in de nieuwe lidstaten, in samenwerking met de consumentenorganisaties aldaar.

Actie 15 Educatie van de consument, inclusief acties gericht op jonge consumenten, en de ontwikkeling van interactieve educatieve on-linehulpmiddelen inzake grensoverschrijdende transacties en de rechten van de consument op de interne markt).

Actie 16 Financiële bijdragen - in overeenstemming met artikel 7, lid 2 - voor het functioneren van Europese consumentenorganisaties.

Actie 17 Financiële bijdragen - in overeenstemming met artikel 7, lid 3 - voor het functioneren van Europese consumentenorganisaties die de belangen van de consument behartigen bij het ontwikkelen van normen voor producten en diensten in de Gemeenschap.

Doelstellingen a), b) en c)

Actie 18 Financiële bijdragen - in overeenstemming met artikel 7, lid 4 - voor specifieke communautaire of nationale projecten ter ondersteuning van de in artikel 3 vastgestelde doelstellingen van het consumentenbeleid, met inbegrip van financiële bijdragen voor:

- specifieke projecten die door consumentenorganisaties worden uitgevoerd om de daadwerkelijke implementatie van het acquis communautaire inzake consumentenbescherming in de nieuwe lidstaten te versnellen;

- specifieke projecten ter bevordering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie en beste praktijken betreffende de integratie van de consumentenrechten in andere beleidsterreinen.

Actie 19 Evaluatie van acties die krachtens dit algemene kader zijn ondernomen.

(1) Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid ( PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4).

Top