EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0188

Verordening (EG) nr. 188/2003 van de Commissie van 31 januari 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2222/2000 houdende financiële uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 27, 1.2.2003, p. 14–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39
Special edition in Estonian: Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39
Special edition in Latvian: Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39
Special edition in Lithuanian: Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39
Special edition in Hungarian Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39
Special edition in Maltese: Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39
Special edition in Polish: Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39
Special edition in Slovak: Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39
Special edition in Slovene: Chapter 11 Volume 046 P. 38 - 39

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/188/oj

32003R0188

Verordening (EG) nr. 188/2003 van de Commissie van 31 januari 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2222/2000 houdende financiële uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 027 van 01/02/2003 blz. 0014 - 0015


Verordening (EG) nr. 188/2003 van de Commissie

van 31 januari 2003

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2222/2000 houdende financiële uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2500/2001(2), en met name op artikel 12, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Een van de doelstellingen van artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1268/1999 is het oplossen van om prioriteit vragende en specifieke problemen in verband met de duurzame aanpassing van de landbouwsector en de plattelandsgebieden van de kandidaat-lidstaten. De door buitengewone natuurrampen veroorzaakte schade aan de landbouw en aan plattelandsgebieden kan voor problemen zorgen zoals bij de overstromingen die in augustus 2002 in verschillende kandidaat-lidstaten aanzienlijke schade veroorzaakten. De Gemeenschap moet bij dergelijke buitengewone rampen op passende wijze kunnen reageren door diverse instrumenten, zoals het bij Verordening (EG) nr. 1268/1999 ingestelde pretoetredingsinstrument, in te zetten.

(2) Verordening (EG) nr. 2222/2000 van de Commissie(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2252/2001(4), bevat geen specifieke bepalingen betreffende het beheer van de steun als die steun verband houdt met een buitengewone natuurramp. Er dienen bepalingen te worden vastgesteld op grond waarvan de Gemeenschap snel en op passende wijze kan reageren wanneer zich dergelijke rampen voordoen.

(3) Op grond van artikel 5, lid 1, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 2222/2000 is een van de taken van het Sapard-orgaan het selecteren van projecten. De ervaring heeft geleerd dat die taak in bepaalde omstandigheden echter niet door dat orgaan hoeft te worden waargenomen.

(4) In artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2222/2000 zijn bepalingen opgenomen betreffende het ambtshalve annuleren van niet-gebruikte kredieten. Deze bepalingen zijn een afspiegeling van die van artikel 31, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(5), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1447/2001(6). Opdat deze voorschriften in het kader van Sapard onder dezelfde voorwaarden worden toegepast als voor de lidstaten, moet in aanmerking worden genomen dat zonder besluiten van de Commissie op grond waarvan het beheer van de steun aan de kandidaat-lidstaten wordt overgedragen, het instrument niet kan worden toegepast, geen subsidiabele uitgaven voor projecten kunnen worden gedaan en dus voor de kredieten voor de betrokken landen geen betalingsopdrachten kunnen worden gegeven. Het tijdstip van die besluiten is waarschijnlijk van invloed op het gebruik van de kredieten in de eerste jaren van de toepassing van het pretoetredingsinstrument in de verschillende kandidaat-lidstaten.

(5) Aangezien de tenuitvoerlegging van de Sapard-programma's voor de meeste kandidaat-lidstaten pas in 2002 is begonnen terwijl de kredieten voor het eerst werden opgenomen in de begroting 2000, is het dienstig de termijn voor de besteding van de kredieten van de jaarlijkse toewijzingen voor de jaren 2000 tot en met 2002 met twee jaar te verlengen en daarna geleidelijk over te gaan tot toepassing van de bepalingen inzake het ambtshalve annuleren van kredieten als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1260/1999. Als het risico ontstaat dat kredieten worden geannuleerd, zouden betalingsaanvragen ook tot het einde van het betrokken kwartaal ontvankelijk moeten zijn.

(6) Verordening (EG) nr. 2222/2000 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2222/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2 wordt het volgende toegevoegd:

"j) buitengewone natuurramp: een natuurramp op ongewoon grote schaal die grote schade en vernielingen veroorzaakt.".

2. In artikel 5, lid 1, worden het tweede en het derde streepje vervangen door:

"- projecten selecteren, behalve als er voor de betrokken maatregel in het goedgekeurde Sapard-programma voor landbouw- en plattelandsontwikkeling, hierna 'het programma' genoemd, slechts één begunstigde is aangewezen of de projectselectie aan één of meer daartoe aangewezen organen is opgedragen,

- aanvragen voor goedkeuring van projecten toetsen aan de voorwaarden en criteria, aan de subsidiabiliteit en aan de inhoud van het programma, en, in voorkomend geval, bepalingen inzake overheidsopdrachten.".

3. Artikel 7, lid 3, wordt vervangen door:

"3. Rekening houdend met de bepalingen van artikel 10 annuleert de Commissie het gedeelte van een aangegane betalingsverplichting dat niet door de betaling van het voorschot is nagekomen of waarvoor geen ontvankelijke betalingsaanvraag bij de Commissie is ingediend op de volgende data:

a) voor de kredieten in het kader van de jaarlijkse toewijzing voor 2000: 31 december 2004;

b) voor de kredieten in het kader van de jaarlijkse toewijzing voor 2001: 31 december 2005;

c) voor de kredieten in het kader van de jaarlijkse toewijzingen voor 2002 en 2003: 31 december 2006;

d) voor de kredieten in het kader van de jaarlijkse toewijzingen voor jaren na 2003: 31 december van het tweede jaar volgende op het jaar van de betrokken betalingsverplichting.".

4. In artikel 9, lid 1, wordt het tweede streepje vervangen door:

"- moeten gebaseerd zijn op de aangiften van de uitgaven van de begunstigde. In die aangiften mogen alleen projecten en uitgaven voorkomen die op of na de datum van het in artikel 3, lid 1, bedoelde besluit zijn geselecteerd, respectievelijk betaald, welke beperking evenwel niet geldt voor haalbaarheids- en bijbehorende studies inzake de geselecteerde projecten en voor technische bijstand. Als de Commissie echter bepaalt dat zich een buitengewone natuurramp heeft voorgedaan, kan voor de betalingen aan de begunstigden voor projecten in verband met die ramp een afwijking worden toegestaan waarbij de voorwaarde dat een aangifte van de uitgaven moet worden ingediend, wordt vervangen door de mogelijkheid van voorschotbetalingen.".

5. Artikel 10, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De Commissie behandelt alleen betalingsaanvragen die per kwartaal door het Sapard-orgaan zijn opgesteld, volgens een door de Commissie opgesteld formulier worden ingediend en binnen een maand na afloop van ieder kwartaal door de nationale ordonnateur aan de Commissie worden doorgegeven. Aanvullende aanvragen mogen alleen worden ingediend als er een gevaar is dat:

- het saldo van de Sapard-eurorekening opgebruikt is voordat de aanvraag voor het volgende kwartaal is verwerkt, of

- de middelen worden geannuleerd overeenkomstig artikel 7, lid 3.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2003.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87.

(2) PB L 342 van 27.12.2001, blz. 1.

(3) PB L 253 van 7.10.2000, blz. 5.

(4) PB L 304 van 21.11.2001, blz. 8.

(5) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.

(6) PB L 198 van 21.7.2001, blz. 1.

Top