EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003L0108

Richtlijn 2003/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

OJ L 345, 31.12.2003, p. 106–107 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Estonian: Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Latvian: Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Lithuanian: Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Hungarian Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Maltese: Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Polish: Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Slovak: Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Slovene: Chapter 15 Volume 007 P. 692 - 693
Special edition in Bulgarian: Chapter 15 Volume 010 P. 133 - 134
Special edition in Romanian: Chapter 15 Volume 010 P. 133 - 134
Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 002 P. 70 - 71

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/02/2014; opgeheven door 32012L0019

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2003/108/oj

32003L0108

Richtlijn 2003/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

Publicatieblad Nr. L 345 van 31/12/2003 blz. 0106 - 0107


Richtlijn 2003/108/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 8 december 2003

tot wijziging van Richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In de loop van de procedure tot vaststelling van Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)(3) heeft de bewoording van artikel 9 van die richtlijn aanleiding gegeven tot bezorgdheid over de mogelijke financiële gevolgen voor producenten van de betreffende apparatuur.

(2) Op de vergadering van het bemiddelingscomité van 10 oktober 2002 over die richtlijn hebben het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in een gemeenschappelijke verklaring hun voornemen te kennen gegeven de kwestie van artikel 9 van Richtlijn 2002/96/EG, namelijk de financiering met betrekking tot AEEA van andere gebruikers dan particuliere huishoudens, zo spoedig mogelijk te onderzoeken.

(3) Overeenkomstig de gemeenschappelijke verklaring heeft de Commissie de financiële gevolgen van de huidige bewoording van artikel 9 van Richtlijn 2002/96/EG voor de producenten onderzocht; zij heeft vastgesteld dat de terugnameplicht voor AEEA die in het verleden op de markt is gebracht een retroactieve verplichting creëert waarin niet was voorzien en die bepaalde producenten aan ernstige economische risico's kan blootstellen.

(4) Ter voorkoming van dergelijke risico's dient de financiële verantwoordelijkheid voor de inzameling, de verwerking, het hergebruik, de nuttige toepassing en recycling van AEEA die afkomstig is van andere gebruikers dan particuliere huishoudens en van vóór 13 augustus 2005 op de markt gebrachte apparatuur, te berusten bij de producenten indien nieuwe producten worden geleverd ter vervanging van producten van een gelijkwaardig type of met dezelfde functies. Wordt deze afgedankte apparatuur evenwel niet door nieuwe producten vervangen, dan dient de verantwoordelijkheid bij die gebruikers te berusten. Lidstaten, producenten en gebruikers dienen de mogelijkheid te hebben andere regelingen overeen te komen.

(5) Overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2002/96/EG doen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 13 augustus 2004 aan die richtlijn te voldoen. Teneinde te voorkomen dat de lidstaten vóór dat tijdstip vastgestelde wetgeving moeten wijzigen, dient deze richtlijn zo spoedig mogelijk te worden vastgesteld en tegelijk met Richtlijn 2002/96/EG in de wetgeving van de lidstaten te worden omgezet.

(6) Richtlijn 2002/96/EG dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 9 van Richtlijn 2002/96/EG wordt vervangen door:

"Artikel 9

Financiering met betrekking tot AEEA van andere gebruikers dan particuliere huishoudens

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat uiterlijk op 13 augustus 2005 door de producenten is voorzien in de financiering van de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van de AEEA die afkomstig is van andere gebruikers dan particuliere huishoudens en van na 13 augustus 2005 op de markt gebrachte apparatuur.

De lidstaten dragen er zorg voor dat uiterlijk op 13 augustus 2005 voor AEEA die is ontstaan uit apparatuur die op de markt is gebracht vóór 13 augustus 2005 (historische voorraad), de kosten worden gedragen volgens de derde en de vierde alinea.

Voor historische voorraad die wordt vervangen door nieuwe gelijkwaardige producten of door nieuwe producten met dezelfde functie, worden de kosten gedragen door de producenten van deze producten wanneer zij worden geleverd. De lidstaten kunnen als alternatief bepalen dat andere gebruikers dan particuliere huishoudens ook geheel of gedeeltelijk deze kosten dragen.

Voor andere historische voorraad worden de kosten gedragen door de andere gebruikers dan particuliere huishoudens.

2. Producenten en andere gebruikers dan particuliere huishoudens kunnen onverminderd de bepalingen van deze richtlijn andere financieringsregelingen overeenkomen.".

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 13 augustus 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 december 2003.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitter

F. Frattini

(1) PB C 234 van 30.9.2003, blz. 91.

(2) Advies van het Europees Parlement van 21 oktober 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 19 november 2003.

(3) PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24.

Top