EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002R2236

Verordening (EG) nr. 2236/2002 van de Raad van 10 december 2002 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2003-2004)

OJ L 341, 17.12.2002, p. 6–8 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Estonian: Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Latvian: Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Lithuanian: Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Hungarian Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Maltese: Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Polish: Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Slovak: Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Slovene: Chapter 01 Volume 004 P. 141 - 143

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2004

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2002/2236/oj

32002R2236

Verordening (EG) nr. 2236/2002 van de Raad van 10 december 2002 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2003-2004)

Publicatieblad Nr. L 341 van 17/12/2002 blz. 0006 - 0008


Verordening (EG) nr. 2236/2002 van de Raad

van 10 december 2002

betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2003-2004)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Internationaal Fonds voor Ierland (hierna "het Fonds" genoemd) is in 1986 bij de Overeenkomst van 18 september 1986 tussen de regering van Ierland en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende het Internationaal Fonds voor Ierland (hierna "de overeenkomst" genoemd) opgericht om economische en sociale vooruitgang te bevorderen en contact, dialoog en verzoening tussen nationalisten en unionisten in heel Ierland aan te moedigen ter verwezenlijking van één van de in de Anglo-Ierse overeenkomst van 15 november 1985 omschreven doelstellingen.

(2) Van 1989 tot en met 1995 is jaarlijks 15 miljoen ecu uit de Gemeenschapsbegroting verstrekt ter ondersteuning van projecten van het Fonds die een werkelijk additioneel effect hebben in de betrokken gebieden.

(3) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2687/94 van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap voor het Internationaal Fonds voor Ierland(2) is voor elk van de jaren 1995, 1996 en 1997 20 miljoen ecu uit de Gemeenschapsbegroting vastgelegd.

(4) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2614/97 van de Raad van 15 december 1997 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap voor het Internationaal Fonds voor Ierland(3) is voor elk van de jaren 1998 en 1999 17 miljoen ecu uit de Gemeenschapsbegroting vastgelegd.

(5) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 214/2000 van de Raad van 24 januari 2000 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland(4) is voor elk van de jaren 2000, 2001 en 2002 15 miljoen EUR uit de Gemeenschapsbegroting vastgelegd.

(6) Blijkens de overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 214/2000 verrichte beoordelingen moet verdere steun voor activiteiten van het Fonds worden verleend en dienen daarbij de synergie tussen de doelstellingen en de coördinatie met de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen van de Gemeenschap, vooral met het speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (hierna "het programma PEACE" genoemd), te worden versterkt.

(7) Verordening (EG) nr. 214/2000 verstrijkt op 31 december 2002.

(8) Voor het vredesproces in Noord-Ierland is voortzetting van de steun van de Gemeenschap aan het Fonds na die datum noodzakelijk.

(9) De Europese Raad heeft in zijn vergadering in Berlijn op 24 en 25 maart 1999 beslist dat het programma PEACE gedurende vijf jaar, namelijk van 2000 tot en met 2004, diende te worden voortgezet met een totale bijdrage van de Gemeenschap ten belope van 500 miljoen EUR.

(10) De bijdrage van de Gemeenschap aan het Fonds dient de vorm aan te nemen van financiële bijdragen voor de jaren 2003 en 2004, zodat zij tegelijk met het programma PEACE afloopt.

(11) Het Fonds dient bij de toewijzing van de bijdrage van de Gemeenschap op zodanige wijze voorrang aan grens- of gemeenschapsoverschrijdende projecten te geven dat de in het kader van het programma PEACE voor de periode 2000-2004 gefinancierde activiteiten worden aangevuld.

(12) In overeenstemming met de overeenkomst nemen al degenen die financieel bijdragen aan het Fonds, als waarnemer deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur van het Fonds.

(13) Het is absoluut noodzakelijk te zorgen voor een behoorlijke coördinatie tussen de activiteiten van het Fonds en de activiteiten die worden gefinancierd in het kader van de in artikel 159 van het Verdrag genoemde Structuurfondsen van de Gemeenschap, waaronder met name het programma PEACE.

(14) De steun uit het Fonds zal slechts als doeltreffend worden beschouwd voorzover deze een duurzame economische en sociale verbetering teweegbrengt en niet wordt gebruikt ter vervanging van andere overheids- of particuliere uitgaven.

(15) Vóór 1 april 2004 dient in een beoordeling te worden bekeken welke prestaties het Fonds heeft geleverd en of verdere steun van de Gemeenschap nodig is.

(16) In deze verordening wordt een referentiebedrag in de zin van punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure(5) opgenomen voor de gehele looptijd van het programma met dien verstande dat dit de in het Verdrag vastgestelde bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet laat. De bijdrage van de Gemeenschap aan het Fonds dient 15 miljoen EUR voor elk van de jaren 2003 en 2004, uitgedrukt in lopende waarde, te bedragen.

(17) Deze steun zal bijdragen tot een grotere solidariteit tussen de lidstaten en tussen hun volkeren.

(18) Het Verdrag voorziet niet in andere dan de in artikel 308 vervatte bevoegdheden voor de vaststelling van deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onder voorbehoud van de jaarlijkse begrotingsprocedure en overeenkomstig punt 34, tweede alinea, van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure wordt een jaarlijkse bijdrage van 15 miljoen EUR voor elk van de jaren 2003 en 2004, die over deze jaren komt op een totale bijdrage van 30 miljoen EUR, verstrekt aan het Fonds.

Artikel 2

Het Fonds gebruikt de bijdrage overeenkomstig de overeenkomst waarbij het is opgericht, en geeft daarbij op zodanige wijze voorrang aan grens- of gemeenschapsoverschrijdende projecten dat de door de Structuurfondsen gefinancierde activiteiten, en met name die van het programma PEACE, worden aangevuld.

De bijdrage wordt op zodanige wijze gebruikt dat in de betrokken gebieden een duurzame economische en sociale verbetering wordt teweeggebracht. Zij wordt niet gebruikt ter vervanging van andere overheids- of particuliere uitgaven.

Artikel 3

De Commissie vertegenwoordigt de Gemeenschap als waarnemer in de vergaderingen van de raad van bestuur.

Het Fonds wordt als waarnemer vertegenwoordigd in de vergaderingen van het toezichtcomité voor het programma PEACE en, in voorkomend geval, voor andere bijstandspakketten van de Structuurfondsen van de Gemeenschap.

Artikel 4

De Commissie stimuleert coördinatie op alle niveaus tussen de raad van bestuur en de tussenpersonen (agents) van het Fonds en de beheersinstanties die zijn ingesteld in het kader van de betrokken bijstandspakketten van de Structuurfondsen, en met name het programma PEACE.

Artikel 5

De Commissie bepaalt in samenwerking met de raad van bestuur van het Fonds passende publiciteits- en voorlichtingsprocedures om bekendheid te geven aan de bijdrage van de Gemeenschap voor de door het Fonds gefinancierde projecten.

Artikel 6

Uiterlijk op 31 maart 2004 dient de Commissie bij de begrotingsautoriteit een verslag in waarin de resultaten van de activiteiten van het Fonds en de noodzaak de bijdragen na 2004 voort te zetten worden beoordeeld, met inachtneming van de ontwikkelingen in het vredesproces in Noord-Ierland. Dit verslag bevat onder meer het volgende:

a) een overzicht van de activiteiten van het Fonds;

b) een lijst van de projecten waarvoor steun is ontvangen;

c) een beoordeling van aard en impact van de activiteiten van het Fonds, met name in relatie tot de doelstellingen ervan en de in de artikelen 2 en 8 vastgestelde criteria;

d) een beoordeling van de actie die het Fonds heeft ondernomen om voor samenwerking en coördinatie met de bijstandspakketten van de Structuurfondsen van de Gemeenschap te zorgen, met name in het licht van de verplichtingen op grond van de artikelen 3, 4 en 5;

e) een bijlage met de resultaten van de verificaties en controles die de Commissie heeft verricht wat de in artikel 7 bedoelde verbintenis betreft.

Artikel 7

De Commissie beheert de bijdragen.

Onder voorbehoud van een beoordeling van de financiële behoeften van het Fonds wordt de jaarlijkse bijdrage normaliter als volgt in tranches betaald:

a) een eerste voorschot van 40 % wordt betaald nadat de Commissie een door de voorzitter van de raad van bestuur ondertekende verbintenis heeft ontvangen volgens welke het Fonds zal voldoen aan de voorwaarden die overeenkomstig deze verordening aan de toekenning van de bijdrage zijn verbonden;

b) zes maanden later wordt een tweede voorschot van 40 % betaald;

c) een eindbetaling van 20 % wordt verricht nadat de Commissie het jaarverslag en de aan een accountantscontrole onderworpen rekeningen van het Fonds voor het betrokken jaar heeft ontvangen en goedgekeurd.

Indien de in de tweede alinea bedoelde beoordeling leidt tot de conclusie dat de betaling van één van deze tranches op de beoogde datum niet door de financiële behoeften van het Fonds wordt gerechtvaardigd, wordt die betaling geschorst totdat de Commissie op basis van door het Fonds verstrekte nieuwe informatie concludeert dat zij gerechtvaardigd is.

Artikel 8

Aan de in artikel 1 bedoelde bijdrage wordt de voorwaarde verbonden dat in het geval van een verrichting waarvoor financiële bijstand in het kader van een bijstandspakket van de Structuurfondsen van de Gemeenschap wordt of zal worden ontvangen, aan die verrichting slechts een bijdrage uit het Fonds mag worden toegewezen indien het resultaat van de optelling van 40 % van de bijdrage uit het Fonds bij de bijstand uit de Structuurfondsen van de Gemeenschap niet meer bedraagt dan 75 % van de totale subsidiabele kosten van de verrichting.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003.

Zij verstrijkt op 31 december 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

P. S. Møller

(1) Advies uitgebracht op 20 november 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(2) PB L 286 van 5.11.1994, blz. 5.

(3) PB L 353 van 24.12.1997, blz. 5.

(4) PB L 24 van 29.1.2000, blz. 7.

(5) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

Top