EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R0985

Verordening (EG) nr. 985/2001 van de Europese Centrale Bank van 10 mei 2001 tot wijziging van Verordening ECB/1999/4 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/2001/4)

OJ L 137, 19.5.2001, p. 24–24 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Estonian: Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Latvian: Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Lithuanian: Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Hungarian Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Maltese: Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Polish: Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Slovak: Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Slovene: Chapter 01 Volume 003 P. 330 - 330
Special edition in Bulgarian: Chapter 10 Volume 005 P. 31 - 31
Special edition in Romanian: Chapter 10 Volume 005 P. 31 - 31
Special edition in Croatian: Chapter 01 Volume 003 P. 6 - 6

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/985/oj

32001R0985

Verordening (EG) nr. 985/2001 van de Europese Centrale Bank van 10 mei 2001 tot wijziging van Verordening ECB/1999/4 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/2001/4)

Publicatieblad Nr. L 137 van 19/05/2001 blz. 0024 - 0024


Verordening (EG) nr. 985/2001 van de Europese Centrale Bank

van 10 mei 2001

tot wijziging van Verordening ECB/1999/4 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen

(ECB/2001/4)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 110, lid 3,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 34.3 en op artikel 19.1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2523/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen(1), inzonderheid op artikel 6, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

Verordening ECB/1999/4 van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen(2), dient om de hiernavolgende redenen te worden gewijzigd.

Ervaring heeft geleerd dat de vigerende procedure voor het opslaan van informatie inzake het vaststellen en tenuitvoerleggen van sancties, met name het uitwisselen van originele documentatie en materialen tussen de ECB en de nationale centrale banken, bijzonder omslachtig is. De procedure behoeft daarom vereenvoudiging met het oog op een effectieve en solide regeling voor de administratie van sancties gegrondvest op een snelle procedure, terwijl tevens een gelijk niveau van rechtszekerheid wordt verzekerd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen aan Verordening ECB/1999/4

Artikel 9, lid 5, van Verordening ECB/1999/4 wordt door de volgende tekst vervangen: "5. De nationale centrale bank in kwestie of, in voorkomende gevallen, de ECB, slaat alle informatie met betrekking tot de vaststelling en de tenuitvoerlegging van de sanctie op in een dossier, dat ten minste vijf jaar vanaf de datum waarop het besluit tot het opleggen van de sanctie definitief wordt, moet worden bewaard. De bevoegde nationale centrale bank doet kopieën van alle in haar bezit zijnde originele documentatie en materialen met betrekking tot de niet-nalevingsprocedure aan de ECB toekomen.".

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de vierentwintigste dag van de maand volgende op de maand van publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Frankfurt am Main, 10 mei 2001.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

President

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4.

(2) Verordening (EG) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank (PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21).

Top