EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001H1214(01)

Aanbeveling van de Raad van 6 december 2001 houdende vaststelling van een gemeenschappelijke schaal voor de evaluatie van risico's in verband met bezoeken van prominenten aan de Europese Unie

OJ C 356, 14.12.2001, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

32001H1214(01)

Aanbeveling van de Raad van 6 december 2001 houdende vaststelling van een gemeenschappelijke schaal voor de evaluatie van risico's in verband met bezoeken van prominenten aan de Europese Unie

Publicatieblad Nr. C 356 van 14/12/2001 blz. 0001 - 0002


Aanbeveling van de Raad

van 6 december 2001

houdende vaststelling van een gemeenschappelijke schaal voor de evaluatie van risico's in verband met bezoeken van prominenten aan de Europese Unie

(2001/C 356/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Overwegende dat het noodzakelijk is de samenwerking tussen de lidstaten ter voorkoming van terrorisme te verbeteren;

Overwegende dat het steeds vaker voorkomt dat prominenten uit lidstaten of niet-EU-landen over het grondgebied van de Unie reizen;

Overwegende dat deze ontwikkelingen leiden tot het nemen van statische of mobiele beschermende maatregelen die gebaseerd moeten zijn op een serieuze en redelijke evaluatie van de terroristische dreiging waaraan deze prominenten bloot kunnen staan;

Overwegende dat de uitwisseling van informatie tussen de politie- en veiligheidsdiensten van de lidstaten betreffende de evaluatie van de omvang van dit risico door de bevoegde diensten, moet worden vergemakkelijkt;

Overwegende dat de evaluatie betrekking heeft op het land dat wordt bezocht, met dien verstande dat de evaluatie betreffende het land waar de prominente persoon woont, in de overwegingen zal worden betrokken,

BEVEELT de lidstaten AAN:

1. de informatie-uitwisseling betreffende de evaluatie van het risico dat de terroristische dreiging kan vormen voor prominenten die de landen van de Unie bezoeken, uit te breiden en te verbeteren binnen de bestaande institutionele structuren en in het kader van de desbetreffende nationale wetgevingen. Dit overleg kan plaatsvinden op verzoek van een lidstaat, in het bijzonder in de periode die aan deze bezoeken voorafgaat;

2. één of meerdere bevoegde diensten aan te wijzen die deze dreiging evalueren en informatie hieromtrent doorgeven. Deze lijst zal worden opgesteld en bijgewerkt door het fungerend voorzitterschap en aan de lidstaten worden toegezonden;

3. de in de bijlage opgenomen eenvoudige en praktische evaluatieschaal, op basis van cijfers en/of letters, aan te nemen om een snelle informatie-uitwisseling tussen nationale contactpunten mogelijk te maken. Deze schaal bepaalt het rationeel in te schatten risico van een terroristische activiteit en niet de politiemaatregelen of -voorzieningen, waarover elk land zelf beslist. Zij moet worden gebruikt bij het overleg tussen landen en kan worden gebruikt door de nationale diensten wanneer zij binnenlands optreden;

4. toe te zien op de vertrouwelijkheid van de in het kader van deze aanbeveling verstrekte informatie, met name ten aanzien van niet-EU-lidstaten waarvan de prominenten aan een evaluatie onderworpen worden. Deze informatie wordt alleen ingewonnen ter voorkoming van terrorisme en mag niet zonder toestemming van de verstrekkende lidstaat worden doorgegeven aan derde landen of worden gebruikt in het kader van een gerechtelijke procedure;

5. voor het doorgeven van de informatie gebruik te maken van het netwerk van de verbindingsbureaus en te zorgen voor een snelle doorgifte van de aanvragen en de antwoorden aan de bevoegde dienst(en);

6. deel te nemen aan deze evaluatie-uitwisseling, voorzover dit de nationale belangen niet ernstig schaadt;

7. de resultaten van deze samenwerking te bestuderen binnen de drie jaar na de volledige implementatie ervan;

8. Europol bij deze samenwerking te betrekken, voorzover dit verenigbaar is met het mandaat van deze dienst.

Gedaan te Brussel, 6 december 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

M. Verwilghen

BIJLAGE

EVALUATIESCHAAL

1. ONMIDDELIJK

Specifieke inlichtingen waaruit blijkt dat zeer binnenkort een aanslag op een welbepaalde prominente figuur dreigt.

2. HOOG

Specifieke inlichtingen, of recente terroristische activiteiten, die erop wijzen dat de prominente figuur het doelwit bij uitstek zou kunnen zijn van een terroristische groepering.

3. AANZIENLIJK

Recente algemene inlichtingen waaran de politieke of veiligheidscontext erop wijst dat de prominente figuur een prioritair doelwit zou kunnen zijn van een terroristische groepering.

4. MATIG

Geen specifieke of algemene inlichtingen over een bijzondere dreiging, maar een potentiële dreiging op grond van de factoren in verband met de prominente figuur of het land dat hij/zij vertegenwoordigt.

5. LAAG

Geen redelijke gronden om een terroristische aanslag te verwachten.

De letter "Z" ("Zaandam") zou kunnen worden gebruikt om het bestaan te signaleren van een reële dreiging van niet-levensbedreigende vijandelijke daden jegens de prominente figuur (gooien van voorwerpen, duwen, enz.).

Top