EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R0251

Verordening (EG) nr. 251/2000 van de Commissie van 1 februari 2000 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

OJ L 26, 2.2.2000, p. 8–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Estonian: Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Latvian: Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Lithuanian: Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Hungarian Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Maltese: Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Polish: Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Slovak: Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Slovene: Chapter 03 Volume 028 P. 195 - 196
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 030 P. 265 - 266
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 030 P. 265 - 266

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 11/12/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/251/oj

32000R0251

Verordening (EG) nr. 251/2000 van de Commissie van 1 februari 2000 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

Publicatieblad Nr. L 026 van 02/02/2000 blz. 0008 - 0009


VERORDENING (EG) Nr. 251/2000 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2000

houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2798/1999 van de Raad van 17 december 1999 houdende vaststelling van de algemene regels voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2000 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 906/98(1), en met name op artikel 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2798/1999 moeten bepalingen worden vastgesteld voor de opening van een invoercontingent en het beheer van de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië. De vastgestelde hoeveelheid kan gezien de huidige en de te verwachten situatie inzake de voorziening van de communautaire markt met olijfolie worden afgezet. Het gevaar voor verstoring van de markt wordt verminderd als de invoer niet wordt geconcentreerd in een korte periode van het verkoopseizoen 1999/2000. Bepaald moet worden dat de invoercertificaten in de loop van dat verkoopseizoen per maand mogen worden afgegeven.

(2) Met het oog op een efficiënt beheer van de bedoelde hoeveelheid moet een mechanisme worden ingevoerd dat de marktdeelnemers ertoe aanzet certificaten die zij niet gebruiken, terug te geven aan het instantie van afgifte. Ook moet een mechanisme worden ingevoerd dat de marktdeelnemers ertoe aanzet niet-gebruikte certificaten spoedig na de vervaldatum aan de instantie van afgifte terug te geven, zodat de niet-gebruikte hoeveelheden opnieuw kunnen worden gebruikt en de diensten van de Commissie daarvan op de hoogte worden gesteld.

(3) De uit Tunesië ingevoerde hoeveelheid olie mag een bepaald niveau niet overschrijden. De tolerantiemarge als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1127/1999(3), mag derhalve niet worden toegepast.

(4) In de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en de Republiek Tunesië anderzijds(4) wordt, behalve voor het contingent van 46000 ton met verlaagd tarief, geen speciale regeling meer getroffen voor de invoer van olijfolie van de GN-codes 1509 en 1510, die volledig in Tunesië is verkregen en rechtstreeks van dat land naar de Gemeenschap wordt vervoerd.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Niet-behandelde olijfolie van de GN-codes 1509 10 10 en 1509 10 90, die volledig in Tunesië is verkregen en rechtstreeks van dat land naar de Gemeenschap wordt vervoerd en waarvoor het in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2798/1999 vastgestelde douanetarief geldt, mag in het verkoopseizoen 1999/2000 vanaf 1 maart worden ingevoerd. Voor het verkoopseizoen 1999/2000 worden voor een hoeveelheid van maximaal 46000 ton invoercertificaten afgegeven.

2. Onverminderd het huidige maximum van 46000 ton dat geldt voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4032, mogen in het verkoopseizoen 1999/2000 certificaten voor een hoeveelheid van maximaal 10000 ton per maand worden afgegeven onder de voorwaarden van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2798/1999. Deze hoeveelheid wordt voor de maand maart echter teruggebracht tot maximaal 5000 ton en voor april tot maximaal 8000 ton. Indien de voor een bepaalde maand toegestane hoeveelheid in die maand niet volledig wordt opgebruikt, wordt de resterende hoeveelheid bij die voor de volgende maand gevoegd, zonder mogelijkheid tot verdere overboeking.

3. Voor de afboeking op de voor een maand toegestane hoeveelheid wordt de week waarin een nieuwe maand begint, gerekend bij de maand waarin de donderdag van die week valt.

Artikel 2

1. Voor de toepassing van het in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2798/1999 bedoelde douanerecht, moeten de importeurs bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een invoercertificaat aanvragen. Deze aanvraag moet vergezeld gaan van een afschrift van het met de Tunesische exporteur gesloten koopcontract.

2. De invoercertificaataanvragen moeten op maandag en dinsdag van elke week worden ingediend. De lidstaten delen de Commissie iedere woensdag de gegevens van de ingediende certificaataanvragen mee. In de maanden november tot en met februari kunnen echter geen certificaataanvragen worden ingediend.

3. De Commissie telt wekelijks de hoeveelheden op waarvoor invoercertificaten zijn aangevraagd. Zij staat de lidstaten toe certificaten af te geven totdat het maandcontingent volledig is opgenomen; indien het contingent opgebruikt dreigt te raken, staat zij de lidstaten toe certificaten af te geven naar evenredigheid van de beschikbare hoeveelheid.

4. Zodra de in Verordening (EG) nr. 2798/1999 vastgestelde maximumhoeveelheid is bereikt, stelt de Commissie de lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 3

1. De in artikel 1, lid 1, bedoelde invoercertificaten zijn geldig gedurende 60 dagen te rekenen vanaf de afgiftedatum in de zin van artikel 21, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3719/88, die uiterlijk op 31 oktober 2000 valt.

De certificaten worden afgegeven uiterlijk op de eerste werkdag na de dag waarop de Commissie toestemming heeft gegeven tot afgifte.

De zekerheid voor het invoercertificaat bedraagt 15 EUR per 100 kg nettogewicht.

2. Wanneer het invoercertificaat niet binnen de gestelde termijn wordt gebruikt, wordt de zekerheid verbeurd. In de onderstaande gevallen wordt de verbeurde zekerheid evenwel als volgt verminderd, waarbij een gedeelte van een dag telkens voor een volle dag wordt gerekend:

- indien het certificaat aan de instantie van afgifte wordt teruggegeven voordat twee derde van de geldigheidsduur ervan is verstreken, met 40 %;

- indien het certificaat aan de instantie van afgifte wordt teruggegeven gedurende het laatste derde deel van de geldigheidsduur of binnen 15 dagen na de laatste dag daarvan, met 25 %.

3. Onverminderd de in artikel 1 bedoelde maxima, mogen de hoeveelheden waarvoor certificaten overeenkomstig lid 2 zijn teruggegeven opnieuw worden toegekend. De bevoegde nationale autoriteiten delen de Commissie iedere woensdag mee voor welke hoeveelheden in de loop van de afgelopen zeven dagen certificaten zijn teruggegeven.

Artikel 4

In vak 24 van de in artikel 1, lid 1, bedoelde invoercertificaten wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht.

"Derecho de aduana fijado por el Reglamento (CE) n° 2798/1999,

Told fastsat ved forordning (EF) nr. 2798/1999,

Zoll gemäß Verordnung (EG) Nr. 2798/1999,

Δασμός που καθορίστηκε από τον Κανονισμό (ΕΚ) αριθ. 2798/1999,

Customs duty fixed by Regulation (EC) No 2798/1999,

Droit de douane fixé par le règlement (CE) n° 2798/1999,

Dazio doganale fissato dal regolamento (CE) n. 2798/1999,

Bij Verordening (EG) nr. 2798/1999 vastgesteld douanerecht,

Direito aduaneiro fixado pelo Regulamento (CE) n.o 2798//1999,

Asetuksessa (EY) N:o 2798/1999 vahvistettu tulli,

Tull fastställd genom förordning (EG) nr 2798/1999".

In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88, mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan die welke is aangegeven in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat. In vak 19 van dat certificaat moet daartoe het cijfer "0" worden ingevuld.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2000.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 340 van 31.12.1999, blz. 1.

(2) PB L 331 van 2.12.1988, blz. 1.

(3) PB L 135 van 29.5.1999, blz. 48.

(4) PB L 97 van 30.3.1998, blz. 2.

Top