EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997L0002

Richtlijn 97/2/EG van de Raad van 20 januari 1997 houdende wijziging van Richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren

OJ L 25, 28.1.1997, p. 24–25 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Estonian: Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Latvian: Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Lithuanian: Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Hungarian Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Maltese: Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Polish: Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Slovak: Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Slovene: Chapter 03 Volume 020 P. 238 - 239
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 020 P. 204 - 205
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 020 P. 204 - 205

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 04/02/2009; stilzwijgende opheffing door 32008L0119

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1997/2/oj

31997L0002

Richtlijn 97/2/EG van de Raad van 20 januari 1997 houdende wijziging van Richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren

Publicatieblad Nr. L 025 van 28/01/1997 blz. 0024 - 0025


RICHTLIJN 97/2/EG VAN DE RAAD van 20 januari 1997 houdende wijziging van Richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende dat het Wetenschappelijk Veterinair Comité overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 91/629/EEG (3) op 9 november 1995 een advies heeft uitgebracht, op basis waarvan de Commissie een verslag heeft opgesteld dat aan het Europees Parlement en de Raad is voorgelegd;

Overwegende dat op grond van de conclusies van dit verslag sommige bepalingen van Richtlijn 91/629/EEG moeten worden gewijzigd, teneinde te verzekeren dat de voorschriften gefundeerd zijn op wetenschappelijke bewijsstukken en niet verder gaan dan voor een doeltreffende werking van de gemeenschappelijke marktordening noodzakelijk is;

Overwegende dat de Europese Instellingen en de Lid-Staten in verklaring nr. 24 gehecht aan de Slotakte van het Verdrag betreffende de Europese Unie is verzocht bij de opstelling en de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving ten volle rekening te houden met de vereisten inzake het welzijn van dieren;

Overwegende dat de voorschriften voor de kalverhouderij in het kader van de gemeenschappelijke ordening der markten moeten worden geharmoniseerd met het oog op een rationele ontwikkeling van de productie onder bevredigende mededingingsvoorwaarden; dat uit wetenschappelijk oogpunt wordt aanvaard dat kalveren moeten worden gehouden onder omstandigheden die in overeenstemming zijn met de behoeften van de soort, die bestaat uit kuddedieren; dat zij bijgevolg in een groep moeten worden gehouden; dat kalveren, ongeacht of zij in een groep dan wel individueel worden gehouden, over voldoende bewegingsruimte moeten beschikken, contact met soortgenoten moeten kunnen hebben en voldoende ruimte moeten hebben om te gaan staan en te gaan liggen;

Overwegende dat de bedrijven de nodige tijd moeten krijgen om zich aan de nieuwe regeling aan te passen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 91/629/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 3, lid 3, wordt vervangen door:

"3. Met ingang van 1 januari 1998 gelden de volgende voorschriften voor alle nieuw gebouwde of verbouwde bedrijven en voor alle bedrijven die na die datum in gebruik worden genomen:

a) kalveren van meer dan acht weken mogen niet in een individueel hok worden opgesloten, tenzij een dierenarts heeft verklaard dat het dier in verband met zijn gezondheid of zijn gedrag moet worden geïsoleerd om te worden behandeld. De breedte van elk individueel hok moet ten minste gelijk zijn aan de schofthoogte van het kalf, gemeten terwijl het dier rechtop staat, en de lengte moet ten minste gelijk zijn aan de lengte van het kalf, gemeten van de neuspunt tot aan de achterkant van de zitbeenknobbel (tuber ischii) en vermenigvuldigd met 1,1.

Een individueel hok voor kalveren (behalve de hokken voor het isoleren van zieke dieren) mag niet voorzien zijn van muren, maar moet bestaan uit open afscheidingen die een direct visueel en lichamelijk contact tussen de kalveren mogelijk maken;

b) in groepen gehouden kalveren moeten elk over een vrije ruimte kunnen beschikken die ten minste gelijk is aan 1,5 m² voor kalveren met een levend gewicht van minder dan 150 kg, 1,7 m² voor kalveren met een levend gewicht van meer dan 150 kg, maar minder dan 220 kg, en 1,8 m² voor kalveren met een levend gewicht van meer dan 220 kg.

De bepalingen van dit lid zijn echter niet van toepassing op

- bedrijven met minder dan zes kalveren;

- kalveren die door hun moeder gezoogd worden.

Vanaf 31 december 2006 gelden bovenstaande bepalingen voor alle bedrijven.";

2. artikel 3, lid 4, tweede streepje, wordt geschrapt;

3. artikel 4, lid 2, wordt geschrapt;

4. in artikel 6 wordt "1 oktober 1997" vervangen door "1 januari 2006.".

Artikel 2

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. Wat de bescherming van kalveren betreft, kunnen de Lid-Staten evenwel met ingang van de in lid 1 vermelde datum en met inachtneming van de algemene bepalingen van het Verdrag, op hun grondgebied bepalingen handhaven of toepassen welke strenger zijn dan die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld. Zij stellen de Commissie van dergelijke bepalingen in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 20 januari 1997.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. VAN AARTSEN

(1) PB nr. C 85 van 22. 3. 1996, blz. 19.

(2) PB nr. C 320 van 28. 10. 1996, blz. 259.

(3) PB nr. L 340 van 11. 12. 1991, blz. 28.

Top