EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993R2828

Verordening (EEG) nr. 2828/93 van de Commissie van 15 oktober 1993 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen voor de controle op het gebruik en/of de bestemming van ingevoerde produkten van de GN-codes 1515 90 59 en 1515 90 99

OJ L 258, 16.10.1993, p. 15–16 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 03 Volume 053 P. 32 - 33
Special edition in Swedish: Chapter 03 Volume 053 P. 32 - 33

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 11/12/2004: This act has been changed. Current consolidated version: 21/03/1995

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/2828/oj

31993R2828

Verordening (EEG) nr. 2828/93 van de Commissie van 15 oktober 1993 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen voor de controle op het gebruik en/of de bestemming van ingevoerde produkten van de GN-codes 1515 90 59 en 1515 90 99

Publicatieblad Nr. L 258 van 16/10/1993 blz. 0015 - 0016
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 53 blz. 0032
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 53 blz. 0032


VERORDENING (EEG) Nr. 2828/93 VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 1993 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen voor de controle op het gebruik en/of de bestemming van ingevoerde produkten van de GN-codes 1515 90 59 en 1515 90 99

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2046/92 (2), en met name op artikel 16, lid 6,

Overwegende dat in de bijlage van Verordening nr. 136/66/EEG de benamingen en definities zijn vastgesteld van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven die worden verhandeld binnen elke Lid-Staat alsmede in het intracommunautaire handelsverkeer en het handelsverkeer met derde landen;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2568/91 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 620/93 (4), de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven alsmede de methoden voor de bepaling daarvan zijn vastgesteld;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (5), waarvan de bijlagen I en II zijn gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2505/92 van de Commissie (6), is bepaald dat voor de oliën die zijn ingedeeld onder de GN-codes 1515 90 59 en 1515 90 99, het invoerrecht van het gemeenschappelijk douanetarief 15 % van de douanewaarde bedraagt;

Overwegende dat de fysisch-chemische kenmerken van de oliën die onder de genoemde GN-codes vallen, van dien aard zijn dat deze oliën niet als olijfolie kunnen worden verhandeld; dat deze kenmerken evenwel door gewone menging met andere oliën kunnen worden gewijzigd; dat voor een correcte toepassing van het stelsel van invoerheffingen voor olijfolie derhalve maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat de onder de GN-codes 1515 90 59 en 1515 90 99 ingedeelde oliën kunnen worden onttrokken aan de toepassingen waarvoor zij moeten worden bestemd;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 3566/92 van de Commissie van 8 december 1992 betreffende het gebruik van documenten bij de toepassing van communautaire maatregelen die de controle op het gebruik en/of de bestemming van de goederen met zich brengen (7), voorziet in de nodige douane-instrumenten om toezicht uit te oefenen op het verkeer van in de Gemeenschap ingevoerde oliën en om te voorkomen dat aan dergelijke oliën een bestemming wordt gegeven die de landbouwregeling voor de betrokken sector niet toestaat; dat toepassing van die verordening op ingevoerde olie van de GN-codes 1515 90 59 en 1515 90 99 het thans bestaande risico kan helpen afwenden in afwachting dat de bijzondere regels voor de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief worden gewijzigd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Oliën van de GN-codes 1515 90 59 en 1515 90 99 mogen slechts in het vrije verkeer worden gebracht indien een controle-exemplaar T 5 is afgegeven overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3566/92.

Het douanekantoor waar de douaneformaliteiten voor het in het vrije verkeer brengen worden vervuld, geeft het controle-exemplaar T 5 af nadat een zekerheid is gesteld die overeenkomt met het verschil tussen het betaalde bedrag aan douanerechten en het bedrag van de minimumheffing die op de dag van aanvaarding van de aangifte ten invoer geldt voor olijfolie van GN-code 1509 10 10, verhoogd met het bedrag van de in artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2677/85 van de Commissie (8) bedoelde zekerheid die op dezelfde datum voor dit laatste produkt geldt.

Artikel 2

De Lid-Staten nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat:

- de controle op de bestemming en/of het gebruik van de olie plaatsvindt,

- de in het vrije verkeer gebrachte produkten niet met andere oliën en vetten worden opgeslagen.

Artikel 3

Voor de in het vrije verkeer gebrachte produkten worden de voorschriften inzake het gebruik en/of de bestemming geacht te zijn nageleefd wanneer deze produkten, behoudens overmacht, binnen een termijn van twaalf maanden:

- in ongewijzigde staat of na verwerking als andere olie dan olijfolie zijn verpakt in verpakkingen met een inhoud van ten hoogste 5 liter,

of

- zijn gebruikt in of verwerkt tot andere produkten dan olijfolie.

Het interventiebureau wordt ermee belast het gebruik en/of de bestemming van de betrokken produkten te controleren, tenzij de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat een andere controle-instantie aanwijzen.

De in artikel 1 bedoelde zekerheid wordt vrijgegeven tegen overlegging van het controle-exemplaar T 5 dat naar behoren is gecertificeerd door de instanties die controle hebben uitgeoefend op de werkzaamheden waarvoor het controle-exemplaar T 5 is afgegeven.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is ook van toepassing op de produkten die op de datum van haar inwerkingtreding in het vrije verkeer zijn gebracht, maar nog opgeslagen liggen in douane-entrepots.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 1993.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66.

(2) PB nr. L 215 van 30. 7. 1992, blz. 1.

(3) PB nr. L 248 van 5. 9. 1991, blz. 1.

(4) PB nr. L 66 van 18. 3. 1993, blz. 29.

(5) PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1.

(6) PB nr. L 267 van 14. 9. 1992, blz. 1.

(7) PB nr. L 362 van 11. 12. 1992, blz. 11.

(8) PB nr. L 254 van 25. 9. 1985, blz. 5.

Top