EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986R3528

Verordening (EEG) nr. 3528/86 van de Raad van 17 november 1986 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging

OJ L 326, 21.11.1986, p. 2–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 03 Volume 022 P. 59 - 61
Special edition in Swedish: Chapter 03 Volume 022 P. 59 - 61

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2002: This act has been changed. Current consolidated version: 17/05/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1986/3528/oj

31986R3528

Verordening (EEG) nr. 3528/86 van de Raad van 17 november 1986 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging

Publicatieblad Nr. L 326 van 21/11/1986 blz. 0002 - 0004
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 22 blz. 0059
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 22 blz. 0059


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3528/86 VAN DE RAAD

van 17 november 1986

betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat het bos van essentiële betekenis is voor de handhaving van het fundamenteel evenwicht, met name voor de bodem, de hydrologische situatie, het klimaat, de fauna en de flora; dat het bos derhalve een bijdrage levert aan de ontwikkeling van de landbouw, waarvan de produktieomstandigheden en in sommige gevallen het bestaan in sterke mate afhankelijk zijn van de nabije aanwezigheid van bos en de goede conditie daarvan;

Overwegende dat de luchtverontreiniging door de directe en indirecte schadelijke gevolgen ervan zowel voor de plantengroei als voor de bodem van de bossen bijdraagt tot het wegkwijnen en zelfs het afsterven van de bosbomen en dat de schade aan de bossen in de Gemeenschap op alarmerende wijze toeneemt;

Overwegende dat derhalve de bescherming van de bossen tegen die schade in de Gemeenschap van bijzonder groot belang is en een zeer spoedeisend karakter draagt en dat de Gemeenschap een bijdrage moet leveren om die bescherming te verbeteren;

Overwegende dat het eerste doel van de communautaire actie op dit gebied moet zijn om op de grondslag van een passend net van waarnemingspunten periodiek een uniforme inventaris op te maken van de aan de bossen toegebrachte schade;

Overwegende dat met name op de grondslag van de aldus verzamelde gegevens op wetenschappelijke wijze periodiek balansen van de gezondheidstoestand van de bossen in relatie tot de luchtverontreiniging moeten worden opgemaakt om de omvang van de schade vast te stellen en om na te gaan hoe deze zich in de verschillende gebieden van de Gemeenschap ontwikkelt;

Overwegende dat de methoden om de aan de bossen toegebrachte schade waar te nemen en te meten alsmede de kennis van de luchtverontreiniging in de bossen en van de gevolgen daarvan voor de bossen moeten worden verbeterd; dat er methoden voor het behoud en het herstel van de beschadigde bossen moeten worden uitgewerkt; dat de Gemeenschap met het oog daarop de uitvoering van veldexperimenten en van model- en demonstratieprojecten moet bevorderen;

Overwegende dat de Commissie zorg moet dragen voor de cooerdinatie en begeleiding van de communautaire actie; dat zij met het oog daarop een beroep moet kunnen doen op onderzoekinstituten en wetenschappelijke adviseurs;

Overwegende dat om de tenuitvoerlegging van de overwogen maatregelen te bevorderen dient te worden voorzien in een procedure waarbij een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht;

Overwegende dat de getroffen maatregelen vóór het einde van een periode van vijf jaar opnieuw moeten worden bezien, met name in het licht van de opgedane ervaring en met inachtneming van de wijze waarop de waargenomen schade zich heeft ontwikkeld;

Overwegende dat de Gemeenschap een bijdrage moet leveren aan de financiering van de communautaire actie ter bescherming van de bossen tegen luchtverontreiniging;

Overwegende dat het, met name gelet op het vernieuwende karakter van sommige van de voorgenomen maatregelen, dienstig is om na een periode van twee jaar de financiële aspecten van deze verordening te bezien ten einde eventueel noodzakelijke aanpassingen van de begroting mogelijk te maken;

Overwegende dat het Verdrag niet in alle daartoe vereiste bevoegdheden voorziet,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Om de bossen in de Gemeenschap beter te beschermen en aldus met name bij te dragen tot handhaving van het produktiepotentieel van de landbouw wordt een communautaire actie gevoerd ter bescherming van de bossen tegen luchtverontreiniging, hierna »actie" genoemd.

Artikel 2

1. De actie heeft ten doel de Lid-Staten te helpen:

- om op de grondslag van een gemeenschappelijke methodiek een periodieke inventaris op te maken van de schade die met name door luchtverontreiniging aan de bossen wordt toegebracht;

- het net van waarnemingspunten dat voor het opmaken van deze inventaris nodig is, op een samenhangende, harmonische wijze aan te leggen of te vervolledigen.

2. De Lid-Staten doen de Commissie de gegevens toekomen die via het net van waarnemingspunten zijn verzameld.

3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, met name ten aanzien van het verzamelen, de aard en de vergelijkbaarheid van de gegevens van de inventaris, worden vastgesteld volgens de in artikel 7 omschreven procedure.

Artikel 3

1. Elke Lid-Staat maakt periodiek volgens een uniforme wetenschappelijke methode, met name op de grondslag van de gegevens van de in artikel 2 bedoelde inventaris, een balans op van de gezondheidstoestand van de bossen in relatie tot de luchtverontreiniging. De Lid-Staten zenden de balans toe aan de Commissie.

2. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de in artikel 7 omschreven procedure.

Artikel 4

1. De actie heeft ten doel de uitvoering te bevorderen van:

- veldexperimenten om de kennis over de luchtverontreiniging in de bossen en de gevolgen daarvan voor het bos, te vergroten en om methoden voor het behoud en het herstel van de beschadigde bossen uit te werken;

- model- en demonstratieprojecten ter verbetering van de methoden voor het waarnemen en meten van schade aan bossen.

2. De Lid-Staten leggen de Commissie jaarlijks vóór 1 november de krachtens deze verordening uit te voeren experimenten en projecten voor. Voor het eerste jaar worden deze experimenten en projecten voorgelegd binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze verordening.

3. De Lid-Staten verstrekken de Commissie:

a) een opgave van de betrokken gebieden,

b) een beschrijving van de bestaande situatie en de te bereiken doeleinden,

c) een raming van de kosten, eventueel met een opgave van het bestedingstempo.

4. De bepalingen en criteria voor de uitvoering van dit artikel worden vastgesteld volgens de in artikel 7 omschreven procedure.

Artikel 5

De Commissie zorgt voor cooerdinatie en begeleiding van de actie. Zij kan in het bijzonder een beroep doen op onderzoekinstituten en wetenschappelijke adviseurs.

Artikel 6

1. Er wordt een Comité voor de bosbescherming ingesteld, hierna »het Comité" te noemen.

2. Het Comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en van de Commissie. Elke Lid-Staat wordt in het Comité vertegenwoordigd door ten hoogste twee functionarissen.

Het Comité staat onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Commissie.

Artikel 7

1. In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure, leidt de voorzitter deze procedure bij het Comité in, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van het vraagstuk. Het spreekt zich uit met een meerderheid van vierenvijftig stemmen, waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig artikel 148, lid 2, van het Verdrag. De voorzitter neemt geen deel aan de stemming.

3. a) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité.

b) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of bij gebreke van een advies, doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Indien na verloop van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de datum van indiening van het voorstel bij de Raad, deze geen maatregelen heeft vastgesteld, stelt de Commissie de voorgestelde maatregelen vast en legt zij deze onmiddellijk ten uitvoer.

Artikel 8

In geval naar dit artikel wordt verwezen treedt het Comité op in de hoedanigheid van Raadgevend Comité.

Artikel 9

1. Het Comité wordt geraadpleegd in de zin van artikel 8:

- over de in artikel 3 genoemde periodieke balansen;

- over de in artikel 4 genoemde experimenten en projecten, voorafgaand aan elk besluit van de Commissie betreffende de financiering van die experimenten en projecten;

- over de voortgang van de in artikel 5 genoemde werkzaamheden ter cooerdinatie en begeleiding van de actie.

2. Het Comité kan in de zin van artikel 8 ieder ander vraagstuk bestuderen dat valt onder de werkingssfeeer van deze verordening en dat door de voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat aan de orde wordt gesteld.

Artikel 10

De voorzitter roept de vergaderingen van het Comité bijeen.

De Commissie neemt het secretariaat van het Comité waar.

Het Comité stelt zijn regelement van orde vast. Artikel 11

1. De actie heeft een looptijd van vijf jaar ingaande op 1 januari 1987.

2. De Gemeenschap draagt, overeenkomstig het bepaalde in deze verordening, bij in de kosten van de actie binnen het bedrag van de kredieten die daarvoor op de begroting van de Europese Gemeenschappen zijn uitgetrokken. Het bedrag van de kosten van de actie dat voor rekening van de Gemeenschap komt, wordt voor de beoogde duur van de actie geraamd op 10 miljoen Ecu.

3. Vóór 1 juli 1989 beziet de Raad aan de hand van de in artikel 15 bedoelde verslagen over 1987 en 1988 en op voorstel van de Commissie opnieuw de financiële aspecten van deze verordening.

4. Vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde periode wordt deze verordening, op voorstel van de Commissie, opnieuw door de Raad bezien.

Artikel 12

De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de maatregelen welke de actie met zich brengt, wordt als volgt vastgesteld:

1. periodieke inventaris en waarnemingsnet (artikel 2):

maximaal 30 % van de door de Commissie goedgekeurde uitgaven;

2. experimenten, model- en demonstratieprojecten (artikel 4):

maximaal 30 % van de door de Commissie goedgekeurde uitgaven.

Artikel 13

De Lid-Staten wijzen de diensten en instellingen aan die bevoegd zijn de krachtens deze verordening genomen maatregelen uit te voeren, alsmede de diensten en instellingen waaraan de Commissiediensten de bedragen die overeenkomen met de financiële bijdrage van de Gemeenschap, vergoeden.

Artikel 14

De Lid-Staten treffen overeenkomstig de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen de nodige maatregelen om:

- de feitelijke uitvoering en de rechtmatigheid van de door de Gemeenschap gefinancierde maatregelen na te gaan,

- onregelmatigheden te voorkomen,

- de als gevolg van onregelmatigheid of onachtzaamheid verloren gegane bedragen terug te vorderen.

De Lid-Staten stellen alle nodige gegevens ter beschikking van de Commissie en nemen alle maatregelen om de controles, ook die ter plaatse, die de Commissie in het kader van het beheer van de communautaire financiële middelen dienstig mocht achten, te vergemakkelijken. De Lid-Staten stellen de Commissie van de daartoe getroffen maatregelen in kennis.

Artikel 15

De Commissie brengt het Europese Parlement en de Raad jaarlijks verslag uit over het door deze verordening bestreken terrein.

Artikel 16

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 november 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. JOPLING

(1) PB nr. C 187 van 13. 7. 1983, blz. 9.

(2) PB nr. C 172 van 2. 7. 1984, blz. 87.

(3) PB nr. C 358 van 31. 12. 1983, blz. 50.

Top