This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TN0584
Case T-584/14: Action brought on 29 July 2014 — Inditex v OHIM — Ansell (ZARA)
Zaak T-584/14: Beroep ingesteld op 29 juli 2014 — Inditex/BHIM — Ansell (ZARA)
Zaak T-584/14: Beroep ingesteld op 29 juli 2014 — Inditex/BHIM — Ansell (ZARA)
PB C 339 van 29.9.2014, p. 27–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
29.9.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/27 |
Beroep ingesteld op 29 juli 2014 — Inditex/BHIM — Ansell (ZARA)
(Zaak T-584/14)
2014/C 339/32
Taal van het verzoekschrift: Spaans
Partijen
Verzoekende partij: Industria de Diseño Textil, SA (Inditex) (Arteixo, Spanje) (vertegenwoordiger: C. Duch, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Zainab Ansell en Roger Ansell (Moshi, Tanzania)
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
|
— |
de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 19 mei 2014 in de zaak R 1118/2013-2 te vernietigen voor zover deze de vervallenverklaring wegens niet-gebruik van het gemeenschapsmerk „ZARA” nr. 1 12 755 bevestigt voor de volgende diensten van klasse 39: „transport, distributie (levering) van goederen, met name kledingstukken, schoenen en toebehoren, parfumeriëen en cosmetische middelen”, en voor zover deze oordeelt dat de kamer van beroep artikel 51, lid 1, sub a, van verordening nr. 207/2009 heeft geschonden door blijk te geven van: |
|
— |
een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de franchisenemers van Inditex deel uitmaken van de interne organisatie van de onderneming, terwijl het in werkelijkheid gaat om juridische entiteiten die losstaan van de Grupo Inditex; |
|
— |
een onjuiste bewijsbeoordeling door te oordelen dat verzoekster de met transport gerealiseerde omzet niet heeft bewezen voor het externe gebruik van het merk, terwijl dat bewijs in de procedure werd aangebracht; |
|
— |
het BHIM en, in voorkomend geval interveniënte, te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan vervallenverklaring is gevorderd: woordmerk „ZARA” voor diensten van de klassen 39 en 42 — gemeenschapsmerk nr. 1 12 755
Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster
Partij die vervallenverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: Zainab Ansell en Roger Ansell
Beslissing van de nietigheidsafdeling: toewijzing van de vordering tot vervallenverklaring
Beslissing van de kamer van beroep: afwijzing van het beroep
Aangevoerde middelen: schending van artikel 51, lid 1, sub a, van verordening nr. 207/2009