Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.
Dokuments 62010CA0318
Case C-318/10: Judgment of the Court (First Chamber) of 5 July 2012 (reference for a preliminary ruling from the Cour de cassation — Belgium) — Société d’investissement pour l’agriculture tropicale SA (SIAT) v État belge (Freedom to provide services — Tax legislation — Deduction as business expenses of expenses incurred as payment for the provision of services — Expenses incurred in relation to a service provider established in another Member State in which that provider is not subject to tax on income or is subject there to a tax regime which is appreciably more advantageous — Deductibility conditional upon the provision of proof of the genuine and proper nature of the services and the normal nature of the related payments — Obstacle — Justification — Combating tax evasion and avoidance — Effectiveness of fiscal supervision — Balanced allocation between Member States of the power to impose taxes — Proportionality)
Zaak C-318/10: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 5 juli 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie — België) — Société d’investissement pour l’agriculture tropicale SA (SIAT)/Belgische Staat (Vrijheid van dienstverrichting — Belastingwetgeving — Aftrek als beroepskosten van uitgaven voor bezoldiging van diensten — Uitgaven jegens in andere lidstaat gevestigde dienstverrichter die aldaar niet aan inkomstenbelasting is onderworpen of aan aanzienlijk gunstigere belastingregeling is onderworpen — Aftrekbaarheid afhankelijk van verplichting bewijs te leveren van echtheid en oprechtheid van prestatie en van normaal karakter van betrokken vergoeding — Belemmering — Rechtvaardiging — Bestrijding van belastingfraude en -ontwijking — Doeltreffendheid van fiscale controles — Evenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheid tussen lidstaten — Evenredigheid)
Zaak C-318/10: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 5 juli 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie — België) — Société d’investissement pour l’agriculture tropicale SA (SIAT)/Belgische Staat (Vrijheid van dienstverrichting — Belastingwetgeving — Aftrek als beroepskosten van uitgaven voor bezoldiging van diensten — Uitgaven jegens in andere lidstaat gevestigde dienstverrichter die aldaar niet aan inkomstenbelasting is onderworpen of aan aanzienlijk gunstigere belastingregeling is onderworpen — Aftrekbaarheid afhankelijk van verplichting bewijs te leveren van echtheid en oprechtheid van prestatie en van normaal karakter van betrokken vergoeding — Belemmering — Rechtvaardiging — Bestrijding van belastingfraude en -ontwijking — Doeltreffendheid van fiscale controles — Evenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheid tussen lidstaten — Evenredigheid)
PB C 287 van 22.9.2012., 2.–3. lpp.
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
22.9.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 287/2 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 5 juli 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie — België) — Société d’investissement pour l’agriculture tropicale SA (SIAT)/Belgische Staat
(Zaak C-318/10) (1)
(Vrijheid van dienstverrichting - Belastingwetgeving - Aftrek als beroepskosten van uitgaven voor bezoldiging van diensten - Uitgaven jegens in andere lidstaat gevestigde dienstverrichter die aldaar niet aan inkomstenbelasting is onderworpen of aan aanzienlijk gunstigere belastingregeling is onderworpen - Aftrekbaarheid afhankelijk van verplichting bewijs te leveren van echtheid en oprechtheid van prestatie en van normaal karakter van betrokken vergoeding - Belemmering - Rechtvaardiging - Bestrijding van belastingfraude en -ontwijking - Doeltreffendheid van fiscale controles - Evenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheid tussen lidstaten - Evenredigheid)
2012/C 287/03
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Hof van Cassatie
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Société d’investissement pour l’agriculture tropicale SA (SIAT)
Verwerende partij: Belgische Staat
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hof van Cassatie — Uitlegging van artikel 49 EG — Belastingwetgeving die de aftrek van door een ingezeten belastingplichtige gemaakte beroepskosten toestaat, maar deze aftrek niet toestaat wanneer de belastingplichtige in een andere lidstaat verblijft of is gevestigd waar hij niet aan inkomstenbelasting is onderworpen of aldaar aan een aanzienlijk gunstigere belastingregeling is onderworpen — Belemmering voor het vrij verrichten van diensten
Dictum
Artikel 49 EG moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een regeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, krachtens welke vergoedingen voor prestaties of diensten die door een ingezeten belastingplichtige worden betaald aan een niet-ingezeten vennootschap, niet als aftrekbare beroepskosten worden aangemerkt wanneer deze vennootschap in de lidstaat waar zij is gevestigd niet aan inkomstenbelasting is onderworpen of voor de betrokken inkomsten aan een aanzienlijk gunstigere belastingregeling is onderworpen dan die waaraan die inkomsten in de eerste lidstaat zijn onderworpen, tenzij de belastingplichtige bewijst dat deze vergoedingen verband houden met werkelijke en oprechte verrichtingen en mits zij de normale grenzen niet overschrijden, terwijl volgens de algemene regel deze vergoedingen als beroepskosten aftrekbaar zijn indien zij noodzakelijk zijn om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en de belastingplichtige de echtheid en het bedrag van deze vergoedingen aantoont.