Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015DC0090

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 177/2008 van 20 februari 2008 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad

    /* COM/2015/090 final */

    52015DC0090

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 177/2008 van 20 februari 2008 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad /* COM/2015/090 final */


    1. Inleiding

    Verordening (EG) nr. 177/2008[1] (hierna de "OR-verordening") stelt een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden vast. Op 25 maart 2008 is deze verordening in werking getreden en is Verordening (EEG) nr. 2186/93[2] (hierna de "ingetrokken OR-verordening") ingetrokken.

    De OR-verordening beoogt:

    · geharmoniseerde statistische ondernemingsregisters van hoge kwaliteit in de lidstaten;

    · betere statistieken over globalisering.

    Hiertoe verplicht de OR-verordening de lidstaten:

    · alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om de kwaliteit van hun ondernemingsregisters te waarborgen;

    · Eurostat gegevens te verstrekken over multinationale ondernemingengroepen en hun samenstellende eenheden.

    Door de verbetering van de kwaliteit van de statistische ondernemingsregisters moeten de kosten voor het opstellen van bedrijfsstatistieken uiteindelijk dalen en de administratieve lasten voor de respondenten verminderen. Om het kwaliteits- en harmonisatieniveau te halen dat nodig is om de beoogde voordelen te bereiken, zal de uitvoering van de OR-verordening op korte en middellange termijn evenwel enige aanloopkosten voor de nationale bureaus voor de statistiek en een bescheiden stijging van de administratieve lasten veroorzaken.

    Uit hoofde van artikel 6 van de OR-verordening legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de tenuitvoerlegging van die verordening, "waarin speciaal aandacht wordt besteed aan de kosten van het statistisch systeem, de lasten voor het bedrijfsleven en de baten".

    In dit verslag worden de belangrijkste aspecten van de uitvoering van de OR-verordening onderzocht met betrekking tot de maatregelen die door de Commissie (Eurostat) zijn genomen en de invloed van de OR-verordening op:

    · de kosten voor de nationale bureaus voor de statistiek en Eurostat (het statistisch systeem);

    · de administratieve lasten voor de respondenten;

    · de voordelen wat betreft de kwaliteit van de statistische ondernemingsregisters en de verbeterde statistische meting van het fenomeen globalisering.

    De timing van het verslag is afgestemd op de lopende voorbereiding van een omvattende en gestroomlijnde kaderverordening voor de integratie van bedrijfsstatistieken en de daaruit voortvloeiende plannen tot intrekking van verscheidene verordeningen, waaronder de OR-verordening.

    2. De OR-verordening in een notendop

    Alle lidstaten van de Europese Unie (EU) handhaven ondernemingsregisters voor statistische doeleinden. De OR-verordening stelt een gemeenschappelijk kader voor deze registers vast door het bepalen van een geharmoniseerde benadering van, onder andere: de definitie van de eenheden, het waarnemingsgebied, de bijwerkingsprocedures, de kenmerken en de kwaliteit van de ondernemingsregisters.

    Bij de analyse van dit thema moet rekening worden gehouden met de volgende aspecten:

    · ondernemingsregisters zijn een cruciaal hulpmiddel voor een behoorlijke planning, uitvoering en coördinatie van statistische enquêtes omdat een up-to-date kader voor bedrijfsenquêtes noodzakelijk is voor een doeltreffende selectie van de monsters;

    · de ontwikkeling en standaardisatie van de ondernemingsregisters is een waarborg voor de kwaliteit ervan en kan in belangrijke mate bijdragen tot de verbetering van de kwaliteit van de statistische output;

    · een gemeenschappelijk kader voor de harmonisatie van de nationale statistische ondernemingsregisters is een vereiste voor het verkrijgen van consistente en tussen verschillende landen en diverse statistische gebieden vergelijkbare officiële bedrijfs- en economische statistieken;

    · de standaardisatie en het gebruik van de ondernemingsregisters is een essentiële voorwaarde voor gegevensintegratie.

    In vergelijking met de ingetrokken OR-verordening gaat de OR-verordening een stap verder in het consolideren van een gemeenschappelijk kader voor de harmonisatie van de nationale registers. Zij breidt de vereisten bovendien uit met bijkomende variabelen, met name op het gebied van ondernemingengroepen, zodat de oprichting van de interne markt, de voortschrijdende globalisering van de economie en de toenemende integratie van activiteiten in verschillende sectoren erin worden weerspiegeld.

    De OR-verordening heeft de oprichting van het EuroGroups Register (EGR) mogelijk gemaakt. Dit is een nuttig statistisch instrument om informatie te verstrekken over alle zeggenschapsverhoudingen binnen multinationale ondernemingengroepen.

    Het EGR-proces bestaat uit een complexe stroom van verschillende gegevensreeksen tussen Eurostat en de lidstaten, waarbij ook de nationale bureaus voor de statistiek, de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank betrokken zijn.

    Bovendien voegt de OR-verordening bepalingen toe met betrekking tot de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens over multinationale ondernemingengroepen en hun samenstellende eenheden tussen de Commissie (Eurostat) en de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten, en tussen de Commissie (Eurostat) en centrale banken.

    De OR-verordening verruimt het waarnemingsgebied van de ondernemingsregisters om in de grootst mogelijke mate alle ondernemingen die actief zijn in de nationale economie te omvatten. Daarom voert de OR-verordening de verplichte vermelding in de ondernemingsregisters van de volgende secties van de NACE Rev. 2 in:

    · A – Landbouw, bosbouw en visserij

    · O – Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen

    De definitie van statistische eenheden in de OR-verordening sluit aan bij Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden voor waarneming en analyse van het productiestelsel in de Gemeenschap[3] (hierna: de "verordening statistische eenheden"). De OR-verordening bevat een opsomming van de statistische eenheden die moeten worden geregistreerd in de ondernemingsregisters: juridische eenheid, lokale eenheid, ondernemingen, ondernemingengroep. De definities van de verordening statistische eenheden worden niet in alle lidstaten correct geïnterpreteerd. Eurostat en de nationale bureaus voor de statistiek blijven samenwerken met het oog op een geharmoniseerde uitvoering van de statistische eenheden.

    3. Maatregelen om de uitvoering te vergemakkelijken

    Om de uitvoering van de OR-verordening te verzekeren is een reeks maatregelen uitgewerkt om de lidstaten bij dit proces te ondersteunen.

    Verordeningen ter ondersteuning van de uitvoering

    Twee verordeningen van de Commissie zijn vastgesteld om bij te dragen tot de uitvoering van de OR-verordening:

    (1) Verordening (EG) nr. 192/2009 van de Commissie van 11 maart 2009 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden, wat de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en de lidstaten betreft[4]: hierin worden het formaat, de beveiligings- en vertrouwelijkheidsmaatregelen alsook de procedure voor de toezending van de gegevens over de afzonderlijke eenheden aan de Commissie (Eurostat) en gegevens over multinationale ondernemingengroepen aan de bevoegde nationale instanties, vastgesteld.  De gegevens worden langs elektronische weg ingediend en de Commissie (Eurostat) zal de gegevens uploaden via het centrale punt voor gegevenstoezending. De Commissie (Eurostat) en de bevoegde nationale instanties behandelen de gegevens vertrouwelijk, volgens de instructies van de nationale autoriteiten, in een beveiligde en gecontroleerde ruimte met beperkte toegang.

    (2) Verordening (EG) nr. 1097/2010 van de Commissie van 26 november 2010 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden, wat de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en de centrale banken betreft[5]: hierin worden het formaat, de beveiligings- en vertrouwelijkheidsmaatregelen en de procedure voor de toezending van de gegevens, uitsluitend voor statistische doeleinden, tussen de Commissie (Eurostat) en de nationale centrale banken, en tussen de Commissie en de Europese Centrale Bank vastgesteld. De uitwisseling van gegevens moet uitdrukkelijk worden toegestaan door de bevoegde nationale instantie.

    Afwijkingen

    Artikel 14 van de OR-verordening bepaalt dat, wanneer een ingrijpende aanpassing van de ondernemingsregisters vereist is, de Commissie op verzoek van een lidstaat een afwijking kan toestaan voor een overgangsperiode tot uiterlijk 25 maart 2010. Voor landbouw, bosbouw en visserij, openbaar bestuur en defensie en verplichte sociale zekerheid, alsmede voor de aanvullende kenmerken van ondernemingengroepen, kan de Commissie op verzoek van een lidstaat een afwijking voor een overgangsperiode tot uiterlijk 25 maart 2013 toestaan. In totaal zijn er afwijkingen toegestaan aan 15 lidstaten waarvan de verzoeken gerechtvaardigd waren en gebaseerd waren op een legitieme behoefte. Deze extra tijd heeft de lidstaten in staat gesteld hun nationale statistische systemen verder aan te passen en in overeenstemming te brengen met de OR-verordening.

    Handleiding met OR-aanbevelingen

    Overeenkomstig artikel 7 van de OR-verordening geeft de Commissie een handleiding met aanbevelingen voor ondernemingsregisters uit om de redenering achter de bepalingen in de OR-verordening toe te lichten met het oog op een juiste en consistente interpretatie in alle lidstaten. Daartoe is de bestaande handleiding met OR-aanbevelingen in nauwe samenwerking tussen Eurostat en de lidstaten bijgewerkt. De nieuwe versie is op 1 maart 2010 uitgegeven. Deze omvat:

    i) de grondbeginselen: doel, eenheden, inhoud en toegang (hoofdstukken 1-10);

    ii) de demografie van de eenheden: veranderingen en continuïteit (hoofdstukken 11-16, 21-22);

    iii) de inhoud: bijwerking en ontwikkeling (hoofdstukken 17-20);

    iv) richtsnoeren voor specifieke gebieden (hoofdstukken 23-24);

    v) specificaties voor de uitwisseling van gegevens tussen Eurostat en de lidstaten;

    vi) verklarende woordenlijst voor ondernemingsregisters.

    De nieuwe versie van de handleiding met OR-aanbevelingen is een middel om betere oplossingen te vinden voor de juiste en consistente interpretatie van de verordening door het vaststellen en aanbevelen van goede praktijken.

    Financiële steun aan de lidstaten

    Om de uitvoering van de OR-verordening te vergemakkelijken, heeft Eurostat de lidstaten ondersteund met subsidies voor de ontwikkeling van hun nationale systemen.

    Opleidingen voor de lidstaten

    De door Eurostat georganiseerde opleidingsprogramma’s over statistische ondernemingsregisters zijn een ander middel ter ondersteuning van de lidstaten bij de uitvoering.

    4. Evaluatie van de uitvoering van de OR-verordening

    De voornaamste bron van informatie over de uitvoering van de OR-verordening is het jaarlijkse onderzoek dat Eurostat verricht in 30 landen (de lidstaten en twee EVA-landen – CH en NO). Over het algemeen gaat het jaarlijkse onderzoek hoofdzakelijk over de kwalitatieve aspecten van de uitvoering, met name op de volgende gebieden:

    · de bronnen die zijn gebruikt voor het bijwerken van de ondernemingsregisters;

    · de types geregistreerde eenheden (met name de juridische eenheid, de onderneming, de lokale eenheid en de ondernemingengroep);

    · het aantal geregistreerde eenheden;

    · het waarnemingsgebied met betrekking tot NACE Rev. 2;

    · de registratie van "kenmerken" (in de ondernemingsregisters gebruikte variabelen vermeld in de bijlage van de OR-verordening).

    Er werd rekening mee gehouden dat de belangrijke kwaliteitsverbeteringen, de voornaamste doelstelling van de OR-verordening, de kosten voor de nationale bureaus voor de statistiek en de administratieve lasten voor de respondenten zouden verhogen. Gezien de verschillende ontwikkelingsstadia waarin de nationale ondernemingsregisters zich bevinden, werd verwacht dat deze erg zouden verschillen van land tot land.

    In 2013 werden extra ad-hocvragen over de kosten voor het statistisch systeem en de lasten voor het bedrijfsleven met betrekking tot de uitvoering van de OR-verordening aan de vragenlijst toegevoegd.

    Tenzij anders vermeld, is de inhoud van de volgende delen het resultaat van de jaarlijkse onderzoeken (de antwoorden van de twee EVA-landen zijn hier ook in opgenomen) en van bepaalde administratieve gegevens over subsidies die door Eurostat aan de lidstaten zijn toegekend.

    4.1. Kosten voor het statistisch systeem

    4.1.1. Kosten gemaakt door de nationale bureaus voor de statistiek van de responderende landen

    De kosten voor het Europees statistisch systeem om de ondernemingsregisters gedurende één jaar te exploiteren, en de extra kosten als gevolg van de wijzigingen aan de OR-verordening kunnen slechts bij benadering worden geraamd. De meeste landen hebben slechts gedeeltelijke informatie verstrekt of waren helemaal niet in staat cijfers te verstrekken.

    Dit komt onder meer door het feit dat de harmonisatie van de statistische ondernemingsregisters een lang en geleidelijk proces is dat begonnen is met de ingetrokken OR-verordening en nog steeds aan de gang is.

    Voor veel landen (18) was het niet mogelijk de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de OR-verordening nauwkeurig te scheiden van een groter geheel van algemene kosten (bv. algemene hertekening van het IT-systeem, gedeelde medewerkers voor meerdere domeinen enz.). Enkele landen hadden op eigen initiatief veranderingen doorgevoerd in hun nationale ondernemingsregisters en voldeden op het ogenblik van inwerkingtreding al aan de OR-verordening.

    Volgens de nationale bureaus voor de statistiek hebben de grootste uitgaven betrekking op IT-ontwikkelingen die nodig zijn om te voldoen aan de OR-verordening en bijkomende personeelskosten.

    Op kwalitatief vlak waren duidelijkere aanwijzingen beschikbaar. Alle 30 landen hebben geantwoord en uit het algemeen resultaat is gebleken dat in circa 75 % van de gevallen de kosten van de uitvoering van de OR-verordening werden geraamd op nihil, verwaarloosbaar of beperkt en dat in slechts ongeveer een kwart van de gevallen de kosten als aanzienlijk werden omschreven. Enkele lidstaten hebben aangegeven dat de uitvoering van de OR-verordening geen extra kosten heeft veroorzaakt omdat zij vóór de uitvoering al aan de eisen voldeden.

    Tabel 1: kosten geraamd door de nationale bureaus voor de statistiek

    Kostenraming || Aantal landen || Percentage van behandelde juridische eenheden (onderzoek 2013)

    Nihil of verwaarloosbaar || 16 || 54,0 %

    Beperkt || 7 || 18,8 %

    Aanzienlijk || 7 || 27,2 %

    De meeste landen vinden dat de uitvoering van de OR-verordening de kosten voor het starten van onderzoeken (28 van 30 landen) of de tijd nodig voor het uitvoeren ervan (29 landen) niet heeft verminderd.

    4.1.2. Financiële steun van Eurostat

    Rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsstadia waarin de statistische ondernemingsregisters van de lidstaten zich bevinden en de kosten die gepaard gaan met de uitvoering van de OR-verordening, heeft de Commissie middelen vrijgemaakt ter ondersteuning van de lidstaten. Deze moeten in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de totale kosten van het statistisch systeem.

    Bij de meeste projecten ging het om het oprichten of herzien van het ondernemingsregister en/of de verbetering van het waarnemingsgebied ervan.

    De subsidies voor de periode 2008–2013 waren voornamelijk bedoeld voor de ontwikkeling van de nationale ondernemingsregisters, met name om hun communicatie met het EGR te verbeteren. De algemene doelstellingen van deze subsidies waren als volgt:

    · ontwikkelen en testen van een systeem voor het afstemmen van de EGR-gegevens met de nationale ondernemingsregisters;

    · vaststellen van nationale preferentie- en prioriteitsregels voor het EGR;

    · interactie tussen het centrale EGR en de nationale statistische ondernemingsregisters;

    · ontwikkelen en toepassen van methoden en instrumenten voor het EGR op nationaal niveau.

    Totale subsidies toegekend aan de lidstaten[6]:

    Jaar || Bedrag (EUR) || Belangrijkste gebied van ondersteuning

    2008 || 352 850 || Kwaliteit, systeemontwikkeling (bron en processen)

    2009 || 370 793 || Kwaliteit, systeemontwikkeling (processen)

    2010 || 440 579 || Systeemontwikkeling (processen)

    2011 || 354 765 || Waarnemingsgebied, systeemontwikkeling (bron en processen)

    2012 || 66 937 || Systeemontwikkeling (processen)

    2013 || 606 366 || Systeemontwikkeling (bron en processen)

    Totaalbedrag || 2 192 290

    De bovengenoemde bedragen hebben bijgedragen tot het verbeteren van de capaciteit van de nationale ondernemingsregisters om betere informatie over multinationale ondernemingengroepen aan het EGR te verstrekken.

    De lidstaten hebben ook steun ontvangen voor de invoering van een efficiëntere methode om de reeds in de economie voorhanden zijnde gegevens te gebruiken door het proces van gegevensverzameling te vereenvoudigen. Zo kan een dubbele last voor het bedrijfsleven worden vermeden en de kwaliteit van statistische informatie worden verbeterd. Dit is gebeurd door: het verzamelen van onlinegegevens, automatische integratie van gegevens uit verschillende registers, automatische uitvoer van de statistische gegevens uit de boekhouding van de ondernemingen naar elektronische vragenlijsten enz.

    4.2. Lasten voor het bedrijfsleven

    De verwachte initiële verhoging van de lasten voor het bedrijfsleven bleek aanzienlijk te verschillen van land tot land en erg moeilijk te meten. De belangrijkste en meest bemoedigende conclusie was dat de lasten in geen enkel geval grote problemen bij de respondenten hebben veroorzaakt.

    Van de nationale bureaus voor de statistiek die geantwoord hebben, kon de overgrote meerderheid alleen kwalitatieve beoordelingen geven.

    Voor ongeveer 70 % van de juridische eenheden waarop het onderzoek betrekking had, hebben de nationale bureaus voor de statistiek aangegeven dat er geen toename van de lasten voor het bedrijfsleven was. In twee landen had de OR-verordening zelfs een vermindering van de lasten tot gevolg.

    Voor ongeveer 30 % van de juridische eenheden waren de nationale bureaus voor de statistiek van mening dat de uitvoering van de OR-verordening de lasten voor het bedrijfsleven in beperkte mate heeft verhoogd.

    Er waren landen waar de lasten tijdens de eerste jaren van de uitvoering van de verordening waren gestegen omdat meer sectoren moesten worden onderzocht en extra variabelen op het niveau van de ondernemingengroep moesten worden toegevoegd.

    Tabel 2: beoordeling door de nationale bureaus voor de statistiek van de veranderde lasten:

    Algemene beoordeling door de nationale bureaus voor de statistiek van de verandering van de lasten voor het bedrijfsleven: || Verandering van de lasten voor het bedrijfsleven || Aantal landen || Percentage van behandelde juridische eenheden

    - (lasten verlaagd) || 2 || 5,7 %

    0 (geen verandering) || 18 || 63,5 %

    + (lasten beperkt verhoogd) || 10 || 30,7 %

    ++ (lasten aanzienlijk verhoogd) || 0 || -

    In bijna alle landen (29) had de OR-verordening geen invloed op het aantal enquêtes onder ondernemingen of op de vereenvoudiging van de bestaande enquêtes. 23 landen hebben aangegeven dat er geen aanvullende vragen moesten worden opgenomen in de bestaande enquêtes.

    4.3. Voordelen van de OR-verordening (op nationaal en ESS-niveau)

    De uitvoering van de OR-verordening is bevorderlijk gebleken voor de kwaliteit van de statistische ondernemingsregisters en betekent een grote stap voorwaarts naar de statistische meting van de globalisering.

    De belangrijkste voordelen op nationaal niveau kunnen volgens de nationale bureaus voor de statistiek als volgt worden samengevat:

    · verhoogde nauwkeurigheid van de gegevens op specifieke statistische gebieden (9 landen)

    · coördinatie tussen de verschillende statistische gebieden (13 landen)

    · een vollediger beeld op overheidsbedrijven (7 landen)

    · input voor het register van nationale ondernemingengroepen (19 landen)

    · harmonisatie op het gebied van ondernemingengroepen (15 landen)

    · betere instrumenten voor analytische doeleinden (7 landen)

    · betere instrumenten voor gegevensverspreiding (2 landen)

    Bovendien resulteerde de uitvoering van de OR-verordening voor 15 landen in een efficiënter gebruik van administratieve bronnen, leidde het voor 7 landen tot een intensiever gebruik van commerciële bronnen en betekende het voor 13 landen de inzet van aanvullende administratieve middelen.

    Enkele landen benadrukten het feit dat het met de informatie over ondernemingengroepen mogelijk was handelsstatistieken op te stellen van buitenlandse filialen in het binnenland op basis van reeds beschikbare gegevens, zodat er geen enquête/aanvullende vragen noodzakelijk waren.

    Het meest relevante voordeel van de OR-verordening bevindt zich op het niveau van het Europees statistisch systeem als geheel. De ontwikkeling van het EGR is een cruciale stap in de uitwerking van nauwkeurige en vergelijkbare Europese bedrijfsstatistieken en de productie van statistieken over globalisering.

    Dankzij de OR-verordening en de toevoeging van informatie met betrekking tot de zeggenschap over juridische eenheden aan de ondernemingsregisters is de structuur van multinationale ondernemingengroepen die in de EU actief zijn en hun nationale onderdelen nu beschreven in de nationale ondernemingsregisters of in de EuroGroups Registers. Bovendien hebben de lidstaten procedures vastgesteld om samen te werken aan de verbetering van de kwaliteit van de gegevens.

    De verbetering van de samenhang en harmonisatie op het niveau van het Europees statistisch systeem had nog andere voordelen. Belangrijke ontwikkelingen op basis van de OR-verordening zijn onder meer werk aan een project voor de koppeling van microgegevens en gegevensopslag en de start van de Europese profilering van grote en complexe ondernemingengroepen.

    Aanvullende punten

    Bij de definitie van een onderneming (de statistische eenheid waar de meeste bedrijfsstatistieken naar verwijzen), hebben de meeste lidstaten alleen aandacht voor de juridische eenheid. Dit heeft een negatieve invloed op de relevantie, nauwkeurigheid en vergelijkbaarheid van de Europese bedrijfsstatistieken omdat dit een groeiende kloof tussen de economische realiteit en de statistische beschrijving ervan veroorzaakt (het aantal ondernemingen wordt bijvoorbeeld overschat).

    De OR-verordening heeft de aanzet gegeven tot een proces van samenwerking dat verder reikt dan de gebruikelijke interactie "Commissie (Eurostat) - lidstaten"; een sterke coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van communicatie, uitwisseling van ervaringen en werkmethoden was vereist. Bovendien werd het pad geëffend voor een efficiënter en ruimer gebruik van administratieve middelen en de exploitatie van aanvullende administratieve en commerciële bronnen.

    Een ander gevolg van de uitvoering van de OR-verordening is de uitgave van de "Handleiding met OR-aanbevelingen" als instrument voor de verbetering van de kwaliteit, consistentie en vergelijkbaarheid van de beginselen en de inhoud van de ondernemingsregisters in de lidstaten. De handleiding is in nauwe samenwerking met de lidstaten bijgewerkt.

    Verdere ontwikkelingen

    Binnen het Europees statistisch systeem wordt gewerkt aan het bevorderen van een consistente uitvoering van de verordening statistische eenheden in alle lidstaten. Dit omvat werkzaamheden om tot een gemeenschappelijke aanpak van de behandeling van multinationale ondernemingengroepen te komen.

    De OR-verordening vormt de basis voor een nauwkeuriger en beter vergelijkbaar systeem van statistische ondernemingsregisters dat bijdraagt tot een betere samenhang en kwaliteit van de verstrekte informatie. Deze werkzaamheden gaan door met de geplande kaderverordening voor de integratie van bedrijfsstatistieken waarin de sleutelfuncties van de ondernemingsregisters worden versterkt. Het is de bedoeling om de voorwaarden te scheppen die noodzakelijk zijn voor de horizontale en verticale integratie van statistische gegevens over bedrijven en zo de weg te banen voor de verlichting van de lasten voor het bedrijfsleven en de kosten voor de nationale bureaus voor de statistiek.

    5. Conclusies

    Het evenwicht tussen de voordelen enerzijds en de beperkte kosten voor het systeem en lasten voor het bedrijfsleven anderzijds, leidt tot een positieve algemene beoordeling van de uitvoering van de OR-verordening, ook al hebben de moeilijkheden met de toepassing van de definitie van de onderneming overeenkomstig de verordening statistische eenheden een weerslag op de uitvoering van de OR-verordening.

    [1]               Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad. PB L 61 van 5.3.2008, blz. 6.

    [2]               Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de communautaire coördinatie van de inrichting van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden. PB L 196 van 5.8.1993, blz. 1.

    [3]               PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1.

    [4]               PB L 67 van 12.3.2009, blz. 14.

    [5]               PB L 312 van 27.11.2010, blz. 1.

    [6]               In de bijlage bij dit verslag vindt u meer gedetailleerde informatie over de lidstaten die financiële steun van Eurostat hebben ontvangen en over de exacte bedragen die zijn betaald

    BIJLAGE

    Overzicht van de financiële steun aan de lidstaten 2008-2013

    Land || Jaar || Bedrag (in EUR) || Belangrijkste gebied van ondersteuning

    België || 2009 || 30 950 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2010 || 118 803 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2011 || 52 849 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 202 602 ||

    Bulgarije || 2008 || 6 379 || kwaliteit

    || 2009 || 7 142 || kwaliteit en systeemontwikkeling (processen)

    || 2011 || 42 244 || waarnemingsgebied en systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 55 765 ||

    Cyprus || 2008 || 6 166 || systeemontwikkeling (processen)

    Tsjechië || 2008 || 12 948 || kwaliteit en systeemontwikkeling (processen)

    Denemarken || 2008 || 14 962 || kwaliteit en systeemontwikkeling (bron en processen)

    || 2009 || 25 460 || kwaliteit en systeemontwikkeling (processen)

    || 2010 || 28 847 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2011 || 57 740 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 127 009 ||

    Estland || 2008 || 3 840 || kwaliteit en systeemontwikkeling (processen)

    Finland || 2008 || 25 542 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2009 || 38 118 || kwaliteit en systeemontwikkeling (processen)

    || 2010 || 36 470 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2011 || 43 164 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 143 295 ||

    Frankrijk || 2008 || 18 762 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2009 || 5 883 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2010 || 18 247 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2013 || 209 271 || systeemontwikkeling (bron en processen)

    || totaal || 252 163 ||

    Duitsland || 2008 || 101 182 || kwaliteit en systeemontwikkeling (bron en processen)

    || 2009 || 47 317 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2010 || 46 467 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2012 || 66 937 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2013 || 90 309 || systeemontwikkeling (bron en processen)

    || totaal || 352 212 ||

    Hongarije || 2009 || 18 794 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2011 || 49 298 || systeemontwikkeling (bron en processen)

    || totaal || 68 092 ||

    Ierland || 2009 || 12 996 || systeemontwikkeling (processen)

    Letland || 2008 || 5 941 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2009 || 6 962 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 12 903 ||

    Litouwen || 2008 || 2 686 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2009 || 8 843 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 11 529 ||

    Malta || 2008 || 3 134 || systeemontwikkeling (processen)

    Nederland || 2008 || 20 411 || kwaliteit en systeemontwikkeling (bron en processen)

    || 2009 || 43 283 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 63 695 ||

    Polen || 2008 || 14 366 || kwaliteit en systeemontwikkeling (processen)

    || 2010 || 24 126 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2013 || 25 070 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 63 561 ||

    Portugal || 2008 || 32 501 || kwaliteit en systeemontwikkeling (bron en processen)

    || 2009 || 36 724 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2010 || 102 814 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2013 || 69 861 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 241 900 ||

    Roemenië || 2008 || 8 723 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2009 || 6 062 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2011 || 33 491 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 48 276 ||

    Slowakije || 2008 || 7 687 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2009 || 20 712 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2013 || 151 242 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 179 641 ||

    Slovenië || 2011 || 59 511 || systeemontwikkeling (bron en processen)

    || 2013 || 22 017 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 81 528 ||

    Spanje || 2008 || 5 851 || kwaliteit en systeemontwikkeling (processen)

    || 2013 || 38 597 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 44 448 ||

    Zweden || 2008 || 25 179 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2009 || 45 311 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2010 || 64 805 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 135 295 ||

    Verenigd Koninkrijk || 2008 || 36 590 || kwaliteit en systeemontwikkeling (bron en processen)

    || 2009 || 16 235 || systeemontwikkeling (processen)

    || 2011 || 16 468 || systeemontwikkeling (processen)

    || totaal || 69 293 ||

    EU totaal || 2008 || 352 850 ||

    || 2009 || 370 793 ||

    || 2010 || 440 579 ||

    || 2011 || 354 765 ||

    || 2012 || 66 937 ||

    || 2013 || 606 366 ||

    || totaal || 2 192 290 ||

    Top