Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013AE7943

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met het oog op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale overeenkomst die op emissies van de internationale luchtvaart wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast (COM(2013) 722 final — 2013/0344 (COD))

PB C 177 van 11.6.2014, pp. 88–90 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 177/88


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met het oog op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale overeenkomst die op emissies van de internationale luchtvaart wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast

(COM(2013) 722 final — 2013/0344 (COD))

(2014/C 177/16)

Algemeen rapporteur: Jan SIMONS

Het Europees Parlement en de Raad hebben op respectievelijk 24 oktober 2013 en 18 november 2013 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 192, lid 1 en artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met het oog op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale overeenkomst die op emissies van de internationale luchtvaart wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast

(COM(2013) 722 final — 2013/0344 (COD)).

Op 12 november 2013 besloot het bureau van het Europees Economisch en Sociaal Comité de afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu te belasten met de voorbereiding van het advies ter zake.

Gezien de urgente aard van de werkzaamheden heeft het EESC tijdens zijn op 21 en 22 januari 2014 gehouden 495e zitting (vergadering van 22 januari) besloten de heer Simons als algemeen rapporteur aan te wijzen, en heeft het vervolgens met 173 stemmen vóór en 4 stemmen tegen, bij 7 onthoudingen, onderstaand advies uitgebracht.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Comité adviseert, vanwege de rechtszekerheid voor vliegtuigexploitanten en nationale autoriteiten, de voorstellen aan te nemen met betrekking tot het ook hanteren voor het jaar 2013 van het „stop the clock”-besluit en de deadline voor rapportage en inleveren van emissierechten over het jaar 2013 één jaar uit te stellen.

1.2

Ook zo zijn aan te nemen: het vrijstellen van kleine niet-commerciële vliegtuigexploitanten, die nauwelijks CO2 uitstoten alsmede kleine maatschappijen die niet onder die vrijstelling vallen de mogelijkheid te geven om gebruik te maken van versimpelde administratieve procedures.

1.3

Dat is evenwel niet het geval met de onderdelen van het voorstel die betrekking hebben op vluchten van en naar derde landen voor de periode 2014-2020. Het is in het belang van alle partijen om een luchtvaart- en/of handelsoorlog te voorkomen. Daarom moet eerst worden ingezet op onderhandelingen om tot een wereldwijde oplossing te komen.

1.4

Nu de vluchten tussen luchtvaartterreinen in de EER onder de EU-ETS-regeling voor de luchtvaart zullen blijven vallen, roept het Comité de EER-instellingen op:

om onverwijld tot de „Single European Sky” te komen om onnodige uitstoot door omleidingen en vertragingen door luchtverkeersbegeleidingen uit te bannen;

intensieve multilaterale en bilaterale besprekingen te voeren om in de wereld meer interregionale MBM-systemen dan alleen die van de EER voor 2016 te krijgen.

2.   Inleiding

2.1

De luchtvaart is, ofschoon relatief klein, één van de snelst groeiende bronnen van broeikasgasemissies: haar aandeel in de totale uitstoot bedraagt ongeveer 5 %, maar haar emissies zijn de afgelopen 20 jaar bijna verdubbeld. De luchtvaartsector beschikt daarbij slechts over beperkte technologische mogelijkheden om zijn emissies te reduceren, maar luchtvaartmaatschappijen wereldwijd kunnen en willen (1)  (2) ook met marktgebaseerde maatregelen (Market-Based Measures — MBM's) tot de emissiereductie bijdragen door hun snel toenemende emissies door middel van financiering van emissiereducties in andere sectoren, te compenseren.

2.2

Mede door toedoen van de EU, onder meer door opschorting — het zogenaamde „stop-the-clock”-besluit van begin 2013 — van Richtlijn 2008/101/EG (de luchtvaartregeling voor de handel in broeikasgasemissierechten) voor luchtvaartexploitanten waarvan de vliegtuigen de Europese Economische ruimte (EER) in- of uitvliegen, nam the International Civil Aviation Organization Assembly (ICAO) op 4 oktober 2013 het besluit om met behulp van de goedgekeurde routekaart in 2016 — wanneer de volgende driejaarlijkse vergadering van de ICAO is — een wereldwijd op de markt gebaseerd mechanisme voor de uitstoot van de internationale luchtvaart gereed te hebben en dit, als het wordt goedgekeurd, vanaf 2020 te gaan toepassen. Tot die tijd kunnen landen of groepen landen, zoals de EU, interimmaatregelen nemen, maar over het precieze hoe en wat kon geen compromis worden gevonden.

2.3

Deze ontwikkelingen zijn conform de eerdere adviezen (3) van het Comité: van „Om een systeem van verhandelbare emissierechten (EHS) wereldwijd van toepassing te maken, zou via de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) gewerkt moeten worden aan de invoering van dit systeem; als het tijdens de onderhandelingen opportuun is, zou als praktische eerste stap in die richting de invoering van een EHS voor het intra-Europese luchtverkeer een haalbare optie kunnen zijn” in 2006 via in 2007 „Door de luchtvaart in het Europese emissierechtenhandelssysteem (EHS) op te nemen wordt het systeem zelf mogelijk versterkt en kan het gaan dienen als hét model om de CO2-uitstoot op wereldwijd niveau aan te pakken” tot onlangs in 2013 „Het EESC is dan ook ingenomen met de voorgenomen opschorting van de toepassing van de EU-regeling inzake emissierechtenhandel op luchtvaartexploitanten waarvan de vliegtuigen de Europese Economische Ruimte (EER) in- of uitvliegen. Dit moratorium blijft van kracht totdat de globale onderhandelingen zijn afgerond”.

3.   Samenvatting van het Commissievoorstel

3.1

De Europese Commissie stelt voor om de geografische reikwijdte van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) voor de luchtvaart aan te passen voor de periode tot de invoering van een mondiaal handelssysteem, gegeven de uitkomst van de Assemblee van de VN-organisatie voor burgerluchtvaart (ICAO) die plaatsvond van 24 september tot 4 oktober 2013.

3.2

Het voorstel van de Commissie beoogt een verdere impuls te geven aan de ontwikkeling van een mondiaal systeem. In het voorstel wordt geen onderscheid gemaakt tussen maatschappijen op basis van nationaliteit.

3.3

Oorspronkelijk gold het EU ETS voor luchtvaart voor de volledige afstand van vluchten van en naar luchthavens binnen de EER, inclusief vluchten van en naar derde landen. Voor het jaar 2012 gold, als gevolg van besluit nr. 377/2013/EU (bekend als het „stop the clock”-besluit), het systeem tijdelijk alleen voor vluchten binnen de EER en niet voor vluchten van en naar derde landen.

3.4

De Commissie stelt voor deze reikwijdte ook te hanteren voor 2013. Daarnaast wordt voorgesteld de deadline voor luchtvaartmaatschappijen, met betrekking tot rapportage en inleveren van emissierechten over jaar 2013, één jaar uit te stellen.

3.5

De voorgestelde reikwijdte voor de jaren 2014 tot 2020 heeft — in aanvulling op bovengenoemde reikwijdte voor 2013 — ook betrekking op vluchten van en naar landen buiten de EER voor het deel van deze vluchten dat plaatsvindt boven het territorium van landen van de EER. Het voorstel beschrijft de wijze waarop dit in de praktijk tot uitvoering kan worden gebracht.

3.6

Drie andere gevolgen van dit voorstel zouden zijn:

vluchten tussen luchtvaartterreinen in de EER blijven onder de regeling vallen, net zoals dat het geval was bij de oorspronkelijke richtlijn en bij Besluit nr. 377/2013/EU;

vluchten naar en uit derde landen die geen industrielanden zijn en die verantwoordelijk zijn voor minder dan 1 % van de wereldwijde luchtvaartemissies, zouden zijn vrijgesteld. Dit zou op een niet-discriminerende manier routes naar ongeveer 80 landen uitsluiten;

vanaf 2014 worden voor vluchten naar en uit derde landen uitsluitend de emissies in aanmerking genomen die niet buiten de EER-landen worden uitgestoten. Er wordt een vereenvoudigde procedure voorgesteld om het passende percentage emissies vast te stellen van een specifieke vlucht die onder de ETS valt. Er wordt voorgesteld dat exploitanten tussen benaderingen van de MRV-methodologie (monitoring, rapportage en verificatie) kunnen kiezen om aan de regeling te voldoen.

3.7

Tot slot stelt de Commissie voor dat kleine niet-commerciële vliegtuigexploitanten, die zeer weinig CO2 uitstoten, worden vrijgesteld voor het EU ETS voor luchtvaart. Kleine maatschappijen die niet onder die vrijstelling vallen, wordt de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van versimpelde administratieve procedures.

4.   Algemene opmerkingen

4.1

Met het „stop the clock”-besluit geldt het EU ETS-systeem voor de luchtvaart tijdelijk alleen voor vluchten binnen de EER en niet voor vluchten van en naar derde landen. De Commissie stelt voor deze reikwijdte ook te hanteren voor het jaar 2013. Daarnaast wordt voorgesteld de deadline voor luchtvaartmaatschappijen, met betrekking tot rapportage en inleveren van emissierechten over het jaar 2013, één jaar uit te stellen. Het Comité vindt dit vanwege de rechtszekerheid voor vliegtuigexploitanten en nationale autoriteiten zeer verstandige voorstellen en adviseert derhalve ze aan te nemen.

4.2

Nu de vluchten tussen luchtvaartterreinen in de EER onder de EU ETS-regeling voor de luchtvaart zullen blijven vallen, roept het Comité de EU- en EER- instellingen op om onverwijld tot de „Single European Sky” te komen om verdere onnodige uitstoot door omleidingen en vertragingen door luchtverkeersbegeleidingen uit te bannen.

4.3

Het Comité is er zeer mee ingenomen dat kleine niet-commerciële vliegtuigexploitanten, die nauwelijks CO2 uitstoten, worden vrijgesteld en dat kleine maatschappijen die niet onder die vrijstelling vallen de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van versimpelde administratieve procedures.

4.4

Dat is evenwel niet het geval met de onderdelen van het voorstel die betrekking hebben op vluchten van en naar derde landen voor de periode 2014-2020. Het is in het belang van alle partijen om een luchtvaart- en/of handelsoorlog te voorkomen. Daarom moet eerst worden ingezet op onderhandelingen om tot een wereldwijde oplossing te komen.

4.4.1

Zelfs al uit de in de impact assessment vermelde gegevens over de in 2013 gevoerde beraadslagingen in ICAO-verband is af te leiden dat, gezien de verhoudingen en standpunten, zeer omzichtig moet worden gemanoeuvreerd om tenslotte in 2016 het beoogde wereldwijde resultaat te bereiken. Nog nooit is het doel zo dichtbij geweest, maar vertragingen zijn in het verleden geen uitzondering geweest en er is geen garantie op succes!

4.4.2

Dan nu al de derde landen letterlijk en figuurlijk aanzeggen — want dat is de unilaterale actie van de EU in feite indien dit onderdeel van het voorstel wordt aangenomen — dat hun luchtvaartmaatschappijen dienen te betalen zou een uitdaging inhouden. Dat zou alleen moeten overwogen na bilaterale en/of multilaterale onderhandelingen overeenkomstig artikel 16 a) van de ICAO-resolutie, om het risico van een wereldwijde luchtvaart- of handelsoorlog af te wenden.

4.4.3

Alhoewel juridisch de EER tot toepassing van de voorstellen is gerechtigd, is ook de US Administration gerechtigd om op grond van de Emissions Trading Scheme Prohibition Act („Thune Bill”) in Amerika geregistreerde luchtvaartmaatschappijen te verbieden zich met de EU ETS in te laten, om nog maar te zwijgen over de Chinese en Indiase reacties gezien hun weerstanden tegen de ICAO-resolutie van 4 oktober 2013. Het is vooralsnog echter niet nodig om de inhoud van het Commissievoorstel te wijzigen.

5.   Specifieke opmerkingen

5.1

Het heeft er alle schijn van dat in bijlage I — Glossary van de Impact Assessment (SWD(2013) 430 final, blz. 51 EN) de definities van extra-EEA flights en intra — EEA flights verwisseld zijn.

Brussel, 22 januari 2014.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Henri MALOSSE


(1)  EC/549/2004.

(2)  EC/1070/2009.

(3)  PB C 185, 8.8.2006, blz. 97; PB C 175, 27.7.2007, blz. 47; PB C 133, 9.5.2013, blz. 30-32.


Top