Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC0216(04)

    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    PB C 44 van 16.2.2012, p. 45–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.2.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 44/45


    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    2012/C 44/10

    Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

    ENIG DOCUMENT

    VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

    „FILDERKRAUT/FILDERSPITZKRAUT”

    EG-nummer: DE-PGI-0005-0822-09.09.2010

    BGA ( X ) BOB ( )

    1.   Naam:

    „Filderkraut/Filderspitzkraut”

    2.   Lidstaat of derde land:

    Duitsland

    3.   beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

    3.1.   Productcategorie:

    Categorie 1.6:

    Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

    3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

    De naam „Filderkraut” verwijst in de handel en in het algemene taalgebruik naar het op de Fildern (vruchtbare vlakte in de omgeving van Stuttgart) geteelde „Spitzkraut” (subvariëteit van de witte kool, met een puntvorm — een vastere variant van de spitskool) of naar de spitskool. In de omgangstaal wordt als synoniem voor de term „Filderkraut” ook de term „Filderspitzkraut” gebruikt. Het Filderkraut/Filderspitzkraut (Brassica oleracea var. capitata for. alba subv. Conica) is een zeldzaam geworden en zeer smaakvolle subvariëteit van de witte sluitkool met een karakteristieke „spits”. Het Filderkraut behoort tot de familie van de kruisbloemigen (Brassicaceae) en heeft minder en fijnere bladnerven dan de ronde kool.

    Het Spitzkraut vertoont naargelang van het landbouwbedrijf waar het Filderkraut/Filderspitzkraut wordt vermeerderd een andere vorm. Alle vormen hebben evenwel de markante spits aan de kop van de kool met elkaar gemeen. De vorm varieert van een ronde kool met een spits die er opgezet lijkt te zijn, tot een grote, zeer duidelijk spits toelopende kool. De vorm en derhalve ten dele ook de verschillen in kenmerken van de stronk en de kop van de kool, zijn afhankelijk van het desbetreffende landbouwbedrijf. Een koolkop kan een diameter tot 50 cm hebben en weegt vaak meer dan 8 kg.

    3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

    3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

    3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

    Om het door zijn oorsprong bepaalde uiterlijke aspect van het Filderkraut/Filderspitzkraut te waarborgen, moet de teelt van de subvariëteit van de witte kool Brassica oleracea var. capitata for. alba subv. Conica plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied.

    3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

    3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

    4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

    Ten zuiden van de stad Stuttgart (Baden-Württemberg) bevindt zich een hoogvlakte met een oppervlakte van 22 000 ha. Deze hoogvlakte heeft als naam „die Filder” en wordt in de omgangstaal ook de „Filderebene” genoemd. De zware, lemig-kleiïge lössbodems (de „Filderlehm”) zijn uitermate geschikt voor de teelt van verschillende koolsoorten. Uit geologisch en economisch oogpunt moet de Filderebene als een eenheid worden beschouwd. In het zuidoosten en het noordoosten wordt het gebied geografisch afgebakend door de glooiingen van het Neckardal, in het noorden door de steile hellingen van de Stuttgarter Kessel en het Nesenbachdal en in het westen en zuidwesten door de bergen van het Schönbuchwald.

    Het geografische gebied bestaat uit het grondgebied van de steden en gemeenten Aichtal, Denkendorf, Filderstadt, Köngen, Leinfelden-Echterdingen, Neuhausen auf den Fildern, Ostfildern en Wolfschlugen en van de volgende wijken van Stuttgart: Birkach, Degerloch, Möhringen, Plieningen, Sillenbuch en Vaihingen.

    5.   Verband:

    5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

    Filderkraut/Filderspitzkraut kan bogen op een eeuwenoude traditie en de kolenteelt op de Fildern gaat ver in de geschiedenis terug. Reeds 500 jaar geleden legden monniken van het klooster Denkendorf zich toe op de teelt van het Spitzkraut dat zich tot curiosum van de Filderebene zou ontwikkelen. De kolenteelt op de Fildern wordt voor het eerst in een document vermeld in 1501, namelijk in een magazijnboek van het klooster Salem (citaat uit het stadsarchief Leinfelden-Echterdingen, 1995: Das Filderkraut. Stadt Filderstadt und Leinfelden-Echterdingen). Over het Filderkraut/Filderspitzkraut werd voor het eerst schriftelijk bericht in 1772 door priester Bischoff uit Bernhausen, die het volgende over de kolenteelt op de Fildern schreef: „Das weisse Spitzkraut ist das einzige (Kraut), welches hier gepflanzt wird” (Het witte „Spitzkraut” is de enige (koolsoort) die hier wordt aangeplant) (citaat uit Bernhausen, Ortsgeschichte Bernhausen, blz. 200 — Grabinger, 1974).

    De unieke bodemstructuur van de Filderebene met de diepe Filderleemlaag — die bestaat uit een mengeling van löss, lössleem en verweerde leem van de aan de oppervlakte liggende Zwarte Jura Beta — alsook de gedegen verzorging met nutriënten, het constant hoge vochtgehalte en het bijzondere microklimaat zorgen voor uitstekende groeivoorwaarden voor het Filderkraut/Filderspitzkraut (http://www.leinfelden-echterdingen.de, Geschichte des Filderkrauts; Christine Metzger, Deutschland Spezialitätenküche, 1999, blz. 293). Reeds in een verhandeling uit 1924 wordt het verband aangetoond tussen de watervoorziening door de lössleemgronden en de oogstfysiologie van het Filderkraut/Filderspitzkraut (Frauendörfer, von Siegmund, 1924: Der Krautanbau auf den Fildern bei Stuttgart, Dissertation der Universität Hohenheim). Met name het Filderspitzkraut, een subvariëteit van de witte kool, zou van oudsher enkel op de Fildern geteeld worden omdat deze teelt in andere gebieden minder goed zou slagen (Steng, G. (1947): Das Filderkraut: Eine pflanzenbaul. u. pflanzenzüchter. Studie. Dissertation der Universität Hohenheim, blz. 3). De gronden op de Fildern worden gekenmerkt door een overwegend hoog productievermogen, een indrukwekkende filter- en buffercapaciteit en een voor het merendeel hoge retentiecapaciteit (Universität Stuttgart, ILPÖ/IER (2001): Naturraum Nr. 106 Folder. Naturraumsteckbrief. Materialien zum Landschaftsrahmenprogramm. Institut für Landschaftsplanung und Ökologie, Universität Stuttgart). De Filderhoogvlakten waar de wind vrij spel heeft en waar relatief weinig neerslag valt, kunnen bogen op een betrekkelijk uniform klimaat. Dankzij een gemiddelde jaartemperatuur van 8,5 °C (jan. – 0,5 °C; juli 17,5 °C; jaargemiddelde van de thermische amplitude: 18 °C) vertonen deze hoogvlakten veel gelijkenis met de Gäuplatten van het Neckarbecken. De Filder zijn derhalve, niettegenstaande ze wat hoger gelegen zijn, over het geheel genomen ietwat warmer dan de liasplaten van het middelste gedeelte van de Voor-Alpen waar advectie van koude lucht van de alpenhoogten in de winter een duidelijke daling van de gemiddelde temperatuur in januari (– 1,5 °C) tot gevolg heeft. Het natuurgebied „die Filder” heeft de kenmerken van een „Gartenstadtklimatop” — d.w.z. dat ze worden gekenmerkt door veel groen en een niet-dichte bebouwing — en deze kenmerken zijn van invloed op de natuurkundige processen in de luchtlaag dicht bij de bodem (Stadt Ostfildern (Hrsg.) (2008): Landschafts- und Umweltplan Ostfildern 2020. Ostfildern/Stuttgart. blz. 36 en volgende). Vergeleken met de omringende gebieden is hier sprake van vrij geringe opwarming overdag en van duidelijke afkoeling 's nachts. Het feit dat deze plek ver verwijderd is van de Alpen heeft ook gevolgen voor de neerslag die reeds jarenlang in doorsnee 650-700 mm bedraagt en gunstig uitpakt voor het belangrijkste gedeelte van de vegetatieperiode: in de maanden mei tot oktober valt ongeveer 65 % van de jaarlijkse neerslag (Institut für Landeskunde (1967): Die naturräumliche Einheiten auf Blatt 170 Stuttgart. Bearb. F. Huttenlocher und H. Dongus. Bundesanstalt für Landeskunde und Raumforschung, Bad Godesberg. blz. 23; LfU (1987): Methodik der Naturraumbewertung: dargestellt am Beispiel des Naturraums Filder. Landesanstalt für Umweltschutz Baden-Württemberg (LfU), Institut für Ökologie u. Naturschutz, Karlsruhe).

    5.2.   Specificiteit van het product:

    Het Filderkraut/Filderspitzkraut is een in de regio Stuttgart en daarbuiten bekende en gewaardeerde regionale specialiteit die haar befaamdheid in belangrijke mate dankt aan de nauwe band met het afgebakende oorsprongsgebied. Het klassieke, oorspronkelijke Filderkraut/Filderspitzkraut heeft een grote en zware koolkop die vaak meer dan 8 kg weegt en een diameter heeft die niet zelden tot 50 cm bedraagt. Vele landbouwbedrijven op de Fildern telen reeds generaties lang hun eigen Spitzkrautsoort en het zaad wordt als zogenaamde landsoort en huissoort door vele bedrijven op de Fildern in eigen regie vermeerderd (terra fusca Ingenieure 2003: Filderkraut — derzeitige Situation. Umfrage, Februar 2003. terra fusca Ingenieure, Stuttgart; Smolka, R.S. (2010): Bestandsanalyse und Erzeugererhebung zu den Perspektiven des Filderkrauts Brassica oleracea var. capitata for. alba subv. Conica. Hochschule für Wirtschaft und Umwelt Nürtingen-Geislingen). Filderkraut/Filderspitzkraut werd en wordt ook nu nog hoofdzakelijk gebruikt voor de bereiding van zuurkool. Deze wordt hoofdzakelijk geproduceerd door kleine zuurkoolproducenten, maar ook de traditie waarbij de eigen zuurkool volgens het oude familierecept wordt verduurzaamd, werd in enkele families nog in stand gehouden. De laatste jaren hebben de landbouwbedrijven op de Fildern — speciaal voor de groentemarkt — ook koolkoppen geteeld die niet meer zo groot en tevens lichter zijn zodat ze beter aan de door de markt gestelde eisen voldoen.

    Spitzkraut, witte kool (lat. Brassica oleracea var. capitata for. alba subv. Conica):

    Vorm

    :

    spits toelopende, haast kegelvormige kop

    Kleur

    :

    witachtig groen

    Blad

    :

    fijn generfd

    Stronk

    :

    kort en glad.

    Reeds in de 19e eeuw was Filderkraut/Filderspitzkraut tot ver buiten de regio bekend wegens zijn uitstekende smaak: „Es gibt verschiedene Varietäten und man unterscheidet bei uns das wohlschmeckende, sehr weiße, spitzköpfige Filderkraut […]” (Er zijn diverse variëteiten en bij ons treft men het smaakvolle, zeer witte Filderkraut met de spitse koolkop aan […]) (Martens von, K., 1864: Handbuch der Militärverpflegung im Frieden und Krieg. — Edt. 2 — Rioger'sche Verlagsbuchhandlung). Lengerke (von, A., 1841: Landwirtschaftliche Statistik der deutschen Bundesstaaten. — Band 2 — Westermann) stelt het als volgt: „Was das Filderkraut besonders geschätzt macht, ist seine Zartheit in den Blättern, seine weiße Farbe und überhaupt sein besserer Wohlgeschmack, worin es sich vor dem in anderen Gegenden gepflanzten auszeichnet”. (Wat maakt dat het Filderkraut zo gewaardeerd wordt, zijn de zachte bladeren, de witte kleur en sowieso de aangename smaak die deze kool onderscheidt van kool die in andere gebieden wordt geteeld). Het Filderkraut/Filderspitzkraut heeft tot op heden nog niets aan waardering ingeboet en heeft als symbool van de Filder standgehouden (Stadt Filderstadt, Stadt Leinfelden-Echterdingen, Geschichtswerkstatt Filderstadt 1995, blz. 5). Door fijnproevers wordt deze kool om haar smaak, zachtheid en fijne nerven zeer gewaardeerd (zie Christine Metzger, Deutschland Spezialitätenküche, 1999, blz. 293; Buroh, N., Schermer, B., 2007: Das Teubner Buch- deutsche Küche. — Westermann-Studios — Gräfe und Unzer, blz. 77; Gorys, E., 2001: Das neue Küchen Lexikon. Von Aachener Printen bis Zwischenrippenstück. — 7. Auflage – Deutscher Taschenbuch Verlag, blz. 547; Stitz, M. Swoboda, I., 2006: Kulinarisch Reisen Deutschland. — Mair Dumont Marco Polo, blz. 254).

    5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

    Het voor de bescherming als rechtvaardiging dienende verband tussen het Filderkraut/Filderspitzkraut en het geografische gebied waar deze kool zijn oorsprong heeft, vloeit voort uit de bijzondere faam die het product dankzij deze oorsprong geniet. De teelt van het Filderkraut/Filderspitzkraut kan bogen op een honderd jaar oude traditie. Dat heeft in het afgebakende geografische gebied, samen met het feit dat het hier een inheemse soort betreft die traditioneel op kleine landbouwbedrijven wordt geteeld, gevolgen voor de kwaliteit van dit product. Zo worden in een verhandeling uit het jaar 1924 de bijzondere natuurlijke omstandigheden voor de teelt van kool op de Fildern gedocumenteerd. (Der Krautanbau auf den Fildern bei Stuttgart. Dissertation der Universität Hohenheim). De traditionele verbondenheid van de landbouwers op de Fildern komt ook tot uiting in het feit dat het zaaigoed voor Filderkraut/Filderspitzkraut vaak nog als zogenaamde landsoort of huissoort door de desbetreffende landbouwbedrijven in eigen regie wordt geteeld. Deze omstandigheden in het afgebakende geografische gebied hebben hun steentje bijgedragen aan het ontstaan van de eeuwenlange traditie van de teelt van Filderkraut/Filderspitzkraut met zijn typische vorm en zijn bijzondere kenmerken dat dankzij zijn smaak, zachtheid en fijne nerven nog op veel waardering kan bogen en bij de consument als regionale specialiteit bekend en tevens hoog in aanzien staat. In 1884 kon men in de „Filder-Bote” lezen: „Unser gutes und allgemein beliebtes Filderkraut, dass bis jetzt durch Fuhrwerk und Dampf nach allen Richtungen seinen Weg genommen, hat eine neue Absatzquelle erhalten, indem hier viele tausend eingehobelt und eingemacht, nachher in Fässer verpackt und so über den Ozean nach Amerika versandt werden” (Ons goede en door iedereen geliefde Filderkraut dat tot dusverre over de weg of per spoor naar alle windstreken kon worden vervoerd, heeft nu een nieuwe afzetmarkt gevonden; duizenden kolen worden hier geraspt en ingemaakt, vervolgens in vaten verpakt en zo over de oceaan naar Amerika verzonden) (De „Filder-Bote” van 7 oktober 1884, nr. 118). De huidige bekendheid en de faam van het Filderkraut/Filderspitzkraut blijken ook uit het feit dat het product niet meer weg te denken valt bij verscheidene feesten en gebruiken in de regio. Sedert 1979 vieren ieder jaar zowat 50 000 gasten in de stad Leinfelden-Echterdingen de meer dan 400 jaar oude traditie van de Kraut-teelt op de Filder en wordt naar aanleiding hiervan het grootste Krautfeest van Duitsland georganiseerd. De traditionele oogstfeestdecoratie herinnert de bezoekers van het „Landwirtschaftliche Hauptfest” en het „Cannstatter Volksfest” aan het voor de regio zo belangrijke Filderkraut/Filderspitzkraut. Bovendien is de spitskool het merk- en het herkenningsteken van een carnavalsvereniging van de zogenaamde Filder (zie http://www.leinfelden-echterdingen.de, Geschichte des Filderkrauts; http://www.schmeck-den-sueden.de). Ten slotte komt de vermaardheid van het Filderkraut/Filderspitzkraut ook tot uiting in de muziek en de literatuur („Schwäbische Sauerkrautkantate” von Emil Kübler 1939; Werke von Frank Snyders, Johann Baptist Hofner und Otto Groß; Filderstädter Schriftenreihe Band 10, 1995: Das Filderkraut, blz. 70, blz. 58, blz. 157).

    Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

    (Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

    Markenblatt Heft 11 van 19 maart 2010, deel 7a-aa, blz. 4243

    (http://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/13250)


    (1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


    Top