EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010DC0398

MEDEDELING VAN DE EUROPESE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tiende verslag over de praktische voorbereidingen op de toekomstige uitbreiding van het eurogebied

/* COM/2010/0398 def. */

52010PC0398

MEDEDELING VAN DE EUROPESE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tiende verslag over de praktische voorbereidingen op de toekomstige uitbreiding van het eurogebied /* COM/2010/0398 def. */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 27.7.2010

COM(2010)398 definitief

MEDEDELING VAN DE EUROPESE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Tiende verslag over de praktische voorbereidingen op de toekomstige uitbreiding van het eurogebied

SEC(2010)942

MEDEDELING VAN DE EUROPESE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Tiende verslag over de praktische voorbereidingen op de toekomstige uitbreiding van het eurogebied

INLEIDING

Sinds de meest recente uitbreiding van het eurogebied - met Slowakije, op 1 januari 2009 - telt de groep van EU-lidstaten die gebruik maken van de eenheidsmunt, 16 leden. Op 13 juli 2010 heeft de Raad besloten dat Estland aan de voorwaarden voor de invoering van de euro voldoet. Daardoor zal het eurogebied op 1 januari 2011 17 leden tellen.

Er rest Estland minder dan 6 maanden tijd om zijn voorbereidingen op de omschakeling af te ronden. In dit verslag wordt nagegaan hoe ver Estland is gevorderd met de praktische voorbereidingen op de invoering van de euro en op de voorlichtingscampagne daarover. Voorts wordt een kort overzicht gegeven van de resultaten van de meest recente opiniepeiling over de euro in de acht lidstaten die de eenheidsmunt nog niet hebben ingevoerd (zonder Zweden, maar mét Estland).

Het bijgevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie bevat informatie over de voorbereidingen op de invoering van de euro in de andere EU-landen die de eenheidsmunt nog niet hebben ingevoerd en geen opt-out hebben bedongen (zonder Estland, maar mét Zweden).

VOORBEREIDINGEN OP DE OMSCHAKELING IN ESTLAND: STAND VAN ZAKEN

Estland zal als vijfde van de in 2004 tot de EU toegetreden landen de euro invoeren. Bij zijn toetreding tot de EU was het land al bezig met de praktische voorbereidingen op de invoering van de eenheidsmunt. Het eerste plan inzake de invoering van de euro werd op 1 september 2005 vastgesteld. De streefdatum voor de omschakeling (1 januari 2007) werd vervolgens herzien, maar de voorbereidingen werden voortgezet. De achtste versie van het plan inzake de invoering van de euro, met daarin de streefdatum 1 januari 2011, dateert van april 2010.

Organisatie van de omschakeling, aanpassing van het rechtssysteem en voorbereidingen in de overheidssector

De praktische voorbereidingen op de invoering van de euro in Estland worden gecoördineerd door een nationaal deskundigencomité onder het voorzitterschap van de secretaris-generaal van het ministerie van Financiën. Dit comité kan een beroep doen op zeven subcomités waarin de openbare en de particuliere sector zijn vertegenwoordigd. In tegenstelling tot wat het merendeel van de lidstaten die momenteel tot het eurogebied behoren, in de aanloop naar de euro heeft gedaan, heeft Estland besloten geen "meneer/mevrouw Euro" aan te wijzen. Dit is een persoon die zich voltijds bezighoudt met de voorbereidingen op de omschakeling, als voornaamste perscontactpunt fungeert met betrekking tot alles wat met de omschakeling te maken heeft, en het omschakelingsproces als het ware belichaamt ten aanzien van het brede publiek.

In april 2010 ging Estland over tot de vaststelling van, enerzijds, een omvattende wet over de invoering van de euro (met daarin de basisbeginselen voor de omschakeling, zoals de duur van de periode van dubbele omloop, de procedures voor het inruilen van kronen tegen euro's en het uit omloop halen van kronen, de voorschriften voor het afronden van prijzen, het beginsel van de continuïteit van contracten, enz.) en, anderzijds, de lijst van wetsbepalingen die met het oog op de invoering van de euro moesten worden aangepast, samen met de wijzigingen van de wetboek van koophandel en de wet inzake aan de staat te betalen vergoedingen. De wet betreffende de centrale bank (Eesti Pank) werd eveneens gewijzigd en werd in overeenstemming gebracht met de voorschriften inzake de werking van de Europese Centrale Bank en het Europese Stelsel van Centrale Banken.

Wat de basisvoorschriften voor de omschakeling betreft, heeft de Commissie in haar aanbeveling over maatregelen ter vergemakkelijking van toekomstige omschakelingen naar de euro[1] erop aangedrongen dat verkooppunten ertoe dienen te worden verplicht "om vanaf de invoering van de eenheidsmunt alleen wisselgeld in euro terug te geven, tenzij zij om praktische redenen daartoe niet in staat zijn". Dit beginsel werd bij alle vorige omschakelingen overgenomen en de tenuitvoerlegging ervan werd nauwkeurig gecontroleerd. Doel ervan is "recycling" van oud nationaal geld te voorkomen, het uit omloop halen van dit geld te versnellen en, als gevolg daarvan, de omschakelingskosten voor de kleinhandel te beperken door de periode van dubbele omloop in te korten. In een aantal lidstaten die deel uitmaken van het huidige eurogebied, was het tijdens de periode van dubbele omloop verboden wisselgeld in de oude nationale munt terug te geven. Estland is niet van plan het teruggeven van wisselgeld in kronen te verbieden, zoals blijkt uit de uitermate voorzichtig geformuleerde aanbeveling om wisselgeld in euro terug te geven. Met het oog op een vlotte en snelle omschakeling en een zo breed mogelijke toepassing van het beginsel van teruggave van wisselgeld in euro dient de relatief voorzichtig geformuleerde aanbeveling van de Estse autoriteiten te worden opgevolgd door een niet mis te verstane boodschap in de communicatiecampagne. Bovendien moet de toepassing ervan worden gemonitord, met name in gebieden zonder bankkantoren waar de kleinhandelaren vaak als "wisselkantoren" fungeren. De kleinhandelaren doen er goed aan om vóór €-dag de nodige euro's in te slaan om zo het snel uit omloop nemen van kronen te stimuleren.

De Estse autoriteiten zetten op grote schaal informatietechnologieën in om met hun burgers te interageren (zo dient 70-80 % van de bevolking de belastingaangifte elektronisch in). Eén van de grootste uitdagingen bestaat er dan ook in om de IT-systemen in de aanloop naar de invoering van de euro "eurocompatibel" te maken. Elk ministerie heeft de voor zijnbevoegdheidsgebied vereiste veranderingen op een rijtje gezet. De IT-systemen van de meeste overheidsinstanties zouden uiterlijk op 1 juli 2010, d.w.z. zes maanden vóór €-dag, aan de euro moeten zijn aangepast. De drie instanties met de meest complexe informatiesystemen (Belastingen en Douane, Sociale Zekerheid en Binnenlandse Zaken) krijgen daarvoor tot uiterlijk 1 november 2010 de tijd. De subgroep van het nationale deskundigencomité die bevoegd is voor de technische paraatheid van de overheidsinstanties, evalueert maandelijks hoe ver deze instanties met de voorbereidingen zijn gevorderd.

De algemene coördinatie van de voorbereidingen op de omschakeling moet worden geïntensiveerd. Er moet voor worden gezorgd dat alle sectoren degelijk zijn voorbereid en dat de voorbereidingen van de verschillende betrokken partijen op elkaar worden afgestemd. De omschakelingscoördinator(en) moet(en) in de periode rond €-dag te allen tijde beschikbaar zijn om eventuele problemen op te lossen. De aanbeveling van de autoriteiten om tijdens de periode van dubbele omloop uitsluitend wisselgeld in euro terug te geven, moet worden aangescherpt en de toepassing ervan moet worden gecontroleerd, met name in gebieden zonder bankkantoren. |

Voorbereidingen in de financiële sector en de banksector

Estland heeft geopteerd voor een big-bang-scenario en een twee weken durende periode van dubbele omloop[2].

Het grootschalige gebruik van elektronische betaalmiddelen in Estland (ca. 95 % van de volwassen bevolking heeft een bankrekening en bijna 30 % van de betalingen in het kleinhandelsegment verloopt elektronisch) zal de omschakeling naar chartaal geld enigszins vergemakkelijken en het werk van de financiële instellingen tijdens de omschakelingsperiode verlichten.

Bij gebrek aan een eigen Munt heeft Estland een aanbesteding gehouden voor het slaan van zijn euromunten. De Munt van Finland heeft deze opdracht in de wacht gesleept. Het ontwerp voor de nationale zijde van de Estse euro's is geselecteerd op basis van een openbare wedstrijd. Het winnende ontwerp – met de kaart van Estland - zal voor alle euromuntstukken worden gebruikt. De eurobankbiljetten worden geleend van het Eurostelsel. Eesti Pank heeft met het oog op de omschakeling 42 miljoen eurobankbiljetten en 194 miljoen euromuntstukken van verschillende denominaties besteld.

Gezien de grote verschillen in de denominatiestructuur van de kroon en de euro zullen de Esten zich een frequenter gebruik van munten eigen moeten maken. De verhouding bankbiljetten / muntstukken van de kronen die momenteel in omloop zijn, ligt op +98 % / -2 %. Het bankbiljet met de kleinste denominatie is dat van 1 kroon (ca. 6 eurocent); het muntstuk met de kleinste denominatie vertegenwoordigt een zeer geringe koopkracht en wordt daarom door de Esten nauwelijks gebruikt. Het is belangrijk de Estse burgers in de aanloop naar de omschakeling goed te informeren over de waarde en het gebruik van de euromuntstukken (volgens een recente peiling van de Commissie[3] wil ca. 93 % van de Esten informatie over de waarde van de euro in de lokale munt) en hen gerust te stellen dat zij echt niet met al te veel euromunten in hun portefeuille hoeven rond te lopen.

In september gaat de bevoorrading van de kredietinstellingen met euromunten van start; voor de biljetten begint deze in december 2010. De kredietinstellingen leggen momenteel de laatste hand aan de ramingen van hun behoeften aan chartale euro's. Volgens voorlopige ruwe schattingen moet ongeveer 240 miljoen euro (minder dan de helft van de waarde van de kronen die momenteel in omloop zijn) vooraf worden geleverd. Dit is relatief minder dan bij de vorige omschakelingen het geval was. Aangezien rond €-dag slechte weersomstandigheden in Estland worden verwacht, is het zaak zorgvuldig na te gaan hoeveel chartale euro's vooraf moeten worden geleverd.

De muntstukbevoorrading van de voornaamste klanten door commerciële banken moet in september van start gaan; kleinere gebruikers van chartale euro's zullen pas met ingang van december 2010 worden bevoorraad. Estland zal als eerste gebruik maken van het nieuwe vereenvoudigde ECB-richtsnoer voor verdere voorafgaande bevoorrading[4] dat is gebaseerd op de ervaring die bij een aantal eerdere omschakelingen is opgedaan. Aan kleinhandelaren met een eenvoudig bevoorradingscontract zal 5 dagen vóór €-dag maximaal 10 000 euro worden geleverd[5].

Het grootste geldtransportbedrijf dat in Estland actief is, zal zijn transportcapaciteit met meer dan een derde uitbreiden om de extra werklast op te vangen. Gezien de grote hoeveelheden chartale euro's die rond €-dag over de weg zullen worden vervoerd, is het raadzaam om gedurende het hele omschakelingsproces extra veiligheidsmaatregelen te nemen.

Het grote publiek zal vanaf begin december voor 200 kronen zijn eerste Estse euromuntstukken kunnen kopen in de vorm van een minikit. Tot dusverre is nog niet beslist hoeveel minikits Eesti Pank ter beschikking zal stellen. Op basis van de ervaring met de eerdere omschakelingen wordt aanbevolen ca. één minikit per huishouden te produceren. Het geldtransportbedrijf is van plan een 50 000-tal speciale muntenkits[6] klaar te maken voor de bevoorrading van kleine retailers die niet voornemens zijn om met hun bank een bevoorradingscontract te sluiten. Tevens dient te worden nagedacht over speciale regelingen voor kleinhandelaren die zich in een moeilijke financiële situatie bevinden en moeite hebben om zich te laten bevoorraden.

De Estse autoriteiten zijn van plan een voorlichtingscampagne voor het brede publiek op te zetten om opgepotte contanten in kronen vóór de omschakelingsdag in te zamelen. Verwacht wordt dat van de muntstukken en bankbiljetten die in omloop zijn, respectievelijk ca. 50 % en 80 % zal worden ingezameld. De commerciële banken zijn voornemens om in hun kantoren speciale machines te installeren waar kroonmuntstukken kunnen worden ingeleverd. Eesti Pank en het geldtransportbedrijf stemmen hun opslag-, tel- en verpakkingscapaciteit af op de verwerking van uitzonderlijk grote hoeveelheden chartaal geld tijdens de omschakelingsperiode.

Vanaf één maand vóór tot zes maanden na €-dag moeten de commerciële banken kosteloos kronen tegen euro's inruilen tegen de omrekeningskoers[7]. Daarna zal Eesti Pank gedurende een onbeperkte periode onbeperkte hoeveelheden kronen inruilen tegen euro's. Nagenoeg alle 921 geldautomaten (ATM's) in Estland zullen vanaf de eerste uren van 1 januari 2011 alleen nog eurobankbiljetten uitgeven. Wat de betaalterminals betreft, zijn de ter zake bevoegde commerciële banken al begonnen met de aanpassingen die nodig zijn voor een onmiddellijke omschakeling van deze apparaten op 1 januari. Momenteel zijn de commerciële banken van plan om tijdens de eerste dagen na de omschakeling hun ATM's te bevoorraden met coupures van voornamelijk 10 euro en 50 euro. Aangezien het de kleinhandel makkelijker moet worden gemaakt uitsluitend wisselgeld in euro terug te geven en de Esten tot dusverre gewoonlijk vooral kleine coupures afhalen, dient te worden overwogen het gebruik van coupures van 50 euro in ATM's te vermijden. Bovendien dienen de banken af te zien van de introductie van grote coupures in de weken vóór en na de omschakeling.

De Estse bankmarkt (die wordt gedomineerd door drie commerciële banken) telt iets minder dan 190 bankkantoren. De banken overwegen langere openingstijden en uitzonderlijke werkdagen op 1 en 2 januari. Voorts zijn zij van plan het loketpersoneel te versterken met back-office medewerkers. Momenteel wordt bekeken welke opslagcapaciteit de kantoren nodig hebben om tijdens de omschakelingsperiode uitzonderlijk grote hoeveelheden chartaal geld op te slaan, en krijgt het bankpersoneel opleiding over de veiligheidskenmerken van de chartale euro. De aanpassingen van de IT-systemen van de banken zijn eveneens op de rails gezet; de definitieve tests zijn gepland voor oktober - november 2010.

De voorbereidingen van de financiële en de banksector op de omschakeling bevinden zich in een gevorderde fase. Met het oog op een zo vlot mogelijke omschakeling moet de bevoorrading van de banken met chartale euro's in de tijd worden gespreid. Om te voorkomen dat kleinhandelaren zonder wisselgeld komen te zitten omdat hun klanten met grote coupures betalen, moet de bevoorrading van de ATM's met biljetten van 50 euro tijdens de omschakelingsperiode worden vermeden. De banken dienen te overwegen speciale loketten voor bedrijven te openen gedurende de omschakelingsperiode. |

Voorkomen van misbruik en van een onjuiste beeldvorming van de prijsontwikkeling bij de burgers

Uit de meest recente Eurobarometerpeiling komen de Esten - in vergelijking tot de bevolking in de andere EU-lidstaten die niet tot het eurogebied behoren – naar voren als de burgers die het meest sceptisch staan tegenover de impact van de omschakeling op de prijzen (zie deel 3 van Flash EB nr. 296). De Estse autoriteiten moeten er bijgevolg alles aan doen om de consumenten gerust te stellen en misbruik tijdens de omschakelingsperiode te voorkomen.

Krachtens het officiële overheidsbesluit moet de periode van dubbele prijsaanduidingen (in kroon en euro) beginnen op 1 juli 2010 en uiterlijk zes maanden na €-dag aflopen. Aangezien de omrekeningskoers pas onomkeerbaar vaststaat na het besluit van de Raad inzake de intrekking van de derogatie voor Estland, zou het gepaster zijn pas na de officiële vaststelling van de omrekeningskoers van start te gaan met de dubbele prijsaanduiding.

Met ingang van april 2010 heeft de Estse Raad voor consumentenbescherming (een overheidsinstantie) het mandje van maandelijks gecontroleerde prijzen van goederen en diensten uitgebreid van 96 tot 126 producten teneinde een goed zicht te houden op de prijsontwikkeling. De Raad voor consumentenbescherming is van plan om tijdens de omschakelingsperiode toezicht uit te oefenen op de prijzen in een 800-tal verkooppunten. De inspecteurs zullen ook nagaan of de omschakelingsvoorschriften (afrondingsregels, voorschriften inzake de dubbele prijsaanduiding) correct worden toegepast. De resultaten van deze controles worden met speciale software verzameld en in persberichten en op de nationale eurowebsite bekendgemaakt.

De Estse Kamer van Koophandel bereidt momenteel een overeenkomst inzake billijke prijsstelling voor conform de initiatieven die bij de eerdere omschakelingen succesvol zijn gebleken. De partijen bij deze overeenkomst (kleinhandel, financiële instellingen, internetwinkels) zullen zich ertoe verbinden de omschakeling niet in hun eigen belang te misbruiken, de omschakelingsvoorschriften in acht te nemen en hun klanten van de nodige bijstand te voorzien. De Estse autoriteiten zijn van plan eind augustus de uitnodiging tot aansluiting bij deze overeenkomst bekend te maken, d.w.z. bijna twee maanden na het begin van de periode van verplichte dubbele prijsaanduiding. Bij de eerdere omschakelingen kwamen de meeste foutieve dubbele prijsaanduidingen en de meeste prijsstijgingen vóór of onmiddellijk na het begin van de periode van dubbele prijsaanduiding aan het licht. Daarom dient ernstig te worden overwogen eerder met het initiatief inzake billijke prijsstelling van start te gaan.

Een partij die de overeenkomst inzake billijke prijsstelling niet nakomt, kan een boete krijgen tot 50 000 kronen (ca. 3 200 euro). De Estse Raad voor consumentenbescherming is van plan om naast zijn 40 inspecteurs nog ten minste evenveel vrijwilligers in te zetten om de naleving van de overeenkomst te controleren. Bij aperte overtredingen kan de boete binnen 48 uur worden opgelegd. In meer gecompliceerde gevallen kan de procedure tot één maand in beslag nemen. Om misvattingen over de prijsontwikkeling bij de burger te voorkomen, moeten de geconstateerde onregelmatigheden snel worden afgehandeld. Verdachte prijsstijgingen die door de inspecteurs worden geconstateerd, dan wel door consumenten worden gemeld via de telefoonlijn van de Raad voor consumentenbescherming moeten ten gronde worden onderzocht en de bevindingen van dit onderzoek moeten worden bekendgemaakt. Indien de prijsstijging als ongerechtvaardigd wordt beschouwd, dient de betrokken, bij de overeenkomst aangesloten partij het recht te verliezen om gebruik te maken van het logo dat in het kader van de overeenkomst inzake billijke prijsstelling wordt gevoerd.

De maatregelen ter voorkoming van misbruik en onjuiste beeldvorming van de prijsontwikkeling bij de burgers moeten worden versterkt. Er moet zo snel mogelijk worden ingegrepen tegen partijen die de verbintenissen die zij in het kader van de overeenkomst inzake billijke prijsstelling zijn aangegaan, niet nakomen. Het recht van partijen om te attenderen op hun naleving van de overeenkomst (onder meer door gebruik van het betrokken logo) moet in geval van overtreding van de voorschriften van de overeenkomst onmiddellijk worden ingetrokken. |

Voorbereidingen op de omschakeling in plattelandsgebieden en voorbereidingen van het bedrijfsleven

De bevolkingsdichtheid in Estland ligt aanzienlijk lager dan het EU-gemiddelde[8]. Van de 226 Estse gemeenten zijn er 33 stedelijk en 193 ruraal. In meer dan twee derde van de gemeenten wonen minder dan 3 000 inwoners. Het zal zaak zijn om de omschakeling ook in deze dunbevolkte gebieden, met hun beperkte infrastructuur, vlot te laten verlopen.

Het breed doorgedrongen gebruik van het internet en van giraal bankieren (alle pensioenen worden bijvoorbeeld via bankoverschrijvingen uitbetaald) maakt de informatieverspreiding en de omschakeling naar eurocontanten enigszins gemakkelijker. Niettemin moeten alle gebieden worden uitgerust met de nodige voorzieningen voor de inwisseling van kronen tegen euro's en voor de inzameling van oud nationaal geld.

Meer dan een derde van de commerciële bankfilialen is gevestigd in de hoofdstad. Vanwege deze situatie dienen de postkantoren die momenteel in samenwerking met deze of gene commerciële bank een beperkt aantal bankdiensten aanbieden, tijdens de omschakelingsperiode eveneens chartaal geld inruilen in gemeenten die niet over een echt bankkantoor beschikken. De verstrekking van deze dienst door de postkantoren moet zorgvuldig worden gepland – via bevoorrading, openingsregelingen, extra personeel, en veiligheidsmaatregelen. Het personeel van Eesti Pank – en dan vooral de medewerkers die rechtstreeks contact hebben met de klanten – moeten grondig wegwijs worden gemaakt in het parallel werken met twee munten en in informatieverstrekking aan de burger. De commerciële banken dienen bovendien te overwegen om bovenop de bestaande mobiele ATM's mobiele kantoren voor het inruilen van chartaal geld op te zetten.

De lokale autoriteiten – naast de media en het internet vaak de enige bron van informatie in verafgelegen gebieden – moeten grondig worden voorbereid en opgeleid. Bijna 75 % van de gemeenten werkt met dezelfde IT-provider. Aanpassingen van de software moeten tijdsmatig zorgvuldig worden ingepland, wil deze provider voldoende tijd hebben om al zijn klanten tijdig te bedienen. Het ministerie van Financiën stuurt de gemeenten geregeld e-mails met instructies over de vereiste aanpassingen. Eesti Pank organiseert opleidingen over de veiligheidskenmerken van eurocontanten en over de preventie van valsemunterij. De organisaties die als koepel voor de stedelijke en rurale gemeenten fungeren, dienen bij het ministerie van Financiën verslag over de voortgang van de voorbereidingen uit te brengen. Om de paraatheid van alle lokale autoriteiten te garanderen, moet deze voortgang regelmatig en gestructureerd worden gemonitord. Geadviseerd wordt de gemeenten een controlelijst met taken en termijnen ter hand te stellen en een per gemeente aan te wijzen omschakelingscoördinator te vragen regelmatig verslag over het afwerken van deze lijst uit te brengen aan de koepelorganisaties. Op regelmatig te houden bijeenkomsten zouden de lokale omschakelingscoördinatoren ervaringen over de voorbereiding van de invoering van de euro kunnen uitwisselen.

Om het lokale draagvlak voor de omschakeling te vergroten, dienen de plaatselijke afdelingen van consumentenorganisaties, instanties en NGO's actief bij de voorbereidingen te worden betrokken.

De ervaringen uit het verleden (zoals het loslaten van de streefdatum voor de omschakeling in 2006) hebben ertoe geleid dat de meeste ondernemingen met hun voorbereidingen hebben gewacht totdat de situatie er zekerder uitzag. Het voorlichtingswerk (brochures, seminars) dat is gepland door de Kamer van Koophandel, de Vereniging van Handelaren, Eesti Pank en de Bankvereniging moet de bedrijven helpen zich goed en tijdig voor te bereiden. Gegarandeerd moet worden dat alle bedrijven, ook degene die niet actief op zoek zijn naar informatie, weten wat hun te doen staat.

De voorbereidingen van de lokale autoriteiten op de omschakeling vereisen sturing en regelmatige controle, wil men garanderen dat alle nodige aanpassingen worden uitgevoerd. De deelname van Eesti Pank aan de omschakeling naar eurocontanten is van essentieel belang en moet bijgevolg zorgvuldig worden voorbereid. De commerciële banken dienen te overwegen meer mobiele apparaten voor de inzameling van kronen en de afgifte van eurocontanten in te zetten. De voorbereidingen op bedrijfsniveau moeten vanaf nu op volle toeren gaan draaien en worden gesteund en gecontroleerd door de ter zake bevoegde autoriteiten. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan kleine en middelgrote ondernemingen. |

Communicatie over de euro

Het nationale omschakelingscomité heeft op 15 maart 2010 de bijgewerkte communicatiestrategie voor de invoering van de euro in Estland bekrachtigd. In deze strategie wordt een overzicht gegeven van diverse aspecten die bij deze communicatie-inspanningen komen kijken, zoals aanpak, doelstellingen, doelgroepen, boodschappen en kanalen. Met de strategie wordt in de eerste plaats beoogd ten minste 90 % van de inwoners van Estland degelijk te informeren over de praktische aspecten van de omschakeling. De goed gestructureerde, evenwichtige communicatieplannen betreffen de tenuitvoerleggingsperiode maart 2010 – januari 2011. De Commissie is van plan om in het kader van een partnerschapsovereenkomst de tenuitvoerlegging te steunen, zowel met bijdragen in natura als via een overeenkomst inzake de subsidiëring van maximaal 50 % van de subsidiabele kosten (kosten op het gebied van salariëring van de communicatiedeskundigen, de massamediacampagne, opiniepeilingen, seminars, opleidingen en voorlichtingsmateriaal voor alle huishoudens).

Hoewel de Commissie er bij de Estse autoriteiten op heeft aangedrongen haast te maken met de uitvoering van de communicatieplannen, zullen de grootschalige communicatieactiviteiten pas van start gaan na de vaststelling van het besluit van de Raad op 13 juli.

Het is van essentieel belang dat tijdig informatie over de omschakeling en het betrokken tijdschema wordt verstrekt en dat maatregelen worden getroffen om de vrees voor prijsstijgingen en misbruik door kleinhandelaren tijdens de omschakelingsperiode weg te nemen en om de voorbereidingen op bedrijfsniveau te ondersteunen. Tot dusverre hebben de Estse autoriteiten zich vooral toegespitst op informatiemultiplicatoren – via gerichte presentaties – en op betrekkingen met de pers. Of deze maatregelen effect sorteren, is niet bekend. Via de nationale eurowebsite wordt veeleer aan passieve informatieverspreiding gedaan.

De Commissie dringt er bij de Estse autoriteiten op aan haast te maken met de uitvoering van de communicatieplannen voor de invoering van euro, teneinde alle inwoners van Estland tijdig van de nodige informatie te voorzien. Dergelijke inspanningen zullen zowel de kennis over als de steun voor de omschakeling naar de Europese eenheidsmunt bevorderen. |

PUBLIEKE OPINIE IN DE ONLANGS TOEGETREDEN LIDSTATEN: STAND VAN ZAKEN

Sinds 2004 heeft de Commissie opdracht gegeven voor het houden van Eurobarometerpeilingen in de landen die in 2004 en 2007 tot de EU zijn toegetreden en de euro nog niet hebben ingevoerd. Doel hiervan was te peilen naar wat de burger denkt en weet over de euro en de invoering ervan. In het voorjaar van 2010 is voor de tiende keer een dergelijke peiling bekendgemaakt (NMS-8[9] – Flash EB nr. 296). Het veldwerk voor de peiling werd verricht van 17 tot 21 mei 2010.

Met het oog op dit verslag zijn de resultaten van de laatste en de voorlaatste (Flash EB nr. 280, september 2009) in de NMS uitgevoerde Eurobarometerpeiling naast elkaar gelegd Opvallend is dat de steun van de burgers voor de invoering van de euro, ondanks de moeilijke economische situatie, slechts in geringe mate is achteruitgegaan ten opzichte van september 2009 . Sterker nog: het huidige steunniveau ligt nog steeds hoger dan tijdens de eerste twee series van deze peiling (2004 en 2005).

Steun voor de euro

Tussen september 2009 en mei 2010 is de steun van de NMS-8-burgers voor de invoering van de euro slechts in zeer geringe mate gedaald. Een relatieve meerderheid van de respondenten verwacht dat de invoering van de euro positieve gevolgen zal hebben voor hun land (49 %, -3pp) en voor henzelf (48 %, geen verandering); respectievelijk 37 % (+2pp) en 39 % (+1pp) verwacht negatieve gevolgen. Zowat de helft van de respondenten (51 %) schat de invloed van de euro in de landen van het eurogebied positief in.

Iets minder dan de helft van de respondenten (48 %, -1pp) verklaart blij te zijn met de vervanging van de nationale munt door de euro ; 41 % (+3pp) is dat naar eigen zeggen niet . Waar de Roemenen (55 %, -4pp), de Hongaren (54 %, geen verandering) en de Bulgaren (51 %, +2pp) het meest geneigd waren hun tevredenheid over een omschakeling naar de euro uit te spreken, daar bleken de Esten (56 %, +7pp), Letten (56 %, +6pp) en Tsjechen (58 %, +4pp) het meest over te hellen naar een houding van ontevredenheid over de vervanging van hun munt door de euro . De grootste toename van het bevolkingsaandeel dat ontevreden over de omschakeling beweerde te zijn , werd genoteerd in Litouwen (+10pp, tot 47 %).

Tempo van de invoering van de euro

Een relatieve meerderheid van de NMS-8-burgers zou willen dat de euro op middellange termijn ( na zekere tijd ) wordt ingevoerd (39 %, +3pp). Ongeveer een derde (32 %, -1pp) pleit voor maximaal uitstel , terwijl ongeveer een kwart (24 %, -1pp) de omschakeling liefst zo snel mogelijk ziet gebeuren.

Het percentage respondenten dat opteert voor een zo laat mogelijke invoering van de euro is het hoogste in Tsjechië en Letland (respectievelijk 47 %; geen verandering, en 44 %, +1pp). In Estland wil nog steeds slechts een kwart van de respondenten (23 %; geen verandering) een zo snel mogelijke invoering ; 37 % (+1pp) pleit voor invoering na zekere tijd en 34 % (-2pp) ziet de euro liefst zo laat mogelijk ingevoerd worden .

Voorlichtingsniveau

Een meerderheid van de NMS-8-burgers heeft het gevoel niet goed geïnformeerd te zijn over de euro (59 %; geen verandering): 40 % (geen verandering) voelt zich wel goed voorgelicht . De Esten voelen zich aanzienlijk beter voorgelicht dan in september 2009 (50 % heeft het gevoel goed te zijn geïnformeerd; +6pp).

Verwachtingen ten aanzien van de euro

Net als bij de vorige exercities kon een overweldigende meerderheid van NMS-8-burgers zich vinden in een aantal positieve verklaringen over de praktische gevolgen van de euro. Zo bleek 90 % (-2pp) het eens te zijn met de bewering dat de euro handiger is voor mensen die naar andere eurolanden reizen en stemde 86 % (-1pp) ermee in dat de euro winkelen in andere eurolanden makkelijker maakt .

Twee derde van de respondenten vreest voor prijsstijgingen na de invoering van de euro (66 %, -1pp) terwijl bijna een kwart van de burgers (23 %; geen verandering) vertrouwen heeft in het stabiliserende langetermijneffect van de euro op de prijzen. Het toenemende scepticisme dat naar aanleiding van de vorige peiling werd vastgesteld, blijkt in 2010 echter niet te hebben doorgezet. In vergelijking met september 2010 is het aantal burgers dat vreest voor prijsstijgingen ten gevolge van de invoering van de euro zelfs afgenomen: in Tsjechië van 75 % naar 69 % (-6pp) en in Hongarije van 66 % naar 62 % (-4pp). De Estse en Poolse respondenten blijven bijzonder sceptisch tegenover de impact van de euro op de prijzen; meer dan drie vierde verwacht dat de prijzen de hoogte in zullen gaan (77 %, -1pp).

[1] Aanbeveling 2008/78/EG van de Commissie van 10 januari 2008 over maatregelen ter vergemakkelijking van toekomstige omschakelingen naar de euro, PB L 23 van 26 januari 2008, blz. 30-32 .

[2] In de twaalf landen die als eerste de euro hebben ingevoerd, werd de eenheidsmunt eerst als giraal geld en pas drie jaar later als chartaal geld ingevoerd. In Estland zullen de eurobankbiljetten en -munten hun intrede doen op de dag van invoering van de euro als de munteenheid van Estland. Het big-bang-scenario is gebruikt in alle landen die na 2002 tot het eurogebied zijn toegetreden.

[3] Flash Eurobarometer nr. 296.

[4] Richtsnoer ECB/2008/4 van de Europese Centrale Bank van 19 juni 2008 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2006/9 inzake bepaalde voorbereidingen voor de omschakeling naar de chartale euro en inzake bevoorrading vooraf en verdere bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten en -muntstukken buiten het eurogebied.

[5] De ervaring heeft aangetoond dat een eenvoudiger procedure nodig is, wil men de kleinhandelaren ervan overtuigen aan de verdere bevoorrading vooraf deel te nemen. Krachtens het standaardbevoorradingscontract worden zware sancties opgelegd indien chartale euro's die in het kaoorradingscontract worden zware sancties opgelegd indien chartale euro's die in het kader van de verdere bevoorrading zijn geleverd, vóór €-dag in omloop komen, dient de beveiliging van de bedrijfsruimten aanzienlijk te worden verscherpt, enz. Het standaardcontract is met andere woorden meer gericht op grote bedrijven die aanzienlijke hoeveelheden chartale euro's nodig hebben.

[6] De waarde van de muntenkits voor kleinhandelaren zal schommelen rond de 200 euro.

[7] In een beperkt aantal kantoren tot 12 maanden na €-dag.

[8] In 2007-2008 telde Estland 30,9 inwoners/km2 tegen gemiddeld 114 in de EU. Bron: Eurostat.

[9] Doelgroep van deze Eurobarometerpeilingen zijn de nieuwe lidstaten ("NMS"- new Member States ) die ten tijde van de betrokken peiling geen deel uitmaken van het eurogebied. De meest recente peiling heeft betrekking op Polen, Tsjechië, Hongarije, Bulgarije, Roemenië, Letland, Estland en Litouwen. Cyprus, Malta, Slovenië en Slowakije zijn inmiddels toegetreden en worden dus niet meer in beschouwing genomen. In totaal zijn ca. 8 000 aselect gekozen burgers ondervraagd.

Top