Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007XC1205(02)

Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB C 291 van 5.12.2007, pp. 14–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/14


Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 291/07)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSVERZOEK

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 9 en artikel 17, lid 2

„ROCAMADOUR”

EG-nummer: FR/PDO/105/0026/29.11.2004

BOB ( X ) BGA ( )

Gevraagde wijziging(en)

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Image

Naam van het product

Image

Beschrijving van het product

Image

Geografisch gebied

Image

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Image

Verband

Image

Etikettering

Image

Nationale eisen

Image

Overige [nader aan te geven]

2.   Aard van de wijziging(en):

Image

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Image

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Image

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Image

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

Het algemene doel van de gevraagde wijzigingen is om alle benodigde details te vermelden ter verduidelijking van zowel de voorwaarden voor productie van de gebruikte melk als de voorwaarden voor verkrijging van het product.

Met deze wijzigingen kan het product beter in verband worden gebracht met zijn streek, kunnen de kenmerken van het product beter worden beschermd en kunnen afwijkingen van de regels worden voorkomen.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Toevoeging aan de vierde alinea: „Deze beperking heeft alleen betrekking op de methodes door middel van ongeacht welke hormoonbehandeling. Dit geldt niet voor de andere methodes die worden gebruikt voor het verschuiven van het lammeren.”

Er wordt verklaard dat de beperking (het maximale aantal geiten die buiten het seizoen in de kudde lammeren) slechts betrekking heeft op de kunstmatige verschuiving van het lammeren met behulp van hormoonbehandelingen. Hiermee kan worden bevestigd dat de beperking niet geldt voor de andere gebruikte methodes en dan met name lichtbehandeling of natuurlijke verschuiving van het lammeren.

In de vijfde alinea moet „bij elk bedrijf dient het daadwerkelijk geëxploiteerde graasoppervlak in het geografische gebied ten minste 1 000 vierkante meter per melkgeit te bedragen” worden vervangen door: „Bij elk bedrijf mag de belasting niet groter zijn dan 10 geiten per hectare in het eerder beschreven geografische gebied gelegen velden met voedergewassen, natuurweiden of velden met granen die bestemd zijn voor de voeding van de geiten.”

Het doel is om bij de berekening van de belasting per hectare alleen te kijken naar de oppervlakten die daadwerkelijk door of voor de kudde geiten worden gebruikt. Bovendien komt de nieuwe tekst beter overeen met de termen die doorgaans worden gebruikt door geitenhouders.

Toevoeging van een alinea: „Het strooien van organische mest van al dan niet agrarische herkomst is onder bepaalde voorwaarden toegestaan.”

Het doel is om duidelijk te maken onder welke voorwaarden het strooien van mest is toegestaan teneinde afwijkingen te voorkomen en de natuurlijke omgeving en de kwaliteit van het grasland en gewassen die bestemd zijn voor de voeding van de kudden, te behouden.

Toevoeging van een alinea: „Met ingang van 1 januari 2010 is het verboden om de geiten te voeren met gegist veevoeder. Dit verbod is met onmiddellijke ingang van toepassing op nieuwe bedrijven.”

Om de kenmerken van het product te behouden, is het gebruik van kuilvoer verboden. Deze maatregel vereist echter een grote verandering, zowel in de structuur van de bedrijven als in de organisatie van het werk. Daarom wordt er een termijn voor de aanpassing bepaald. Deze termijn is niet gewenst voor nieuwe bedrijven om te voorkomen dat jongeren in bedrijfsstructuren terechtkomen die snel moeten veranderen waardoor hun kans van slagen in gevaar wordt gebracht.

Toevoeging van een alinea: „In uitzonderlijke omstandigheden, vooral in het geval van onvoorziene klimaatsomstandigheden, kan het INAO tijdelijke afwijkingen van de regels voor de voeding van de geiten toestaan.”

Deze bepaling zorgt ervoor dat de dieren in dergelijke omstandigheden op de juiste wijze worden gevoederd.

Toevoeging van de alinea's:

 

„Het concentreren van de melk door gedeeltelijke verwijdering van het waterige gedeelte voor het stremmen is verboden.”

 

„Naast de melkgrondstoffen, zijn stremsel, onschadelijke bacterieculturen, gist, schimmel en zout de enige ingrediënten of bereidingshulpstoffen of additieven die in de melk en tijdens de vervaardiging zijn toegestaan.”

 

„Het is verboden om de verse kaas te bewaren bij een temperatuur onder 0 °C of onder gewijzigde atmosfeer.”

 

„Het is verboden om kaas die ligt te rijpen, te bewaren onder gewijzigde atmosfeer.”

 

Voor het gebruik van behandelingen en additieven voor kaas gold een algemene regelgeving. Er wordt echter opgemerkt dat nieuwe technieken, waarvan een aantal betrekking heeft op behandelingen en additieven, zoals microfiltratie, gedeeltelijke concentratie van de melk of rijpingsenzymen, gevolgen konden hebben voor de kenmerken van kazen met een oorsprongsbenaming. Vooral bepaalde enzymadditieven leken niet verenigbaar te zijn met het behoud van de essentiële kenmerken van producten met een beschermde oorsprongsbenaming.

 

Daarom bleek het nodig om in de productdossiers van elke oorsprongsbenaming, onder punt 4-5, de huidige praktijken te vermelden met betrekking tot het gebruik van behandelingen en additieven in de melk en bij de vervaardiging van kaas teneinde te voorkomen dat toekomstige, niet nader omschreven praktijken schade toebrengen aan de kenmerken van kaas met een oorsprongsbenaming.

 

Daarnaast wordt, met het oog op een betere bescherming van het product, een nadere omschrijving gegeven van de rijping van de in repen vurenhout gevatte kaas op vurenhouten planken en van de ve rpakking van de kaas.

 

In de vijftiende en zestiende alinea's moet „fabrikanten die gekoelde melk gebruiken, voegen stremsel toe bij ontvangst van de melk” worden vervangen door: „Fabrikanten die gekoelde melk gebruiken […] enten de melk bij ontvangst en voegen stremsel toe binnen maximaal 8 uur na het enten. In boerenbedrijven gebeurt dit […] binnen maximaal 6 uur na de laatste melking.”

 

Om technische redenen moet de gekoelde melk rijpen voordat hier stremsel aan toe wordt gevoegd. Daarom dient een bepaalde tijd te verlopen tussen de ontvangst van de melk en het toevoegen van stremsel.

 

Toevoeging van de alinea: „Bij boerenbedrijven die de door hen geproduceerde melk van verschillende melkbeurten een tijd bewaren, moet de betrokken melk worden geënt en mag deze niet worden afgekoeld tot een temperatuur lager dan 10 °C.”

 

Deze bepaling zorgt ervoor dat de melk van de eerste melkronde lang kan rijpen, zodat de typische kenmerken van de melk beter tot uiting komen.

 

In de vierentwintigste alinea moet „tussen 28 % en 35 %” worden vervangen door: „Bij het in vormen gieten moet het gehalte aan droge stof ten minste 31 % zijn.”

 

De drempelwaarde van 28 % is te laag om verfijnde kaas te verkrijgen met het minimaal vereiste gehalte aan droge stof. De drempelwaarde van 35 % is verwijderd, omdat deze tot te droge kaas leidde. Bovendien is deze niet zinvol, omdat het niet rendabel zou zijn om in vormen te gieten bij een zodanig hoog gehalte aan droge stof. Er is dus slechts een minimumwaarde behouden, die dienovereenkomstig is aangepast.

 

In de zevenentwintigste alinea moet „de kaas mag pas worden verhandeld vanaf de zesde dag na de dag dat deze uit de vorm is gehaald” worden vervangen door: „De totale rijpingsduur dient ten minste 6 dagen te zijn na de dag dat de kaas uit de vorm is gehaald.”

 

De benodigde tijdsduur voor verhandeling is de rijpingstijd van de kaas. Deze opnieuw geformuleerde bepaling is bedoeld om te benadrukken dat de rijping een voorwaarde voor specifieke vervaardiging is (nader aangeduide temperatuur en vochtigheid).

Etikettering

Toevoeging van de alinea's:

 

„De partijen waarbij meer kazen in één enkele verpakking zitten en die zijn verpakt op de plaats van productie, mogen slechts één enkel etiket bevatten wanneer deze bestemd zijn voor verkoop aan de eindconsument in de afdeling zelfbediening van grootwinkelbedrijven.”

 

„Daarnaast dient elke verkoopeenheid van kaas ten minste één etiket te bevatten in het geval van directe verkoop door de producent, of door iedere persoon die rechtstreeks onder zijn verantwoordelijkheid valt, op de boerderij of op markten. Bovendien dient de verkoopstand een bord te hebben met daarop de naam van de producent en/of het rijpingsbedrijf, het adres van de plaats van productie en/of rijping, de benaming en de vermelding „beschermde oorsprongsbenaming”.”

 

Het gaat erom dat de regel van één etiket per kaas op praktische wijze wordt aangepast aan het type verkoop, en wel zo dat het product zonder problemen kan worden herkend.

 

Verwijdering van: De vermeldingen „boerenkaas” en „boerenproductie”, of elke andere vermelding die duidt op een boerenherkomst van de kaas, zijn voorbehouden aan kaas die door een agrarische producent op zijn eigen bedrijf is vervaardigd overeenkomstig traditionele technieken en uitsluitend met melk van het eigen bedrijf, ongeacht of deze kaas rijpt in het bedrijf zelf of bij een rijpingsbedrijf in het geografische gebied.

 

Deze vermeldingen vallen nu onder de algemene regelgeving inzake kazen en zijn daarom overbodig.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ROCAMADOUR”

EG-nummer: FR/PDO/105/0026/29.11.2004

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Institut National de l'Origine et de la Qualité (INAO)

Adres:

51, rue d'Anjou

F-75008 Paris

Tel.

(33) 153 89 80 00

Fax

(33) 153 89 80 60

E-mail:

info@inao.gouv.fr

2.   Groepering:

Naam:

Syndicat des Producteurs de fromages Rocamadour

Adres:

Maison de l'Agriculture du Lot

430, Avenue Jean Jaurès — BP 199

F-46004 Cahors Cedex

Tel.

(33) 565 23 22 21

Fax

(33) 565 23 22 19

E-mail:

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

3.   Productcategorie:

Klasse 1.3 — Kaas

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „Rocamadour”.

4.2.   Beschrijving: Klein, zacht geitenkaasje van rauwe, volle melk met een natuurlijke korst die bestaat uit een gestreept, licht fluwelig vel met een kleur die varieert van wit tot crème tot donkerbeige, in de vorm van een kleine afgeplatte cilinder met een gewicht van ongeveer 35 gram. Dit bevat ten minste 45 gram vet per 100 gram kaas na volledige droging en het totale gewicht aan droge stof mag niet lager zijn dan 14 gram per kaasje.

4.3.   Geografisch gebied: Het geografische gebied strekt zich uit over de kalkplateaus van de Causses, met een deel van het departement Lot als zwaartepunt, en bestrijkt tevens een deel van de departementen Aveyron, Corrèze, Dordogne en Tarn-et-Garonne.

Departement Aveyron

kanton Capdenac-Gare: de gemeenten Balaguier-d'Olt, Causse-et-Diège en Foissac;

kanton Villeneuve: de gemeenten Ambeyrac, La Capelle-Balaguier, Montsalès, Ols-et-Rinhodes, Saujac, Sainte-Croix, Salvagnac-Cajarc en Villeneuve;

kanton Villefranche-de-Rouergue: de gemeente Martiel.

Departement Corrèze

kanton Larche: de gemeenten Chartrier-Ferrière en Chasteaux;

kanton Brive-la-Gaillarde-(zuidwest): de gemeenten Estivals en Nespouls;

kanton Meyssac: de gemeente Turenne.

Departement Dordogne

kanton Carlux: de gemeenten Cazoulès, Peyrillac-et-Millac en Orliaguet;

kanton Montignac: de gemeente Saint-Amand-de-Coly;

kanton Salignac-Eyvigues: de gemeenten Archignac, Borrèze, Jayac, Nadaillac, Paulin en Salignac-Eyvigues;

kanton Terrasson-la-Villedieu: de gemeenten La Cassagne, Chavagnac en La Dornac.

Departement Lot

kanton Bretenoux: de gemeenten Gintrac, Prudhomat en Saint-Michel-Loubéjou;

kanton Cahors (noordwest): alle gemeenten;

kanton Cahors (noordoost): alle gemeenten;

kanton Cahors (zuid): alle gemeenten;

kanton Cajarc: alle gemeenten;

kanton Castelnau-Montratier: de gemeenten Cézac, Lhospitalet en Pern;

kanton Catus: alle gemeenten;

kanton Cazals: de gemeenten Arques en Gindou;

kanton Figeac-Ouest: de gemeenten Béduer en Faycelles;

kanton Gourdon: de gemeenten Anglars-Nozac, Gourdon, Rouffilhac, Saint-Cirq-Souillaguet, Saint-Clair, Saint-Projet en Le Vigan;

kanton Gramat: alle gemeenten;

kanton Labastide-Murat: alle gemeenten;

kanton Lacapelle-Marival: de gemeenten Albiac, Anglars (alleen het deel van de gemeente ten westen van de lijn die wordt gevormd door departementale weg 940 en de beek Lascurades), Aynac, Le Bourg (alleen het deel van de gemeente ten westen van de lijn die wordt gevormd door rijksweg 140 en departementale weg 940), Issendolus, Lacapelle-Marival (alleen het deel van de gemeente ten westen van de lijn die wordt gevormd door departementale weg 940 en departementale weg 218), Rudelle, Rueyres, Thémines en Théminettes;

kanton Lalbenque: de gemeenten Aujols, Bach, Belmont-Sainte-Foi, Cieurac, Cremps, Escamps, Flaujac-Poujols, Laburgade, Lalbenque en Vaylats;

kanton Lauzès: alle gemeenten;

kanton Limogne-en-Quercy: alle gemeenten;

kanton Livernon: alle gemeenten;

kanton Luzech: alle gemeenten;

kanton Martel: alle gemeenten;

kanton Montcuq: de gemeenten Bagat-en-Quercy, Belmontet, Le Boulvé, Fargues, Lascasbanes, Saint-Matré, Saint-Pantaléon en Saux;

kanton Payrac: de gemeenten Calès, Fajoles, Lamothe-Fénelon, Loupiac, Nadaillac-de-Rouge, Payrac, Reilhaguet en Le Roc;

kanton Puy-L'Evêque: de gemeenten Floressas, Grézels, Lacapelle-Cabanac, Mauroux, Sérignac en Touzac;

kanton Saint-Céré: de gemeenten Autoire, Loubressac, Mayrinhac-Lentour, Saignes, Saint-Jean-Lagineste, Saint-Jean-Lespinasse en Saint-Médard-de-Presque;

kanton Saint-Germain-du-Bel-Air: alle gemeenten;

kanton Saint-Géry: alle gemeenten;

kanton Salviac: de gemeenten Dégagnac, Lavercantière, Rampoux, Salviac en Thédirac;

kanton Souillac: alle gemeenten;

kanton Vayrac: de gemeenten Carennac, Condat, Les Quatre-Routes en Strenquels.

Departement Tarn-et-Garonne

kanton Caylus: de gemeenten Caylus, Lacapelle-Livron, Loze en Saint-Projet.

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Elke ondernemer vult een „verklaring van geschiktheid” in die wordt geregistreerd door de diensten van het INAO en aan de hand waarvan de laatstgenoemde alle ondernemers kan identificeren. De ondernemers dienen registers bij te houden voor het INAO, evenals alle documenten die nodig zijn voor de controle van de oorsprong, de kwaliteit en de omstandigheden van productie van de melk en de kaas.

Bij de controle die wordt uitgevoerd met betrekking tot de kenmerken van het product met oorsprongsbenaming wordt een analytisch en organoleptisch onderzoek uitgevoerd ter controle van de kwaliteit en de kenmerkendheid van de producten die aan dit onderzoek worden onderworpen.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De productie van de melk en de vervaardiging en rijping van de kaas dienen plaats te vinden in het geografische gebied. Omdat het een zachte kaas met langzame stremming betreft, dient de stremming ten minste 20 uur te duren bij een minimale temperatuur van 18 °C en dient de wrongel eerst ten minste 12 uur uit te lekken. Het zouten gebeurt in de wrongel. Vervolgens wordt de uitgelekte wrongel in vormen gedaan en moet de kaas ten minste 6 dagen rijpen nadat deze in de vorm is gedaan.

De melk is geitenmelk die alleen afkomstig is van kuddes van het ras Alpine of Saanen, of van een kruising van deze beide rassen.

De totale dagelijkse voeding dient voor ten minste 80 % te bestaan uit voer dat afkomstig is uit het geografische gebied.

In het productdossier staat informatie over de voorwaarden voor productie van de melk (hoeden van de kudde, voeding, enz.) en de methode voor vervaardiging van de kaas.

Met ingang van 1 januari 2010 is het verboden om de geiten te voeren met gegist veevoeder. Dit verbod is met onmiddellijke ingang van toepassing op nieuwe bedrijven.

4.6.   Verband: De tekst van een pachtovereenkomst uit 1451, tussen de opperleenheer van de streek, toentertijd de bisschop van Evreux, en zijn leenmannen, spreekt reeds van Rocamadour-kaas. In een recenter verleden, in 1913, had President POINCARRE het genoegen om deze kaas te proeven tijdens een diner in Cahors dat de Conseil Général ter ere van hem had georganiseerd. Dichters en gastronomen noemen de Rocamadour en de archivaris van het bisdom, correspondent van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, schreef in 1929 in zijn werk „Le Vieux Quercy” dat „alleen de Causses van Rocamadour een heerlijke kaas hebben die men in andere streken niet kent”.

Vanaf de 15e eeuw wordt in de stukken uit die tijd, en in het bijzonder de eerder genoemde pachtovereenkomst, vermeld dat „de waarde en reputatie van de Rocamadour-kaas het gevolg zijn van de aard van de aromatische planten die het melkvee eet en tevens van de bereidingswijze van de kaas”.

Dit geldt ook nu nog. De Causses van Quercy, die worden gekenmerkt door kalkhoudende en droge grond, zijn een uniek gebied dankzij de specifieke geologische en klimatologische omstandigheden en de typische flora. Het samengaan van deze bijzondere streek en de authentieke knowhow die al eeuwenlang traditioneel wordt toegepast, produceert deze typische en lekkere Rocamadour-kaas.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Institut national des Appellations d'Origine (INAO)

Adres:

51, rue d'Anjou

F-75008 Paris

Tel.

(33) 153 89 80 00

Fax

(33) 153 89 80 60

E-mail:

info@inao.gouv.fr

Het Institut National des Appellations d'Origine (nationaal instituut voor oorsprongsbenamingen) is een bestuursrechtelijke openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder het ministerie van landbouw valt.

Het INAO is verantwoordelijk voor de controle van de productieomstandigheden van producten met een oorsprongsbenaming.

Indien de afbakening van het geografische gebied of een van de productievoorwaarden niet in acht wordt genomen, leidt dit tot een verbod op het gebruik, in ongeacht welke vorm en met ongeacht welk doel, van de oorsprongsbenaming.

Naam:

Direction Générale de la Concurrence, de la Consommation et de la Répression des Fraudes (DGCCRF)

Adres:

59, Boulevard Vincent Auriol

F-75703 Paris Cedex 13

Tel.

(33) 144 87 17 17

Fax

(33) 144 97 30 37

E-mail:

C3@dgccrf.finances.gouv.fr

Het DGCCRF is een dienst van het ministerie van economische zaken, financiële zaken en industrie.

4.8.   Etikettering: De Rocamadour-kaas mag alleen worden verhandeld of ter consumptie worden aangeboden wanneer deze een etiket bevat met een diameter van minimaal 4 cm met daarop de naam „ROCAMADOUR” en de vermelding „Beschermde oorsprongsbenaming”.

De partijen waarbij meer kazen in één enkele verpakking zitten en die zijn verpakt op de plaats van productie, mogen echter slechts één enkel etiket bevatten wanneer deze bestemd zijn voor verkoop aan de eindconsument in de afdeling zelfbediening van grootwinkelbedrijven.

Daarnaast dient elke verkoopeenheid van kaas ten minste één etiket te bevatten in het geval van directe verkoop door de producent, of door iedere persoon die rechtstreeks onder zijn verantwoordelijkheid valt, op de boerderij of op markten. Bovendien dient de verkoopstand een bord te hebben met daarop de naam van de producent en/of het rijpingsbedrijf, het adres van de plaats van productie en/of rijping, de benaming en de vermelding „beschermde oorsprongsbenaming”.

Tevens is het verplicht om het logo met de afkorting „INAO” aan te brengen.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Top