This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015D2280
Commission Implementing Decision (EU) 2015/2280 of 7 December 2015 on the approval of the DENSO efficient alternator as an innovative technology for reducing CO2 emissions from passenger cars pursuant to Regulation (EC) No 443/2009 of the European Parliament and of the Council (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2280 van de Commissie van 7 december 2015 betreffende de goedkeuring van de efficiënte alternator van DENSO als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2280 van de Commissie van 7 december 2015 betreffende de goedkeuring van de efficiënte alternator van DENSO als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
PB L 322 van 8.12.2015, pp. 64–66
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; opgeheven door 32020D1806
|
8.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 322/64 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/2280 VAN DE COMMISSIE
van 7 december 2015
betreffende de goedkeuring van de efficiënte alternator van DENSO als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 12, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 10 maart 2015 heeft de toeleverancier DENSO Corporation (hierna de „aanvrager” genoemd) een aanvraag ingediend voor de goedkeuring van zijn tweede innoverende technologie: de efficiënte alternator van DENSO voor de afgifteklasse van 100 A tot 250 A. De aanvraag is beoordeeld op volledigheid overeenkomstig artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie (2). De aanvraag werd volledig geacht en de periode voor de beoordeling van de aanvraag door de Commissie is ingegaan op 11 maart 2015, de dag na de datum van officiële ontvangst van de volledige informatie. |
|
(2) |
De aanvraag is beoordeeld overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 en de Technical Guidelines for the preparation of applications for the approval of innovative technologies pursuant to Regulation (EC) No 443/2009 („de technische richtsnoeren”, versie van februari 2013) (3). Op basis van de in de aanvraag verstrekte informatie lijkt aan de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009 en in de artikelen 2 en 4 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 bedoelde voorwaarden en criteria te zijn voldaan. |
|
(3) |
De aanvrager heeft aangetoond dat een hoogrendementsalternator van het in de aanvraag beschreven type in niet meer dan 3 % van de in het referentiejaar 2009 geregistreerde nieuwe personenauto's is toegepast. |
|
(4) |
Om te bepalen welke CO2-besparingen deze innoverende technologie bij montage in een voertuig zal opleveren, moet een basisvoertuig worden aangegeven waarmee de efficiëntie van het met de innoverende technologie uitgeruste voertuig overeenkomstig de artikelen 5 en 8 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 moet worden vergeleken. Een alternator met een rendement van 67 % kan als passende basistechnologie gelden wanneer de innoverende technologie in een nieuw voertuigtype wordt gemonteerd. Indien de efficiënte alternator van DENSO in een bestaand voertuigtype wordt gemonteerd, moet de meest recente op de markt gebrachte versie van dat type alternator als basistechnologie worden genomen. |
|
(5) |
De aanvrager heeft een testmethode voor de CO2-reducties voorgelegd die formules bevat die consistent zijn met de in de technische richtsnoeren beschreven formules voor de vereenvoudigde benadering met betrekking tot efficiënte alternatoren. Volgens de Commissie zal de testmethode overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 resultaten opleveren die verifieerbaar, reproduceerbaar en vergelijkbaar zijn en kan deze de CO2-emissievoordelen van de innoverende technologie op een realistische wijze en met een sterke statistische significantie aantonen. |
|
(6) |
Aangezien de testmethode en formules van de aanvrager voor de berekening van de CO2-besparingen in elk opzicht identiek zijn aan de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU van de Commissie (4) gespecificeerde methode, is het ter wille van de consistentie zinvol de in Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU gespecificeerde methode te gebruiken om te bepalen hoezeer de CO2-emissies worden verlaagd als gevolg van het gebruik van de efficiënte alternator van DENSO. |
|
(7) |
Tegen die achtergrond is de Commissie van mening dat de aanvrager afdoende heeft aangetoond dat de door de innoverende technologie bereikte emissiereductie ten minste 1 g CO2/km bedraagt. |
|
(8) |
De uit de innoverende technologie voortvloeiende besparingen mogen deels op de standaardtestcyclus worden aangetoond en de te certificeren definitieve totale besparingen moeten derhalve overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 worden bepaald. |
|
(9) |
Het verificatierapport is opgesteld door het Vehicle Certification Agency (VCA), een onafhankelijke en gecertificeerde instantie, en ondersteunt de in de aanvraag uiteengezette conclusies. |
|
(10) |
Daarom moet er geen bezwaar worden gemaakt tegen de goedkeuring van de innoverende technologie in kwestie. |
|
(11) |
Om de algemene eco-innovatiecode vast te stellen die overeenkomstig de bijlagen I, VIII en IX bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) in de desbetreffende typegoedkeuringsdocumenten moet worden vermeld, moet voor de bij dit uitvoeringsbesluit goedgekeurde innoverende technologie de individuele code worden gespecificeerd. |
|
(12) |
Fabrikanten die de CO2-besparingen die uit de toepassing van de bij dit besluit goedgekeurde innoverende technologie voortvloeien, willen aanwenden om hun gemiddelde specifieke CO2-emissies te verlagen en zo hun specifieke emissiedoelstellingen te verwezenlijken, moeten overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 in hun aanvraag voor een EG-typegoedkeuringscertificaat voor de betrokken voertuigen naar dit besluit verwijzen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De efficiënte alternator van DENSO voor de afgifteklasse van 100 A tot 250 A die bestemd is voor gebruik in voertuigen van categorie M1, wordt goedgekeurd als innoverende technologie in de zin van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009.
2. De reductie van de CO2-emissies door het gebruik van de in lid 1 genoemde alternator wordt bepaald volgens de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU beschreven methode.
3. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 mag de overeenkomstig lid 2 van dit artikel vastgestelde CO2-emissiereductie slechts worden gecertificeerd en in het certificaat van overeenstemming en de desbetreffende typegoedkeuringsdocumentatie zoals omschreven in de bijlagen I, VIII en IX bij Richtlijn 2007/46/EG worden opgenomen als de reductie voldoet aan de in artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 vastgestelde drempelwaarde.
4. De individuele eco-innovatiecode die moet worden vermeld in de typegoedkeuringsdocumentatie voor de bij dit besluit goedgekeurde innoverende technologie is „14”.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 december 2015
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie van 25 juli 2011 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 194 van 26.7.2011, blz. 19).
(3) https://circabc.europa.eu/d/a/workspace/SpacesStore/42c4a33e-6fd7-44aa-adac-f28620bd436f/Technical%20Guidelines%20February%202013.pdf
(4) Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU van de Commissie van 27 juni 2013 betreffende de goedkeuring van de Valeo Efficient Generation Alternator als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 179 van 29.6.2013, blz. 98).
(5) Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).