Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D0970

    Besluit (GBVB) 2015/970 van de Raad van 22 juni 2015 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina

    PB L 157 van 23.6.2015, p. 45–49 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/970/oj

    23.6.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 157/45


    BESLUIT (GBVB) 2015/970 VAN DE RAAD

    van 22 juni 2015

    tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2, en artikel 33,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Raad heeft op 15 december 2014 conclusies aangenomen waarin de hernieuwde aanpak van de Unie voor Bosnië en Herzegovina wordt uiteengezet.

    (2)

    De Raad heeft op 19 januari 2015 Besluit (GBVB) 2015/77 (1) houdende benoeming van de heer Lars-Gunnar WIGEMARK tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina, vastgesteld.

    (3)

    Het mandaat van de SVEU verstrijkt op 30 juni 2015.

    (4)

    Het mandaat van de SVEU moet met nog eens vier maanden worden verlengd.

    (5)

    De SVEU zal het mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

    Het mandaat van de heer Lars-Gunnar WIGEMARK als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (hierna „de SVEU” genoemd) wordt verlengd tot en met 31 oktober 2015. De Raad kan, op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (hierna „het PVC” genoemd) en op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna „de HV” genoemd), besluiten dat het mandaat van de SVEU eerder wordt beëindigd.

    Artikel 2

    Beleidsdoelstellingen

    Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de volgende beleidsdoelstellingen van de Unie in Bosnië en Herzegovina (hierna „BiH” genoemd): verdere vooruitgang bij het stabilisatie- en associatieproces, met als doel te komen tot een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam, multi-etnisch en verenigd BiH, dat vreedzaam samenwerkt met zijn buurlanden en onherroepelijk op weg is naar lidmaatschap van de Unie. De Unie zal ook de uitvoering van het Algemeen Kaderakkoord voor vrede in BiH (GFAP) verder ondersteunen.

    Artikel 3

    Mandaat

    Met het oog op de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

    a)

    het politieke proces van het advies van de Unie voorzien en faciliteren;

    b)

    consistentie en samenhang in het optreden van de Unie brengen;

    c)

    vooruitgang met betrekking tot de politieke, economische en Europese prioriteiten bevorderen;

    d)

    toezicht houden en advies verlenen aan de uitvoerende en de wetgevende macht op alle bestuursniveaus in BiH, en contacten onderhouden met de autoriteiten en de politieke partijen in BiH;

    e)

    ervoor zorgen dat de inspanningen van de Unie voor het gehele scala van activiteiten op het gebied van de rechtsstaat en de hervorming van de veiligheidssector worden uitgevoerd, de algehele coördinatie op Unieniveau bevorderen, en ter plaatse politieke sturing geven aan de inspanningen van de Unie ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit en corruptie, en in die context, waar nodig, evaluatie en advies verstrekken aan de HV en de Commissie;

    f)

    ondersteuning bieden voor een intensievere en meer doeltreffende samenwerking tussen openbaar ministerie en politie in BiH;

    g)

    zonder afbreuk te doen aan de militaire commandostructuur, de commandant van de troepen van de Unie politieke aansturing geven inzake militaire aangelegenheden met een lokale politieke dimensie, met name wat betreft delicate operaties, de betrekkingen met de lokale overheden en met de lokale media; overleg plegen met de commandant van de troepen van de Unie voordat politieke actie wordt ondernomen die gevolgen kan hebben voor de veiligheidssituatie;

    h)

    de communicatie van de Unie met de bevolking van BiH over Uniekwesties voeren en coördineren;

    i)

    het proces van integratie in de EU stimuleren, via gerichte publieke diplomatie en het propageren door de Unie van meer begrip en een groter draagvlak bij de bevolking van BiH voor EU-kwesties, onder meer door de actoren van de civiele samenleving in te schakelen;

    j)

    bijdragen aan de ontwikkeling en bestendiging van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in BiH, overeenkomstig het mensenrechtenbeleid van de Unie en de richtsnoeren van de Unie inzake mensenrechten;

    k)

    de bevoegde autoriteiten van BiH door middel van dialoog aansporen tot volledige samenwerking met het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY);

    l)

    in overeenstemming met het integratieproces van de Unie, advies en bijstand verstrekken inzake de politieke dialoog over de noodzakelijke grondwetswijzigingen, die vergemakkelijken en er toezicht op houden;

    m)

    nauw contact en overleg onderhouden met de hoge vertegenwoordiger in BiH en andere bevoegde internationale organisaties die in het land werkzaam zijn;

    n)

    waar nodig de HV adviseren tegen welke natuurlijke of rechtspersonen, gelet op de situatie in BiH, beperkende maatregelen zouden kunnen worden genomen;

    o)

    zonder afbreuk te doen aan de desbetreffende commandostructuur, ertoe bijdragen dat alle instrumenten van de Unie ter plaatse op coherente wijze worden gebruikt, teneinde de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken.

    Artikel 4

    Uitvoering van het mandaat

    1.   De SVEU is, onder het gezag van de HV, verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

    2.   Het PVC onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische adviezen en politieke aansturing ten behoeve van de SVEU.

    3.   De SVEU werkt nauw samen met de Europese Dienst voor extern optreden (hierna „de EDEO” genoemd) en zijn bevoegde afdelingen.

    Artikel 5

    Financiering

    1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 juli 2015 tot en met 31 oktober 2015 beloopt 1 700 000 EUR.

    2.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie. Onderdanen van de landen van de Westelijke Balkan mogen inschrijven bij aanbestedingen.

    3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

    Artikel 6

    Vorming en samenstelling van het team

    1.   Er wordt een speciale staf benoemd die de SVEU bijstaat bij de uitvoering van zijn mandaat en bijdraagt tot de samenhang, de zichtbaarheid en de doeltreffendheid van het algehele optreden van de Unie in BiH. Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het samenstellen van zijn team. Het team dient leden te bevatten die over de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken beschikken. De SVEU houdt de Raad en de Commissie onmiddellijk op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

    2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. Het salaris van het gedetacheerde personeel komt ten laste van respectievelijk de lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

    3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, de instelling van de Unie of de EDEO en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

    Artikel 7

    Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn personeel

    De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn medewerkers, worden naargelang het geval met de ontvangende partij overeengekomen. De lidstaten en de EDEO verlenen daartoe alle nodige steun.

    Artikel 8

    Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie

    De SVEU en de leden van zijn team leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiliging na die zijn vastgelegd in Besluit 2013/488/EU van de Raad (2).

    Artikel 9

    Toegang tot informatie en logistieke steun

    1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

    2.   De delegaties van de Unie en/of de lidstaten, naargelang het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

    Artikel 10

    Veiligheid

    Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder het gezag van de SVEU staat, in overeenstemming met het mandaat van de SVEU en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, met name door:

    a)

    een specifiek veiligheidsplan op te stellen op basis van richtsnoeren van de EDEO, dat onder meer specifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, en het beheer van veiligheidsincidenten omvat en te voorzien in een nood- en evacuatieplan voor de kantoren;

    b)

    ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, afgestemde verzekering tegen grote risico's;

    c)

    ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, een passende beveiligingsopleiding hebben genoten, gebaseerd op de risicoklasse waarin dat gebied door de EDEO is ingedeeld;

    d)

    ervoor te zorgen dat alle naar aanleiding van reguliere beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden uitgevoerd, en aan de Raad, de HV, en de Commissie schriftelijk verslag uit te brengen over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het voortgangsverslag en het verslag over de uitvoering van het mandaat.

    Artikel 11

    Verslagen

    De SVEU brengt regelmatig mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde verslagen worden verspreid via het Coreu-netwerk. De SVEU kan de Raad Buitenlandse Zaken verslagen voorleggen. Overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag kan de SVEU worden ingeschakeld bij de informatieverstrekking aan het Europees Parlement.

    Artikel 12

    Coördinatie

    1.   De SVEU draagt bij aan de eenheid, de consistentie en de doeltreffendheid van het optreden van de Unie en hij helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie en alle acties van de lidstaten op coherente wijze worden ingezet teneinde de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met die van de Commissie, en in voorkomend geval met die van andere SVEU's die actief zijn in de regio. De SVEU verstrekt regelmatig informatie aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Unie.

    2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de hoofden van de delegaties van de Unie in de regio en met de missiehoofden van de lidstaten. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt tevens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse, en coördineert met name nauw met de hoge vertegenwoordiger in BiH.

    3.   Ter ondersteuning van crisisbeheersingsoperaties van de Unie draagt de SVEU, samen met de andere actoren van de Unie ter plaatse, zorg voor een betere verspreiding en uitwisseling van informatie door deze actoren, met het oog op een hoge mate van gemeenschappelijk omgevingsbewustzijn en situatiebeoordeling.

    Artikel 13

    Ondersteuning bij vorderingen

    De SVEU en zijn personeel bieden ondersteuning bij het verschaffen van gegevens in reactie op alle vorderingen en verplichtingen die voortvloeien uit de mandaten van de vorige SVEU's in BiH, en zij bieden administratieve ondersteuning alsmede toegang tot de dossiers die voor dit doel relevant zijn.

    Artikel 14

    Toetsing

    De toepassing van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de Raad, de HV en de Commissie vóór eind september 2015 een verslag over de uitvoering van het mandaat voor.

    Artikel 15

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2015.

    Gedaan te Luxemburg, 22 juni 2015.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. MOGHERINI


    (1)  Besluit (GBVB) 2015/77 van de Raad van 19 januari 2015 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (PB L 13 van 20.1.2015, blz. 7).

    (2)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).


    Top