EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015B0369

Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2015/369 van de gewijzigde begroting nr. 5 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014

PB L 73 van 17.3.2015, p. 468–492 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2014

ELI: http://data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2014/5/oj

17.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 73/468


DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2015/369

van de gewijzigde begroting nr. 5 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3),

Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014, definitief vastgesteld op 20 november 2013 (4),

Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014, goedgekeurd door de Commissie op 17 oktober 2014,

having regard to Amending letter No 1/2014 to Draft amending budget No 6/2014, which the Commission adopted on 3 December 2014,

Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2014, vastgesteld door de Raad op 12 december 2014 en toegezonden aan het Europees Parlement op dezelfde dag,

Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 17 december 2014,

Gezien de artikelen 88 en 91 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 5 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 17 december 2014.

De voorzitter

M. SCHULZ


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

(3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(4)  PB L 51 van 20.2.2014.


GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 5 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2014

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

A. Inleiding en financiering van de algemene begroting 470
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel 482

— Titel 1:

Eigen middelen 483

— Titel 3:

Overschotten, saldi en aanpassingen 487

A.   INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2014 moeten worden gedekt overeenkomstig artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

Omschrijving

Begroting 2014 (1)

Begroting 2013 (2)

Verschil (in %)

1.

Slimme en inclusieve groei

65 300 076 773

69 127 255 205

–5,54

2.

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

56 443 752 595

57 814 298 094

–2,37

3.

Veiligheid en burgerschap

1 665 510 850

1 894 151 766

–12,07

4.

Europa als wereldspeler

6 840 903 616

6 731 869 945

+1,62

5.

Administratie

8 405 483 381

8 417 791 740

–0,15

6.

Compensatie

28 600 000

75 000 000

–61,87

Speciale instrumenten

350 000 000

390 465 192

–10,36

Totaal uitgaven  (3)

139 034 233 715

144 450 831 942

–3,75


ONTVANGSTEN

Omschrijving

Begroting 2014 (4)

Begroting 2013 (5)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

5 545 428 277

3 067 967 007

+80,75

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

p.m.

1 023 276 526

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

34 000 000

Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

4 095 463 000

p.m.

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

9 640 891 277

4 125 243 533

+ 133,70

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

16 084 600 000

14 822 700 000

+8,51

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

17 689 735 350

14 680 052 250

+20,50

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

95 619 007 088

110 822 836 159

–13,72

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten. (6)

129 393 342 438

140 325 588 409

–7,79

Totaal ontvangsten  (7)

139 034 233 715

144 450 831 942

–3,75


TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (8)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

1 665 407 000

3 925 460 000

50

1 962 730 000

1 665 407 000

 

Bulgarije

193 091 000

399 471 000

50

199 735 500

193 091 000

 

Tsjechië

596 638 000

1 357 846 000

50

678 923 000

596 638 000

 

Denemarken

951 296 000

2 654 016 000

50

1 327 008 000

951 296 000

 

Duitsland

12 418 967 000

29 002 636 000

50

14 501 318 000

12 418 967 000

 

Estland

87 147 000

186 046 000

50

93 023 000

87 147 000

 

Ierland

655 428 000

1 434 183 000

50

717 091 500

655 428 000

 

Griekenland

709 312 000

1 798 621 000

50

899 310 500

709 312 000

 

Spanje

4 756 829 000

10 283 204 000

50

5 141 602 000

4 756 829 000

 

Frankrijk

9 731 337 000

21 411 597 000

50

10 705 798 500

9 731 337 000

 

Kroatië

263 049 000

422 319 000

50

211 159 500

211 159 500

Kroatië

Italië

6 042 837 000

15 763 695 000

50

7 881 847 500

6 042 837 000

 

Cyprus

105 170 000

153 422 000

50

76 711 000

76 711 000

Cyprus

Letland

88 567 000

246 154 000

50

123 077 000

88 567 000

 

Litouwen

138 416 000

349 250 000

50

174 625 000

138 416 000

 

Luxemburg

268 280 000

325 038 000

50

162 519 000

162 519 000

Luxemburg

Hongarije

401 698 000

979 528 000

50

489 764 000

401 698 000

 

Malta

51 049 000

70 431 000

50

35 215 500

35 215 500

Malta

Nederland

2 743 653 000

6 249 242 000

50

3 124 621 000

2 743 653 000

 

Oostenrijk

1 499 731 000

3 217 349 000

50

1 608 674 500

1 499 731 000

 

Polen

1 750 837 000

3 931 784 000

50

1 965 892 000

1 750 837 000

 

Portugal

767 138 000

1 655 525 000

50

827 762 500

767 138 000

 

Roemenië

528 406 000

1 444 740 000

50

722 370 000

528 406 000

 

Slovenië

177 308 000

352 303 000

50

176 151 500

176 151 500

Slovenië

Slowakije

230 006 000

725 821 000

50

362 910 500

230 006 000

 

Finland

928 440 000

1 983 150 000

50

991 575 000

928 440 000

 

Zweden

1 889 310 000

4 380 034 000

50

2 190 017 000

1 889 310 000

 

Verenigd Koninkrijk

9 529 537 000

20 226 302 000

50

10 113 151 000

9 529 537 000

 

Totaal

59 168 884 000

134 929 167 000

 

67 464 583 500

58 965 784 500

 


TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3) = (1) × (2)

België

1 665 407 000

0,300

499 622 100

Bulgarije

193 091 000

0,300

57 927 300

Tsjechië

596 638 000

0,300

178 991 400

Denemarken

951 296 000

0,300

285 388 800

Duitsland

12 418 967 000

0,300

3 725 690 100

Estland

87 147 000

0,300

26 144 100

Ierland

655 428 000

0,300

196 628 400

Griekenland

709 312 000

0,300

212 793 600

Spanje

4 756 829 000

0,300

1 427 048 700

Frankrijk

9 731 337 000

0,300

2 919 401 100

Kroatië

211 159 500

0,300

63 347 850

Italië

6 042 837 000

0,300

1 812 851 100

Cyprus

76 711 000

0,300

23 013 300

Letland

88 567 000

0,300

26 570 100

Litouwen

138 416 000

0,300

41 524 800

Luxemburg

162 519 000

0,300

48 755 700

Hongarije

401 698 000

0,300

120 509 400

Malta

35 215 500

0,300

10 564 650

Nederland

2 743 653 000

0,300

823 095 900

Oostenrijk

1 499 731 000

0,300

449 919 300

Polen

1 750 837 000

0,300

525 251 100

Portugal

767 138 000

0,300

230 141 400

Roemenië

528 406 000

0,300

158 521 800

Slovenië

176 151 500

0,300

52 845 450

Slowakije

230 006 000

0,300

69 001 800

Finland

928 440 000

0,300

278 532 000

Zweden

1 889 310 000

0,300

566 793 000

Verenigd Koninkrijk

9 529 537 000

0,300

2 858 861 100

Totaal

58 965 784 500

 

17 689 735 350


TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3) = (1) × (2)

België

3 925 460 000

 

2 781 819 498

Bulgarije

399 471 000

 

283 089 426

Tsjechië

1 357 846 000

 

962 252 189

Denemarken

2 654 016 000

 

1 880 797 016

Duitsland

29 002 636 000

 

20 553 030 295

Estland

186 046 000

 

131 843 501

Ierland

1 434 183 000

 

1 016 349 226

Griekenland

1 798 621 000

 

1 274 612 139

Spanje

10 283 204 000

 

7 287 303 242

Frankrijk

21 411 597 000

 

15 173 558 770

Kroatië

422 319 000

 

299 280 907

Italië

15 763 695 000

 

11 171 112 202

Cyprus

153 422 000

 

108 724 152

Letland

246 154 000

0,7086608 (9)

174 439 683

Litouwen

349 250 000

 

247 499 773

Luxemburg

325 038 000

 

230 341 679

Hongarije

979 528 000

 

694 153 065

Malta

70 431 000

 

49 911 687

Nederland

6 249 242 000

 

4 428 592 634

Oostenrijk

3 217 349 000

 

2 280 009 013

Polen

3 931 784 000

 

2 786 301 068

Portugal

1 655 525 000

 

1 173 205 618

Roemenië

1 444 740 000

 

1 023 830 558

Slovenië

352 303 000

 

249 663 314

Slowakije

725 821 000

 

514 360 867

Finland

1 983 150 000

 

1 405 380 602

Zweden

4 380 034 000

 

3 103 958 258

Verenigd Koninkrijk

20 226 302 000

 

14 333 586 706

Totaal

134 929 167 000

 

95 619 007 088


TABEL 4.1

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2013 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

Omschrijving

Coëfficiënt (10) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

15,5861

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

6,1166

 

3.

(1) – (2)

9,4694

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

134 675 970 767

5.

Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (11)

 

31 337 201 043

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

103 338 769 725

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

6 458 490 768

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (12)

 

883 513 735

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

5 574 977 032

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (13)

 

32 794 702

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

 

5 542 182 331


TABEL 4.2

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2011 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 6)

Omschrijving

Coëfficiënt (14) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

14,9811

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,3021

 

3.

(1) – (2)

7,6790

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

116 702 674 481

5

Uitbreidingsuitgaven (15)

 

26 831 341 733

5a.

Pretoetredingsuitgaven

 

3 040 714 610

5b.

Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

 

23 790 627 123

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

89 871 332 749

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

4 554 788 119

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (16)

 

358 708 861

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

4 196 079 257

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (17)

 

7 667 508

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (18) = (9) – (10)

 

4 188 411 749


TABEL 4.3

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2010 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 5)

Omschrijving

Coëfficiënt (19) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

15,4336

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,7118

 

3.

(1) – (2)

7,7218

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

111 424 575 479

5.

Uitbreidingsuitgaven (20)

 

23 861 206 535

5a.

Pretoetredingsuitgaven

 

2 970 699 609

5b.

Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

 

20 890 506 926

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

87 563 368 944

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

4 462 554 636

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (21)

 

703 660 977

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

3 758 893 659

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (22)

 

19 348 038

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (23) = (9) – (10)

 

3 739 545 621


TABEL 5.1

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op – 5 542 182 331 EUR (hoofdstuk 1 5)

Lidstaat

Aandelen in de bni-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

Financierings-sleutel

Op de correctie toegepaste financierings-sleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6) = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,91

3,42

5,46

 

1,53

4,95

274 500 044

Bulgarije

0,30

0,35

0,56

 

0,16

0,50

27 934 257

Tsjechië

1,01

1,18

1,89

 

0,53

1,71

94 951 620

Denemarken

1,97

2,31

3,69

 

1,03

3,35

185 590 353

Duitsland

21,49

25,29

0,00

–18,96

0,00

6,32

350 335 402

Estland

0,14

0,16

0,26

 

0,07

0,23

13 009 847

Ierland

1,06

1,25

2,00

 

0,56

1,81

100 289 723

Griekenland

1,33

1,57

2,50

 

0,70

2,27

125 774 188

Spanje

7,62

8,97

14,31

 

4,01

12,97

719 085 138

Frankrijk

15,87

18,67

29,80

 

8,35

27,02

1 497 272 756

Kroatië

0,31

0,37

0,59

 

0,16

0,53

29 531 974

Italië

11,68

13,74

21,94

 

6,15

19,89

1 102 325 579

Cyprus

0,11

0,13

0,21

 

0,06

0,19

10 728 512

Letland

0,18

0,21

0,34

 

0,10

0,31

17 213 087

Litouwen

0,26

0,30

0,49

 

0,14

0,44

24 422 396

Luxemburg

0,24

0,28

0,45

 

0,13

0,41

22 729 297

Hongarije

0,73

0,85

1,36

 

0,38

1,24

68 496 553

Malta

0,05

0,06

0,10

 

0,03

0,09

4 925 108

Nederland

4,63

5,45

0,00

–4,09

0,00

1,36

75 487 301

Oostenrijk

2,38

2,80

0,00

–2,10

0,00

0,70

38 863 752

Polen

2,91

3,43

5,47

 

1,53

4,96

274 942 269

Portugal

1,23

1,44

2,30

 

0,65

2,09

115 767 753

Roemenië

1,07

1,26

2,01

 

0,56

1,82

101 027 954

Slovenië

0,26

0,31

0,49

 

0,14

0,44

24 635 887

Slowakije

0,54

0,63

1,01

 

0,28

0,92

50 755 299

Finland

1,47

1,73

2,76

 

0,77

2,50

138 677 954

Zweden

3,25

3,82

0,00

–2,86

0,00

0,95

52 908 328

Verenigd Koninkrijk

14,99

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–28,02

28,02

100,00

5 542 182 331

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 5.2

Tussentijdse bijstelling van de financiering van de Britse correctie voor 2011 (hoofdstuk 36)

Lidstaat

Bedrag

 

(1)

België

8 101 453

Bulgarije

1 375 381

Tsjechië

5 056 538

Denemarken

7 280 734

Duitsland

18 309 269

Estland

885 630

Ierland

8 409 370

Griekenland

3 438 553

Spanje

21 543 140

Frankrijk

58 179 865

Kroatië

Italië

37 543 615

Cyprus

479 335

Letland

1 333 866

Litouwen

1 324 873

Luxemburg

–29 470

Hongarije

4 872 613

Malta

438 532

Nederland

2 529 744

Oostenrijk

1 155 028

Polen

17 881 528

Portugal

5 178 017

Roemenië

305 779

Slovenië

1 156 634

Slowakije

1 786 552

Finland

1 891 154

Zweden

2 983 045

Verenigd Koninkrijk

– 213 410 778

Totaal

0


TABEL 5.3

Financiering van de definitieve correctie voor het Verenigd Koninkrijk voor 2010 (hoofdstuk 35)

Lidstaat

Bedrag

 

(1)

België

4 520 547

Bulgarije

562 835

Tsjechië

2 556 272

Denemarken

3 345 263

Duitsland

10 941 079

Estland

334 638

Ierland

5 207 662

Griekenland

452 777

Spanje

5 161 577

Frankrijk

36 713 295

Kroatië

Italië

25 185 874

Cyprus

919 896

Letland

377 190

Litouwen

527 852

Luxemburg

– 467 949

Hongarije

925 341

Malta

320 963

Nederland

1 088 457

Oostenrijk

439 387

Polen

4 287 709

Portugal

2 496 000

Roemenië

– 392 307

Slovenië

896 466

Slowakije

913 354

Finland

822 308

Zweden

867 048

Verenigd Koninkrijk

– 109 003 534

Totaal

0


TABEL 6

Samenvatting van de financiering (24) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totaal eigen middelen (25)

Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

Netto douanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

(3)= (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8) = (5) + (6) + (7)

(9)

(10) = (3) + (8)

België

–7 008 187

1 437 939 613

1 430 931 426

476 977 142

499 622 100

2 781 819 498

287 122 045

3 568 563 643

3,15

4 999 495 069

Bulgarije

400 000

59 648 930

60 048 930

20 016 310

57 927 300

283 089 426

29 872 473

370 889 199

0,33

430 938 129

Tsjechië

2 719 317

167 448 201

170 167 518

56 722 506

178 991 400

962 252 189

102 564 430

1 243 808 019

1,10

1 413 975 537

Denemarken

–5 037 845

310 359 235

305 321 390

101 773 797

285 388 800

1 880 797 016

196 216 349

2 362 402 165

2,08

2 667 723 555

Duitsland

–44 722 930

3 401 939 670

3 357 216 740

1 119 072 243

3 725 690 100

20 553 030 295

379 585 752

24 658 306 147

21,76

28 015 522 887

Estland

0

23 305 176

23 305 176

7 768 392

26 144 100

131 843 501

14 230 114

172 217 715

0,15

195 522 891

Ierland

–1 628 671

235 618 407

233 989 736

77 996 579

196 628 400

1 016 349 226

113 906 755

1 326 884 381

1,17

1 560 874 117

Griekenland

492 476

111 905 910

112 398 386

37 466 129

212 793 600

1 274 612 139

129 665 518

1 617 071 257

1,43

1 729 469 643

Spanje

748 762

1 044 215 608

1 044 964 370

348 321 457

1 427 048 700

7 287 303 242

745 789 855

9 460 141 797

8,35

10 505 106 167

Frankrijk

–35 571 563

1 455 392 829

1 419 821 266

473 273 755

2 919 401 100

15 173 558 770

1 592 165 916

19 685 125 786

17,37

21 104 947 052

Kroatië

1 700 000

35 727 758

37 427 758

12 475 920

63 347 850

299 280 907

29 531 974

392 160 731

0,35

429 588 489

Italië

– 733 959

1 435 270 298

1 434 536 339

478 178 780

1 812 851 100

11 171 112 202

1 165 055 067

14 149 018 369

12,49

15 583 554 708

Cyprus

0

15 605 228

15 605 228

5 201 743

23 013 300

108 724 152

12 127 743

143 865 195

0,13

159 470 423

Letland

–37 322

22 175 850

22 138 528

7 379 509

26 570 100

174 439 683

18 924 143

219 933 926

0,19

242 072 454

Litouwen

747 545

54 720 963

55 468 508

18 489 503

41 524 800

247 499 773

26 275 121

315 299 694

0,28

370 768 202

Luxemburg

0

12 114 585

12 114 585

4 038 195

48 755 700

230 341 679

22 231 878

301 329 257

0,27

313 443 842

Hongarije

1 556 690

89 730 060

91 286 750

30 428 917

120 509 400

694 153 065

74 294 507

888 956 972

0,78

980 243 722

Malta

0

9 342 604

9 342 604

3 114 201

10 564 650

49 911 687

5 684 602

66 160 939

0,06

75 503 543

Nederland

–8 805 676

1 970 981 343

1 962 175 667

654 058 556

823 095 900

4 428 592 634

79 105 502

5 330 794 036

4,70

7 292 969 703

Oostenrijk

–3 287 560

173 300 162

170 012 602

56 670 868

449 919 300

2 280 009 013

40 458 167

2 770 386 480

2,44

2 940 399 082

Polen

8 893 006

382 020 084

390 913 090

130 304 364

525 251 100

2 786 301 068

297 111 506

3 608 663 674

3,18

3 999 576 764

Portugal

– 451 346

125 149 821

124 698 475

41 566 158

230 141 400

1 173 205 618

123 441 770

1 526 788 788

1,35

1 651 487 263

Roemenië

900 000

106 464 614

107 364 614

35 788 205

158 521 800

1 023 830 558

100 941 426

1 283 293 784

1,13

1 390 658 398

Slovenië

–4 160

60 264 926

60 260 766

20 086 922

52 845 450

249 663 314

26 688 987

329 197 751

0,29

389 458 517

Slowakije

532 249

89 627 394

90 159 643

30 053 214

69 001 800

514 360 867

53 455 205

636 817 872

0,56

726 977 515

Finland

– 507 994

121 556 512

121 048 518

40 349 506

278 532 000

1 405 380 602

141 391 417

1 825 304 019

1,61

1 946 352 537

Zweden

– 409 989

459 635 560

459 225 571

153 075 190

566 793 000

3 103 958 258

56 758 421

3 727 509 679

3,29

4 186 735 250

Verenigd Koninkrijk

17 157

2 762 638 659

2 762 655 816

920 885 272

2 858 861 100

14 333 586 706

–5 864 596 643

11 327 851 163

10,00

14 090 506 979

Totaal

–89 500 000

16 174 100 000

16 084 600 000

5 361 533 333

17 689 735 350

95 619 007 088

0

113 308 742 438

100,00

129 393 342 438

B.   ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

Titel

Rubriek

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

1

EIGEN MIDDELEN

133 488 805 438

–4 095 463 000

129 393 342 438

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

0,—

4 095 463 000

4 095 463 000

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 274 999 230

 

1 274 999 230

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

53 752 047

 

53 752 047

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

60 000 000

 

60 000 000

7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

3 973 000 000

 

3 973 000 000

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

153 477 000

 

153 477 000

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

30 200 000

 

30 200 000

 

TOTAAL-GENERAAL

139 034 233 715

 

139 034 233 715

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopsseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

– 214 000 000

 

– 214 000 000

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

 

p.m.

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

p.m.

 

p.m.

1 1 7

Productieheffing

124 500 000

 

124 500 000

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

p.m.

 

p.m.

1 1 9

Overschotheffing

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

–89 500 000

 

–89 500 000

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

15 754 100 000

420 000 000

16 174 100 000

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

15 754 100 000

420 000 000

16 174 100 000

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

17 689 735 350

 

17 689 735 350

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

17 689 735 350

 

17 689 735 350

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

100 134 470 088

–4 515 463 000

95 619 007 088

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

100 134 470 088

–4 515 463 000

95 619 007 088

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

0,—

 

0,—

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

0,—

 

0,—

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

Titel 1 — Totaal

133 488 805 438

–4 095 463 000

129 393 342 438

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

HOOFDSTUK 1 5 —

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

HOOFDSTUK 1 6 —

AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

HOOFDSTUK 1 2 —   DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 2 0
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

15 754 100 000

420 000 000

16 174 100 000

Toelichting

De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Lidstaat

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

België

1 400 600 000

37 339 613

1 437 939 613

Bulgarije

58 100 000

1 548 930

59 648 930

Tsjechië

163 100 000

4 348 201

167 448 201

Denemarken

302 300 000

8 059 235

310 359 235

Duitsland

3 313 600 000

88 339 670

3 401 939 670

Estland

22 700 000

605 176

23 305 176

Ierland

229 500 000

6 118 407

235 618 407

Griekenland

109 000 000

2 905 910

111 905 910

Spanje

1 017 100 000

27 115 608

1 044 215 608

Frankrijk

1 417 600 000

37 792 829

1 455 392 829

Kroatië

34 800 000

927 758

35 727 758

Italië

1 398 000 000

37 270 298

1 435 270 298

Cyprus

15 200 000

405 228

15 605 228

Letland

21 600 000

575 850

22 175 850

Litouwen

53 300 000

1 420 963

54 720 963

Luxemburg

11 800 000

314 585

12 114 585

Hongarije

87 400 000

2 330 060

89 730 060

Malta

9 100 000

242 604

9 342 604

Nederland

1 919 800 000

51 181 343

1 970 981 343

Oostenrijk

168 800 000

4 500 162

173 300 162

Polen

372 100 000

9 920 084

382 020 084

Portugal

121 900 000

3 249 821

125 149 821

Roemenië

103 700 000

2 764 614

106 464 614

Slovenië

58 700 000

1 564 926

60 264 926

Slowakije

87 300 000

2 327 394

89 627 394

Finland

118 400 000

3 156 512

121 556 512

Zweden

447 700 000

11 935 560

459 635 560

Verenigd Koninkrijk

2 690 900 000

71 738 659

2 762 638 659

Totaal van artikel 1 2 0

15 754 100 000

420 000 000

16 174 100 000

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

100 134 470 088

–4 515 463 000

95 619 007 088

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7087 %.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

Lidstaat

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

België

2 913 186 716

– 131 367 218

2 781 819 498

Bulgarije

296 457 896

–13 368 470

283 089 426

Tsjechië

1 007 693 093

–45 440 904

962 252 189

Denemarken

1 969 614 811

–88 817 795

1 880 797 016

Duitsland

21 523 616 071

– 970 585 776

20 553 030 295

Estland

138 069 611

–6 226 110

131 843 501

Ierland

1 064 344 781

–47 995 555

1 016 349 226

Griekenland

1 334 803 769

–60 191 630

1 274 612 139

Spanje

7 631 435 117

– 344 131 875

7 287 303 242

Frankrijk

15 890 107 135

– 716 548 365

15 173 558 770

Kroatië

313 413 995

–14 133 088

299 280 907

Italië

11 698 651 082

– 527 538 880

11 171 112 202

Cyprus

113 858 486

–5 134 334

108 724 152

Letland

182 677 333

–8 237 650

174 439 683

Litouwen

259 187 576

–11 687 803

247 499 773

Luxemburg

241 219 216

–10 877 537

230 341 679

Hongarije

726 933 393

–32 780 328

694 153 065

Malta

52 268 690

–2 357 003

49 911 687

Nederland

4 637 726 224

– 209 133 590

4 428 592 634

Oostenrijk

2 387 678 990

– 107 669 977

2 280 009 013

Polen

2 917 879 922

– 131 578 854

2 786 301 068

Portugal

1 228 608 479

–55 402 861

1 173 205 618

Roemenië

1 072 179 407

–48 348 849

1 023 830 558

Slovenië

261 453 287

–11 789 973

249 663 314

Slowakije

538 650 781

–24 289 914

514 360 867

Finland

1 471 747 575

–66 366 973

1 405 380 602

Zweden

3 250 537 992

– 146 579 734

3 103 958 258

Verenigd Koninkrijk

15 010 468 660

– 676 881 954

14 333 586 706

Totaal van artikel 1 4 0

100 134 470 088

–4 515 463 000

95 619 007 088

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

 

p.m.

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 3 1

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

–80 683 434

–80 683 434

 

Artikel 3 1 0 — Totaal

p.m.

–80 683 434

–80 683 434

 

HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL

p.m.

–80 683 434

–80 683 434

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

4 176 146 434

4 176 146 434

 

Artikel 3 2 0 — Totaal

p.m.

4 176 146 434

4 176 146 434

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

p.m.

4 176 146 434

4 176 146 434

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 3 5

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

0,—

 

0,—

 

Artikel 3 5 0 — Totaal

0,—

 

0,—

 

HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL

0,—

 

0,—

HOOFDSTUK 3 6

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

0,—

 

0,—

 

Artikel 3 6 0 — Totaal

0,—

 

0,—

 

HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL

0,—

 

0,—

 

Titel 3 — Totaal

0,—

4 095 463 000

4 095 463 000

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

HOOFDSTUK 3 1 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

HOOFDSTUK 3 2 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

HOOFDSTUK 3 4 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

HOOFDSTUK 3 5 —

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

HOOFDSTUK 3 6 —

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

HOOFDSTUK 3 1 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

3 1 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

p.m.

–80 683 434

–80 683 434

Toelichting

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.

Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kan boeken.

Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.

Lidstaat

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

België

p.m.

9 024 000

9 024 000

Bulgarije

p.m.

p.m.

Tsjechië

p.m.

5 266 000

5 266 000

Denemarken

p.m.

–7 945 000

–7 945 000

Duitsland

p.m.

–27 014 000

–27 014 000

Estland

p.m.

– 459 000

– 459 000

Ierland

p.m.

6 536 000

6 536 000

Griekenland

p.m.

73 206 000

73 206 000

Spanje

p.m.

–45 030 000

–45 030 000

Frankrijk

p.m.

36 978 000

36 978 000

Kroatië

p.m.

– 214 000

– 214 000

Italië

p.m.

–52 778 434

–52 778 434

Cyprus

p.m.

p.m.

Letland

p.m.

5 480 000

5 480 000

Litouwen

p.m.

–1 225 000

–1 225 000

Luxemburg

p.m.

–10 259 000

–10 259 000

Hongarije

p.m.

1 932 000

1 932 000

Malta

p.m.

p.m.

Nederland

p.m.

–4 505 000

–4 505 000

Oostenrijk

p.m.

3 073 000

3 073 000

Polen

p.m.

–75 926 000

–75 926 000

Portugal

p.m.

12 195 000

12 195 000

Roemenië

p.m.

2 163 000

2 163 000

Slovenië

p.m.

p.m.

Slowakije

p.m.

34 000

34 000

Finland

p.m.

–8 009 000

–8 009 000

Zweden

p.m.

–3 206 000

–3 206 000

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

Totaal van post 3 1 0 3

p.m.

–80 683 434

–80 683 434

HOOFDSTUK 3 2 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

3 2 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

p.m.

4 176 146 434

4 176 146 434

Toelichting

Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.

De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kan boeken.

Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

Lidstaat

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 5/2014

Nieuw bedrag

België

p.m.

109 853 000

109 853 000

Bulgarije

p.m.

p.m.

Tsjechië

p.m.

73 255 000

73 255 000

Denemarken

p.m.

– 117 740 000

– 117 740 000

Duitsland

p.m.

1 386 017 000

1 386 017 000

Estland

p.m.

7 770 000

7 770 000

Ierland

p.m.

105 640 000

105 640 000

Griekenland

p.m.

148 776 000

148 776 000

Spanje

p.m.

634 182 000

634 182 000

Frankrijk

p.m.

p.m.

Kroatië

p.m.

–1 205 000

–1 205 000

Italië

p.m.

381 068 434

381 068 434

Cyprus

p.m.

p.m.

Letland

p.m.

19 093 000

19 093 000

Litouwen

p.m.

8 741 000

8 741 000

Luxemburg

p.m.

–56 671 000

–56 671 000

Hongarije

p.m.

37 850 000

37 850 000

Malta

p.m.

p.m.

Nederland

p.m.

1 107 927 000

1 107 927 000

Oostenrijk

p.m.

–60 167 000

–60 167 000

Polen

p.m.

49 123 000

49 123 000

Portugal

p.m.

109 407 000

109 407 000

Roemenië

p.m.

72 917 000

72 917 000

Slovenië

p.m.

p.m.

Slowakije

p.m.

–6 697 000

–6 697 000

Finland

p.m.

–26 310 000

–26 310 000

Zweden

p.m.

193 317 000

193 317 000

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

Totaal van post 3 2 0 3

p.m.

4 176 146 434

4 176 146 434


(1)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2014 (PB L 51 van 20.2.2014) plus met die van de gewijzigde begrotingen nrs. 1 t/m 5 voor 2014.

(2)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1) plus met die van de gewijzigde begrotingen nrs. 1 t/m 9 voor 2013.

(3)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

(4)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2014 (PB L 51 van 20.2.2014) plus met die van de gewijzigde begrotingen nrs. 1 t/m 5 voor 2014.

(5)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1) plus met die van de gewijzigde begrotingen nrs. 1 t/m 9 voor 2013.

(6)  De eigen middelen voor de begroting 2014 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 160e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 19 mei 2014 zijn goedgekeurd.

(7)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

(8)  De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.

(9)  Berekening van het percentage: (95 619 007 088) / (134 929 167 000) = 0,708660767823461.

(10)  Afgeronde percentages.

(11)  Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in de tien lidstaten die tot de Unie zijn toegetreden op 1 mei 2004 en in de twee lidstaten die zijn toegetreden op 1 januari 2007, uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

(12)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

(13)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

(14)  Afgeronde percentages.

(15)  De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: i) de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2010, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2010, (5a) en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

(16)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

(17)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

(18)  Noot: Het verschil van -213 410 778 EUR tussen het voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2011 (4 188 411 749 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2011 (3 975 000 971 EUR, opgenomen in GB nr. 4/2012) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 36 van GB nr. 3/2014.

(19)  Afgeronde percentages.

(20)  De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: i) de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2009, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2009, (5a) en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

(21)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

(22)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

(23)  Noot: het verschil van -109 003 534 EUR tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2010 (3 739 545 621 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2010 (3 630 542 087 EUR, opgenomen in GB nr. 4/2012) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 35 van GB nr. 3/2014.

(24)  p.m. (eigen middelen + overige opbrengsten = totale opbrengsten = totale uitgaven); (129 393 342 438 + 9 640 891 277 = 139 034 233 715 = 139 034 233 715).

(25)  Totaal eigen middelen als percentage van het bni: (129 393 342 438) / (13 492 916 700 000) = 0,96 %; plafond eigen middelen als percentage van het bni: 1,23 %.


Top