EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R1218

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1218/2014 van de Commissie van 13 november 2014 tot wijziging van bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 wat betreft de veterinairrechtelijke voorschriften voor Trichinella in het modelcertificaat voor invoer in de Unie van als landbouwhuisdier gehouden varkens bestemd voor fok- of gebruiksdoeleinden of om te worden geslacht, en van vers vlees van deze dieren Voor de EER relevante tekst

PB L 329 van 14.11.2014, p. 20–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/04/2021; stilzwijgende opheffing door 32020R0692

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2014/1218/oj

14.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/20


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1218/2014 VAN DE COMMISSIE

van 13 november 2014

tot wijziging van bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 wat betreft de veterinairrechtelijke voorschriften voor Trichinella in het modelcertificaat voor invoer in de Unie van als landbouwhuisdier gehouden varkens bestemd voor fok- of gebruiksdoeleinden of om te worden geslacht, en van vers vlees van deze dieren

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG (1), en met name artikel 13, lid 1, onder e),

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (2), en met name artikel 9, lid 2, onder b), en artikel 9, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (3), en met name artikel 7, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (4) worden onder andere de voorschriften inzake veterinaire certificering vastgesteld voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde zendingen van levende dieren of vers vlees. Deze verordening bepaalt dat zendingen hoefdieren alleen in de Unie mogen worden binnengebracht als zij voldoen aan bepaalde voorschriften en vergezeld gaan van het juiste veterinaire certificaat, opgesteld overeenkomstig het relevante model in die Verordening.

(2)

De veterinaire modelcertificaten voor invoer in de Unie van als landbouwhuisdier gehouden varkens voor fok- en/of gebruiksdoeleinden of om onmiddellijk te worden geslacht, zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 206/2010 als model „POR-X” respectievelijk „POR-Y”. Die modellen omvatten geen garanties betreffende Trichinella.

(3)

Het veterinaire modelcertificaat voor invoer in de Unie van vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens is opgenomen in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 als model „POR”. Dat model omvat garanties betreffende Trichinella.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 2075/2005 van de Commissie (5) zijn regels vastgelegd voor de bemonstering van karkassen van diersoorten die gevoelig zijn voor besmetting met Trichinella en voor de bepaling van de status van bedrijven die varkens als landbouwhuisdieren houden.

(5)

In Verordening (EU) nr. 216/2014 van de Commissie (6) tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2075/2005 wordt voorzien in afwijkingen van de voorschriften voor het testen bij de slacht voor bedrijven waarvoor officieel is erkend dat zij gecontroleerde huisvestingsomstandigheden toepassen. Daarnaast wordt in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1114/2014 van de Commissie (7) bepaald dat één van de voorwaarden voor de erkenning van een bedrijf dat varkens als landbouwhuisdieren houdt, als een bedrijf waar gecontroleerde huisvestingsomstandigheden worden toegepast, erin bestaat dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven alleen nieuwe als landbouwhuisdieren gehouden varkens in dat bedrijf binnenbrengen indien deze dieren gekweekt zijn in en afkomstig zijn uit andere bedrijven die op hun beurt officieel erkend zijn als bedrijven waar gecontroleerde huisvestingsomstandigheden worden toegepast.

(6)

De veterinaire modelcertificaten „POR-X” en „POR-Y” in bijlage I en het modelcertificaat „POR” in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 moeten worden gewijzigd om de voorschriften van Verordening (EG) nr. 2075/2005, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 216/2014, met betrekking tot de invoer van als landbouwhuisdieren gehouden varkens en vers vlees van deze dieren te weerspiegelen. In de modelcertificaten moet met name informatie worden opgenomen over de officiële erkenning van het bedrijf vanwaar als landbouwhuisdieren gehouden varkens afkomstig zijn, of moet deze informatie worden gewijzigd, om de lidstaten in staat te stellen bij het slachten de juiste testregeling voor Trichinella toe te passen, de status van het bedrijf van bestemming van de als landbouwhuisdieren gehouden varkens voor fok- en/of gebruiksdoeleinden niet in gevaar te brengen en de veiligheid van het verse vlees te waarborgen.

(7)

Aanvullende garanties en specifieke voorwaarden met betrekking tot gecontroleerde huisvestingsomstandigheden voor wat Trichinella betreft, moeten door een officiële dierenarts in de veterinaire modelcertificaten „POR-X”, „POR-Y” en „POR” worden opgenomen.

(8)

Verordening (EG) nr. 206/2010 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Om onderbreking van de invoer in de Unie van zendingen als landbouwhuisdieren gehouden varkens en vers vlees van deze dieren te voorkomen, moet het gebruik van certificaten die zijn afgegeven overeenkomstig Verordening (EU) nr. 206/2010 in de versie vóór de bij deze verordening ingevoerde wijzigingen onder bepaalde voorwaarden gedurende een overgangsperiode worden toegestaan.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 206/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan de specifieke voorwaarden in deel 1 van bijlage I wordt de volgende code toegevoegd:

„„XI”

:

bedrijven of compartimenten waarvoor is erkend dat zij overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2075/2005 gecontroleerde huisvestingsvoorwaarden toepassen.”

.

2)

Het veterinair modelcertificaat „POR-X” in deel 2 van bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

na punt II.1.2 wordt het volgende punt II.1.3 ingevoegd:

„(2) (10) [II.1.3.

de als landbouwhuisdieren gehouden varkens zijn afkomstig van een bedrijf waarvoor officieel is erkend dat het overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2075/2005 gecontroleerde huisvestingsvoorwaarden toepast, of zijn niet gespeend en minder dan vijf weken oud.]”

;

b)

na voetnoot 9 wordt de volgende voetnoot ingevoegd:

„(10)

Alleen voor derde landen met de code „XI” in kolom 6 „Specifieke voorwaarden” in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 206/2010.”

.

3)

Het veterinair modelcertificaat „POR-Y” in deel 2 van bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

na punt II.1.2 wordt het volgende punt II.1.3 ingevoegd:

„(2) (5) [II.1.3.

de als landbouwhuisdieren gehouden varkens zijn afkomstig van een bedrijf waarvoor officieel is erkend dat het overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2075/2005 gecontroleerde huisvestingsvoorwaarden toepast, of zijn niet gespeend en minder dan vijf weken oud.]”

;

b)

na voetnoot 4 wordt de volgende voetnoot ingevoegd:

„(5)

Alleen voor derde landen met de code „XI” in kolom 6 „Specifieke voorwaarden” in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 206/2010.”

.

4)

Aan de aanvullende garanties in deel 2 van bijlage II wordt de volgende code „K” toegevoegd:

„„K”

:

bedrijven of compartimenten waarvoor is erkend dat zij overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2075/2005 gecontroleerde huisvestingsvoorwaarden toepassen.”

.

5)

Het veterinair modelcertificaat „POR” in deel 2 van bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt II.1.3 wordt vervangen door:

„II.1.3.

het vlees voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 2075/2005 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees, met name als volgt:

(1) hetzij

[is het met behulp van een digestiemethode onderzocht en heeft het daarbij negatief gereageerd;]

(1) hetzij

[heeft het een vriesbehandeling ondergaan overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2075/2005;]

(1) (7) hetzij

[is het afkomstig van als landbouwhuisdieren gehouden varkens die uit een bedrijf komen waarvoor officieel is erkend dat het overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2075/2005 gecontroleerde huisvestingsvoorwaarden toepast, of die niet gespeend en minder dan vijf weken oud zijn.]”

;

b)

na voetnoot 6 wordt de volgende voetnoot ingevoegd:

„(7)

Alleen voor derde landen met de code „K” in de kolom „Aanvullende garanties” in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010.”

.

Artikel 2

Gedurende een overgangsperiode tot 31 maart 2015 mogen verder zendingen levende dieren en vers vlees in de Unie binnengebracht worden indien zij vergezeld gaan van de juiste veterinaire certificaten, afgegeven op uiterlijk 1 maart 2015 in overeenstemming met de veterinaire modelcertificaten „POR-X” en „POR-Y” in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en het veterinaire modelcertificaat „POR” in bijlage II bij die verordening, in hun versie van vóór de inwerkingtreding van deze Verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 november 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 321.

(2)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(3)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(4)  Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 2075/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 60).

(6)  Verordening (EU) nr. 216/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2075/2005 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 69 van 8.3.2014, blz. 85).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1114/2014 van de Commissie van 21 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2075/2005 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 302 van 22.10.2014, blz. 46).


Top